Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 586

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 23 1927

23 MAART 1927

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

i

I

Economisch1Statis’tische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E JAARCANG

WOENSDAG

INHOUD.

Blz.
VEREENIGING VAN GEMEENTEN II (Slot) door
Mr. J. A.
N. Patijn ………………………………… .260
Het herleefde Ontwerp Nelissen opnieuw gewijzigd door
Prof. Mr. W. H. Drucker …………… ……….. 262
Enkele opmerkingen aangaandede voorgestelde regeling
van het Zee-Arbeids-Contract door
Air. F. W. A. de
Koek van Teeuwen ………………………….264
Het Reizigersvervoer op de Spoor- en Tramwegen in
Indië in
1926
als maatstaf van de Volkswelvaart door
G. P.
J. Caspersz ……………………………268
De Rijksmiddelen ………………………………
269
BUITENLANDSOI•IE MEDEWERKING:
De debacle der Marconi Company door
F. W. Forge 270
Schuiddelging en consolidatie in Frankrijk door
Prof. Bertrand Nogaro……………………271
AANTEEKENINOEN:
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen in
Nederl.-Indië

……………………………273
MAANDCIJFERS:
Résumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics”.
. . 274
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….
275
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
276-282
Geldkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

I
Effecte

I
Verkeerswezen.

INSTITUU’I VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van 131 om; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. R. van Leiinep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. 11. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd Lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Secretariaat: Pieter cle Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco P. p. in
Nederland f 20,—, Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Inst’ituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties von het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver

tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s- G»ravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

22
MAART
1927.

Het aanbod van, geld was deze week ruimer.

Vooral na ‘cle medio werd het aanbod grooter, echter

hoofdzakelijk voor wissels en ,,on call”. De rente voor

particulier disconto liep daardoor terug van 3% tot

3
7
/ia
en 3% pOt. en callgeld was ‘dikwijls slecht’s moei-

lijk voor 2% ii 3 pGt. onder te brengen.. De prolonga-

tierente bleef vrijwel onveranderd; meestal werd 3%

pOt. genoteerd.
* *
*

3 MAART 1927

,

No. 586

De weekstaat van De Neder]andsche Bank geeft

weinig veranderingen van beteekenis te zien. De pest
bindenlandsche wissels bleef op ‘dezelfde hoogte. De

beleeningen geven een teruggang aan van
f 600.000.

De goudveorraad verminderde met een kleine

f 100.000,
doch de voorraad zilveren munt blijkt met

f00.000 te zijn toegenomen. De post papier op het

buitenland steeg eveneens met
f
200.000, terwijl cle

‘diverse rekeningen op de actiefzijde der balans zich

f
800.000 lager stelden.

De biljettencirculatie daalde van
f
195,4 millioen

tot
f
180,2 mjilioen. 1-Jet, tegoed van het Rijk vertoont

een vermeerdering van
f
7,8 millioen. De reken ing-

coura’ntsal’cli van anderen klommen met
f
6 millioen.

ETt, beschikbaar metaaisaldo noteert
f
400.000 hooger

‘clan verleden week. Het dekkingspercen tage bedraagt

ruim 53.
* *
*

he koersen van ‘de meeste wissels waren, deze week

wel buitengewoon stabiel. Dollars noteerden de ge-

heele week 2.49’/ie met hoogstens
Vn
cent variatie voor

koop en verkoop en ook Parijs, Brussel, Zwitserland

en ‘de beide op gou’dbasis ‘staande Skandinavisc’he wis-

selë schommeiden gedurende ‘de geheele week natiwe-

lijks meer ‘dan
1%
, % cent. Ponden en Marken ivarcn

iets meer ‘bewogen. Voo’r Ponden was ‘de stemming vast

en, liep de koers op van 12.12
7
/8
tot 12.13%. Marken

aanvankelijk ok vaster, 5928%-59.3134, waren later

weder vdor 59.30 aangeboden. Van de drie’ speculatieve

wissels was Oslo deze week vrij stationair, 65.20 tot

65.35 als hoogste en laagste koers; daarentegen (con-

‘den ‘zoowel Lires als Pesetas weder niet onbelangrijk

verbeteren. Milaan steeg van 11.31 tot 11.52; slot 11.47

enMadrid van 43.15 tot 44.10; slot 43.95.

LONDEN,
21
MAART
1927.

Verleden week was geld over het algemeen schaar-

scher, terwijl op Dinsdag en Woensdag geld beslist

zeer moeilijk was. Het bleek echter niet noodi’g om we-

‘der van de Bank van Engeland te leenen.

In de discontomarkt waren de omzetten ‘gering bij

vasten ondertoon. De .noteering blijft op
4
5
11e_% ge-

han dhaafd voor 3-rnaands p.ri ma papier.

In de vreemde wisselmarkt valt, nog steeds groote

speculatie in Lires en Pesetas waar te nemen. De be-

.t’ichte’n uit ‘den Balkan hadden heden een ‘slechten in-

vloed op deze valuta’s.

260

ECONOMISCH-ST±PISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

VEREENIGING VAN GEMEENTEN.

II
(slot).

Een gewone bron vat, misverstand bij vereenig.ing

van gemeenten is, dat wat dooi: de voorstanders wordt

aangevoerd ten bewijze dat de beide gemeenten feite-
lijk één zijn, door de

tegenstanders wordt beschouwd

als eei:i opsomming van al dan niet ondervonden be-

zwaren. Bij de grenswijziging van Nieuw-er-Amstel be-

toogden B. en W. van Amsterdam (Bijl. Handd.
Tweede Kamer
1895/96
No.
25
Voori. Verslag bi. 3):

,,Tanneer
in het eene deel eener zelfde stadswijk

-deze, in het andere gene politie-verordening geldt;

in het eene deel van zulk een wijk een politiekorps

waken moet voor rust en orde, dat geheel onafhanke-

lijk staat naast het’ korps, waaraan in het andere deel

deze zorg is toevertrouwd; wanneer overtreders van
poltieverordeningen
0
1) en bij de grens van beide doe-
len zich aan bestiaffing kunnen onttrekken door over

de grens de w’ijk te nemen; wanneer van elkander on-

afhankelijke brandweerkoi-psen met de blussching van
branden in de verschillende deelen belast zijn; van-

neer in het eene deel gebouwd wordt naar andere re-

gelen en op een ander peil dan in het andere; wanneer

in het eene deel orderwijs en armenzorg in handen

van een bestuur zijn, dat volkomen zelfstandig staat

tegenover ‘dat hetwelk in het andere deel deze gewich-

tige zaken regelt, dan kan het niet anders of ‘dit alles

moet tot schade strekken van hen, die zulke, in wezen

een ‘geheel vormende, maar administratief gedeelde

wijken bewonen.”

Aan deze lijst zou nog kunnen worden toegevoegd:

wanneer in het eene ‘deel winkeisluitirig bestaat, in

het andere niet; wanneei- aan deze zijde van ‘de- grens
op zekere -dagen tapverbod geldt, aan gene niet; wan-
neer bovenal, hier uitgebreide hygiënische maatrege-
len worden gehandhaafd, die ginds ontbreken.

De tegenstanders- betoogen, gewoonlijk, dat deze be-

zwaren overdreven zijn, dat er wel wat tegen te -doen

is, dat ze niet opwegen tegen de nadeelen -der ver-

ceniging. Maar hier gaat het niet om. De gegeven

voorbeelden strekken ten bewijze -dat de betrokken
wijken ,,in wezen een geheel vormen”, zooals B. & W.

van Amsterdam schreven; dat het gebied -der kring-

gemeente een stadswijk is geworden en als zoodani-g

onder het beheer van het stadsbestuur behoort, cul-
tureel één geheel met de ‘stad vormt. En dit feit wordt
niet opgeheven door van ‘de genoemde tegenstellin-

-gen stuk voor stuk de scherpe kantjes af te vijlen,
door hier een- gemeenschappelijke regeling te treffen,

daar overeenstemming •te brengen in bepaalde veror-
deningen, of een overeenkomst betreffende bepaalde
voorzieningen te sluiten. Ons gemeenterecht eischt
eenheid van bestuur voor een stad met al wat -daartoe
behoort, en aan ‘deze eisch wordt niet voldaan door

een reeks administratieve lapmiddelen, als de tegen-
standers plegen aan te bevelen. Om dit beginselver-
schil draait bij iedere grenswijziging een groot deel

der tegenovergestelde meeningen.

In ‘de gron’d is het -dezelfde tegenstelling, -die maakt,
dat beide partijen zich op de gemeentelijke autonomie

plegen te beroepen. De tegenstanders der vereeniging
zien de autonomie alleen als zelfstandigheid der een-
maal bestaan-de gemeenten; op de .geschiedkundige
rechten -der kring-gemeente wordt een beroep gedaan.

Maar zij vergeten m.i., -dat juist -de gemeentelijke au-
tonomie eischt, -dat ook -de groote gemeen-te haar eigen
zaken beredderen kan; dat zij niet afhankelijk is van

de medewerking van anderen om heerschappij te voe-
ren binnen het -gebied, dat door de ontwikkeling der
feiten het hare is geworden. Het is volkomen ver-

klaarbaar -dat Thorbecke en Oppe’nheim, -die tot de
handhaving der plaatselijke autonomie, naar ik zou
meenen, wel iets hebben bijgedragen, beide voorstan-
ders war-en van een ruime toepassing van -de vereeni-
ging van gemeenten.
Het verschil van inzicht, waal-op ik hier -doel, komt

vel zeer sterk tot uitdrukking in de volgende regelen

uit de Memorie van Mr. Dr. v. d. Grinten aan de Ra-
dien van ‘Voorburg en Rijswijk:

,,Dat -de bebouwingen in Voorburg en Rijswijk,

welke ‘de grenzen van ‘s-Gravenha-ge hebben bereikt,
(loot hun aanzien den indruk wekken, dat men met

butenwijien – van ‘s-Gravenhage te doen heeft, kan

toch waarlijk niet als ernstig argument- bedoeld zijn.
Integendeel: deze bewering van Gedeputeerde Staten

is veeleer een bewijs, dat -de omstandigheid, ‘dat ‘deze

gren-svijken onder verschillend gezag staan, geen scha-

deljken invloed heeft gehad op den aard der bebon-
ving.” –

Het is ‘deze schrijver voldoen-de -dat- het gescheiden

zijn dezer wijken geen schadelijke invloed heeft ‘gehad op .de aard det bebouwing.
0
1) een andere plaats zegt
hij, dat bebouwingsaansluiting slechts -dan een argu-

ment voor -grensveriegging kan opleveren, indien hier-

uit bezwaren en conflicten voortspruiten, die niet op
andere wijze tot oplossing zijn te brengen. Dergelijke

uitspraken verraden naar mijne meening gebrek aan

inzicht in het karakter, ‘de roeping, onzer gemeenten.

Zeker levert aansluitende bebouwing op zichzelve niet
het bewijs van noodzakelijkheid van grensverlegging.

Zij kan een der gronden zijn, waarop de eenheid van
gebied wordt betoogd. Maar op die eenheid komt het

aan, niet- op de vraag of zekere bezwaren en conflic-ten wellicht langs andere weg -kunnen worden opge-
heven.

Het sprekendste voorbeeld van vereeniging van ge-

meenten zon-der eeni-ge aansluiting van bebouwing,

is zeker wel die van Rotterdam en Hoek van Holland,
waarvoor toch zeer ‘veel te zeggen viel en ‘die zonder
groote tegenstand is geschied. Daarentegen zijn er

vele -gemeenten, wier bebouwingen elk-ander raken
doch die elk een zelfstandig bestaan voeren. Als voor-

waarde voor gr’ensverle’gging mag ‘niet gesteld worden

dat een gemeente i-s volgebouwd. Eisch van goed be-
stuursbeleid is juist, dat -de wijziging -der grenzen de
ontwikkeling eener gemeente voor-gaat. Wanneer een

groote gemeen-te zich in zekere richting uitbreidt, zoo-

-dat te voorzien is dat binnen afzienbare tijd de bebou-

wing de gemeentegrens daar zal bereiken, dan dient
dat oogenblik niet af-gewacht, -doch moet jaren vooraf

de grens verlegd w-orden, ten einde een goede stads-
ontwikkeling mogelijk te maken. Dit is een ander
punt, waarover bij iedere -grenswijziging wordt gestre-

den. Beroept zich -de gi’oote gemeente op de uitbrei-ding -der stad in bepaalde richting, ‘dan wordt ouver-

anderlijk geantwoord: in ‘die of die hoek Uwer ge-
meente hebt ge immers nog ruimte genoeg voor uit-

breiding! Zeer ‘duidelijk wederom zegt het Mr. v. dl.
Grinten (bi. 18):

,,Zooals de bouwmeester -bij de constructie ‘van een
buis met -den toestand en de ligging van het terrein

rekening heeft te houden, zoo heeft ook de technische
‘diens-t der gemeente tot grondslag van ‘de stads-ontwik-
keling te nemen het bestaande territo’ir.”
Of de bevolking der stad zekere voorkeur heeft voor

een bepaald gebied; of het beschikbare territoir bij’s’.
ligt tegen een fabriekswij-k en uitbreiding gevraagd
wordt van een woonwijk, dan wel omgekeerd; of de
stad, -die ten slotte een levend organisme is, een be-
paal-de richting uitgroeit; met al deze vragen houdt –
Mr. v. d. Grinten zich niet- op. Dergelijke overwegin-

gen zijn ‘groote-stad-s-imperialisme. Voor hem zijn de
menschen er voor de wetten en niet omgekeerd.
Grenswijzigingen zijn in ons 1-and gewoonlijk te

laat gekomen. De weg -die er heen leidt, is lang en met
veel hindernissen. Eerst wanneer het niet meel’ is te-
gen te houden plegen ‘de wetsvoorstellen bij de Tweede
Kamer te -komen, die ze nagenoeg altijd aanneemt.

Het gevolg ‘van deze trage gang van zaken is, -dat er
zich gewoonlijk reeds een voor de groote -gemeente na-
deelige toestand ontwikkeld heeft, wanneer het nieu-
we stuk er bij gevoegd wordt: naast -de gasfabriek

dor groote gemeente staat een peperduur werkend f a-

1922

1924

1925

nihil

f
1.340
f
1.045

/

260

10.332

9.532

,, 4.711

7.396

6.458

3.916 ,, 14.671 ,, 15.719

1.097
,,

4.200
5.200
14.216
,, 25.200
30.600
,, 12.405 ,, 19.000
,, 19.000
14.448
,,,73.203
,,28.137
949
,,

4.831
,,

4.147

23
Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

261

briokje in ‘de kring-gemeente;
T
o
o
r
b
u
.
r
g hoeft, zijn

recht op autonomie meenen te bewijzen door zijn rio-lon zôô te leggen, dat zo niot zonder groote kosten in
het IIaagsche riolens tel sel k tin nou worden opgen
0-

men; voor een mooi, breed opgevat uitbreidingsplan

is (le mogelijkheid dikwijls voor al tijd afgesneden.

Maar ook op ccii ander, financieel, gebied, zijn scha-

delijke gevolgen aan te w’ijzen. ;h

de nabijheid der

groote steden ontstaan kolonies van vermogende Iie-

den, die het voordeel genieten van de lage belasting

in de kring-gemeente, welke zij door hun aanwezig-

heid nog lager maken, doch ‘die ‘voor hun ‘geheele be-

staan zijn aangewezen
01)
de g.roote gemeente. Ik

nierlde hierboven reeds op, .dat verschil van belasting-

druk op zichzelf natuurlijk geen reden is tot samen-

voeging van gemeenten. Wanneer de kolonie zich
vormt op een gebied dat in geen enkel opzicht behoort
tot de grooto gemeente, dan zal s’ol niemand ophef-

fing der kleine gemeente bepleiten; Een samenvoe-

ging van Amsterdam en Ba•a.rn bijv. bestaat alleen in

het ve.rschrikte bre:i n van de Bond van anti-annexa-
tie-comit6’s. Maar wanneer de gebieden wèl een geheel

vormen, wanneer •de ggoedeli zich gaan vestigen in
een wijk ‘die wèl tot cle sfeer dor groote stad behoort,

(lan heeft men liet recht van parasiteerende forensen
to spreken; of, met. ‘Mr. van Gijn, van ,,asyls van ‘be-

lastingplichtigen” ; of, niet de heer L. de Visser, van

,,kapital i stischo vluchtheuvel s’.
Een groote stad leeft op een andere voet dan een

‘dorp. Zij heeft ve:rplicht:ingen w’aat-van een do.rpsbe-
stuur oven weinig begrip heeft, als de kleine burger-

man van do ‘huishouding van een groot heen. liet vol-
gende staatje geeft een overzicht van de schuld van

‘s-G’ravenhage en ‘die van Loosduinen ten tijde van

de vereeni g lig ‘dezer gemeenten.

Loosduinen

‘s-Gravenhage
p.
inwoner
p.
inwoner
Geheele schuld
f
527.040′ / 54,05
f
114
.
971
.
800
j
313,84
Productieve ,,
,, 158.090 ,, 16,21 ,, 65.106.857 ,, 177,72
Inproduct.

.. 368.949 ,, 37,84

49.864.943 ,, 136,12
Rente . ….
…,,
30.092 ,, 3,09

5.372.731 ,, 14,66

Dat deze verschillen zoo aanzienlijk zijn, is niet

verwonderliji. Een ieder begrijpt dat. ‘de stijl van een

groote-sta’d s-huishouding een andere is dan die
cener kleine gemeente. Het onzedelijke ligt hierio,

dat menschen ‘die gesteld zijn op de weeicle ‘der groote
stad en ervan genieten, hierin niet mede-betalen. Zij

zijn dan ook gewoonlijk de heftigste tegenstanders der
vereenigingen en hebben er wat voor over om te

trac.hten die tegen te houden. De Oost gaat voor de Baet
uit. Wanneer men •de vele uitgaven ziet ‘die de anti-
annexatie-comitti’s zich getroosten, de brochures .die

verschijnen, ena., ‘dan, blijkt wei dat het do hoeren
heel wat waard is om de heilige autonomie der kleine
gemeente te helpen in stand houden. E.n wanneer de
groote gemeente tegen dA parasi.tIsme te ‘velde trekt,
schrijft de Bond van a:nti-anoexatie-comité”s (bi. 36

van. het rapport)
,,fraai klinkende argumen ten laten zich gemakkelijk
vinden om deze grove hebzucht te bemantelen”.
Volgens genoemde Bon’d is liet in sommige gevallen
nog zeer twijfelachtig wie liet meeste gebaat wordt,

de groote ‘stad door de f…aaie omgeving of de buiten-

gemeente door de
nabijheid
der groote sta’d. Deze op-

merking zou juist zijn indien. de fraaie omgeving het
w’e:rk der huitengemeente was. Maar hiervan is in den
regel geen sprake. ,Jiarerzijds”, zoo schrijft ‘de Bond

OJ)
1)1. 36, ,,zorgt de buitengemeente door waakaame
zorg voor behoud van natuurschooii” ena. Is het aan die waakzame zorg te danken dat ‘de meeste buitens
in Rjswijk en Voorhiirg zijn ‘verdwenen, andere al-
leen behouden zijn omdat ‘s-Gravonhage ze tegen hoo-
ge pnizen heeft gekocht? Dat Wassenaar een uitbrei-
dingsplan ontwierp dat, wordt het uitgevoerd, aan
het mooie bosch in die gemeente nauwelijks eenige

herinnering zal laten?
De schoone omgeving is een gave des hemels, waar-

‘-an groote en kring-gemeente beide genieten. Maar

de kostbare gebouwen, musea, piantsoeneh enz. enz.,

clie de groote gemeente tot haar last heeft, zijn aller-
minst een gave .des hemels, of althans in een geheel

andere zin.

Is er nu niets redelijlds in het verzet van de kring-

gemeente tegen ‘de vereeniging met een groote ge-

meente, waardoor de ingezetenen, dikwijls zonder aan-

stonds aantoonbaar voordeel, zich plotseling zwaarder

belast zien?

Ik zou ‘deze vraag niet ontkennend willen beant-

woorden ten aanzien van .dat ‘deel der bevolking, dat

bij de samenvoeging slechts een verwijderd belang

heeft; men zou ‘kunnen zeggen: de oer-bewoners. Wel.

zullen zij, door •de groei .der groote stad, gewoonlijk
ook gel’delijk voordeel genieten, zoodat zij het recht
niet hebben al te hard te mdpperen tegen wat hoogere

belasting, maar toch laat het zich begrijpen dat hijv.

het landelijk deel ‘der bevolking, dat niet vraagt om
groote parken, gesloten wegdek, dagelijksehe straat-

reiniging en andere groote-stads-fraaiigheden, niet

gediend is van de kostbare am’btenaren:regeening, di

men met geheel ten onrechte van de samenvoeging

ducht. Dit bezwaar is niet alleen van geldelijke aard
en ik w’eet, dat het soms zwaar weegt.

Om eens na te gaan in hoeverre het geldelijke be-
zwaar ‘van de buitengemeenten gegrond is, heb ilc ge-
ti’aeht te berekenen dle kosten van de gemeente-huis-
houding in Loosduinen vôhr en ‘na de ve’reeniging met

‘s-Gr avenhage. D.it te berekenen Nvas z66 hewerkelijk,
dat ik het heb opgegeven. Uit .de mij door de hoofden
vcin de verschillende •dienst’takken verschafte gegevens
heb ik evenwel enkele cijfers geput, die wel eenig

denkbeeld geven van het verschil dier kosten. Hierort-
‘der volgen de uitgaven voor eenigo diensten in Loos-
duinen volgens de gemueenterelcening over 1922, het jaar vhôr de vereeniging met ‘s-G-ravenhage, en in de

twee eerste jaren daarma.

Maatschappelijk Hulpbetoon Uitgetrokken werknemers
Ongeorganis. werkloozen.
A
rmlastigen …………
Ziekenhuis-verpleging (na
aftrek bijdragen) ……
Geneeskundige D enst
Ziekenverpleging……..
Politie ………………..
Reiniging ……….- ……
Openbare Werken ……….
Plantsoenen …………….

Daarentegen bedroeg de inkomstenbelasting vol-

gens de kohieren: –

1922 j’23

19241
1
25

19251’26

f
204.713

f120.600

f 116.500

Behoudens ‘de onvermijdelijke omstandigheden, die
cle vergelijking altijd eenigszi.ns onzuiver malen, val t

er uit ‘bovenstaande cijfers ‘tweeërlei gevoigtrekking
to maken.

Ten eerste, dat de vereeo.iging voor den Haag geen
voor’cleehig zaakje is geweest. Wat hot Haagsehe ge-
meentebestuur hiertoe moge gedreven hebben, in ieder
geval geen ,,grove hebzueht”. Gelijk uit de stukken
blijkt, werd verwacht dat het den Haag geld zou ]dos-

ten. Niettemin werd de vereenigin-g gewensc.ht.
In de tweede plaats valt er uit af te leiden, ‘dat 1e
huishouding in Loosduinen duurder is geworden. ‘Dit
zal meer het geval zijn bij opheffing van kninggerneen-
ton en wordt wel als bezwaar aangevoerd. Mi. ten on-
rechte. De samenvoeging wordt niet gevraagd om de
toestand te laten ‘gelijk hij was. Na de vereeniging
wordt de opgeheven gemeente behandeld als een deel
van de groote. Er wordt veel meer gedaan dan voor-
heen. De cijfers van sociale voorzorg en opeitbare ver-
ken zijn in dit opzicht sprekend. Verschillende maat-
regelen zouden zijn te nuemen, in de laatse jaren te
Loosduinen genomen, welke onder de oude toestand

r

262

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

hoogstwaarschij olijk niet zouden zijn uitgevoerd. Pleit

dit tegen samenvoeging? Misschien in de oogen van.
hen, die ‘de huishouding onzer groote gemeenten te
weelder.i.g achten. Men kan hierover verschillend den-

ken, maar dit oordeel schijnt me van geen belang voo.r

cle beantwoording der vraag of vereeniging van ge-
meenten gewen’scht is. WTj
e
meenen .dat onze groote ge-
meenten te vee] geld uitgeven, moeten trachten hierin

verandering te brengen, maar niet ze in hun groei b-

lemmeren. De wijze waarop do groote gemeenten be-

stuurd worden is een gewichtig vraagstuk. Laat die

te wenschen, dan is het van groot belang hierin ver-

betering •te brengen. Doch dan bestaat dat belang in

de eerste plaats voor de groote gemeente zelve en

wordt geen verbetering bereikt door de ‘kringgemeent.c

er buiten te houden. Men maakt een organisme niet

gezond door het te beletten te groeien.

Loosduinen levert een goed voorbeeld van het hir

behandelde onderwerp, omdat geldelijk voordeel min

TTaagsche zijde geheel was buitengesloten. De uitbrei.-
ding van ‘s-G.ravenhage ging in die richting sprongs-

gewijze. Binnen afzienbare tijd i.s een aaneengesloten

bebouwing van Duinoord tot Kijkduin te verwachten.

Men ziet hier een beeld van stadsontwikkeling gelijk

men er in ons land wel geen tweede zal aantreffen.
Toch hen ik overtuigd, dat alle rechtstreeks onder-

vonden ber,varen lengs andere weg dan die van

grenswijziging *aren te ondervangen geweest. Maar gevoelt men niet .dat deze voor een breed opgevatte

stadsuitbreiding noodzakelijk was? Dat cli t stadsdeel

nooit tot goede ontwikkeling zou zijn gekomen dan op-

der beheer van hetzelfde gezag dat den 1-laag onder

zijn hoede heeft, omdat de 70.000 ingezetenen,. die
0
.1)
dit gebied verwacht worden, in werkeiijkhei.d 1-lage-

iaars eii geen Loosduinenaars zullen zijn? Men kap
alle eerbied hebben voor de gemoedsgesteldheid van

he.n, die noode het oude Loosduinen zagen verdwijnen,
en toch inzien .dat uit een oogpunt van algemeen h-
lang deze oplossing geboden was.

Het is mogelijk dat sommige grenswijzigingen te
ingrijpend zijn geweest. Dit wordt
0e.
beweerd van de
uitb:reicling van Amsterdam i.n .de richting Sloten.

Maar gewoonlijk zijn ze veel te laat gekomen. Vele
plannen zijn in ‘de provinciale griffies vergeeld eer zij

tot uitvoering kwamen en het schijnt dat ook thans

weer een zeker verzet ‘daartegen veld wint. Men
vraagt in elk bijzonder geval naar de gronden, waar-

OP
de wensch naar samenvoeging steunt. Er ken maar
66n grond zijn en dat is de behoefte der stad aan ge-
beds- uitbreiding. Die behoefte kan niet bewezen wor-

den als 2 X 2 = 4. Ze kan afgeleid worden uit tal

van omstandigheden, die stuk voor stuk .door de te-
gen standers met min of meer recht kunnen worden

bestreden. Maar of ze bestaat, is ten slotte een vraag
van inzicht en bestuursbeleid. Komt men tot het be-
sluit dat, ‘de ontwikkeling der groote stad de eenheid

van ‘gebied vordert, en dat is in .den regel het geval,
dan houd ik mij overtuigd dat de samenvoeging op den
duur ook in liet belang van ‘de inwonetu ‘der kring-ge-
meente zal zijn, maar zullen in ieder geval de geschied-

kundige rechten •de.r laatste voor het grootere belang
moeten wijken.

Want het gaat hier om groote belangen. Grenswij-
zigingen worden meestal beschouwd als plaatselijke
vraagstukken. Dat zuilen zij vaak zijn. Maar gaat het

om do ontwikkeling onzer groote steden, dan worden
het vraagstukken van nationaal belang. Mogen onze

Gedeputeerde Staten en onze Regeering dit in het
oog houden en door een vooruitziend beleid de helem-

mori’ngeu van onze groote-stadsontwikkeiin.g tij’dig
uit cle weg ruimen.
J. PATIJN.
‘s-Gra’nhage, Maart 1927.

HET HERLEEFDE ONTWERP NELISSEN

OPNIEUW GEWIJZIGD.

Minister D en n er houdt voet bij stuk. Met een

reeks wijzigingen hoeft hij yan het Ontwerp N cli s-

s e n-H e cm s ‘k e ri k gemaakt een Ontwerp N e ii s-

sen-H e e m s kerk-Don n er. De couranten mei-
‘den, dat het ontwerp binnen zeer korten
tij’d
in de
Tweede Kamer in behandeling zal worden gebracht.

Een ige opmerkingen over de aangebrachte wijzigin-

gen kunneu misschien toch nog van nut zijn.

Algemeene opmerkingen, vorm en geest van het ont-
w
erp.

Groote vereenvoudigin.gen brengt de wijziging niet.
liet was ook moeilijk. Wat eenmaal in een Ontwerp

van wet gestaan heeft, lcan niet meer geheel worden te

niet gedaan. Eertige details zijn geschrapt, zoodoende

konden een paar artikelen vervallen. Maar weer andere details zijn toegevoegd. De ‘kronkelhepalïngen, die be-
ginnen met te veel te zeggen om het gezegde dan w’eer

ten ‘dccie in bijzinnen terug te nemen, zijn vermeer-
derd eer dan verminderd. De verwijzingen, de al-

gemeene kwaal van ohze niecd.ve wetten, zijn somtijds

geschikt den lezer tot wanhoop te drijven. Men raad-

plege als voorbeeld het nieuwe art. 45d I.I. en de arti-
kelen., waarnaar deze bepaling verwijst.

In dec geest van het ontwerp beoogen de talrijke

wijzigingen geen verandering te brengen. De bezwa-

,i’en ‘daartegen keurt de Minister zelfs geen woord van

veer.1eggi’ng waardig. Na als vôôr ‘gaat het om bescher-

ming van den kleinen aandeelhouder, waartegen geen

bezwaar bestaat en wordt ‘deze bescherming – waaa-

tegen wèl bezwaar bestaat – om. gezocht in de verster-
king van de beheersrechten van den aandeelhouder.

Door de nieuwe regeling van het stemrecht, waarop
wij zoo dadelijk terugkomen, is het aanvankelijke

standpunt van de wet to …ezer zake nog verscherpt.

Differen.tia.tie.

1-let ontwerp doet een kleinen stap verder op den

weg naar de afzonderlijke regeling vap de besloten
ii aamlooze vennootschap. De balans-publicatie zal voor

deze laatsten niet meer volstrekt nood’ig zijn (art 42e
2
).
liet voornaamste verschil door het Ontwerp-I-I e e m
S-
k e rk reeds gemaakt, was dat voor de besloten naam-

boze vennootschap het enquêterecht niet zou gelden
liet tegenwoordige ontwerp voegt nog een enkel punt toe, dat wij kunnen passeeren. De uitsluiting van den

bal’an spublicatieplicht brengt de vrede ‘iets nader.
Blijft de vraag, of voor cle besloten ,na.amiooze’veii-

nootschap niet ook ‘de publicatiev’oorschriften in ver-
band met ‘de oprichting buiten werking hadden kunnen

worden gesteld en of niet nog méér daarbij aan ‘de
contracten ‘der vennooten had kunnen worden overge-

laten. De aannemelijkheid dezer ‘gedachte hangt geheel
af va’n de constructie, ‘die aan d’e besloten naamlooze
vennootschap wordt gegeven. Dit zal nu – mirabile dictu – hij Algemeenen Maatregel van Bestuur ‘ge-
beureii, althans voor de balanspublicatie, want overi-

gens geldt als besloten naamlooze vennôotschap in het
ontwerp d’ie, welke geen toonderaandeelen heeft.
Is dit nu cle juiste methode om een van ‘de belicng-
rijkste vraagstukken af te ‘doen, ‘die op dit gebied be-
staan? En dat in een wet, die het wel noodig ‘vindt

zich te verdiepen in het probleem, ‘of en wanneer de
naamlooae vennootschap, haar naam noemend, dit
alleen volledig of ook bij afkorting mag doen (art.
37e)!

Oprichting.

liet Ontwerp-H e ems k e r k schreef registratie voor
bij ‘de Kamer van Koophandel, waarvan het nut alleen

was, dat zij ‘nauwkeurig het tijdstip vaststelde, waar-op de vennootschap tot stand kwam. Deze formaliteit
is geschrapt. Het verlies ‘is gering; belangrijker is ‘de
winst van de vereenvoudiging. De publicatie bij het
Handelsregister blijft natuurlijk.

Behouden is ‘de Departementale rechtspraak om-

23 Maart 1927

ECoNoMISCWSTATISTISCHE’BEIbHTEN

263

trent cle deugdelijkheid van cle statuten. Het beroep
tegen ‘de administratieve l)eslissing, waarbij de akte

wordt afgekeurd, wordt niet gegeven. Voor de an’alo-

gie met hct Merlcçnreclit, waarop een beroep gedaan
is, blijkt de Minister ongevoelig. Wij houden dus de

anomalie, dat we iii drie instanties procecleeren kun-

nen,wa,ncieer cle ambtenaar ons devies niet wil erken-

non als handelsmerk, terwijl wij genoegen moeten

nemen met de pitspraak van den ambtenaar, wanneer

deze van oordeel is bij’v. dat onze statuten aan het

atemrecht een regeling geven, strijdig met de inge-

wikkelde en weinig ‘duidelijke bepalingen van de wet.

Kapitaal.

• Als waarborg voo.r de realiteit van het kapitaal

dwingt het Ontwerp oprichters open kaart te spelen

ten aanzien van contracten, ‘die tot verwatering van
het kapitaal kunnen ]icln of de financieele positie

van de naamlooze vennootschap bezwaren ten hate ‘van

oprichters of andere insiders. Publicatie moet geschie-
den bij, cle op richting (art. 40a) en tijdens het bestaan

van de vennootschap jaarlijks in de toelichting bij de

balans (art 40e).
Van de zes groepen van overeenkomsten, waaraan

bekendheid moet worden gegeven, schrapt de wijziging

er twee, ni. clie betreffende transacties, waarbij niéôr

clan 1/10 van het kapitaal is gemoeid en ‘die welke be-
trekking hebben op de verkrijging van een vreemd
bedrijf, een octrooi of een concessie. Blijven nu voor-
al over de’contracten ‘betreffende inbreng in anderen

vorm clan in geld en ‘die wel]ce ariclerszin.s voopdeel’en

schenken aan oprichters en insiders.
Deze versobering van het Ontwerp brengt en tegen-
zeggelijk een verbetering, maar de pubhcabievooi-
schriften worden nu wel heel mager. Op het punt van

de baianspublicatie is nu vrijwel alles overgelaten aan
den goeden wil van het Bestuur. Waarom is op dit
punt niet ‘cle geringste aandacht gegeven aan cle vrij-
moedige voorstellen in ‘de
XIX artikeien
van Mr.

S c Ii a cl e cl
Het Ontwerp-It. e e m .s k er k was uitgegaan van
(le jniste gedachte, ‘dat hij ‘de vermindering van liet

kapitaal belangen van derden zijn betrokken. Deze
kregen gelegenheid tegen de vermincle.r ng op te komen
bij den rechter (artt. 41e vlg.). Deze mogelijkheid van

verzet wordt nu beperkt, tot ‘het geval, ‘dat de vermin-
dering van ‘het kapitaal zal leiden tot terugbetaling

aan nandeelhonders of opheffing van obligo. In an’dere
gevallen, met name wanneer ‘de verm’inderipg strelc’t

om geleden verliezen af te schrijven, zal men nu kun-
nen volstaan met het vragen van de Ministerieele
goedkeuring, ‘die op ‘eilce statutenwijziging ‘noodig is.
Wanneer ‘de Minister hij deze wijziging uitgaat van de
gedachte, ‘dat in laatst’gemel’d geval het belang van

crediteuren bij de vermindering niet betrokken is,
vrees ik, dat hij zich vergist. Maar misschien woedt
het onderscheid alleen gemaalct, omdat de ‘belangen
van crediteuren hier minder ernstig gevaar loopen.
Dan laat ‘de wrijziging zich verklaren uit de voorkeur,

die ‘de Minister nu eenmaal heeft voor ‘de ‘departe-
mentale i’echtspraalc in v’ennootschapszakeo.

Aa.ndeeZhouders, algen’ceene vergadering, stemrecht.

In het Ontwerp-H coma k e r k is gelezcn,’dat de aan-

deelhouder vrij zou moeten zijn ‘in ‘de ‘keuze van den
geniachtigde, die hij’ ter algemeene vergadering voor
zich laat optreden. Bij wijziging is thans uitdrukkelijk
vastgesteld, dat de statuten de keuze van gemachtig-

‘den tot aandeelhouders mogen beperken.

Geheel nieuw geregeld is het stemrecht (art. 44b).
Volgen’s het On’twerp-H e ‘e m s k e r k was het moge-
lijk – althans het was moeilijk in het Ontwerp iets
anders te lezen – preferente aandeelen te ‘scheppen
met meervoudig ‘stemrecht. Men heeft gezegd, dat dit
niet ‘de ‘bedoeling was, maar hoe dit zij, de tegenwoor-
dige Minister ac’ht ‘dergelijke preferenties ,,onbillijk”
en hij’ wil er daarom niet van weten. Het gevolg is,
dat het eenvoudige art. 44b van h’et Ontwerp door

een ingewikkelde en ‘duistere regeling is vervangen,

die den ‘indruk maakt den samensteller veel hoofdbre-
‘ken te hebbe gekost, maar ‘niet in evenredige mate
bevredigend is.

liet beginsel blijft, ‘dat elk aandeel eeti stem heeft;

meervoudig ‘stemrecht zal al1en gebaseerd mogen zijn

0
1) ‘groote.re nominale waarde. Statuten mogen het
ivnders regelen, maar alleen z66, ‘dat het aantal stem-

men ‘verbonden aan groot aand’eele,nbezit wordt be-

perkt. Daarbij moet men er dan voor zorgen, dat ,,de

beperking voor de houders van een grooter ‘bedrag aan

aandeelen niet gunstiger is geregeld dan voor cle h’on-
de.rs van •een kleiner bedrag aan aan’cleelen”. Vie dit

iiiet zoo dadelijk mocht vatten, vin’dt een voorbeeld

in de toelichting. Men ‘kan hijv. bepalen, dat een’ aan-
cleelenhezit van 1 •tot 5 één stem per aandeel geeft en

elke volgende 5 aandeelen slechts één stem in het ge-

heel. Men zal dan echter ‘niet mogen bepalen, ‘dat hij
bezit hoven een zekere grens,
bijv.
30 aandeelen, weer
elk aandeel één stem meer ‘krijgt.

Verder zal mcii statutair ook mogen geven elke

willekeurige regeling, mits ‘deze slechts voldoet aan

de eisehen, ‘dat elk ‘aandeelhouder ‘stem heeft en geen

aandeelhouder méér heeft dan 3 ‘of 6 stemmen, naar

de ‘tegenwoordige onderscheiding van art. 54 K.
Op gron’d van deze regeling kan men hijv. bepalen,

dat een bezit van één tot en met ‘dertig aandeelen
slechts geeft één. ‘stem, en dat het 31ate tot en niet liet
85ste aandeel weer elk één stem méér geeft. Men
vraagt zich af, w’aarom ‘dit nu weer wel een billijke
regeling mag word en ‘geacht.

Tot aanbeveling van ‘dit voorschrift wordt gezegJ,
dat men e.r hetzelfde mee bereiken kan als niet de

tegeuwoordige wet. Een zwakke aanbeveling, die
bovendien misleidend is. Zwak omdat ‘de tegenwoor-
d’ige regeling van het stemrecht behoort tot die rege-

lingen van ‘de tegenwoordige wet, die Vrij algemeen
onbevredigend worden geacht. Misleidend, omdat het
stemrecht
in
de algemeene vergadering in het Ont-
werp een heel andere heteekenis ‘heeft dan in ‘de wet.
Immers het Ontwerp legt dwingend in handen van de

algemeene vergadering

verschillende ‘beslissingen, die
me.n nu ook kan opdragen aan een ander college.

Ten aanzien van het on’deraan’d’eel bepaalde het Out-

werp-I-I e e m s’k e r k, dat het geheel als aandeel zou
moeten worden behandeld. Het gebruik van onderaan-

deden levert een middel, om de pösitie van groepen
van aandeelhouders te verzwaklcen. Daarvan wilde het
Ontwerp-H e ems k er k ‘blijkbaar niet weten; het
paste ‘daarin ook niet.

De wijziging komt hierop terug en bepaalt, dat het
onderaan’deel zal gelden als evenredig onderdeel van
een aandeel en ‘dienovereenkom’stig zal moeten worden

behandeld (art. 38).
Dit beteekent – althans deze uitwerking wordt aan
het beginsel gegeven in art. 44a – dat het recht om
aan ‘de algemeene vergadering ‘deel te nemen, aan den

houder van het ‘onderaandeel niet toekomt. Zooveel
soortgenooten moeten zich vereenigen als noodig zijn
om een heel aandeel vol te maken, om ‘dan door tus-
sehenkomst van één uit hun midden of ‘door een derde
gemacht’i.gde aan ‘de algemeene vergadering te kunnen
deelnemen.

Van het stemrecht geldt hetzelfde. De stem van den
houder van het on’deraan’deel geldt niet als, zeg 1(10
stem; om te kannen stemmen, moeten ‘zich weer zoc-
veel houders van on’deraandeel’en combineeren, als noo-
dig zijn om het aandeel vol ‘te maken.
Ik kan niet zeggen, dat ‘deze regeling mij bekoort.
On’deraan’deelen zijn nu een welkom middel om eenigs-
zins aan de bezwaren van art. 54 te ontgaan. Een
nieuwe regeling make men liever zoo, dat het open-
stellen van een ‘dergelijke achterdeur niet noodig is.
De stat.utaire regeling, die een ‘bezit van ten m’inste
vijf aandeelen zou eischen om stemrecht te lcun’nen
uitoefenen, ware in ‘strijd met ‘de ‘democratische ge-

‘dachte van ‘het Ontwerp. De Minister zou een derge-

264

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23Maart 1927

lijke regeling verontwaardigd afwijzen. Maar wat geeft

het nieuwe stelsel omtrent het onderaand’eel anders?

Een typisch voorbeeld, hoe het ontwerp zijn kracht

zoekt in schijn!

Betuurc1ers.

Dat ‘de Minister nog bekeerd zou worden tot een

volmondigo erkenning van de bindende voor’dracht

was nauwelijks te verwachten, maar hij heeft twee wij-

zigingen ‘aangebracht, die niet ‘zonder ‘beteekenis zijn.

De voordracht, welke eerst alleen van Commissarissen

kon komen, zal nu ook mogen komen van andere zijde.

Dit ‘is ‘dus iets, dat nog aan een bijzondere groep van

aandeelhouders zal -kunnen worden gegeven. Voor af,

wijking vn de voordracht mag nu gevorderd wordei

medewerking van meer dan de helft van het kapitaal

en tevens twe,e derde van het aantal stemmen ter ver-

gadering vertègenwoor-di’gd (art. 48a; het artikel laat

tw’eeërlei lezing ‘toe; wij volgen die van -de Toelich

ting). Het komt mij voor, dat ‘de strijd om de binden’de

voordracht op -deze wijze niet veel meer dan theore

tisch belang behoudt. In dit opzicht is het ontwerp

geschikt ‘den strijd nieuwe uitbreiding te doen onder

gaan, w’ant een voordracht met gelijke kracht wordt

nu ook toegelaten in verband met de Commissari’sb-

noemingen (art. 50e), waar bindende voordrachten

zeker minder ‘op hun plaats zijn.
Overigens geldt ook hier de zoo juist gemaakte o-

merking, ‘d’at het Ontwerp in schijn zijn ‘kracht zoekt.

Volgens het Ontwerp-Heemskerk zouden be-

•stuurders aansprakelijk zijn voor ,,tekortkomin.gen”.
Niemand wist, wat ‘deze uitdrukking hier heteekende.

De laatste wijziging ziet af van ‘de aansprakelijkheid

voor tekortkomingen, een last, die voorloopig alleen

blijft rusten op de schouders van het Bestuur van de
Coöperatie. Van den bestuurder van de naamlooze ven-

nootschap zal nu verlangd worden, ‘dat hij zijn taak

behoorl’ij1
vervult (art. 474). De toelichting zegt ons

niet, waarom het niet bij
,
‘het bestaande kon blijven

of waarom anders niet een van de bestaande rechts-

figuren kon worden gebruikt. Men kan rechtens aan-

sprakelijk zijn voor elke fout, of voor grove fouten

alleen of alleen voor opzet of kwade trouw. Men kan

verplicht zijn tot ‘de praestatie van dezelfde zorg als in

ei-gen zaken of van het beste wat men geven kan. Het

is Met duidelijk, waar de nieuwe graad van aanspra-
kelijkheid in de bestaande gamma’s zijn plaats moet

vinden.
De regeling van de bewijslast in cle processen over
aansprakelijkheid is iets gunstiger geworden voor den

bestuurder (art. 41-d). De actie van den in’dividueelen aandeelhouder tegen
den bestuurder, wien déchar.ge is geweigerd, is ver-

vallen.
De kantongerechtsprocedure voor ‘de moeilijke en fi-
nancieel soms hoogst belangrijke processen over dè aan-

sprakelijkheid is behouden ondanks de gegronde be-
zwaren daartegen aangevoerd. Wanneer in, ander ver-
band gevraagd wordt om eenige uitbreiding van de
competentie van ‘den kantonrechter ‘buiten het finan-
cieel volstrekt onbelangrijke, blijkt de Minister daar-

naar geen ooren te hebben.
In de regeling van het- enquêterecht (artt. 53 vig.)

wordt alleen een clrakfout verbeterd. In de toelichting
geen woord over ‘de vele bezwaren tegen ‘dit- instituut

aangevoerd. Wat hierover te zeggen valt is gezegd; van

herhaling der argumenten kan geen nut meer ver-

wacht worden.

Overgaingsbepa2ingen.

Deze zijn wat slapper geworden. Het voornaamste in

de wijzigingen is, dat naamlooze vennootschappen, die

cle oligarchische clausule hebben, •die ten allen tij’de
zullen mogen blijven behouden. Voor wie de bindende
voordracht verderfeljk acht voor ons bedrijfsleven,
moet ‘deze oplossing weinig aannemelijk zijn. Het be-

roep op ‘de verkregen rechten zal hen bezwaarlijk over-
tuigen. Ledige naamlooze vennootschappen met ‘de oh-

garchische clausule zouden nu
wel
eens opgeld ‘kunnen
gaan doen.

Co,i

clusie.

De hoofdzaken van do laatste wijziging hbben wij

hiermede weergegeven. Formeel is het- ontwerp thans

rijp voor openbare behandeling. Misschien is deze reeds

ten em-de gebracht, waniieer dit öpstel verschijnt. Ht

ware te betreuren, indien niet nog de laatste gelegen-

hei’d ware aangegrepen tot meer in grijpen’d verbete-
ring dan in openbare behandeling kan worden verkre-

gen.

Het is in ‘den Minister te
prijzen,
‘dat hij niet is ge-

weken voor -de heirscharen, -die tegen het ontwerp zijn

opgetrokken. Ond’anks alle bezwaren had met het ge-
wijzigde Ontwerp-N e 1 i s s e n een redelijk resultaat

bereikt kunnen worden. Maar daarvoor was noodi’g ge-

weest, in dit laatste stadium het materiaal nog eens

zorgvuldig te .schiften. Dit is niet gebeurd.

Op loffelijke wijze zijn een aantal herstellin.gen aan-

gebracht, waarvoor -trouwen’s gebruik gemaakt kon

worden van ‘de uitsteken-de adviezen van 1? r o f. V a n
d e r H ey’den.

Daar istaan an’dere dingen tegenover. Op verschil-

lende punten
zijn
‘de reparaties niet gelukkig uitgeval-

len, vooral waar de genoemde schrijver het materiaal

niet leverde. De nieuwe tekst geeft ‘aanleiding tot ver-

scheidene twijfelpuniten, waarmede wij den lezer van

‘dit blad niet willen vermoeien. Tegen het ontwerp zijn

gewichtige principi’eele bedenkingen aangevoerd, ook

d’oor anderen dan ,,belanghebbenden”. Ook onder -hen,

‘die het ontwerp hebben aanbevolen, zij’n er die op na-

dere overweging van ‘verschillende hoofdpunten heb-

ben aangedrongen. Van eenig enthousiasme voor het

Ontwerp is nergens gebleken. Geheel ongegrond zjn
de principieele bedenkingen niet geacht, want ‘de Mi-

nister vond aanlgiding op een ‘der hoofdpunten een

stap te doen ter tegemoetkoming. Maar ‘deze tegemoet-

koming geeft geenszins blijk van na
rijpe
overweging

gevormde overtuiging: een Koninklijk besluit zal de

‘definitieve oplossing brengen. Overigens vinden wij

ter wee’rlegging van de principieele ‘bedenkingen van

Kamers van Koophandel, van, ‘den Nijverhei’d.sraad, van

‘d’e Advocaten en van individueele schrijvevs zelfs in
de toelichting nauwelijks een enkel woord.

Ten slotte, als de Minister tot geen andere tege-
moetkoming kan worden bewogen, laat hij ons dan ten
minste -den ‘dienst bewijzen, ‘deze regeling te lichten
uit het Wetboek -van Koophandel. Op di manier is

een vereenvoudiging te verkrijgen, die niet ‘de gering-ste moeite behoeft te kosten. Een Wetboek van Koop-
handel met het juist’ ingevoerde Zeerecht en dit stuk
Vennootschapsrec’ht erin, zal werkelijk geen nieuwe

eenheid opleveren, die tot bijzon’dere voldoening aan-
leiding zal geven en dit s’tuk van ons Handel’srecht

blijft -dan ten minste, voor wat het uiterlijk aangaat,

toonhaar.
DSUOKER.

ENKELE OPMERKINGEN AANGAANDE DE
VOORGESTELDE REGELING VAN HET

ZEE-ARBEIDS-CONTRACT.
1

Na ruim vijf jaren is de ,,Commissie tot regeling
van de arbeidsovereenkomsten van kapitein en sche-
pelingen in het zeevaartbedrijf” met haren arbeid
gereed gekomen en heeft zij haar verslag, benevens

een tweetal wetsontwerpen met bijbehoorend’e toelich’-

tingen, openbaar gemaakt.
Het eerste ontwerp van wet is bedoeld als dienende
ter vervanging van den haast niet
gewijzigden
vierden

titel van ons nieuwe Zeerecht (2e Boek van het Wet-

boek van Koophandel),
terwijl
het tweede, zooals de

Commissie zelf zegt ,,is opgezet in den vorm van een
afzonderlijke wet op de samenstelling en de taak van
de Kamers van Zeezaken en van de daaraan ver-
bonden Zeegerechten”.
Voorwaar, een belangrijk stuk werk is hier verricht,

23 Maart
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

265

dat aandacht in ruimen kring ten volle verdient. De

Commissie beveelt dan ook in haar begeleidenden

brief dd. 4 Mei j.l. aan den Minister van Justitie aan

om ,,allen, die tot die (ni. bij de zee-arbeidsovereen-

komsten als partij betrokken) groepen behooren, de
gelegenheid te geven van die voorstellen kennis te

nemen en daarover hunne meening te uiten.

.

Het is te hopen dat dit in ruime mate zal geschieden,

vooral, nu de Minister van Justitie bij de algemeene

beschouwingen over Hoofdstuk IV der Staatsbegroo-

ting 1927 op 30 November 11. in de Tweede Kamer

heeft gezegd:
,,Ik heb daaromtrent
1)
mijn standpunt nog niet be-
paald, omdat ik eerst nog eens wil afwachten, wat de
publicatie van de ontwerpen aan beschouwingen brengt.
Heel veel is het tot dusverre niet,
de oude kwaal, dat de
critiek eerst komt, als de zaak bijna of reeds heelemaal is
afgedaan.” 2)

Een voorproefje hebben wij reeds gehad in de ,,Eco-

nomisch-Statistische Berichten” van 30 Juni, waarin

de Heer Ratté, Secretaris-Penningmeester van de
Vereeniging van Scheepswerktuigkundigen den lof

over het ontwerp gezongen heeft.
3)
Het valt mij per-

soonlijk
ietwat
moeilijk dezen lof te deelen en eenige

van de redenen, die
mij
daartoe noopten, hoop ik

hieronder nader uiteen te zetten.
Wat het eerstgenoemde wetsontwerp aangaat, treft
helaas de
gelijkenis
met het nieuwe Zeerecht op het
stuk van
stijl
en indeeling der te behandelen stof.

Ook hier – wat vooral
bij
een zoo voor ontwikkeling

vatbare stof als arbeidsovereenkomsten te betreuren
valt – veel casuïstiek en weinig overzichtelijkheid.
Hoofdstuk 2, getiteld ,,De Schepelingen” omvat niet
minder dan 52 artikelen -of juist de helft van het
geheele wetsontwerp! Een ander voorbeeld: In het
eerste hoofdstuk ,,Algemeene Bepalingen” zijn opge-
nomen die
wijzigingen,
die het Burgerlijk Wetboek
en het Wetboek van Strafrecht moeten ondergaan.
Bij doorlezing van die artikelen stiet ik op het ont-breken van een vervallen-verklaring van het eerste
lid van artikel 1637z B.W…..die ik ten slotte
afzonderlijk vond (art. 98) in het laatste hoofdstuk

,,Monsterrol en monsterboekjes”, waarin bovendien zijn
opgenomen de veranderingen, die de Schepen- en
Schipperswetten zouden moeten ondergaan!
De regeling der verjaring, die men – evenals bij
het B.W. gewend is achteraan te zoeken, staat

vooraan in art. 11.
Eenige regelmaat in de rangschikking der behan-

delde stof heb ik in het tweede hoofdstuk niet kunnen
ontdekken. Waarom staat b.v. de terugzending van behoeftige schepelingen vooraan en staan de bepa-
lingen aangaande voedselonderzoek en ziekte vôôr de
verplichting van den schepeling de orders van den

kapitein met stiptheid op te volgen en waarom staat
art. 28 (gage) los van de overige voorschriften op
dit stuk (art. 40 e.v.)? Het recht van den schepeling
op vacantie werd geplaatst vôôr deszelfs verplichtin-
gen. Klachten van den schepeling over misdraging
gedurende de reis van den kapitein hebben zelfs een
plaats gevonden onder de ,,Algemeene Bepalingen”
(Art. 8). Maar genoeg hierover! Slechts moge ik ook
in dit verband nog
verwijzen
naar hetgeen hieronder
volgt aangaande de Kamers
van
Zeezaken en Zee-
gerechten.
Het bovenstaande betreft
mijne
bezwaren van for-
meelen aard. Ernstiger zijn, zooals vanzelf spreekt,
de materieele bedenkingen tegen het ontwerp.
Zooals in de ontwerp-Memorie van Toelichting als
hoof dbegin sel der regeling staat aangeduid, is gestreefd

1)
n.l. de vraag of de behandeling der beide ontwerpen
niet moet worden gesplitst in dier voege, dat het eerste
ontwerp wegens zijn minder ver gaande principieele betee-
kenis het eerst afzonderlijk wordt behandeld.
8)
Handelingen Tweede Kamer,
blz. 823.
3)
Toen ik met dit artikel aanving was nog niet ver-
schenen de kritiek
van
Mr.
R. P.
Cleveringa in het Ned. Juristenblad Nos.
36
en
37.

naar assimilatie aan het burgerlijk recht. Zonder mij
tewagen aan beantwoording der vraag of dit wel
juist is ten opzichte van een rechtsgebied als het

zee-arbeidscontract,’) in aanmerking genomen dat

het leven aan boord zoozeer verschilt van dat aan

den wal, meen ik dat het ontwerp zelf genoegzaam

getuigt, dat deze drang naar geljkmaking eenigszins

moeilijk uitvoerbaar is, zoodat de toepassing van dit

stelsel wat erg gewrongen wordt. Dat
bewijzen
de

vele uitzonderingen, die daarop noodzakeljkerwijze

zijn gemaakt. Zoo worden in art. 52 aan de 10 reeds

in het B.W. opgesomde dringende redenen, welke den

werknemer tot ontbinding der arbeidsovereenkomst

het recht geven, nog 10 toegevoegd. Dat men zich
overigens aan dezen als hoofdbeginsel aangekondig-
den regel niet al te streng gehouden heeft, moge

verder
blijken
uit art. 30, dat den schepeling in ge-

val van ziekte, behalve op verpleging tot terugkeer in

Nederland of gedurende hoogstens 52 weken, recht
geeft op 70 % van zijn gage
2
)
gedurende 26 weken,

en zoolang hij aan boord
verblijft op vol loon, terwijl

toch art. 1638ij B.W. den werkgever voor inwonende

arbeiders oplegt gedurende 4 weken de verplegings-
kosten te dragen, terwijl het loon behoeft te worden

uitbetaald tot het einde der dienatbetrekking, die

meestal op korten
termijn
kan worden opgezegd. (Be-

langwekkend is in dit verband te ervaren, dat in de
nieuwe Fransche wet (art. 83) van 13 December 1926
betrekkelijk den arbeid van zeelieden is bepaald ,,dans

aucun cas la période durant laquelle les salaires du

marin lui sont alloués ne peut dépasser quatre mois,

â dater du jour oû ii .été laissé h terre”).
,,Het overbrengen van de regeling naar de sfeer

van het burgerlijk recht, bracht vanzelve een beper-
king mede van de
mogelijkheid
van het optreden van

den strafrechter ter zake van het niet-naleven van
de arbeidsovereenkomst”. Zoo staat in de Memorie
van Toelichting. Ontkenning van de
bijzondere
ver-

houdingen aan boord heeft dus geleid tot de niet-
geringe verzwakking van de discipline aan boord. Dat
deze zoover moest gaan als in het onderhavige ont-
werp is voorgesteld wil er
bij
mij niet in, hoewel ik

ten volle beaam, dat aanpassing van onze wetgeving

op dit stuk aan
gewijzigde
omstandigheden niet

overbodig is.
Het volgende doet mij voor ernstige verzwakking der discipline vreezen. . Desertie zal in de toekomst
alleen bestaan en dus als zoodanig strafbaar zijn ,,in-

dien door de omstandigheden, waaronder hij (de sche-
peling) handelde, gevaar voor het schip, de opva-
renden of de lading . te duchten was”. Hetgeen wil
zeggen, dat het vroegere onderscheid tusschen desertie
véôr het begin van, gedurende en na afloop van de
reis is weggevallen en plaats heeft gemaakt voor een

criterium, volgens hetwelk desertie
vrijwel
nooit meer
als een scheepvaartmisdrijf zal zijn aan te merken.
En wat gebeurt er wanneer een schepeling deser-
teert
zonder
dat daardoor gevaar voor schip, sche-
pelingen en lading ontstaat? Dit feit, in den vervolge
,,verwijdering van boord zonder verlof” of ,,afwezig-
heid na afloop van verlof” geheeten, zal gestraft
worden met boete, hoogstens ten bedrage van 10 dagen
gage (Art. 37), die ,,noch den reeder noch den kapi-

tein ten goede (mag) komen” (art. 38).
Erg practisch
lijkt
mij dit – om te beginnen —

niet, omdat een deserteur gewoonlijk niet zoo gemak-
kelijk kan worden achterhaald en wel zoo verstandig
zal zijn, om zijn beurs medete nemen.
Den reeder blijft slechts over een recht op scha-
deloosstelling (art. 53

art. 1639
0
) tenminste gelijk

aan één maand gage ingeval de dieustbetrekking voor
onbepaalden tijd is aangegaan. Het is te hopen dat

Ook bij het nieuwe zeerecht heeft deze assimilatie plaats
gehad Zij komt o.m. tot uiting in de afschaffing van het
abandon-stelsel, dat sinds overoude tijden in het wereldzee-
recht erkenning heeft gevonden.
In aansluiting aan de Zeeongevallenwet
1919.

266

ECONCMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

een deserteur zoo welwillend zal zijn, die schadeloos-

stelling v66r zijn verwijdering te voldoen! Wanneer

gemonsterd is voor een bepaalden tijd of reis (vgl.

art. 28) en de schepeling zich tusschentijds of in een

aanloophaven van boord verwijdert, is de schadeloos-
stelling gelijk aan de gage die hij
nog zou hebben
verdiend.

Zou de kans op verbeurte van
zijn
reeds verdiende
loon tenminste nog eenigszins een beletsel voor den

schepeling opleveren, het ontwerp heeft er meesterlijk

voor gezorgd, ook dezen hinderpaal weg te nemen.

Immers ,,moet aan den schepeling op diens verlangen

worden uitbetaald loon, naar tijdruimte vastgesteld,
in
iedere
1)
haven, welke het schip gedurende de reis
aandoet” (art. 42). Waartoe dit leidt is uiteengezet

in het volgende uit 1919 dateerende oordeel van 40

Amerikaansche consuls over de, door den uit Noor-

wegen afkomstigen Amerikaanschen zeelieden-leider

Furuseth ingegeven bepalingen uit de Amerikaan-
sche La Folette Act:
,,Nach fast einhelliger Meinung der Konsuin fördert
die Auszahlung des halben Lohnes in fremden ilMen die Verschwendungssucht der Seeleute.
20-50 $
geben sie
an Land in einer Nacht oder in wenigen Tagen aus; Bie
überschreiten ibren tJrlaub, verlassen das Schuif ohne
Erlaubnis, verzögern Seine Weiterreise; hiiufig kehrt em Teil der Besatzung in arbeitsunfahigem Zustande an Bord
zurück
2).
Andere werden krank, wenn das Schiff den
Hafen verlassen hat, überlassen die ganze Arbeit ihren
Kameraden, deren Sicherkeit so ebenf alla gefahrclet ist” 3)

In Engeland verspeelt de deserteur,
ongeacht
of
hij door zijn handeling gevaar veroorzaakt, behalve
zijn goed,, ook zijn
reeds verdiende
en tot zijn terug-
keer in Engeland
nog te verdienen
gage; verder moet
hij den reeder evtl. hoogere aan zijn plaatsvervanger
betaalde gage vergoeden, terwijl hem bovendien gevan-
genisstraf kan worden opgelegd. (Merchant Shipping

Act 1894 par. 221). Ten aanzien van een recent geval

moge ik verwijzen naar onderstaand bericht in de
,,Scandinavian Shipping Gazette” van 14 Jan. l.l.).

Het komt mij voor, dat de opsteller der nieuwe
Nederlandsche bepaling niet bekend was of niet vol-
doende rekening heeft gehouden met het feit, dat het
buitenland meer en meer den reeder (gezagvoerder)

verantwoordelijk stelt voor desertie en dat hem in

cursiveering van mij.
vgl. het hierna koménde over terugvoering van behoef-
tige Nederlandsche zeelieden. (blz.
267).
Ontleend aan ,,Hansa” van
22
Jan.
1927.
Blijkens “The
Journal of Commerce” van
29
Dec.
1926
heeft de Maritieme
Association of the Port of New York een resolutie aange.
nomen ten gunste van een bij het Congres aanhangig wets-
voorstel (H. R. Bill
10.009)
om den kapiteins ,,discretionary
powers” te geven ten aanzien van de uitbetaling van zee-
lieden-gages in vreemde havens.
,,In former days desertion by seamen was punished
severely in all countries. And quite rightly so. Somehow
the law, anyhow in these Northern countries has during
the last ten years taken a more lenient view of this crime,
and deserters are now let off with a small fine, whicb very
of ten is not paid at all. Consequently desertion has become
an every day occurrence, and even the Trade Unions have come
to consjder it a menace to the true interests of the Seamen and are warning members against breaking their contracts
in this criminal way.
Also in England owuers have found reason to complain
of the laxity of the law tovards deserters. It is, therefore,
with some satisfaction that we notice that English law
courts recently have found it necessary to deal with such
cases in a sterner way. Thus William Strickiand, a Liver-
Pool seaman, was the other day charged at HulI with
deserting his ship at Newport News. The prosecution stated that the troubleof these cases was that when British seamen
got to America they found the rates of pay on American
ships higher than on British ships. Strickland joined an
Ainerican ship and was arrested on arrival at HulI. After careful weighing of the case the court made an order for
the forfeiture of all wages due to him from both vessels,
those due from the American ship ,,Moorish Prince” to be
paid to the owners of the British ship ,,Leominster” – the
one Strickiand had deserted from – to re-imburse them
for the expense of obtaining a substitute……

verschillende landen – klaarblijkelijk om onwettigen

invoer van vreemde arbeidskrachten tegen te gaan –
voor elken deserteur een niet geringe boete (in de

Vereenigde Staten b.v. $ 1000,—) wordt opgelegd.
Nederlandsche reederjen zijn hiervan al
bij
herhaling
dc dupe geworden en in plaats van nu strengere be-

palingen tot wering van desertie in het leven te

roepen, gaat men het ten onzent den schepeling zoo
gemakkelijk mogelijk maken!

Terecht heeft men dan ook onlangs in een ander

land blijkens ,,Fairplay” van 8 Juli 11. juist stren-
.gere voorschriften uitgevaardigd.

Oorspronkelijk is van den hierboven reeds genoem-
den Amerikaanschen zeelieden-leider Andrew Furuseth

Pate afkomstig het denkbeeld, dat op een veilig in

de haven liggend schip geen strenge tucht noodig is, zoodat dan een zeeman het schip mag verlaten

zonder zich aan desertie schuldig te maken. In 1920

nam de Int. Arbeids-Conferentie te Genua o. m. de
volgende resolutie aan:

,,This Conference recognises that the contracts of en-
gagement of seamen in all countries contain two kinds
of clauses:
clauses of a public character, inserted in the public interest;
clauses of a private character, inserted in the pri.
vate interests of shipowners or seamen, or both”.

Kwam nu door ,,verwijdering (afwezigheid) van

boord zonder verlof” schip, opvarenden of lading in

gevaar, dan alleen achtte men een publiek belang

getroffen; geen publiek maar een reedersbelang was het dus maatregelen te treffen tegen ,,verwijdering”,
wanneer daardoor
geen
gevaar ontstond.

Bovenstaand beginsel is overgenomen door den
Franschen Prof. Ripert, die, door den Heer Albert
Thomas aangesteld als juridisch adviseur van het In-

ternationaal Arbeids Bureau, grooten invloed heeft

gehad op den ontwerp -zeelieden -code, die in de on-
langs gehouden 9e
bijeenkomst
van de Internationale
Arbeids-Conferentje (Juni 1926) werd behandeld.
Op meer dan één punt trof mij de overeenkomst

tusschen het Nederlandsche ontwerp en de vragenlijst

(questionnaire), welke door het Internationaal Ar-
beids-Bureau tegelijk met zijn ontwerp voor dezen
zeemans-code (international codification of the rules

relating to seamen’s articles of agreement), vôôr de
Conferentie aan de Regeeringen werd toegezonden.

Genoemde ,,questionnaire” vermeldde o.m. het vol-
gende:

,,Should provision be made for criminal and not only
civil penalties for absence without leave?
1f so, should a distinction be laid down between the
following:
Absence affecting the safety of the vessel;
,,

in foreign waters;
,,

in home waters?

Het antwoord van de Nederlandsche Regeering op
bovenstaande vragen (behalve die sub c) luidde:
,,If ,,absence without leave” means ,,refusal to vork”
(desertion), objection would have to be made to anypropos-
als which would prevent the Members of thelnternational
Labour Organisation which (beter: who d. K. v.L.) ratified
the Convention from restricting the inflictionof penalties
to cases in which, according to the circumstances, the safety
of the ship, the crew, or the cargo were endangered”.

Hiermede heeft gelukkig de Minister van Arbeid

onomwonden gezegd, dat de splitsing in desertie welke
wel en die niet gevaar oplevert, uit den booze is. Dat
nu
Zijn
Ambtgenoot van Justitie het ontwerp der
Commissie ongewijzigd zal indienen lijkt mij niet wel
verdedigbaar.

Temeer aanleiding bestaat hiertoe, nu de 9e Ar-
beidsconferentie te Genève de conventie op de dis-

ciplinaire en strafrechterljke sancties
1)
heeft laten
stranden op de klip der desertie. ,,De oorzaak” der

1)
Het I.A.B. heeft op het laatste oogenblik bevreesd voor
verwerping van den zeelieden-code in zijn geheel, deze in
drieën gesplitst: monsterrol, discipline en repatrieering.

23 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

267

verwerping is de tegenstand der regeeringen van

Engeland, Engelsch-Indië, Duitschiand en Canada,

die van oordeel zijn, dat de conventie de discipline
te veel verzwakt”
1
).

Op de regeling van het arbeidscontract zelf acht

ik mij niet bevoegd nader in te gaan’ en dus zal ik

mij beperken tot de voorgestelde regeling omtrent

terugzending van hulpbehoevende Nederlanders.

Art. 9 verplicht de gezagvoerders in een buiten-

landsche haven, aldaar toevende hulpbehoevende Ne-
derlandsche zeelieden ,voor zoover aan boord voor

hen plaats is” naar Nederland mede te nemen op

kosten van den Staat. Uit sociaal oogpunt is het van
belang, op deze
wijze
de in buitenlandsche havens

gevestigde consulaten van de hun dikwijls veel last
bezorgende behoeftige Nederlandsche zeelieden af te
helpen
2).
Maar dan dient ook aan den anderen kant
desertie niet in de hand te worden gewerkt
-1)i
eerder nog zouden bepalingen ter beperking daarvan strin-

genter moeten worden gemaakt.

In het artikel zijn voorts eenige punten, waarop
ik de aandacht zou willen vestigen. Beteekent ,,voor

zoover aan boord voor hen plaats is”, dat zij moeten
worden medegenomen, wanneer er
onder de beman-
ning
voor hen plaats is, of wanneer er ruimte is
voor hen als passagiers? Vermoedelijk zal het laatste

bedoeld zijn, maar dan stuit men op het bezwaar,
dat deze niet-gemonsterde zeelieden, die op straffe
van hoogstens fi. 300.- .niet te werk mogen worden

gesteld (artt. 21 en 16), aan boord in den weg loopen
terwijl de reeder, als de man in een tusschengelegen
haven zich weer van boord verwijdert, nog kans loopt
op b.v. $1000.- boete. Wie zal voorts den reeder.b.v.
de hoogere vuur- en loodsgelden vergoeden, somtijds
door het medevoeren van een passagier (meer) ver-
schuldigd
4
), of de kosten ontstaan tengevolge van een
ongeval aan zulk een passagier aan boord overkomen?
Het lijkt mij niet meer dan billjk dat niet alleen
,,de kosten hiervan” (ni. van het overbrengen), maar
alle daaruit voortvloeiende (extra) onkosten ten laste
van den Staat komen, in elk geval niet op den reeder
drukken.

Met den besten wil van de wereld is het mij niet

mogelijk geweest een scherp om]ijnd beeld te vormen
van de taak van de beide nieuwe instellingen, de

Kamers van Zeezaken en de daaraan verbonden Zee-
gerechten. Het wil mij voorkomen dat hier een staaltje
is van den Nederlandschen lust voor commissies. Op

de nutteloosheid van de derde nieuwe – in het ver-
slag voorgestelde – instelling, de Commissie van

schepelingen, die slechts bij het opleggen van boeten
moet worden gehoord, is reeds door het lid der Com-
missie, den Heer Tegelberg, in een afzonderljken
brief aan den Minister gewezen.

Rangschikking van de overal in het eerste wets-
ontwerp verspreide bepalingen omtrent de Kamers
van Zeezaken en de Zeegerechten geeft het volgende
overzicht van de taak, aan die beide lichamen toe-
gewezen
5)

Kamer van Zeezalcen.

Voorschriften aangaande de voeding geven (22).
De instelling aanwijzen te wier bate in beslag
genomen sterke drank enz. verkocht moet wor-
den (26).

Zoo daarin niet is voorzién, het bedrag in geld

Alg. Handelsblad
24-6-’26.
Van de genoemde landen
stemden de beide Regeeringsafgevaardigden tegen, evenals
de eenige Regeeriagsafgevaardigde van Australid en één
der beide Noorsche Regeeringsgedelegeerden.
Vgl. de op dit stuk te Genève aangenomen ontwerp-
conventie.
VgI. het hierboven op blz.
266
vermelde oordeel van
40
Amerikaansche consuls.
Door
het medevoeren van één passagier kan een schip
in Engeland £
36
extra vuurgelden te betalen hebben.
De cijfers duiden de desbetreffende artikelen uit het
wetsontwerp aan.

der uit te betalen gage en de
wijze
der uitbeta-
ling vaststellen (28).

Klachten over den koers der uitbetaalde gage
behandelen (41).

Arbeidscontracten inschrijven (69).
Monsterboekjes afgeven (88).

Keuringsartsen aanwijzen, die gezondheidsbewij –
zen afgeven (90).

Niet-teruggegeven monsterboekjes ontvangen
enz. (91).

Register houden van monsterboekjes en monster-
rollen (94).
Duplicaten van monsterboekjes verstrekken (95).
Andere K. v.
Z.
mededeeling doen van afgegeven
monsterboekjes (96).

Advies geven over de inrichting van monsterrol,
boekjes, registers, het bijhouden van deze enz. (97).

Zee gerecht.

Klachten behandelen over misdraging van den

kapitein t.o.v. schepelingen (8).

Beslissen of gage verbeurd of verminderd wordt
wanneer de ziekte gevolg is van opzet of grove
schuld (30).

Tusschenkomst verleenen in geval van klachten

van schepelingen over h. i. onrechtmatige be-
velen (32).

Hulploon verdeelen in geval van geschil (63).
Sleeploon

,,

,,

,,

,,

,,

(64).
Schadeloosstelling bepalen in geval van schip-
breuk, indien geschil (65).

Seizoen vaststellen voor de visscherj (65).
Opschorting of ontheffing verleenen van de ver-
plichting des reeders (in de zeevisscherij) gage
te betalen na schipbreuk, in geval van schuld
van den schepeling (65).

Gewichtige redenen behandelen, welke aanleiding

geven tot ontbinding van het arbeidscontract (77).
Monsterboekjes inhouden (91). Klachten behandelen over onjuiste inschrijvingen
in de monsterboekjes (93).

Bij beschouwing van deze ljstjes kan men moeilijk
den indruk van zich af zetten, dat deze indeeling van

werkzaamheden op vrij willekeurige wijze is gemaakt.
Waarom – om een voorbeeld te noemen – is aan

de Kamer van Zeezaken de behandeling van klachten
over den koers der uitbetaalde gages opgedragen (41),

terwijl in overeenstemming met art. 32 van ontwerp
II ,,de kennisneming en beslissing van geschillen no-
pens arbeidsovereenkomsten
bij uitsluiting
1)
aan het
Zeegerecht” zijn opgedragen. Waarom is de Kamer
bedacht met het geven van voorschriften omtrent
de voeding (22) (onder goedkeuring van den Minister),
terwijl de bepalingen omtrent de inrichting der lo-
giezen, terecht, aan de Kroon is gelaten?
De bevoegdheid van de Kamer van Zeezaken (voor

de visscherj: Kamer van Zeevisscherijzaken), staat
in art. 18 van wetsontwerp II als volgt omschreven:
het stichten en het beheeren van, alsmede het verleenen
van steun aan instellingen in het belang van
arbei-
ders’)
in het zeevaartbedrijf;
het zich belasten met werkzaamheden in het belang
van
arbeiderslj
in het zeevaartbedrijf
;

aanstelling en ontslag van personeel in haar dienst;
het heffen van een vergoeding voor door haar aan
belanghebbenden bewezen diensten of voor hen verrichte werkzaamheden;
het heffen van omslagen over de toegetreden vakver-
eenigingen, ook bij wijze van voorschot.

Een ruime omschrijving van bevoegdheden kan in
bijzondere gevallen gewenscht zijn, maar voor eén
Overheids-instelling, door overleg tusscheu alle be-langhebbenden in het leven geroepen, moet toch het

arbeidsterrein scherp en duidelijk omschreven zijn.
De Kamer zelf moet in de eerste plaats weten, waaraan
zij zich te houden heeft en wat van haar verlangd
wordt. ,,Het verleenen van steun aan instellingen”
en ,,het zich belasten met werkzaamheden” beiden uit-

1)
cursiveeriog van
mij.

268

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

sluitend ,,in het belang van arbeiders in het zeevaart-

bedrijf” biedt dit houvast niet.
Hoewel – hetgeen natuurlijk niet bedoeld is – de

omschrijving onder (a) theoretisch ook het beheeren

van b.v. een stakingsfonds van zeelieden zou kunnen
omvatten, zal vermoedelijk veeleer gedacht zijn aan

het beheeren van zeelieden-klinieken, welker bekos-

tiging door reeders en zeelieden beiden m.i. onge-

twijfeld toejuiching zou verdienen. Is hiervoor echter

een ,,Kamer van Zeezaken” noodig?

Waarom zouden, nu volgens het voorstel (II art. 27)
de uitgaven der Kamers voor de helft door de reeders-

en voor de andere helft door de werknemers-vakver-

vereenigingen zullen worden bekostigd, de Kamers

niet in het
gemeenschappelijk
werkgevers- en werk-

nemers-belang werkzaam mogen zijn (vgl. b) en moe-

ten zij zich uitsluitend belasten met werkzaamheden

in het belang van arbeiders in het zeevaartbedrijf”
1
)?

Uit het hierboven gegeven lijstje zagen wij reeds

welke bijzondere werkzaamheden wetsontwerp 1 der

Kamer oplegt. In hoofdzaak komen deze overeen met
wat tot heden de Waterschouten deden. Of dan daar-

voor, al breiden deze werkzaamheden zich eenigszins

uit, een ,,Kamer van Zeezaken” noodig is? Ik geloof
het niet. Met de noodige uitbreiding van personeel

kan een Waterschout volstaan en’ dan is de heele

,,Kamer” overbodige weelde. Al brengt de instelling

daarvan voor het
Rijk
geen uitgaven mede, omdat

de onkosten op de belanghebbenden worden gelegd,

daarom is vooral in een
tijd,
dat bezuiniging, ook in

het particuliere en vooral in het Nederlandsche zee-

vaartbedrjf, wien de mededinging met het buitenland

toch al zwaar genoeg valt, dringend geboden en blijft

het in het leven roepen van – goed bezien – over-
bodige organen af te keuren. Er heeft den laatsten
tijd onder het motto van bezuiniging bij het Rijk
reeds genoeg aandrang bestaan om op de (belang-

hebbende?) industrie zelve kosten af te wentelen,

welke 6f door het Rijk zelf moesten worden gedragen

(Stoomwet, radiopeilstations) ôf in ‘t geheel niet
gemaakt. Wil men, zooals thans in zoovele andere
landen gebeurt, de scheepvaartindustrie zoo krachtig

mogelijke bestaansvoorwaarden verzekeren, dan belaste
men het bedrijf dus niet met de niet geringe kosten

van een ,,Kamer”, wier naam en omvang (minstens
12 leden volgens art. 5) m.i. niet strooken met de
betrekkelijk eenvoudige werkzaamheden, welke haar

zijn opgedragen. Wat het Zeegerecht met zijn 2 afdeelingen aangaat,

vraag ik
mij
af, of ook hiervan de instelling wel

noodzakelijk is en of niet met een eenvoudiger wijze
van berechting kan worden volstaan. Reeds nu be-
staat, krachtens een tusschen de beide werkgevers-
en werknemersbonden in het zeevaartbedrjf gesloten
collectief contract, een heel wat minder ingewikkelde

en minder dure arbitrage-commissie, welke sinds 1919

tot heden slechts
zes
geschillen te beslissen heeft

gehad. Voorwaar niet een aantal, dat de instelling
van een ,,zeegerecht” zou wettigen, vooral nu van de

haar toegedachte werkzaamheden verschillende ook
door de bestaande arbitrage-commissie, dan wel bij

collectief contract zouden kunnen worden geregeld. Mij rest nu nog een opmerking van minder belang

over de aanduiding der Kamers van Zeezaken en de
Zeegerechten in ontwerp 1. Dat deze nogal versehillend

is mogen onderstaande staatjes aantoonen:

Kamer van Zeezaken:
van de plaats waar de arbeids-overeenkomst is

gesloten (26).
binnen welker gebied de reeder is gevestigd (28).

C.

,,

,,

,,

,,

,,

zijn bedrijf uit-

oefent of de reis is geëindigd (41).

Zee gerecht:
binnen welks gebied de reis is begonnen of ge-
ëindigd (8).
binnen welks gebied de reeder zijn bedrijf uit-

oefent (30).
binnen welks gebied de plaats van haar (partijen)

werkelijk verblijf gelegen is of het schip zich
bevindt (55).

binnen weiks gebied de berging heeft plaats ge-
had (63).

binnen weiks gebied de monsterrol is opgemaakt (64).
van de plaats waar ,,

,,

(65).

Men ziet het, de verscheidenheid is nogal groot.
Het is mij niet duidelijk waarom b.v. de 1amer van
Zeezaken, waar de
arbeidsovereenkomst is
gesloten,

de instelling moet aanwijzen, te wier bate in beslag

genomen sterke drank moet worden verkocht. Binnen
welker gebied de reis is geëindigd
lijkt
mij meer voor

de hand liggend. De daarop volgende aanwijzing
nemende vraag ik mij af of het niet meer voor de

hand ligt de Kamer, binnen welker gebied de arbeids-

overeenkomst gesloten is bevoegd te verklaren, het

in geld uit te betalen loon of wijze van betaling te

bepalen, dan zooals nu de Kamer, binnen welker ge-

bied de reeder is gevestigd. Ik zl hierop niet verder
ingaan, omdat de reeds genoemde voorbeelden ge-

noegzaam aantoonen, dat wat meer systeem geen
overbodige weelde was geweest.

Het bovenstaande moge geenszins op volledigheid

aanspraak maken. Zooals gezegd liet ik met opzet
de eigenlijke arbeidsovereenkomst buiten beschouwing

in de hoop, dat meer bevoegden dan ik daarover nog

hun .licht zullen doen schijnen. Slechts deed ik hier

en daar enkele grepen om de
noodzakelijkheid
aan
te toonen de voorgestelde regeling nog eens grondig

te herzien alvorens haar – zooals de Heer Ratté

blijkens de Economisch-Statistische Berichten hoopt –

spoedig in het Staatsblad te zien prijken.

F. W. A. DE KOOK VAN LEEUWEN.

J)
Terloops
wil ik
wijzen op de groote principieele betee-
kenis
van
het voorstel om de werkgevers- en werknemers-
vakvereeiig.iugen cle kosten
van de K. v.
Z.
te doen dragen.

HET REIZIGERSVERVOER OP DE SPOOR- EN

TRAMWEGEN IN INDIË IN 1926 ALS MAATSTAF
VAN DE VOLKSWELVAART.

Door den Directeur van het Departement van Land-

bouw, Handel en Nijverheid in Indië, Dr. A. A. L.

Rutgers, werd in het dagblad •de Locomotief van 31
December 11. de hem ‘door de Redactie gestelde vraag
behandeld of uit de ‘klachten van den importhandel

afgeleid mag worden, dat de koopkracht der inland-

sche bevolking – ‘bedoeld werd die van Java – be-
langrijk verminderd is.
Er bestond voor die veronderstelling alleszins re-

‘den, daar de langdurige ‘droogte, waardoor 1925 zich
zoo ongunstig van voorgaande jaren had onderschei-
den, .groote schade had toegebracht aan den oogst van

voedingsgewasse’n, die in verschillende streken zelfs
voedselschaarschte veroorzaakte. Dit moest in het al-
gemeen wel leiden tot vermindering van •de koop-

kracht der bevolking, die zich ‘dan ook tegen het
einde van 1925 duidelijk openbaarde. Hierover waren.
de verslagen van handels- en verkeersondernemingen

eenstemmig. Het aanhouden van ‘de cklacchten van den

importhandel over verminderde ‘koopkracht öok ‘in 1926
en de achteruitgang van ‘de opbrengst van het reizi-
gersvervoer op de spoor- en tramwegen daarin maken
het moeilijk om aan te •nemen, .dat ‘in het welvaarts-
peil der bevolking in den loop van 1926 een wending

ten goede zou
zijn
gekomen. Integendeel schijnen die
omstandigheden er op te wijzen, dat de toestand vrij-

wel ‘dezelfde gebleven moet zijn.
Niettemin meende Dr. Rutgers op de hem voor-
gelegde vraag ontkennend te moeten antwoorden en
te mogen ‘stellen, dat 1926 niet ongunstig beoordeeld

mag worden, o.a., omdat de opbrengst van, het reizi-
gersvervoer bij ‘de Staatsspoorwegen in ‘de eerste tien
maanden van 1926 slechts
1 pC*.
lager was dan in

1925, een zoo gerin.g verschil, dat daaruit ni@t tot
verminderde koopkracht geconcludeerd ‘kan worden.

23 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

269

Daar tegenover kan echter worden opgemerkt, dat

bij de belangrijkste particuliere spoor- en tramwegen

in Midden-Java, clie te zamen een net van ca. 1800

KM. lengte exploiteeren, de achteruitgang in 1926

veel grooter was.

Deze bedroeg nl. bij de(n):

• Samarang-Joana Stoomtram …. 9
0/0
(+ 2 o/
o
)
Semarang-Cheribon

,,

3,5

(4- 1,5
Serajoe4al

,,

..,.. 5,7 ,, (± 0
N
e
derlahdsch-In
di8chen Spoorweg 6,3 ,, (4- 2,4

De percentages tusschen haakjes geven den voor-

of achteruitgang aan van de opbrengst van het rein-

geravervoer in1925 tegenover 1924. Een vergelijking

der
cijfers
van 1925 en 1926 bewijst, .dat ‘het reizi-

gersvervoer in 1926 ongunstig afsteekt
bij.
.dat in

1925.

Daar de auto-concurrentie -toen nog geen heteele-

nende rol speelde, – dit is in den laatsten tijd anders

geworden – kan het verschil aileen worden verklaard

door aan te nemen, dat de vermindering van koop-
kracht- zich in 1,926 in het verkeersgebied dier spoor-

en tramwegen heeft voortgezet. De uitspraak van Dr.

Rutgers gaat daarom althans niet op voor dit ge-

deelte van Midden-Java, dat ongeveer 46 pOt.. van
‘cle bevolking van Java bevat.

Meer en meer wint de overtuiging dan ook veld,

dat de reizigerstarieven voor de koopkracht der be-
volking, ten minste voor die van Midden-Java, te hoog
zijn geworden, en ‘dat teruggekeerd zal moeten worden

tot -de veel lagere tarieven, die v66r ‘den oorlog gol-
deu en toen in goede verhouding stonden tot de koop-
kracht der bevolking, omdat tegenwoordig haar koop –

Icracht niet grooter is daii zij ‘destijds was.
Waar hiertoe is overgegaan, valt, indien zich geen
bijzondere omstandigheden voordoen, op een bevre-
digend -herstel van het reizigersvervoer te wijzen.

Een gansc’h ander beeld geeft het reizigersvervoer
bij’ ]e lijnen
01)
‘Sumatra in 1926 te zien. Da’ar waren de economische factoren niet- minder gunstig ‘dan in

1925 met het gevolg, -dat ‘de opbrengst van het reizi-
gersvervoer op alle lj’nèn ‘toenam en zooals moge
blijken uit ondervoi.geud overzicht, dat betrekking

heeft op d’e eerste tien maanden, zelfs in sterke mate
behalve bij -den spoorweg -ter Westkust.
Deli spoorweg …………..
15,8 pCt.
Spoorweg -ter Westkust

1,9
Palenibang tra.mweg …….9,7
Lampong tramweg ……….
28
Atjh tramweg …………13,6

De toeneming bij- den Lampong en ‘den Palemba.n’g
tramweg is voor een deel ook te ‘danken aan de uit-
brei’ding, die zij in 1926 door het in exploitatie nemen van nieuwe baanvakken ondergingen.

Bij. -den ‘spoorweg ter Westkust bracht het eerste
halfjaar een flinke -toeneming van opbrengst, het
tweede halfjaar daarentegen een grooten achteruit-
gang, waarvan ‘de oorzaken gemakkelijk aan te wij-
zen zijn.

Als eerste zij genoemd ‘de aardbeving van 28 Juni,
waardoor de Padan’gsche Bovenianden zwaar werden

goteister,veei m-enschenlevens verloren gingen, en
ook de spoorweg ernstig beschadigd werd, zoodat het
verkeer met de Bovenlanden gedurende eenigen -tijd
gestremd is geweest.

Als een tweede oorzaak zal wel mogen worden aan-
genomen de toestand van onrust, waarin een groot
‘deel der bevolking van ‘de Westkust moet hebben ver-

keerd ten ‘gevolge van ‘de werkzaamheid der commui
nist-en, ‘die ‘geleid ‘heeft tot den opstand, welke in
Januari 1927 uitbrak ‘en veel bloed heeft, ‘doen vloeien.
,,Coming events east t-heir shadows before” en zoo

heeft de bevolking die gebeurtenissen al een tijd van
te voren voelen aankomen. Wie niet bepaald op reis
moet, blijft in zulk een tijd ‘t0huis: Het reizigersver-
voer moest daarom •dus afnemen.

Deze veronderstelling vindt steun in hetgeen ge-
bleken is bij ‘gelegenheid van ‘de onlusten, die plaat’s

von-den toen op ‘de Westkust in 1908 werd overgegaan
tot ‘de. ‘invoering van ‘de belasting op de bednijfs- en

andere inkomsten der inlandsche bevolking.

Hoewel het eerst in Juni tot een openlijke uitbar-
sting kwam begon de afname van het reizi’gersver-
voer zich al in Maart te ‘doen gevoelen.

Naar gelang het verzet ophield herstelde het- zich

weliswaar, maar het bleef toch over alle volgende
maanden onder .dat over 1907.
1)
G.
P.
J.
CAspftsz.

‘DE RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke over-

zicht van de opbrengst der ‘Rij’k’smi’d’delen over de

maand Februari 1927, in ‘vergelijking gebracht met de

overeenkomst-ige cijfers van Februari 1926.
De gewon middelen brachten in -de afgeloopen
maand
f
37.824.100 op tegen
f
35.127.300 in Februari

1926 en vertoonen mi-ts’dien een vooruitgang van

f
2.097.400. De totale opbrengst in ‘de afgelo’open
maand ‘bleef ‘echter
bij’
‘de raming een bed’rag van

f
1.551.000 ten achter.

De totaal-opbrengst- over ‘de eerste twee maanden
van dit jaar bedroeg
f
5.764.500 m6r -dan ‘die in het-ielfde
tij’dvak
van het vorige jaar, terwijl •de raming
met
f
5.845.600 werd ‘overschreden. Dit -laatste cijfer

biedt evenwel geen zuivere vergelijking, daar de rij-
wielbelasting voor verreweg het grootste gedeelte in de
hiaand Januari van elk jaar binnenkomt. Laat men
‘daarom ‘de rjwielhelasting buiten beschouwing, dan

blijkt, ‘dat ‘de opbrengst -der overige middelen over de
maanden Januari en Februari 1927
2112 van ‘de voor d’at
jaar geraamde opbrengst slechts met
f
1.767.000 te bo-
ven’ ‘gaat.

In vergelijking met de ov-ereenkomst-ige maand des
vorigen jaars vertoonen de persoueel-e belasting, de –
ermogensbe1asting, -de. dividend- en tan-bièmebelas-
ting, ‘de zout-, ‘d’e -geslacht- en ‘de gedistill’eerdaccij’ns,

de ‘belasting op gouden en ‘zilveren werken, de zegel-
rechten, de regist.ratierechteu, de rechten van succes-.

•sie, van overgang bij overlijden en -van -schenking, ‘de ‘domeinen en ‘de loodsgei-deu een hooger, opbre’ngstcij-
fer. Daarentegen brachten min-der op de gro’n-d-belas-
ti’ng, de inkomstenbelasting, ‘de invoerrechten, het sta-
tistiekrech’t, d’e wijn-, -de bier-, -de suiker- en ‘de tabak-

accijns, de belasting op rijwielen en ‘de akten voor ‘de –
jacht en visscherj, enz. Uit -de cijfers blijk-t, d’at de
loop ‘der middelen in de beide vergeleken maanden niet

veel verschilt. Dat ‘de afgeloopen maand nog ruim

f
2 millioen méér voor de ‘schatkist opleverde -dan Fe-
bruari 1926, mag hoofdzakelijk aan het zeer ruim
vloeien van de successiebelasting word-en toegeschre- –
ven.

In tegenstelling met de vorige maand gaf -de grond-
belasting een daling in opbrengst te zien. Het na’dee- –
lig verschil bedroeg echter niet meer -dan
f
9.500. Bij
vergelijking van -de eerste twee maanden van 1926 en
1927 blijkt, dat -het loopen-de jaar reeds
f
416.500 méér

voor -de schatkist opleverde -dan het vom-afgaande. De
raming werd in ‘bedoeld tijdvak nog niet bereikt (na-
deelijg ver-schil
‘f
12.600).

De personeele belasting gaf ook -ditmaal een hoogere
ink-omst (van
f
164.300). Gerekend over ‘d’e eerste
twee maanden ver-toonde 1927 een accres van

f
309.300. ‘Ook bij -dit middel bleef de opbrengst
over Januari en Februari bij
2/12
‘der ramin.g ten ach-
ter (met f777.900).

Gaf de inkomstenbelasting de vorige drie maanden

een hooger opbrengstcijfer te zien ‘dan in -de overeen-
komsti-ge maand van het vorige jaar, ditmaal viel een teruggang te boeken van
f
252.500. Vergelijkt men de
on t-vangsten van ‘dit middel over -de eerste twee maan-

‘den van 1926 en 1.927, -dan blijkt,
-dat ‘de bedragen als
volgt over de verschillen-de ‘dienstjaren kunnen wer-
den verdeeld:

1)
Zie hierover het verslag van dec Stimatrastaatsspoor.
weg en de Ombilinmijnen over
1988.

270

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

Jan. en Febr.
1926:
Jan. en Febr.
1927

f
757.200,—

2.217.900,—

f

273.200,-

14.862.900,—

1.276.400,-
16.096.200,—

Totaal.

‘f
17.838.000,—

f
17.645.800,-

De
vegeli3king
valt du,s in het nadeel van 1927 uit,

niettegenstaande het loopende di e’nst.jaar (1926/27)

rnéé.r heeft opgebracht dan het overeenkomstige dienst-.

)aar (1925/26) in de eerste twee maanden van 1926.

Van ‘de oude cU.enstjaren kwam, dank zij de snellere in-

vordering in voorafgaande maanden, ruim
f
1.425.000

minder in. Ten slotte moge nog worden opgemerkt,

dat
2/12
der raming tot dusver ‘met
f
1.312.500 werd

overschreden. Een en ander maakt het moeilijk, reed

thans een indruk te krijgen over den vorderen loop.

‘der inkomstenbelasting in 1927.

Evenals in de ‘beide vorige maanden, gaf de vermo-

gensbel’a.s’ting een hoogere opbrengst te boeken. Het

accres bedroeg niet minder dan
f
549.700, welk ver-

schil verband houdt met de wijziging van ‘de vervaida-

gen dezer belasting door ‘de overdracht der invo’rde’-

ring aan de ontvangers der directe belastingen. In de,

maanden October en November werd dientengevolge

belangrijk minder ontvangen; daarentegen heef’t de

vermogen.sbela’sbin.g ‘in de volgende maanden bijzonder

ruim gevloeid. In de eerste twee maanden kwam dan

ook reeds
f
1.385.300 meer in dan in ‘de gelijknamige

maanden van 1926, terwijl de raming met
f
363.600

werd overtroffen. Voor den verderen iöop van ‘dit mid-

del mogen echter hieruit geen couclus’ies worden ge-

trokken.

1)0
‘dividend- en tant.ièmebei’as’bing leverde in de af-

geloopen maand
f
74.400 m66r op dan in de tweede
maand van ‘het vorige jaar. Waar ‘de ‘baten, uit deze

heffing voortvloeiende, op onregelmatige wijze plegen

binnen te komen, zal het geraden zijn de opbrengsten
van eenige volgende maanden af te wachten alvorens

zich aan eenige voorspelling omtrent den verderen

loop van. ‘dit middel te wagen.
Van de accijnzen vertoonde, ‘de zoutaccijn’s een 5tij-

ging in opbrengst van
f
28.600. Over de eerste twee

maanden beliep ‘het. accres
f
42.200, hetgeen aan toe-.

vallige omstandigheden moet worden toegeschreven.

Ook de geslachtaccijns liep op, zij het met een Vrij’
011-

belangrijk bedrag
(f
9.500). De wijnaccijns gaf ook’

ditmaal een lagere opbrengst te boeken (van
f
2700),

waarvoor een bepaalde oorzaak niet aanwijsba’ar is,

evenmin als voor de
stijging
van den ged’i.stilleer’dac-

cijns, die in ‘de afgeloopen ‘maand
f
83.400 m.lér in-

bracht dan in Februari 1926 werd ontvangen. Terwijl

het bier in Januari ruim
f
232.000′ m66r voor de schat-

kist opleverde, gaf de afgel’oopen maand een dalin.g ‘in

opbrengstcijfer te zien (teruggang
f
109.900). De su’i-

keraccijns wees een lagere ontvangst aan van f199.300 waaraan ‘evenwel geen bijzondere beteekenis kan wor-

den gehecht.’
Ton slotte trekt de’ tabakaccijn.s nog ‘de aandacht,
die, evenals de vorige maand, een teruggang aanwees,
ditmaal tot het niet onbelangrijke bedrag van
f
336.200.,

Het vermoeden is echter gewettigd, dat ‘dit verschil

weer in volgende maanden door een ruimere opbrengst

zal worden gecompenseerd.
De belasting op gouden en zilveren werken liep op

met
f
6.900, terwijl, daarentegen de belasting op rij-

wielen
f
169.100 minder opleverde dan in de maand

Februari van het, vorige jaar, welk decres blijkbaar een
‘gevolg is van de omstandigheid, dat met het oog op
de ‘scherpe contrôle in ide maand Januari reeds voor
f 4.913.600 aan rijwielmerken binnenkwam. In totaal
werd uit deze belasting’ reeds
f
5.120.300 ontvangen.
Van de middelen, die in meer rechtstreeksc’h verband

staan met het, zakenleven, brachten ‘de zegelrechteri

f
491.700 méér op, waarvan
f
205.100 aan een rui-
mer vloeien van ‘de beursbelasting is toe te schrijven.,

De hoogere opbrengst is voor een groot deel aan ont-vangen zegelrecht op buitenlandsche effecten te dan-

kon. De registra tie,rechten leverden vrijwel evenveel
op als in Februari 1926
(f
3.500 mddr). Daarentegen
daalden ‘de invoerrechten met
f
182.600, terwijl het
statistiekrecht eveneens eenigszins in opbrengst terug-
liep (met
f
10.900). De Joodsgel’den bleven zich echter
in stijgende lijn bewegen; het surplus bedroeg dit-
maal
f
16.800′, een voor dit middel niet onbeteeke-
nend bedr’ag.

Ten slotte moge nog worden gewezen op .de succes-
sierec’hten, ‘die een sprong van
f
1.867.200 naar boven
maakten en daardoor het respectabele bedrag van

f
5.344.300 in ‘de schatkist ‘brachten, of ruim

f
1.594.000 boven
1/12
‘der raming. In de eerste twee
maanden van ‘dit jaar ‘beliep ‘de meerdere opbrengst
boven Januari
en
Februari 1926 reeds
f
2.505.800.
Gezien den .grilligen loop van dit middel zal men ech-

ter verstandig doen, dit surplus voorshands, als een

toevallige bate te beschouwen. De domeinen gaven

f
15.300 rnéér te boeken.

De inkomsten van het ,,Leeningfonds 1914″ be-
droegen in de af’geloopen maand
f
7.829.100, waarvan
ruim
f
3.600.000 aan de Verded.igingsbel’astingen was
te ‘danken. De middelenstaat van Februari 1926 wees
een ‘opbrengst aan van
f
7.127.P00. In de eerste twee
maanden van 1927 kwam in totaal
f
16.658.900 bin-
nen (in hetzelfde tijdvak van 1926
f
14.598.100).

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE DEBACLE DER MARCONI COMPANY.

De heer F. W. Forge te Londen schrijft ons:

Van de vele financieele rconstructies, ‘die te Lon-
den in de laast.e jaren hebben plaats gehad, belooft

die van de Marconi Wireless Telegraph Co.,
‘ waarover
op het oogenblik onderhandeld wordt, een van de

meest gedenkwaardige te zijn. Op het oogenb]i.k, dat

dit ‘geschreven wordt, trekt zij’ zelfs meer de aandacht
,dan de onthullingen in verband met ‘de groote wapen-

fabrieken: Armstrong, Whitworth & Vickers en min-

stens evenveel als de reorganisatie van de Dunlop

Ru’bber Co. Ongetwijfeld is dit gedeeltelijk te ‘danken

aan het feit, .dat er een twist ontstaan is .tusschen clé
,,Board of Dirêctors” en de Oommissie van Aandeel-
houders, ‘die was ingesteld om met hen te beraadsla-

gen; terwijl de omstandigheid, dat beide partijen
ondersteund worden door de meest vooraanstaande
personen uit de finaircieele wereld, er het hare toe
,heeft bijgedragen. Het ‘is zeer ongewoon, ‘dat een groep
particuliere aandeelhouders op eigen initiatief schrijft
aan de pers ‘ter on’derstennin’g van ‘de eene of de

andere partij, zooals in dit geval is voorgekomen.
Wanneer deze groep bestaat uit menschen met een
positie als Lord Leicester, Sir William Plender,
Accountant, ‘Sir Robert Kin’dersley, Chairman van

Lazard Bros, Director van The Bank of England enz.
en ‘anderen, is het duidelijk, dat er meer dan gewone

belangen op het spel ‘staan. Het doel van dit artikel
is echter het wanbeheer’ ‘der Marconi Co. gedurende

de afgeloopen jaren in het kort te bespreken en ook
van ‘dat standpunt is het geval van bijzonder belang.
Wanneer ‘de onthulde feiten juist zijn, mag men

zonder overdrjving zeggen, ‘dat de geschiedenis van
de maatschappij! van 1919 tot 1924 een voorbeeld zon-
der weerga is van financieele en van commercieele
onbekwaamheid. Dit is inderdaad ‘de zachtste term,
waarmede men sommige ‘door ‘de Directie genomen
besl’ssingen kan qualificeeren.. De Maatschappij kwam
uit den oorlog ‘te voorschijn zonder een van die bij-

zondere nadeelen, waaronder de industrieën te lijden
hadden, die munitie vervaardigden of andere onder-
nemingen., zooals de Spoorwegen of de wolhandel, ‘die

meer of minder direct onder overhei’dsbeheer ‘hadden
gestaan. Wel bestond de kwestie van de betaling .der
Marconipatenten, die nog ‘steeds niet is opgelost, doch
een voorzichtige Directie zou van begin af aan reke
ning hebben gehouden met een vertr:agin.g in de be-
talingen. Niettemin is het in elk van de laatste’vier

1923/24.
1924/25….
1925/26. 1926/27.

23 Maart 1927

ECONOMISCH-STAflSTJSCHE BERICHTEN

271

jaren ioodig gebleken bedragen af te schrijven tot
een totaal van £ 6.231.000, waardoor het thans nood-

zakelijk is geworden cle 3.250.000 gewone aandee]en
af to schrijven van £ 1
01)
10 sh. Gedurende hot, ge-
heele tijdvak was Senatore Marconi tlirecteui i der
Maatschappij. Doch hoe groot zijn verdiensteii als
zakenman ook geweest, mogen zijn, het is ton allen

tijde duidelijk geweest, dat de technische zijde van •de
onderneming zijn aa.ndacht in beslag nam en dat dien-

tengevolge zij.n onderdirecteur, die steeds de Post be-

kleedde van ,,managing director”, in hoofdzaak ver-

antwoordelijk zou zijn voor de financieele en corn-

mercieele politiek; zulks te meer in verband met het
betre’urenswaai’dige feit, dat eerst in 1924 een spe-
ciaal daarvoor aangewezen persoon of lichaam be-
noemd werd voor het voeren van de financieele en al-

gemeene politiek van de maatschappij. Deze nieuwe

betrekking werd bekleed door Mr. Kellaway, die wijlen
Mr. Godfrey Isa.acs als ,,managing director” in No-

vember van dat jaar opvolgde.

Ongelukkigerwijze was op dit oogenblik het kwaad
reeds grootendeels begaan, aangezien onder het voor-

afgaand beheer gold van de aandeelhouders op de
meest roekelooze wijze was ,,belegd” in ondernemin-

gen, die zelfs niet in een denkbeeldig industrieel of

commercieel verband stonden met de vervaardiging
van toestellen voor .draadlooze te]•egraphie, laat staan
met de voornaamste taak van de maatschappij: het
onderhouden van een systeem van draadlooze verbin-
dingen. Het valt moeilijk te gissen, welke argumenten
men gebruikt kan hebben om den Raad van Com-

missarissen te overreden groote sommen gel.ds te wa-
gen in do British and Hungarian Bank, the British

Danuhian Syndicate en andere oodernemigen, zoo-
als houtaankap, synthetische kool en leigroeven. De
juiste verklaring voor de eerste beleggingen van dezen
aard ligt waarschijnlijk in den koortsachtigen drang

naar expansie en naar groote onmiddellijke winsten,
die een typisch kenmerk was van de mentaliteit van
na den oorlog en die, te zamen met kapitaalinflatie,

verantwoordelijk is geweest voor de ‘ineenstorting van•
zoovele concerns. De deelname in deze ondernemin-
gen, die vaak een omvang aannam van het totale aan-
deelenkapitaa], vond geheel plaats tusschen 1920 en
Mei 1924 en het is op deze pa,rticipaties en op voor-
schotten aan deze maatschappijen, dat het leeuwendeel

der verliezen is geleden. Terloops is het een droevig
commentaar op de verdiensten van de fiancierings-

m&thode der naamloozo vennootschappen en de con
trôle, die daar in Engeland op bestaat, dat zulk een

verbazenct wanbeheer van fondsen mogelijk is. Afge-
zien hiervan echter, zijn erns’tige vergissingen begaan
in de financieaie politiek.
Zoo is het een algemeen bestaande gewoonte van
gezond financieel beleid, dat op de waar.de
van paten-
ten en soortgelijke rechten drastisch afgeschreven
wordt. In het geval van de Marconi Co., waar de tech-
nische experts geen steen ovei-eind lieten om nieuwe
en betere methodes te ontdekken en te perfection nee-ren, waar iedere volgende verbetering noodzakelijker-
wijze de vroegere, minder werkzame verbindingsmid-
delen onbruikbaar maakte, liet men niet alleen de
waarde der patenten jaar op jaar toenemen, doch zelfs
de gewone voorziening in de waardevermindering
van gebouweni voorraden was hopeloos onvldoen-
de. De financieele politiek heeft derhalve, zoowel in
het algemeen als in het bijzonder, blijk gegeven van
volkomen onbekwaamheid. Verder hebben zelfs de
teleg.r.aa.fdiensten, ondanks het vooruitzicht op toe-
nemende winsten, aanzienlijke verliezen geleden ge-
durende het tijdperk na den oorlog.
Niema.nd kan ontkennen, dat de Marconi Co. het
middel is geweest om te voorzien in een nieuwen
dienst van de grootste waarde, doch haar schitterende technische resultaten kunnen het bedroevende gebrek
aan inzicht, dat .de directie gedurende de critische
periode na den oorlog heeft getoond, niet verontsehul-

cligen. Ofschoon weinig directies zoover zijn afge-
dwaald in, het vinden van middelen om de hun toe-

vertrouwde kapitalen te verspillen, is helaas het aan-

tal malen, dat werkelijk groote concerns •de laatste

tien jaren zonder eenige kapitaaishervorming hebben
overleefd, betrekkelijk gering geweest. Gemiddeld is

liet aantal echter groot genoeg om duidelijk aan te
toonen, dat het met een koel hoofd zeer wel mogelijk

ware geweest een werkelijk ernstige d6bacle •te
vermijden. Het is de laatste jaren een
bijna
algemeene
klacht oider industrieelen, dat de hooge inkomsten-

belastingen, de inflatiepolitiek der regeeringen, het

gebrek aan beschermende rechten en de houding der

arbeiders de taak van den Engelschen fabrikant on-

mogelijk heeft verzwaard. Doch telkens als de een of

andere directie door •de omstandigheden werd ‘ ge-
dwongen tot het geven van een open en eerlijke ver-
klaring, bleek steeds, dat onverstandige beslissingen
door de verantwoordelijke personen de oorzaak van
de moeilijkheden vormden. Over het. algemeen zijn

oude ondernemingen overgenomen tegen opgeblazen

prijzen en vaak met geleend geld op het oogenblik,
dat de rentestand abnormaal hoog was. Onder soort-
gelijke con.dities werden ook nieuwe gebouwen en

fabrieken opgericht. Wanneer dan het onvermijdelijke

keerpunrt ‘kwam in het getij, bleken de verantwoorde-
lijke personen onwillig om hun fouten te erkennen
en wierpen de blaam op diegenen, welke erin geslaagd
waren het land een gezonde financieele politiek op
te leggen.

SCHULDDELGING EN CONSOLIDATIE IN FRANKRIJK.

Prof. Bertrand Nogaro te Parijs schrijft ons:

Het financieel herstel, dat zés maanden geleden in

Frankrijk is ingetreden, is een reeds al te bekend feit
om er nog met ITadruk op hoeven te wijzen. Intus-
schen is het van meer belang de motieven na te gaan,

waardoor dit herstel zoo goed is geslaagd. Zonder twij-
fel is het concentratie-ministerie onder voorzitterschap

van den heer Poincaré begunstigd door wat men ,,ver-
trouwen” noemt. Dit beteekent in de eerste plaats, dat
de publieke opini.e in Frankrijk het langer moe was

om het financieele probleem door politieke invloeden
te laten vertroebelen en met verlichting en hoop een
ministerie heeft ontvangen, dat zich voorstelde de

moeilijkheden •op te lossen doo’r ze zonder vooropge-
zette bedoelingen op zichzelf te beschouwen. Dit wil
ook zeggen, dat de regeering gesteund is door de posi-

tieve en oprechte medewerking van machtige, finan-

cieele groepen, die aan de voorafgaande ministeries
slechts een gereserveerde en misschien zelfs bed.riege-

ljke medewerlcing verleend hadden. Ten slotte wil het
zeggen, dat de speculatie, die er steeds op uit is win-
sten te behalen, zoowel bij een
stijgende
als bij een
dalende beweging van den wisselkoers, heeft ingezien,
dat het ministerie Poincaré uitsluitend tot voorwend-
sel kon dienen voor een hausse-speculatie.

Ten slotte heeft de hausse van den Franschen franc,
na direct in botsing te zijn gekomen met de belangen

van de exporteurs, de regeering voor de noodzakelijk-
heid gesteld, een feitelijke stabilisatie te bewerkstel-

lien of te laten bewerkstelligen, die overigens door de Banque de France tnet een merkwaardig gemak
is doorgevoerd.

Het is derhalve deze feitelijke stabilisatie, mis-
schien ‘door een ietwat overdreven, maar ‘over het al-
gemeen gunstige revalonisatie voorafgegaan, die de

hoeksteen ‘blijkt van het financieel herstel. Het is
inderdaad aan deze stabilisatie te ‘danken, dat ‘de ka-
pitalen in het land zijn teruggekeerd en zoodoende
de schatkist van den Staat verlicht hebben op een
wijze, ‘die zij in lang niet, had gekend. Eveneens dank

zij deze stabilisatie is ‘de koers van de Staatsobliga-
ties aanzienlijk gestegen, waardoor een gunstige

markt ontstond voor de consolidatie van de vlottende
schuld.

272

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

Ten slotte dient men hieraan toe te voegen, dat deze

verbeterde toestand van do schatkist, clie, naar het

schijnt, grootendeels te danken is aan den terugkeer

van naar het buitenland gevluchte kapitalen, doch ook

ten deele aan een teruggekeerd vertrouwen bi. de

sparende boerenbevolkiug, ‘de regeering In staat heeft

gesteld een schuiddelgingspolitiek te verwezenlijken,

‘die aaiivankelijk wel een weinig te eerzuc’ht’ig was.

Inderdaad schijnt ‘de eerste zorg van het ministerie

Poincaré een omvangrijke en snelle delging van cle

schuld, ten minste van de vlottende, terwijl het tege-

lijkertijd maatregelen nam voor een gedeeltelijke con-
solidatie. Om overigens een amortisatie te verzekeren,

die, zooals wij’ verderop zullen zien, •in totaal een tie.i-

tal milliarcien francs per jaar bereikt, is de regeering

over, moeten gaan tot het aanboren van nieuwe ‘be-
la’stingbronnen tot een overeenkomstig bedrag. Ge-

zien het feit, dat ‘de fondsen, die vroeger beschikbaar

waren voor uitzetting op korten termijn, voortaan

door nieuwe ‘belastingen zullen worden geabsorbeerd,

stond men echter voor de’ mogelij’Icheid, dat de be
schikbare gelden van particulieren niet voldoende

zoudeh zijn 6m de schatkist te ‘oeden en dat de voor-

‘deelen van een versnelde aflossing zouden worden op-

geheven door ‘het niet-vernieuwen van een gedeelte

van de vlottende schuld. Deze vrees is niet tot werke-

lijkheid geworden, juist omdat de teruggekeerde kapi-

talen en ook de nieuw-bespaarde kâpitalen aan de

‘schatkist zijn toegevloeid.

* *
*

Na het ‘bovenstaande lijkt het ‘mij van belang nauw-

keurig uiteen te zetten, hoe onder de tegenwo’ordige

regeering de politiek van schuld’delging en co’nsolida-
tie van de vlottende schuld, die zij op alch had geno-

men, in haar werk is gegaan.

• Alvorens in details t& treden, is ‘het gewenscht de

huidige ‘samenstelling van ‘de Pransche schuld in her-

innering te brengen. Men kan deze samenvatten ‘in
het volgende staatje:

Binnenlandsche schuld

Buitenlandsche schuld
(in millioen francs)

(in
miii.
goud francs)
Eeuwigdurende schuld, of Jlandelsschuld
4.900 schuld op langen termijn
155.395
Politiekeschuid
31.800
Schuld op korten termijn.
.37.000
Vlottende schuld (d.w.z.
op
zeer korten termijn,
‘vnl. bestaande uit ver-
dedigingsbons) ……..±
51.000
Voorschot van de Bank
aan den Staat …….. ±
30.000
Deposito’s bij de schat-
kist en saldo van den
Postchèque. en Girodienst± 12.000

Het ‘spreeWt vanzelf, ‘dat boienstaande schattingen
niet volstrelct nauwkeurig ‘kunnen zijn, aangezien ‘in
bepaalde ‘deelen’ van ‘de v’l’o’ttende schuld voort’4uren’d
S
wijzigingen optreden. Men kan echter zeggen, ‘dat ‘het
totaal van ‘de Fransche openbare schuld, zoowel bin-
nenlan’d’sche als buitenlan’dsche, wanneer men deze
laatste omrekent tot een koers van 1 gou’dfr’anc is
gelijk 5 papieren franc, ongeveer 446 milliard be-
draagt tegen 30 m’ill’iard véér den oorlog.

Gaan wij thans over tot ‘cle verschillende vormen
van schui’d’del.girig. De schu’ld’del’g’i’ng neet ten eerste
een groote plaats ‘in op den dienst van de buitenland-‘sche schuld. Inderdaad brengt de genoemde handels-schuld aan de Vereenigde Staten, een schuld, die alle
leenin’gen omvat, welke ‘niet ‘direct met de Amen-
kaansche schatkist zijn aangegaan, een snelle aflos-

sing met zich mede, ‘die onafgebroken’ heeft plaats ge-
had tegelijkertijd met de betaling der interesten. An-
derzijds heef’t ‘de z.g. politieke ‘Schuld, welke met En-
geland is aan’gegaan, tot op heden reeds geleid tot een
aanzienlijke amor’tisati’e, want ten gevolge van een
overeenkomst in 1923 met ‘de Engelsche Ban’k aange-
gaan, moeten ‘d’e voorschotten, die in 1917 verleend
zijn ‘ter ondersteuning van ‘den franc, ‘binnen zeven

jâar zijn terugbetaald, en de last, ‘die dientengevolge
op de begroot ng van
1921
‘drukt, is 8 millioen pond
sterling.
Voorts zal de uitvoering van de overeenkomst Péret-

Churchill en Caillaux-Ohurchill tot een vermeerdering

der terugbetaiin’gen leiden, waardoor ‘de ‘overeen’kom-

stige deiging van ‘de Fransche buitenla’n’dsche ‘schuld

in 1927 de 3 milliard franc te ‘boven zal gaan (onge-

veer 3.125.000.000). Deze amorbi’s’atie wordt deels ver-

zekerd door ‘de werking van het Dawes-plan en wel tot

een bedrag van 2.292.000.000 en voor de rest door de

Fran’sche begrooting ten bedrage van 833.000.000.

Wat de proportioneele binnenlandsche ‘schuld be-

treft, ‘deze is niet aan een regelma’tige ‘delging gebon-

den. Niettemin zijn kooplieden, onderworpen aan d’e

belasting op den omzet, voorts degenen, die de ‘door

hen geleden oorlogschade niet terugbetaald hebben ge-

kregen en ‘ten slotte zij, die onderworpen zijn aan de

speciale belastingen van de amortisatiekas, gerechtigd

zich van hun verplichtingen te kwijt’en in Fransche

rente. Dit is echter een amortisatie, die ulch niet ‘bij

voorbaat nauwkeurig laat berekenen, doch die niet zeer
belangrijk zal zijn.

Wat de aflosbare schuld ‘op langen termijn ‘betreft,
zij vertegenwoordigt een verplichte aflossing van iets
meer ‘dan 1 ‘mill’iard per jaar.

Anderzijds heeft men voorzien in een ‘schu’l’ddelgin’g

van 2 milliard per jaar op de voorschotten van de

Bank van Frankrijk ‘sinds 1922. Inderdaad heeft deze

amortisatie niet regelmatig plaats gehad, zoodat in

werkelijkheid slechts 6 milliard aan ‘de Bank zijn

terugbetaald in plaats van de 10 milliard, die volgens

de bepaling ‘van de ‘overeenkomst verschuldigd waren.

Het is onnoodig hieraan toe te voegen, dat ‘deze
methode om de voorschotten van de Bank af te lossen,

verderfelijk is, onverschillig of ‘de Staat anders ook

al zou gedwongen
zijn
tegen veel ‘hoogere rente ‘op de
open markt te leenen of zich zelfs nieuwe voorschot-

ten ‘door de Bank had moeten laten geve’u, na de oude

te hebben terugbetaald. Het is mogelijk, ‘dat er over

‘beraadsiaagd wordt en dat de Fransche ‘Staat binnen-

kort langs anderen weg ‘d’e gelegenheid zal
krijgen
om
zich van haar schuld aan de Bank te kwijten. Niette-

min ‘dient men zich tot nader order het
cijfer
van

2 milliard te herinneren, die in 1920 inderdaad zijn
terugbetaald, als normale ‘deigin’gsquote van den
‘Fransch’en Staat aan de Fransehe Bank.
Het nieuwste en origti’neel’ste deel van het schuld-d’elgingsmec’hanitme’ is het ‘deel, dat voortvloeit ‘uit
de werking van de autonome amortisatiekas, ‘die is

ingesteld bij’ de wetten van
1
en 10 Augustus 1926 en

georganiseerd ‘door een besluit van 13 Augustus.

Deze ‘kas was belast met het ‘beheer en de amorti-

satie van de vlotte’nde schuld.
Het beheer bestond uit niets anders ‘dan het betalen

der interesten, doch om ‘den autonomen grondslag van,
de nieuwe kas te respecteeren, heeft men besloten
haar speciale’ bronnen’ van inkomsten toe te wijzen.

De eerste van deze bronnen is ‘de netto-opbrengst van
het tabaksm’onopoli’e, waarbij nog komt een jaarljksche
bijdrage van ‘de begnooting om het ‘bedrag overeen te

laten stemmen met ‘de i’n’teresten van de verdedigings-
bons en van de schatkistbons.
Voorts beschikt ‘de amortisat’i’ekas vôor de schuld-
‘delging ‘van genoemde bons over ‘de opbrengst van de

belasting van
1
pct. op de eerste overdrachten van on-
roerende goederen, een belasting, ‘die in Augustus
1926 werd ingesteld, terwijl zij’ ten slotte beschilct

over de opbrengst der succtssierechte’n. Men heeft zich
op het standpunt gesteld, dat ‘deze ‘diverse belastingen

het lc’ara’kter ‘hadden, van een ‘belasting op het kapitaal
en dat men ‘daartoe in het bijzonder zijn toevlucht be-hoorde te riemen bij het delgen van schuld. Den lan Augustus 1926, den datum, waarop ‘de ‘kas
in werking trad, beliepen de benz, waarover zij het be-
heer had en wier amorti’satie zij ‘diende te verzelceren, de volgende bediagen:

23 Maart
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

273

nationale verdedigingsbons ……….46.848.000.000
schatkistbons ………………….1.518.000.000

totaal…. 48.366.000.000

Men dient echter op te merken, dat de amortjisatie-

kas, ‘ofschoon haar in principe bronnen werden toege-

wezen, die overeeustemden met het bedrag der i’nte’-
resten en hoofdsommen, die zij moest del’gen, in wer-
kelijkheid niet over den minsten kasvoorraad beschik-

te, zoodat zij in ‘afwachting van de opbrengst van de

haar aangewezen bronnen niet in staat was, haar func-

tie te vervullen. Daarom diende ‘deze amortisatiekas

haar werkzaamheden te beginnen met.. een leeniug. Na
de eerste helft van October gaf zij’ een kleine consoli-

datieleeni’ng uit, ‘gedekt door het ta’baksmonopolie en

tegen een vaste interest van 1 pOt., vermeerderd met

een belasting op den verkoop van tabak. Deze leening
bedroeg 3 milliard ftanc, maar daarbij staakte de

amorbisatiekas niet oogenbli.kkeiijk de uitgifte van

verdedigingsbons, zoodat haar functie aanvankelijk tot
het paradoxale resultaat leidde, ‘dat de vlottende

schuld, die zij’ moest verminderen, begon met toe te

nemen. Terwijl de consolidatieleening van 3 milliard

klaarblijkelijk in. mindering had dienen te worden ge-

bracht van: het cijfer van 48.366.000.000, overeen’ko-
mende met de vlottonde schuld, waarover de amorti-

satiekas het beheer had gekregen, zoodat het bedrag
‘der bons normaliter tot 45.366.000.000 vermiiaderd zou
zijn, bereikt het cijfer van ‘de werkelijk uitgegeven
bons niet alleen het wettelijk toegestane maximum

van 49 .miilliard, doch heeft dit zelfs overschreden, zoo-

dat de kas, om niet direct in strijd te komen met de
wet, er toe is moeten overgaan, een gedeelte van de

hans te laten disconteeren en de tegenwaarde op haar
rekening-courant te laten goedschrijven. Zoodoende heeft ‘de functie van •de amortisatiekas,
die ‘speciaal is aangewezen om de vlottende ‘schuld te

delgen, geleid ‘tot een
vermeerdering
van ‘diezelfde

vlotteude schuld, welke thans 49 milliard bedraagt

plus het zoo juist ‘besproken, weggemoffelde teveel van
enkele milli’arden. Zij heeft zelfs ‘geleid tot een ver-

meerdering vn het totaal der openbare schuld, aan-
gezien de .geconsolideerde leening van 3 milliard niet

in plaats van de vlottende schuld is gekomen, doch
‘daaraan is toegevoegd. In, totaal is een algemeene ver-

meerdering van ongeveer 8 milliard slechts gecompen-
seerd door de reeds genoemde terugbetalin.g van onge-

veer 2 milliard aan de Ban’k.
Hoe paradoxaal een dergelijke werking van de amor-

tisatiekas op het eerste gezicht ‘ook schijnt, tochdien’t

men te erkennen, dat er feitelijk geen reden is om zich
te beklagen. Men dient inderdaad niet te vergeten, dat
aan de amortisatiekas was opgedragen, niet ‘alleen om de vlottende schuld te delgen, maar vooral om het ge-

vaar, dat daarin school, af te wenden. Trouwens, het

gevaar van de vlotten’de schuld is niet, dat
z
ij op zich-

zelf beschouwd te zwaar is, maar dat zij niet ‘kan wor-
‘den vernieuwd, wanneer men haar terugbetaiing ver-
•dert. Waar de zaken zoo staan, is het, wanneer de om-
standigheden gunstig zijn, niet onjuist, de uitgave der bene een weinig ‘te vermeerderen en zich in’ruil daar-
voor kasgelden te verschaffen, waarover men later de
beschikking heeft, wanneer ‘op een bepaald moment

de
inschrijvingen
op de bons verminderen. Bovendien

was, zooais wij reeds hebben opgemerkt, ‘de amortisatie-
kas in den begi’nne niet voorzien van een eigenljken
k’asvoorraa’d, zoodat het voor haar werkzaamheden noo-

‘dig was, dat zij zich eerst bedrijfskapitaal verschafte.
* *
*

Trouwens, het directe doel van de amortisatiekas
was eerlijk gezegd niet de aflossing van de vlottende

schuld, maar de consolidabie daarvan. En wat ‘dit.
]aatste betreft, kan men zeggen, dat de politiek van de
amortisatiekas volkomen •i’s gelukt. Gebruik makend
van den toevloed van beschikbare kapitalen, ‘die volgde
op den terugkeer van het vertrouwen in het herstel
van den wisselkoers, heeft de amortisatiekas er eener-
zijds naar gestreefd de rente te verlagen en anderzijds

bons met een zeer ‘korten loop’tijd te vervangen door

bons op langeren termijn en deze logische en handige

politiek is met een bewonderen’swaardige snelheid ten

uitvoer gebracht. Sinds den len Januari 1926 heeft de

amortisatiekas de rente van bons met een maand loop-

tijd van 3 fr. 60 op 3 fr. teruggebracht,
terwijl
het be-

drag der inschrijvingen niet ‘is verminderd. Sinds den
lOden December heeft
zij
besloten geen bons met een
maand looptijd
nieuw uit te geven, doch er zich toe

te beperken, op den vervaldag de bons, waarop reeds

was ingeschreven, te vernieuwen. Zon werden zij, die
pleegden in te
schrijven
op bons met één maand loop-

tijd, ertoe gebracht, om in te schrijven op bons met
drie maanden
looptijd.
Voorts heeft
zij
den lfiden. ‘De-
‘cember nogmaals de rente der verdedi’gingsbons ver-laagd en besloten voortaan geen nieuwe ‘bons met een

looptijd van drie maanden meer uit te geven. Begii

Januari heeft zij definitief een einde gemaakt aan de

uitgifte van bons met drie maanden looptijd en aan de
uitgifte van kleine coupures van 100 franc. Toen eerst

kon men constateeren, dat ondanks de aangebrachte

beperking bij’ de inschrijving, ‘en misschien zelfs ge-
deeltelijk ten gevolge ‘daarvan, de wettelijke grens van

de uitgifte van bons dreigde te worden overschreden.

De anaortisatiekas besloot derhalve op 29 Januari de

hons met zes maanden looptijd te schrappen, daarbij
steeds voortgaande het rentepercentage te verlagen.
Anderzijds heeft de amortisatiek’as sinds den len Ja-
nuari 1921 opnieuw boos uitgegeven van twee jaar,

clie kwamen bij ‘de bons met een looptijd van één jaar.

In totaal heeft ziji een schuld op zees- korten termijn,
die ‘iedere ‘maand op ‘de Fransche begrooting een on-
heilspellenden last had ‘kunnen leggen, veranderd in
obligaties op aanzienlijk langeren termijn en met zoo-
danig verspreide ver’valdagen, dat het risico van een
maandelijksche terughetaling tot ‘bijna op de helft zal

zijn teruggebracht.

Ook heeft zij er naar gestreefd een bedrag van
1.395.000.000 6 pOt. bons van het crédi’t ‘national, die

op den len Februari 1926 ter aflossing werden aange-
boden te consolideeren in welk streven zij’ geslaagd is.
Op een totaal van 3.063.000.000, die dienrzelfden datum
vervielen,’ is de regeering overgegaan tot een overeen-
komsti.ge emissie van lO-jarige bons, betaalbaar, hetzij
in geld, hetzij ‘in recipissen van de vervallen bons, en
deze operatie is een volledig succes geworden. Boven-
dien is een leening op langen termijn uitgegeven (vijf-

tien jaar, koers van uitgifte 462,50 fr. en aflosbaar
tegen 550 fr.) en direct volteekend, om bijt voorbaat
schatkistbons tot een bedrag van 4.381.000.000 te con-
solideeren, die 15 September a.s. zullen vervallen
Dit zijn merkwaardige resultaten, die den ‘terugkeer
tot een klassieke politiek van
vrijwillige
con’solidatie,
volkomen rechtvaardigen. Men dient echter wel te be-
denken, dat deze politiek slechts mogelijk is igeworden
op het oogenblik, ‘dat men afzag van alle ,,.heroïsche”
plannen, die ertoe st.ricten, den financieelen toestand eens en vooral te ,,genezen” en toen de stabiliteit van
het geldwe’zen hersteld was.

AANTEEKENINGEN.

Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Ned.-Indië.

De maandstatistiek 1926 No. 11 van het Oentraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Invoer.
De volledige gegevens omtrent
zwavelzure a’inmo-
nia
zijn thans ontvangen en het indexcijfer van dit artikel
is herzien. Het groapsindexcijfer onderging hierdoor echter
geen verandering.
De volledige serie omvat
72
artikelen en is verdeeld in
vijf groepen. Het onderscheid tussohen dé lange” en de
,,korte” serie is dit, dat van de
18
extra artikelen der lange
serie gedurende
1914-1920
prijzen ontbreken.
Het gemiddelde indexcijfer van alle invoerartikelen (vol.
ledige serie) blijft gedurende de jaren
1922-1924
vrijiwel op

Engeland’) …….
Ver. Staten …….
Frankrijk 2)
Duitschiand
3)

Engeland ………
Ver. Staten……..
Frankrijk
4)

België …………
Duitschland
5)

Engeland 1000
£ 8),

Ver. Stat. 1000 $
Frankrijkl000Frs.
7)

Italië

1000 Lire8
D’land

1000 M.
9)

Engeland 1000
£ 0)
Ç1+,,8
man
z

20,694
44,209
5,087
11,052

528
3,082
706
212 848

97,221
348,540
3674,616 2181,102
1030,171

64,448

Productievan
steenkool (1000 tons)

Productievan
ruw ijzer
(1000 tons)

Import (voor binnen].
verbruik)

Export (bin.

24,336
43,088 3,404
15,843
869
2,601
434 207
1,397

54,931 147,932 701,778 303,803 897,474

43,771

795

795
47,084′ 49,511
5,573 5,500
13,074 12,879

18
20

1426

3,275

3,252

792

814

307

318

768

850

90,841

92,567
345,542 341,191
5016,083 5235,332 2051,429 1992,381
928,959 919,727

57,264 49,787
360,452 379,469
5244,187 5543,483
1329,570 1694,264
821,279 833,917

6,100

6,945

7,707
3,880
],391

1,73721
80 600

156,6
181

149
168,6
7,941
3,635
1,391

1,685
21

83
568

163,2
184

149
175,8

274

ECONQMISCHSTATISTISCHE
BERICHTEN

23 Maart 1927

clezelf de hoogte staan; in 1925 is het iets gedaald, terwijl
Juli j.l. met 162 10 punten beneden het jaargemiddelcle van
1925 staat. In te laatste maanden is het weinig veranderd.
De indexeijfers van de vijf groepen vertoeven over het ge-
heel hetzelfde beeld. Nadat de
textiele goederen,
die het
hoogste indexcijfer behouden, gedurende de jaren 1922-
1925 vrijwel op dezelfde hoogte zijn blijve]I staan, trad in
het loopende jaar een aanzienlijke prijsdaling in, en in Juni
j.l. (indexcijfer 183) staan zij 25 punten beneden het gemid-delde van 1925. Sindsdien zijn de prijzen geleidelijk blijven
delen, zoodat November met het indexeijfer 177 veer 6 pun-
ten beneden Juni staat. Bovengenoemde prijsdaling houdt
verband met cle stijging van den invoer in 1925 en het eerste
halfjaar 1926, vergeleken met de jaren 1921-1924. Daaren-
Ifoven is de katoenprijs sterk teruggeloopen.
Het indexcijfer van de groep der
metalen,
dat het laagste
is, bedroeg voor 1925 nog 161; in Mei-Augustus was liet
gedaald tot 148 en 149, en September, October en Noveni- –
ber geven 151, 150 en 151. Zoow’el de voornaamste
ijzer-
soorten
als
koper
naderen weer ‘dicht ‘het niveau van 1913;
ruw ijzer
staa.t er zelfs beneden. Alleen
lood
blijft nog zeer
hoog, op meer dan ‘het drievoudige van den )rjS van 1913.
Het indexcijfer van de groep
levensmiddelen,
dat sinds
1922 weinig is veranderd, nu in 1926 geleidelijk is gedaald,
geeft in de laatste maand 152. Deze daliu.g wordt veroor

zaakt door den sterk verlaagden prijs van melk, waarom-
trent nog nadere inlichtingen zijn gevraagd. Alleen
whisky
staat met 236 ver boven dit gemiddelde.
Onder de chemicaliën
staat
mva.velzure ammonia
met. 90
(voorloopig cijfer) het laagst;
hars
niet 239 het hoogst.
De bars is sinds 1923 (ie. 125) voortdurend in prijs geste-
gen tot Augustus jI. (ie. 279), waarop een vrij sterke reak-tie volgde, zoodat November nu 40 punten lager staat. Tret
gemiddelde van de groep bedraagt thans 153.
Onder de ,,diversen” staan
luoifers
met 213 bovenaan;
het gemiddelde is 157.

Het gemiddelde indexcijfer van alle invoerartikelen van
de korte serie is vijf tot zes punten hooger •dan dat van
de lange serie.

Uitvoer.
Het algemeene indexcijfer heel t zich in 1923-
1925 op een aanzienlijk hooger niveau bewogen dan in het
loopende jaar. Het hoogste punt van 1925 brach.t Decem-
ber, nl. 152. Hiërna trad een aanzienlijke daling in tot
April, dat met 133 bijna 20 punten beneden December
staat. Deze daling wordt in hoofdzaak door het dalen van
de prijzen van
rubber, maïs
en
peper
veroorzaakt.
De prijs van de
rubber
bleef na de spekulatieve hausse
van liet vorige jaar, clie in November haar tappunt bereikte,
eerst zeer snel en sinds Februari jI. geleidelijk dalen; sinds
Februari is hij weer lager dan ‘in. 1913/14, die als krisis.
jaren iii de geschiedenis der ru’b’berprij.zen bekent staan.
Niettemin is de prijs nog zeer hoog te noemen, doch de
bnitengemeene en onkop.tu

oleerbare ontwikkeling van dit
zoo jonge artikel veroorzaakt, naast heftige ‘prijsbewegin-
gen, (lat ‘liet prijsniveau van 1913 en 1914 niet rechtstreeks
met liet huidige vergelijkbaar is. De indexoijfers voor rot-
her gedurende Nov. 1925-‘Nov. 1026 bedragen 168, 163,
131, 98, 95, 86, 75, 65, 68, 66, 70, 72 en 67. De prijs blijft op
dit niveau vast en schijnt voorloopig gestabiliseerd.
De opmerkelijke prijsdaling van
mahs
in April ‘duurt tot
October voort, waarna dit artikel met 34 punten stijgt en
zoodocncle veer haast, ‘het oude niveau heeft bereikt.
De
Witte peper
steeg sinds Mei/Juni 1925 zeer sterk in
prijs, bereikte het toppunt in Januari jI., waarna een ge-
voelige reaktie intraci. In Mei-Juli scheen ‘de prijs ge-
stabiliseerd te zijn, maar Augustus bracht opnieuw een ge-
voelige reaktie, waardoor de merkwaardige hausse in dit
artikel, die vooral door vraag van Amerikaansche zijde
kwam, voor thet oogenblik ten minste alweer tot het ver-
leden scheen te behooreuu. September vertoonde echter weer
een herstel van 9 punten en in November is met het index-

MAANDCIJFERS.

RESTJMË UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (VOLKENBOND).

Maandgemiddelde

1

‘ 1926

1913
1
1925
1
1926
1
Juni
I
Juli
I
Aug.
I
Sept.
1
Oct.
1
Nov.
1
Dec.

producten)

Frankrijkl000Frs.
10
573,351 3812,911 4961,221
Italië

1000 Lire
8
209,303 1523,038


D’land

1000 M.
9)
841,436 733,190 818,177

Inklaringen Engeland (geladen)
6)
4,089

4,626

5,348
(1000 tons) Ver. Staten
(gel. en ballast)..

4,440

5,782


Frankrijk (geladen) 2,876

3,667

3,677
Italië (gel.en.ballast)

1,560

1,436

Aantalwerk- Engeland
11)
…….

loozen in 1000 Italië 12)
Duitschland
13) . .

Indexcijfers Ver. Staten
14)

van aandeel- Engel.’S (1913=100)
koersen

Zweden
16)
(nom.
waarde = 100)
Zwitserland
17)
(id.)
Nederland 18)
(1921-25 = 100)

11 Voor den verkoop beschikbaar. Vanaf einde
1921
zonder Ierland.
2]
Inclusief bruinkool. Vanaf
1918
mcl. Elzas-Lotharingen. Vanaf
1920
mcl. het Saargebied.
31
Vanaf
1918
zonder Elzas-Lotharingen. Vanaf
1920
zonder Saargebied en de Pfalz. Vanaf Juli
1922
zonder Pooisch
Opper-Silezië.
4]
Vanaf
1919
inclusief Elzas-Lotharingen. 91 Zonder Luxemburg. Vanaf
1918
zonder Elzas-Lotharingen, vanaf
1922
zonder
Pooisch Opper-Silezië.
6
1 Vanaf
1
April
1923
met inbegrip van den
handel van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met den lerschen vrij-
staat en uitgezonderd den buitenlandschen handel van den lerschen
vrijstaat.
7]
Sedert Januari
1921
gedeclareerde waarde.
8)
Sedert Januari

93,105

1959,560
10,631
50,198
5,504 12,114

207

3,308

3,287

783

778

283

295

804

720

86,751
333,763
5180,955 2689,702
791,924
50,107
328,654 4671,554
1699,805
758,595

795
46,202
5,524
11,756

795

5,096

8,880

19,862
52,090 57,395 60,933 59,799

5,518

5,738

5,570

5,773

12,876

13,517

13,496

13,775

13
20

13
20

13
20

100

3,187

3,388

3,289

3,141

785

816

790

827

313

320

310

329

880

935

983

1,065

93,642 100,653 102,292 101,811
351,943 371,278 367,237 361,000
4625,367 5106,420 4994,327 5122,880
1763,696 1757,565 1860,149 –
823,419 990,116 999,736 1060,471

50,680 53,177 53,064 49,707
440,865 448,883 473,509 467,000
5196,684 6103,279 5329,269 5394,846
1707,647 1841,946 1708,591 –
836,370 879,762 876,371 832,511

6,294

6,565

6,239

5,741
7,550
1
7.279

3,741

4,048

1 3,707

3,771

1,391

1,648
21

1,63621

1,630

1,432

89

113

149

181

513

477

485

573

160,1

151,2

154,5

159,3

187

190

197

192

146
1

146
1

149
1

150

176,9

173,0

175,3

175,4

91
1

91
1

911

91
1

92
1

92
1

91
1922
nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden.
9]
Vanaf
Januari
1922
in goudmarken.
10]
Met ingang van
1925
officieele waarde-
cijfers.
11.]
Verplichte verzekering. Sedert April
1922
excl. den lerschen
Vrijstaat.
12]
Geheel werkloos.
131
Leden van vakvereenigingen; geheel
werkloos.
14
1 Wall Street Journal:
20
gewone aand. Maandgem. in $.
15
1 Londen and Cambridge Economic Service:
20
gew. aand.
161
Offi-
cieel: Industrieele en Scheepvaartaand.
17]
Nationale Bank
32
indu-
strieele aandeelen.
18
1 Officieel 49
gewone aandeelen.
191
Gedurende
de staking geen cijfer gepubliceerd.
201
Kolenstaking.
21
1 Kolenstaking
niet inbegrepen.

5,061

6,294
3,725
1,555

1,751
21

83
627
149,2
186
145
169,0

23 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

275

cijfer 216 het hoogtepunt van Januari weer bereikt. D
iii’dexcijfers voor I1t speculaticve en daardoor aan zoo ster-
ke en onverwachte prijsschommeliugen onderhevige artikel
zijn: 1.10 in Mei 1925, 117 in Juni 1925, 136 in Juli, .199
in December, 217 in Januari 1926, en sindsdien (Februari–
November) 206, 196, 151, 169, 179, 146, 155, 182 en 216.
Eerstehands
suiker
is in Augustus 35 punten gedaald be-
neden Mei, dat met 169 tot nog toe het hoogste punt van
dit jaar is Je Sept., Oct. en Nov. is de prijs euhter weer
sprongsgewijze met 26 punten gestegen. Tiiveedehands sui-
ker herstelde zich reeds iii Augustus:
zij
steeg toen met
ii punten boven Juli, bleef gedbrende Sept. en Oct. op het-
zelfde niveau staan, steeg echter de laatste maand met iS
punten.
JCapok
is na een aanvankelijke prijsstijging tot
217 in Augustus (in Januari jI. zelfs 237) iii September en
October weer teruggevallen op 198 en 199, liet gemiddelde
niveau val! 1925 en iii November is de prijs weer met 9
punten ‘gedaald. De groote prijsstijging van
suiker
en
peper
iii November wordt go:leel’telijk opgeheven door ‘de minder
belangrijke prijsdalingen van eenige andere artikelen o.a.
van dara1r.pitten,
kapok
en
kat jang icljoe.

Indexeijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.

Invoerartikele n

g

.U

1-

1913. 100 100 100 100 100 100 100 100 1922. 208 166 172 170 175 181 129 170 1923. 208 163 174 170 169 180 149 173 1924. 212 164 167 160 168 178 155 173 1925. 208 161 161 150 165 172 146 166
Juli

1926. 183 160 149 153 156 162 132 156
Augustus

. 182 159 149 155 156 162131 155
September

. 181 157 151 154 157 162 132 156
October

. 178 156 150 154 157 161
133
155
November

. 177 152 151 153 157 160

1

135 154
1)
20 art.

2)
12 art.

3)
12 art.
4)
15 art.

5)
13 art.

ICleinhandelsn

.ijzen.
De serie indexeijfers voor artikelen
van in- en u itheeurisriuna oorsprong is zon saniengestelcl,
dat de inheenische en .tle uitheeinsc.he groep geheel parallel
zijn.
De leiiihandelsprijzen der
uitheentsehe
artikelen onder-
gingen in de jaren 1,924 en 1925 weinig veranclering. Na.
I’ebruiari 1926 bcgi mien zij iets te dalen en ze blijven zich, zij liet langzaam en met schomnielingen, in dalende richting
bewegen. iTet gemiddelde van liet ie kwartaal 1926 is nog
150, ‘gedurende April-December zijn de indexcijfers 149,
146, 147, 146, 148, 148, 145, 145 en 147.
liet algemeene iuidexeijfer der
iniiccrnscluc
artikelen is
sinds 1923 voortdurend gedaald en in 1925 gemiddeld 13
punten lager dan in 1924. Op dit gemiddelde van 1925, 169,
is liet cijfer vrijwel blijven staan. De iaclexcijfers van het
laatste halfjaar zijn: 167, 167, 167, 170, 168 en 171. De
stijging in ])eeomber wordt voornamelijk veroorzaakt door
het oploopen u’:uui dc- prijzen van
suiker,
aardappelen
en
eieren.

Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

In.
heemsch
1)

Uit-
heemsch
1)
Totaal
Voeding
2)

1913/14
100
100 100
100
1923 ..
194
173
183 182
1924 .
.
182
158 170
170
1925 –
.
169
152
160
158
December 1925 .
.
176
161
169
157
Januari

1926..
167
151
159
157
Februari

..
187
152
161
158
Maart

. .
169
149
159
157
April

. .
171
149
160
158
Mei

..
171
146
159
157
Juni

. .
170
147
159
157
Juli

,,

. .
167
146
157
154
AugustuB

..
167
148
157
155
September

. .
167
148 158 155
October

. .
170
145
158
155
November

..
168
145
157 154
December

. .
171


147 159
157
1)
20 artikelen.
2)
35 artikelen.

Passerprjzen.
De prijzen der landbouwgeuvassen bewegen
zich (lit jaar ‘op een hooger niveau dan het vorige, voorna-

nielijk tengevolge van de lange ‘droo
g
te in 1925 en van den
sleehten padioogst in Midden- en Oost-Java. Sinds Juni
vertoont zich voor
rijst
en
maïs
de seizoen.stijging.
Eieren,
vleesch, visclu,, Javaa-nsclve
suiker
en ook
klappers
verschillen ternauwernood iii prijs vaui het vorige jaar.

ONTVANGEN:

De
Centrale Werkgevers Risico-Bank 190-197,
(Ge-
‘denk)Qek). ‘s-Gravenhage, 1921; Mouton & Co.

OVERZIORT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)

Februari
.edert
1
Januari
1927

Overeen-
I ko,nstlge
1
periode
1926

Directe
belastingen.
3.370.004
2.953.537
Personeele belasting ..
..
1.543.002
3.938.736
3.629.457
Inkomstenbelasting ..
8.779.453
17.645.832 17.837.984
Vermogensbelasting ..
1.046.798
2.313.643
928.310
Dividend- en tantième-

Grondbelasting …….694.547

399.024 1.292.934 743.042
Invoerrechten.

…..

4.6 76.798
9.166.433
” 9.388.696

belasting…………….

319.628
639.906 647.839
Accijnzen.
205.732
408233
366.013
733.493
1.508.124
1.487.608
45.761
93.745
105.978 3.579.956
6.884.967 7.017.269

Statistiekrecht
……………

605.713
1.515.451
1.392.804
3.371.629
7.590.582
7.437.761

Zout ………………..

Tabak ……………
1.559.044
3.299.859
3.722.893

Geslacht

……………..
Wijn …………………
Gedistilleerd …………
Bier ………………..

Belasting op gouden en

Suiker

……………..

zilveren werken
79.439 152.506
144.309
Belasting op rijwielen..
206.637
5.120.268 4.841.847

(niirecte belastingen.

..

12.336.718
2

5.171.356
3

4.778.686
Zegelrechten …………
Registratierechten….
1.463.542
3.405.231
3.061.918
Successierechten …….
5.344.288 9.561.455 7.055.683
Domeinesu,
wegen en
246.387 466.262
400.364
167.918

..

184.888
185.349
Jacht en visscherij
809
2.724 2.765

vaarten …………….
Staatsloterij ………….

418.406
863.886
704.429
Loodsgelden
………….
fijnen

…………….

Totaal-Generaal..

..

37.824.722 84.597.025
78.832.541
1)
Hieronder begrepen
f
588.309 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
2)
Idem
f
1.236.921.
8)
Idem
f
1.050.586.

HEFFINGEN VOOR HET LEENINOFONDS 1914.

e 9rar,
27

Sedert
1
Januari
1927

Overeen-
komstige
periode
1926

Verdedigingsbelast. la
316.550
697.927
278.493
Verdedigingsbelast. Ib
1.133.268
2.496.827
1.032.795
Verdedigingsbelast. II
2.165.526
4.261.866
4.399.179
Opeenten:
139.948
674.919
594.129
Personeele belasting..
313.757 745.921
734.195
Inkomstenbelasting ..
2.135.357 4.161.522
4.757.777
Vermogensbelasting ..
26,6.259
585.315 232.077
Dividend- en tantième
131.678
426.688
245.204

Grondbelasting ………

– .
674.326
1.518.116
1.487.552
9.152 18.749
21.198

belasting …………….

Suiker ……………….

Gedist.(binn..enbuitl.)
357.996 688.497 701.727
Wijn …………………

Zegelrecht van buitl. eif.
185.879
382.567
113.822

Totaal.. .,.
7.829.696
16.658.894 14.598.146

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO.
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1927.

Dienstjaren
Grond-
bel atting
Personeele
belasting
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting

1923124



.
1.893
1924125


273.169
1.609 1925/26
20.345
191.657
1.276.464
14.717
1926/27
3.257.879
3.737.881 16.096.199
2.295.424
1927128
91.780 9.198
– –

Totalen
3.370.004
3.938.736
1
17.645.832
2.313.643

276

ECONOMISCH-STÂTÎSTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

NedlV
rsch.

Disc.Wissels. * S Oct.’25 Zwits.Nat.Bk.
3
*
22
Oct.’
25

Bel.Binn.Eff. *
3Feb.’27
N.Bk.v.Denem.5
24Juni’26
inR.C. 5j
3Feb.’27
ZweedscheRbk 4j
8 Oct.’25
JavascheBank…. 4
14 Juli’26 Baikv.Noorw.
26 Oct. ’26
Bank van Engeland 5 4
Dec. ’25
Bk. v. Tsj echo.
Duitsche Rijksbank 5
21 Jan.’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk. 5j
3Feb.’27N.Bk.v.0’rijk.6
4Feb.’27
Belgische Nat. Bnk. 6 9 Feb.’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.
1
26
Fed. Res.BankN.Y. 4 12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25 Bank van Spanje.. 5
23Mrt. ’23
Z..Afr.Res.bnk 5

OPEN MARKT.

1927 1926

11

1925

11

1914

19M t
14119
7112
28Febr.1

1
5Maart
il

15120

16121
20124
Maart
Maart Maart Maart
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
3116
37/151

3/10116
3
1
I2-
1
Ia
2
3
/4-
1
/3
2
1
18
1
/
3’18-‘116
Prolong.
3112
3113_3/4
311014

31144
2
3
14-3
1/4.2114
21/4-314
Londen
Daggeld ..
331
33/4.5
314-5
3
1
14.4I1
35
2
3
14-314
I14-2
Partic. disc.
45114_3/9
45116-3/8

4114.3/3

45
116
-1
18
4
5
/1012
4511_11
2114-3/4

Berl(In
Daggeld ..
2
1
12-4
21
12_5
112
3-7
5
1
1,-9
4-6
1
12


Partic. disc.
30-55 d…
4314
4I8-I8
4515_3/4
45
18
5


56-90 d…
4312
4
1
12
4
1
12
431
3

5

2(-
1
(2
Waren-
wechsel.
4718
418-5 471.5
431
4
5
5
3
(4-6(1


New York’)
Cali money
4114

31114114
4.1/
4

4.3/
4

4
1
14.
1
/2
34114

131
4
21/
2

Partic.disc.1
331
4

314 314
3314
1

3
3
/4
3318

1)
Cail money-koers van 18Maart en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatavia
1)
York5)
S)
S)
S) S)

15Maart1927
2.49ii
12.13
59.30
9.78*

34.75
1002/
16

16

,,

1927
2.497/
9

12.13*

59.31

9.78*

34.741
1001
17

,,

1927
2.49
1
l/
12
.
13
*
59.29*

9
.7
8
* 100t/
16

18

,,

1927
2.49151
16

12
.
1
3*
59.30*
9.79
34.75
1001/
19

1927

12.13*
59.30
9.79
34.75
1001/
21

1927 2.496/
6

12.13*

59.29

9.78*

34.74
100’/,
Laagsted.w.’)
2.497/
9

12.12*

59.27 9.77
34.72
100
Hoogste d.wi)
2.50 12
.
13
*
59.32
9.79 34.76
1003/16

14Maart1927
2.4915/
9

12.12*
59.30
9.78
34.75
1001i
7

,,

1927
2.4912/
39

12.12*
59.24*
9.7 7j 34.75 100i/
Muntpariteit
2.48%
12.10JI
59.26
48.-
34.59
100

Data
Zwif-
serland
Weenen
Praat’
Boeka-
Milaan Madrid

i
.’

rest”
1

/

15Maart1927
48.10
35.20
7.40
1.52
11.34*

43.24
16

1927
48.08 35.20
7.40
1.52*

11.34
43.11
17

,,

1927
48.08
35.20
7.40
1.52
11.49
43.68
18

,,

1927
48.08 35.20
7.40
1.51
11.47
4
3.
62
*
19

1927
48.08 35.20
7.40
1.51


21

,,

1927
48.06*

35.20
7.40
1.51
11.24*

43.79
Laagsted.w.l)
48.05
35.15
7.39
1.47*
11.17*
43.05
Hoogsted.wl)
48.10 35.25
7.42
1.57*

11.52
44.10
14Maart1927
48.10
35.20
7.40
1.52*

11.26
43.36
7

,,

1927
48.07
35.20
7.40
1
.47*
10.96*
42.44
Muntpariteit
48.-
35.-
2)
48..-
48.-
48.-

Data
Stock-
holm
)
Kopen- Oslo
hagen)
/
forf’)
Buenos-
Aires’)
Man-
treal’)

15Maart1927
66.90
66.60

65.30 6.30
105si,
2.493
16

,,

1927
66.90
66.60

65.20
6.30
105%
2.49s,
17

,,

1927
66.92*

66.60

65.35
6.30
105%
2.49’j
18

1927 66.9
2
*
66.6
2
* 65.30
6.30
105%
2.498/8
19

,,

1927
66.95 66.60

65.35
6.30
1053%
2.496/
s

21

1927
66.92*

66.65

65.25 6.30
105%
2.498/
8

Laagsted.w.l)
66.85 66.55

65.10
6.28
105% 2.492/
8

Hoogste d.wl)
86.95
66.65

65.40
6.31
106
2.49%
14Maart1927
66.90
66.60

65.37*

6.30
1053
2.49
8
/,
7

,,

1927
66.75
66.60

64.9
2
*
6.30
105%
2.49%
Muntpariteit
66.67 66.67

66.67
6.26*

105
2.48%
) Noteering te Amsterdam.

Noteering te Rotterdam.
8)
PartIculiere opgave.
2)
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j3
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

D a a Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($ per £)
($
P.
lOOfr.)

($
p. 100
Mk.)
($ p. 100 gld.)

15 Maart 1927
4,85T/
3,91%
23,73%
40,01%
16

1927
4,859
3,91% 23,731/
8

40,02%
17

1927
4,85%
3,91%
23,73%
40,01%
18

1927
4,859,,
3,911/
9

23,72
40,01%
19

,,

1927
4,855/
9

3,914
23,7231,
40,01
21

1927
4,856/
26

3,91%
23,7214
40,01%

22 Maart 1926
4,86sl
Io

3,53
23,80
40,07
Muntpariteit ..
4,8867
19,30 23,81%
403/

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
5
Mrt.
1927
12
Mrt.
1927

ILaagstelHoogstel

114119
Maart
1927119
Mrt.
1927

Alexandrië.
Piast. p. S,
9714

9734
977/,
97
9
j
97%
Athene
Dr.p.0
3751
9

376%
373 378 378%
Bangkok
Sh.p.tical
1110%
1110
,
/
s

1110%
1/10%
1/10
1
4
Budapest
.
Pen. p.
£
2
7.76* 27.78 27.76
27.88
2
7.8
2
*
B. Airesl).

d. p.
$
4771,6
7/16
47
1
/
4714
Calcutta ……
Sh. p. rup.
115291
1j5’i132
4531/
2

1/61/32
11531132
Constantin
Piast. p.
£
960
96231
955
975
967%
Hongkong
.
Sh. p.
$
2/05/,,
1/11H
1
1
112/
8

2/05119
1/11H
Kobe

……
Sh.p.yen
2,0
6
1
1

2/Os/
2/0
9
/
82

2107/
9

2/0
9
/,,
Lissabon
1) d. per Eec.
..
217/
33

217/,,
233/64
217/,,
217132
d. per
$
24
24
23 25
24
Mexico ……..
Montevideo’)
d. per
$
49%
50
493/
50%
50
Montreal3)
$
per
£
4.86
1

s

4.86/,
4.858/
8

4.86a
485H
R.d.Janeirol)
d. per Mil.
57/
s

57/
s

5271
3e

57/9
Ie4
Shanghai
..
Sh.
p.
tael
2165/
16

2/57/
9

2/5
2/61/
1

2/5
21
1,,
Singapore.
id.
p. $
213H
213% 213
23
/,
2/3181
1

2138/
6

Valparaiso
1)
$ p. X,
39.84 39.87
39.72
39.85
39.72
Warschau
..
Zl. p. £
I
43%
43%
43
43%
1) Telegrafisch transfert.
2)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRLJS
8)

Londen’)
N.York’)
Londen
14 Maart1927.
.
256/
5

54%
14Maart1927
84/10%
15

1927.. 25%
54%
15

,,

1927
84110%
16

1927..

258j
54%
16

1927
84111%
17

,,

1927..

253/16
548/
8

17

192″
….
84/11%
18

,,

1927..

257/
54%
18

1927…
84/11%
19

,,

1927…

259,
55s,
1

19

,,

1927
84111%
20Maartl926.. 30%
66
19Maart1926
84/11%
20 Juli

1914.
.
24
2
1/
16

541/
20
Juli

1914… . .
84/11
1)
in pence
p. oz.
stand.
3)
Foreign silver
in
$c. p. oz.
fine.
3)
in sh.
p. oz.
fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Finan dën maakt bekend:

Vorderingen.

I
7 Maart 1927
1
15 Maart 1927

/

6.556.441,76
/
21.832.795,59
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

842.797,87
,,

1.726.899,61
Voorschot
op
uIt. Febr. 1927 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
,,

43.382.640,183
45.115.333,12

Saldo bij de Nederlandsche Bank…..

de Rijksinkomsten belasting……….
..
,,

3.976.444,16
Kasvord. weg. credietverst.ajh. buitenl
110.932.509,14
,,111.640.814,67
Daggeldleeningen tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

……….
23.200.000,-
21.700.000,-

Voorschotten aan de koloniën……….9.068.527,04

Saldo der postrekeningen van Rijks-
18.664.222,72
,,

14.237.650,78
comptabelen

…………………….
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,

..

T.

en

T.’)…………………………..


Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
……..
1.470.348,03
,,

1.985.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank


fl11.356.000.-
28.330.000.-
f111.356.000,-
,,
28.330.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank


11.910.839,-

Schatkistbiljetten in omloop’)………

Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten
2)

Schatkistpromessen in omloo

………

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds’)
..
6.810.755,67
,,

6.466.871,88

Zilverbons inOmloop ……………….12.219.693,-

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..

36.244.601,91
34.869.849,81
..
,,

670.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………670.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)

……….
34.520.084,55
,,
35.330.081,56
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1 Juli
1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

3)
Uit. Jan.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

19 Mrt. 1927

Vorderingen:
Saldo bij ‘s Rijks kas …………….
Saldo bij de Javasche Bank ……….

Verplichtingen:
Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-lndië
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
Schatkistpromessen in omloop…….
Muntbiljetten in omloop …………
Schuld aan het Ned.-Ind. Munttonds..
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.

f
8.241.000,- 1
/
5.955.000,-
2.813.000,- 1 ,, 5.723.000,-

800.000,-

,, 200.000,-

30.840.000,-

,30.818.000,-

3.744.000,-

3.744.000,–

1.160.000,-

,, 1.314.000,-

‘) vcrnouuing ivasçnen iivscrve cii ucp(,siis.
BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in miUioenen
1
ran.

Waarv.
Te goedl
Wis-

Waarvan
Belee-
Data
Goud
in het
Z
in het
buit.l.3)I
sels
I
op
het ningen
buitenl.
buifenl.

17 Mrt.’27
5.548 1.864
342
83
2.723
8
1.936
10

’27
5.548
1.864
342
88
3.946
13
1.979
3

1
27
5.548
1.864
342
87
3.669
11
1.945
24Feb.’27
5.548
1.864
342
86
3.228
9
1.967
17

,,

’27
5.548 1.864
342
85
3.052
12
1.996

18 Mrt.’26
5.548
1.864
330
70
3.237
13
2.487

23 Juli’141
4.104 1

640

1.5411
8
1

769

Buit.gew.
Schat-
1
Diver-
_Rekg. Courant
Data
voorsch.
kistbil-
letten
1)1
sea
2)
C
irculatie
Parti-
Staat
I
ajd. Staat
culleren1

17 Mrt.’27
28.900
5.657
9.784 52.273
3.896
21
10

’27
29.300
5.651
9.308 52.764
3.360
59
3

,,

’27
29.500
5.645 8.887
52.462
3.293
82
24Feb.’27
29.600
5.624
9.075
51.697 4.752
93
17

,,

’27
30.500
5.623
9.053 52.153
5.255
36

18 Mrt.’26
35.250 5.288
3.367
51.699
2.673
49

23Juli’14
– – –
5.912
943
401
‘)In uisc. genomen wegens voorscn. v. u.
niaar a.
uuiieni. regeeringcn.
2)
Sluitpost activa.
3)
Except tegoed bij Russische Staatsbank.

SURINAAMSCHE BANK.
Vcornaamste s)osten in duizenden guldens.

Data
Metaal
l

Andere
Discont.
ng
r
e
e
n)

19 Febr.

1927..
1.001
1.418
523
957 517

12

,,

1927..
1.000 1.444
481
970 436

5

1927…
1.000 1.582
548 963
476

29 Jan.

1927-
1.026
1.491
518 973
444

22

,,

1927…
1.026 1.413 593 962
431

20 Febr. 1926-
1.005
1.614
768
937
461

5 Juli

1914…
645
1.100
560
735
396

)
niujipusc
Ut[ 4CIIVi.

23 Maart 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

277

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 21 Maart 1927.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
71.677.534,15
se1s,Prom., Bijbnk.

9.635.124,-
enz. in disc.( Ag.sch. ,, 17.352.915,96 f

98665574.11
Papier o. h. Buiteni. in disconto……….

Idem eigen portef.
.
f
146400,180,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
,,


146.400.180,-
Beleeningen
1
Hfdbk.
f

45.973.767,40,
nc1. vrsch.
Bijbnk. ,,

10.463.495,39
in rek..crt.1
Ag.sch.

73.435.268,06
op (nderp.L
f
129.872.530,85

Op Effecten………
f
126.059.230,85
OpGoederenenSpec. ,,

3.813.300,-
129.872.530,85
Voorschotten a. h. Rijk

.-…._..-…….
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……..f

59.839.065,-
Muntmat., Goud

,, 359.049.498,15

f
418.888.563,15
Munt, Zilver, enz.. ,,

27.960.910,13
Muntmat. Zilver..
,,

Effecten
446.849.473,28

BeleggingRes.fonds.
f

7.043.981,68
id.van i/v.h.kapit.,,

3.996.941,20
11.040.922,88
Gebouwen en Meub. der Bank
.. ……
,,
5.142.000,-
Diverse rekeningen
.. ……………..
,,
52.536.411,44

Passlva.

f
890.507.092.56

Kapitaal …………… …..
.

f
20.000.000,-
Reservefonds ……………
.

.. ..

..

,,
7.047.731,06
Bijzondere reserve ……….. .. …… ..

,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop………-. … ._

,,
780.217.335,-
Bankassignatiën in omloop ……….. ,,
172.346,72
Rek.-Cour. J’ Het Rijk

f
31.062.609,03
saldo’s:

Anderen,, 27.210,400,48

,,
58.273.009,51
Diverse rekeningen
. .

. .

………,,
15.996.670,27

f
890.507.092,56

Beschikbaar metaalsaldo …………
.
f
278.532.292,15
Op
de basis van
!/i
metaaldekking… .-

,,
110.799.758,90
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,, 1.392.661.460,-

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Besch ikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
kings
perc.

21 Mrt. ’27
59.839
359.049 780.217 58.445
278.532
53
14

,,

1
27
59.891
359.055
795.409 44.724 278.099
53
7

1
27
59.967
353.967
806.138
34.459
272.969
53
28 Febr.’27
00.058 353.964
814.156
31.744
272.394
52
21

’27
60.197 353.961
785.460
39.782
276.949
54
14

’27
60.275
353.961 791.778 37.292
276.075
53

22 Mrt. ‘26150.1101
379.584
810.434
40.726
284.734
53

25

Juli

‘14165.7031
96.410
1310.4371 6.198
43.5211)
1 54

Totaal
Schatkist-
ee
B 1



e
Papier
Diverse
Data
bedrag
disconto’s
promessen
rechtstreeks
ningen op het
buiten!.
reke-
ninilen.
2
)

21 Mrt. 1927
98.666

129.873
146.400
52.536

14

,,

1927
98.631

130.502
146.247
53.374

7

,,

1927
105.779

132.457
143.636 52.221

28 Febr. 1927
101.677

141.090
141.111
54.732

21

1927
93.501

128.311
136.706
58.838
14

1927
95.014

130.605
137.631
57.894

22 Mrt. 1926
74.408 2.000
130.109 176.746 43.331

25 Juli

19141
67.947
14.300
61.686 20.188
509

i) Op de basis
van
21
5
metaaldekking.
i) Sluitpost
activa.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in diizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
schulden
1
metaal-
1

saldo

12 Mrt.1927
22Î900
309.600
44.000 151.180
5

1927
,,
226.800
306.900
57.000
154.020
26Feb.1927
226.700 305.200
58.400
f

153.980
19 Feb. 1927
19.494

29.891
307542
61.647
152.345
12

1927
195.479

30.012 314.325
62.123 151.024
5

1927
195.929

30.150
313.828 66.552 150.848
29 Jan.1927
196.146

29.704
311.539
70.689 150.215

13Mrt.1926
201.894

39.546
335.136 54.563
164.103
14Mrt.1925
133.632

50.724
277.175 54.430 118.852

25 Juli 19141
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842
3
)

1
Wissels,
t

T

Diverse

1
Dek

Data Dis-
bui ten
1

Belee-

I

reke-
kings-
conto’s
N.-Ind.
t
ningen
ningeni)
1
percen-
betaalb.
1
tase

12Mrt.1927
120T100
63
5

,

1927
121.500

62
26Feb.1927
122.800

62

19Feb. 1927
13.116
21.117
74.151
42.104
61 12

1927
13.049
20.758
78.501
45.026
60
5

»

1927
12.820
20.443
76.752
50.533
59
29Jan.1927
12.643
20.815
82.619
46.362
59

13 Mrt.1926
8.710
19.323
42.916 83.049
62
14Mrt.1925
20.063
17.382
51.399 62.078
56

25 Juli1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
.1)
Sluitpost activa.

i)
gasis
2
16
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie

Currency_Notes

Bedrag

Bankbilf.
t Oov.
Sec.

16Maart1927
150.736 136.706
286.195
56.250
235.469
9

,,

1927
150.753
137.057
286.050
56.250
235.193
2

,,

1927
150.115
137.589
283.990
56.250
233.129
23 Febr. 1927
150.148
136.604
281.493
56.250
230.438
16

»

1927
150.176 136.188
281.992
56.250
231.023
9

1927
150.189
136.970
983.025 56.250
231.951

17Maart1926
148.562
141.207
288.771 56.250
237.698
22 Juli

1914
40.164 29.317
– – –

Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Reserve
Dek-
kings
1

)

16 Mrt. ’27
32.658
73.231
19.184
102.179 33:780
27H
9

’27
31.223
73.690
16.159
103.922
33.446
27
7
/8
2

,,

’27 32.268
72.912 9.643
109.530 32.276
27
23Febr.’27
29.965
71.251
17.834
98.478 33.294
28
5
/
16

,,

’27
29.813
74.429
17.508 102.282
33.739
281/
9

’27
29.873
75.668 14.720
105.625
32.970
27s!

17 Mrt. ’26
38.020
76.177
19.813
100.203
24.1051
20
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52

278

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in milioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere
Dat a
“oud
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques

15 Mrt. 1927
1.844,0
93,0
224,1
1.509,0
19,5
7

,,

1927
1.844,0
93.0
202,1
1.604,0
48,2
28 Febr. 1927
1.833,9
93,0
203,9
1.643,8
154,8
23

1927
1.834,0
93,0
182,7
1.248,0
12,9
15

,,

1927
1.834,3 92,9 201,1
1.267,8
16,1
15 Mrt. 1926
1.427,9
220,5
476,0
1.167,3
8,2
30 Juli

1914
1.356
1
9


750,9
50,2

Da
12
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse
ten
Activai)
latie
Crt.
Passiva

15 Mrt. 1927
92,7
476,7
3.143,8
628,7
191,7
7

,,

1927
92,8
457,2
3.346,9
524,2
159,6
28 Febr. 1927
92,6
506,2
3.465,2
539,4
212,1
23

1927
92,6
616,5
2.926,4
653,5 208,3
15

1927
88,9 609,7
3.049,4
553,3
209,6
15 Mrt. 1926
235,4
908,4
2.604,5
874,5
557,7
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
4 unoeiasr. ‘) .w.o. l(entenbankschelne IS, 7 Mrt., 28, 23, 15 Febr. ’27;
15
Mrt. ’26, resp. 86; 69;35; 118;
105; 383
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Voornaamste kosten in millioenen Belgas.

Data

Goud


L
.2

Rekg. Crt.

1927
,2
,”n

S

17 Mrt.
631
411
4b
477
25
400
1.824
15 111
10

,,
629 426
40
489
21
400
1.851
2
123
3
627 437
40
492
28
400
1.849
20
125
24 Febr.
624
425
40
481
27
400
1.823
23
123
17

,,
624 425
40
474
34
400
1.821
22
124
) Aan iie. schatkist gecedeerd.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in m.illioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal

1
Dekking
1

In her-
disc. v. d.
de
In

open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
I

markt
banks
gekocht
2 Mrt/27
2.981,6

1.577,4
162,3
434,6
289,0
23Feb.’27
2.983,1
1.599,7
157,9
39,9
280,2
16

’27
2.990,1 1.592,2
168,0
396,5
315,0
9

,,

1
27
2.980,4
1.597,0
167,9
379,1
302,5
2

’27
2.961,9
1.605,7
166,8
393,3
329,1
26Jan.’27
2.966,8
1.653,0
166,1
365,2 301,8
3 Mrt.’261 2.764,8
1

1.433,9

1
148,8

1
583,2

1
286,6

Data
Belegd
in
u. s.
F. R.
Notes

1

J
Totaal
O
Gestort
1

Goud-
Dek-
Algem.
Dek-

__________
Gov.Sec.
in circu-I latie
1
Kapitaall
kings-
1

perc.1)
kings-
perc.2)
2 Mrt.’27
311,0
1.717,0
2.289,6
126,8
74,4
78,5
23Feb.’27
305,2 1.708,3
2.214,7
126,5
76,0
80,1
16

’27
311,8 1.685,4
2.342,3
126,1
74,2 78,4
9

,,

’27
304,7
1.694,1
2.267,0
125,8
75,2
79,5
2

’27
303,4
1.686,5
2.298,2
125,7
74,3
78,5
26Jan.’27
302,8 1.688,5
2.245,3
125,5
75,4
79,6
3 Mrt.’261
325,8

1
1.675,4 2.302,31
119,7
69,5
73,2 ‘; vernouaing totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data Aantal
banken
I

conto’s

beleen.

Dis-

en
Beleg-
gingen
1
bij

bank

de
F. R.
s

1.589

Totaal
depo-
sito’s
time

I

Waarvan

deposits

23 Feb.’27
675
14.147
J

5.615
18.877
5.955
16

’27
677
14.124
5.603
1.701
18.943
5.902
9

,,

’27
679
14.148
5.570
18.852 5.893
2

’27
679
14.228
J
5.560
1.652
18.969
5.877
26Jan.’27
681
14.200
5.540

11.637

1.606
18.873
5.874
24Feb.’28
716
13.930
J
5.492
1.636
18.573
5.437
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele nit wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEU1ÉN.

Amsterdam, 21 Maart 1927.

Na een tijdperk van Jieftige beroering is ter beurze van
B e r 1 ij n cle
lUst
eenigermate fteruggekeerd. Over het alge-
Illeen is het vertrouwen echter nog niet groot geweest. Wel-
iSwaar is eenige verbetering in {1eu bankataat ingetreden,
zoocla.t men voor den eersten tijd geen vrees voor complica-
ties koestert, doch men is van meening, dat de verder af ge-
legen toekomst een niiiider vlot verloop zou kunnen mede-brengen. In cli,t verband geeft men er cle voorkeur aan een
afwachtende houding aan te nemen. De omzetten zijn dan
ook aanmerkelijk afgenomen en d€ koersstijg.ing, welke hier
en daar op te merken
is
gewest, nioet dan ook bijna uit-
slwitend worden toegeschreven aan contra.mlne (lekkingen.
Te L o n cl e
ji
is de fondsenmarkt eenigszins gedrukt ge-
‘eest. De voornaamste reden voor de matte houding was
te vinden in de vrees, dat het financieele boekjaar van den
Staat, hetwelk op 31 Maart eindigt, een belangrijk tekort
zal toonen. In dit tekort zon dan door belastingverhoogiug
voorzien moeten worden en al is men er over het algemeen
van overtuigd, dat de inkomstenbelasting hiervoor niet zal
worden aangewezen, men verwacht, dat het bdrjfsleven
0
1
)
de een of andere wijze nogmaals voor dc gevolgen van
de mijuwerkersstaking het gelag zal moeten betalen. Dit
heeft uit den aard der zaak geen goeden invloed op de beurs
kunnen uitoefenen. Hierbij kwamen nog de berichten uit
China, welke evenmin een opwekkende uitwerking hebben
gehad.

Te P a r ij •s is eenige levendigheid ontstaan na de diverse
inedecleelingen van de regeering ten aanzien van de te vol-
gen fivanoieele politiek. Men heeft hieruit de conclusie ge-
trokken, dat de feitelijke stabiliteit van den franc althans
voorloopig zal worden gehaudh.aafd. Ja verband hiermede
zijn aankoopen ter beurze voor biunenlandsche rekening op-
gemerkt. Hierdoor is een zekere koersverbetering ontstaan,
welke bovendien in de hand is gewerkt door de deelneming
van buitenlandsche zijde, hoewel deze laatste bescheiden
van omvang is gebleven. Te N e
v
York is de markt opnieuw opgewekt gew’or-
den. Verschillende factoren hebben hiertoe bijgedragen. In de eerste plaats wel het feit, dat de reeds gedurende langen
tijd opgebouwde contranrineposities de technische houding van de markt krachtiger hadden gemaakt, zoodat gemakke-
lijk een hooger koerspeil kou worden bereikt. Dc ruimere
aankoopeu zijn bovendien in (le hand gewerkt door de ge-
makkelijke geldniarkt en zij werden gestimuleerd door de
berichten uit industrieele centra. Hieruit is bij’. gebleken,
dat de staalnijverheid 01) 92 pCt. van haar capaciteit werkt en dat de productie van automobielen weder vooruitgaat.

Te
11
on ze u t heeft de markt in ‘slechts enkele afdee.-
lingen markante verschillen te zien gegeven. Voor de ho-
leggi?vgsnvarlct is
dit in het geheel niet het geval geweest.
Niet alleen zijn de omzetten hier sterk afgenomen, (toch
ook de koersschommelingen zijn ‘zooclanig verminderd, dat
in de meeste gevallen van volkomen stilstand kan worden
gewaagd. Dit geldt zoowel voor binnenlaudsche als voor
bnitenlandsehe soorten. 6 pCt. Nei. Werk. Schuld 1922:
106%, 106
1
1
1
, 106%; 4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
98uf
113
, 98%, 99; 434 pCI. Ned..Tndië 19Z0: 96%,
05
15
11o;
5 pCt. Brazilië 1903 f100: 78
7
1
1a
, 7834, 78; 5 pCt. Brazilië
1913 £ 20-100: 71%, 715f,
71,
71%; S pOt. Sao Paulo:
106%, 106, 106%.

Daarentegen is opnieuw groote levendigheid ontstaan in
de
afdeeling voor
biivaenla.ivd.schc i.dustricele ann.deelen.
in de eerste plaats zijn weder kuustzijdesoorten op den
,voorgtond getreden. Allerlei oncontroleerbare geruchten
hebben de ronde gedaan, welke dienen moesten tot verkla-
ring van de opmerkelijke opwaartsche koersbeweging. Men
beweerde, dat een algemeen kartel in de kunstaijdenijver-
heid tot stand zou zijn gekomen, dat buitenlandsche belan-
gen in de markt zouden hebben ingegrepen, ed. Ve.n de
overige aatideelen waren l’hilips Gloeilampeu iets beter,
aandeeleu Jurgens bleven vast van toon. Centrale Suiker
Mij.: 129%, 130
5
, 1317/
s
; Hollaitdsche Kunstzijde Industrie:
110, 119, 116
8
; Jurgens: 175%, 175%, 174; Maekubee:
102%, 108%, 113, 117
1
/
8
, 115%
;
Ned. Kunstzijdefabriek:
294, 30434, 307%; Philips Gloeilampen: 381, 385, 386%.
De
rubberniarlct is
over het algemeen kalm geweest. De
geringe fluctuaties in den prijs van het product hebben geen
aanleiding tot ‘ingrijpen gegeven. De stemming ‘bleef echter
voortdurend opgewekt, behalve op den laatsten dag van de berichtsweek. Dit was te nierkwaardiger, omdat ter beurze
bekend werd, dat – voor het eerst sinds gernimen tijd –
de voorraden te Londen in de voorafgegane week iets ivaren
verminderd. Deze mededeeling kwam echter in een markt,

23 Maart 1927

ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

279

welke over het algemeen neiging tot daling vertoonde, in
verball•(I met de coiif,roverseii iti Albanië. Amsterdam Rub-
ber : 354 (ex claim), 36i’, 35534, 354 ; Dcli Batavia
Rubber: 280%, 28234, 279,
27834;
Hessa Rubber: 538%,
545, 553, 554; Tnclisehe Rubber: 424, 433, 428%, 423; Java
C;outchouc: 236, 237, 23%, 23634; KaliTelepak: 353%,
357, 358%, 362; Keudeng Lemboe: 426, 424, 434%, 434%;
Ned.-Indische Rubber & Koffie: 341,
3*4%,
345; R’.dairi rJa.
paroeli: :1.70%, 178, 175, :172; Serbadjadi: 355, 360. 35234, 352; Sumatra Caon.tchouc: 310, 316%, 31134, 313; Sumatra
Flibber: 409, 417,
414%,
415; Ver. Indische Cultuur On-
dernemingen: 219, 225, 218, 217%.
‘J’aba.ksaancicclen
hebben evenmin groote verschillen aan-
getoond. De tendens is eenigszins mat geworden, met uit-
zoidering van aandeeien Dcli Batavia. De uitslag van de
tweede inschrijving voor Sumatratabak, welke op 18 Maart
te Amsterdam plaats heeft gevonden en waar de prijzen
we:icr zeer bevredigend zijn gewoi’den, heeft geen invloed
ten goede op de aancleelen uitgeoefend, omdat de overtui-
ging meer en neer veld wint, dat oogst 1926 welke thans
aan de markt w’ordt gebracht – niet bijzonder iooi ken
worden genoemd. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid, dat de
verdere inschrijvingen teleurstellingen zullen opleveren.
Arendsburg:
644%,
645, 641; Besoeki Tabak: 359, 358,
360; Dcli :llatavia: 46534, 464%, 471. 470; Deli Mij.: 442%,
446, 441,
437%;
Oostkust: 242%, 2407/
s
, 244%. 239%;
Senenhah Mij.: 427, 432%, 423%.
,3uikcrctancieelen
ziji stil geweest. Ds scherpe daling van
de Cibanoteeritget heeft een reactie ‘ai1 de koersen in
het leven geroepen, zonder dat deze echter aanleiding tot
grooteti handel heeft gegeven. De koersverliezen zij» oven-
gans voor het grootste’deel later ingehaald. Cultuur Mij.
dr Vorstenla.ndeu: 188, 184%, 187%, 186% ; Iiatadelsverg.
Amsterdam: 73
5
5Y
4
, 727,
726%,
736,
730%;
Java Cultuur
Mij.: 383%, 382, 380; Kalibagor: 446, 440. 432, 436%;
Moonma.nn : 470, 473, 474; Ne:l.-Ital. Suiker lInie: 265%,
268%, 265, 263; Poerivoredjo: 118, 117%, 120, 119; Sin-
dangla.oct: 436, 429, 430, 428; Suiker Cultuur Mij.: 302,
99%, 295%; Tjepper: 774, 765, 770. De afdeelirig voor
petroleuasandecleii
i’as lusteloos, in
verband met de voortdurende berichten omtrent overpro-
duetie iii de Vereenigde Staten. Toc:h was het aanbod in
aandeelen Koninklijke Petroleum Mij. zoo gering, dat ook
hiei niet van een daliin.g van beteekenis kon worden ge-
sproken. Dordtsche Petr. lid. Mij.: 362%. 360%, 358%, 357; Ccc. Hol]. Petr. Cy.: 2637/
s
, 263. 22. 259%; Kon.
PeIr. Mij.: 387%, 383%, 382%,
380%;
Perlik Petroleum:
71, 69%, 7034;
Peudawa:
28%, 27% 27%.
De
sclteepvaartmarlat
heeft eenige teekenen vnu ver-
oejeds getoond, hetgeen tot uiting is gekomen in een
lichte daling van de meeste aandeelen. Dc melding, dat de
afbouw van de ,,Statendan” nu als zoo goed als verzekerd
mag worden beschouwd, heeft geen invloed uitgeoefend op
de koersen van aandeelen Holla.nd-AmeniLa Lin. Hol-
land-Amerika Lijn: SS, 90%, 86; Java-China-Japan Lijn: 133, 130%, 130; Kon. Nea]. Stoomboot Mij.: 108%, 105,
1.04%; Ned. Scheepvaart Unie: 1927/
s
, 101, 19134 ; Stoom-
vaart Mij. Nederland: 188%. 189%, 187%, 1.88%.
Mijneanclecicn
hebben nogal .de aandacht getrokken, in
de eerste plaats door een verdere opwaartsehe beweging van
aandeelen Boeto.u, vervolgens door een vaste houding val
aanleelen MUller Mijnbouw en ten .slotte door scherpe koers-
fluetuabies in aand.eelen Algemeene Exploratie Mij. Alg.
Exploratie Mij.: 80, 75, 73, 84; Boeton Mijnbouw Mij.:
181%, 180%, 193%, 207,
215%;
MUller & Co.’s Mijnbouw
Mij.:
84%.
85, 87%, 88%; Redjang Lebong:
219%, 21.8%
Singkep ’17in Mij.:
475%,
466%, 470. 467.
De afdeeling voor benlcsa.ndeclen was
vast. Amsterdam-
sche Bank: 174%,
174%,
175, 174%; Roll. Bank voor
Zuid-
Amerika: 77%, 76%, 7634; Incasso Bank: 121,
12134;
Ko-loniale Bank:
2596/s
260, 254,
259%,
256
5
/8;
Ned.-Ind.
f[andelsba.nk: 175
1
/8,
175%,
177
34,
176%; Net]. Handel Mij.:
160
1
1,
.16&%, 161, 1.61%; Rdanische Bank Vereeniging:
04%, 95, 94%.
De
Arnerikea.nsche vserlct is
rustig geweest en heeft zieh, zonder bijzondere voorvallen, geheel aan Wallstreet aange-
sloten. Anaeorida Copper: 94%, 9434, 95%, 94%; Stude- baker: 51%, 507/
s
, 50,
50%;
United States Steel Corp.:
162%, 166%, 165; Atehison Topcea: 175, 173% ; Baltimore
& Oltio: 114%, 113, 114%; Miasouri Kansas & Texas: 40,

3S
11
fe
40, 39%; Southeru Pacific: 11.0%,
lll»jn,
115,
Union Pacific Rw.: 170,
170%,
169%, 170; Wabash
Railway : 69/
2
,
6
7
13
11(1,
7125
/32,
69
21
1
:2
.
De
çjcldmarkt
is nagenoeg onveranderd gebleven; dc no-
teering voor prolongatie wisselde tussclien 3% en 3% pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRÂNEN.

22 Maart 1927.

De vraag naar t a r w e is in de iiivoerlandcn van het
Europeesche vasteland deze week niet toegenomen en de
markt bleef er dus rustig met een matigen geregelden om-
zet in :Plata-tartt’c, en daarnaast op meer beperkte schaal da-
gelijkschen handel in tarwe uit de Vereenigcle Staten en
Canada, welke soorten voor meeging met de Plata-tarwe
onitisbaar blijven. k1et hetzelfde doel villdt ook Rusaische
tarwe geregeld koopers. Onlangs werden daarin vrij ivat za-
ken gedaan naar Frankrijk, terwijl verder Nederland en het
Dititsche achterland van Rotterdam voor Russische tarwe
de beste koopers zijn. Geruimen tijd heeft Rotterdam onder
de West-Europeesche havens het grootste aandeel gehad in
de Zuid-Russisclte tarwe-verschepingen, doch het schijnt, dat
daarin ‘nu verandering zal komen. Van Russische zijde wordt tenminste bericht, dat tegenwoordig de meeste. zaken gedaan
worden naar Italië. Ook andere soorten blijft Italië in vrij
juime mate koepe,n, vooral Australische tarwe, die ook in
Zuid-Frankrijk belangstelling blijft wekken, dcii laatsten
tijd meer dan tevoren in Duitsehlaud w’ordt gekocht en ove-
rigens haar beste markt vindt in Engeland. Ook daar was
echter deze week de vraag naar tarwe al evenmin levendig
als
01)
liet vasteland. De omzetin ladingen was erzeer be-
perkt en parcels werden er buitengewoon weinig gekocht.
Zeei- groote Argentijn sche versehepingen, die naar Europa jiet minder clan 91.5000 quar’ters bedroegen en daarmee tot
nog toe Jit hoogste iveekcijfer van dit seizoen bereikten,
werkten in Engeland de lustelooze houding der markt in de
hand. Ondanks die zeer groote Argentijnsehe tarwe-versche-
pingen namen de voorraden in de Argeutijnsehe havens nog
net 20000 ton toe, vat, evenals de flinke vraag voor
seheepsruim’te ter belading in Acgentijnsche havens in de
eerstvolgende maanden, op de ivaarechijnlijkheid wijst van
verdere omvangrijke verschepingen in de toekomst. Daarbij zijn de hoeveelheden tarwe, ciie naar Europa onderweg zijn,
abnormaal groot wegens de aanzienlijke verschepingen der
htatste weken. Zij bedragen meer dan 9 millioen quarters
tegen 6% millioen in het vorige jaar om dezen tijd. Tot nog
toe hebben de groote hoeveelheden tarwe, die reeds zee lan-
gen •tijd naar Europa worden verscheept, er steeds gemak-
kelijk opname gevonden en zelfs was liet dikwijls verras-
send, hoe weinig moeite het kostte, voor den omvangrijken
stroom van buitenlandsche tarwe steeds plaatsing te vinden, zonder dat de markt daarbij gedrukt werd. De voortdurende
toename van den zeilenden voorraad zou daarin nu echter
ivel eens verandering kunnen brengen en reeds heeft zij
het tegenwoordige gebrek aan onderneniingslust tengevolge.
De beperkte vraag in Europa en de groote Argentijosclte
verschepingen hebben niet nagelaten ook in Noord-Amerika
haar invloed te doen gelden. Geleidelijk zijn zooivel te
Chicago als te Winnipeg anti de termijnmarkten de tarive-prijzen vrij wat gedaald, wat ook weder in Europa een her-
stel van den kooplust tegenwerkte. Juli-tarwe te Chicago
was op 19 Maart weder aangekomen op het peil van Jan u-
ari en te Winnipeg zullen de particuliere ramingen van het
nog inCanada aanwezige uitvoer-overschot wel tot de prijs-daling hebben meegewerkt. In het vorige jaar om dezen ‘tijd was volgens de offnoieele opgaven nog 50 millioen bushels
tarwe in Canada voor uitvoer beschikbaar, terwijl die hoe-
veelheid nu 135 millioen zou bedragen. Als die raming juist
blijkt te zijn, zou liet wel eens wat minder gemakkelijk kun-
nen worden dan men in. Canada tot nog toe aangenomen
had, om het restant kwijt te raken tot de tegen woor.dige
prijzen, die aieh zoover verheffen boven die van Plata- en
Australische tarwe. Na een klein herstel op 21 Maart sloot
tarwe te Chicago ‘nog 3 ii 4 en te Winnipeg 2 h 3 dollar-
cent per 60 ibs. lager dan een week tevoren. Aan de Argen-
tijnsche termijnmark’ten was echter op 21 Maart van een
herstel geen sprake en zelfs ftrad. nog een verdere daling in,
waardoor Buenos Aires en Rosario 15 Ii 20 eentavos per
100 KG. lager sloten dan op clen 14dec.
Australië heeft ditmaal niet weder zoo buitengewoon veel
tarwe verscheept als de vorige week, doch het totaal der we-
reitverschepingen was wegens het groote Argentijnsche cij-
fer toch weder zeer hoog. Rusland laacide weder op dezelfde
bescheiden schaal van de laatste weken tarwe af.

Voor rogge was deze week in Europa de vraag niet
beter, doch telkens nieuwe prijsdalingen in Noord-Amerika
brachten ivel eenige uitzetting der zaken te ‘eeg. Voor spoe-
dige rogge bestaat in Duitschland weinig belangstelling en
ook de andere invoerlanclen koopen zeet- weinig rogge, doch
op aflading in Mei, waarvoor de prijzen wat lager zijn dan
voor spoedige. rogge, omdat dan via de oostelijke Canadee-
sche havens kan worden verscheept, kwamen meer zaken

280

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Maart 1927

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data

Tarive Maïs
Haver Tarwe
Maïs
L/jnzaad
Mei
Mei
Mei
Mei Mei
Mei

19Mrt.
1
27 134%
74%
44%
11,20
5,85
14,55
12

,,

’27

138j
77
si,
46
11,30
5,95
14,70
l9Mrt.’26

15971
8

73%
39
13,20 7.15
15,75
l9Mrt.’25 163%
118 41
/
15,65
9,60
22,35
19 s1rt..24

1047/8
77j
467/
t

10,50′)
8,-
18,75′)
20Juli’14

82
5681
8

36%
9,40
5,38
13,70
1)
per April.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

21
Maart

17Maart

22
Maart
1927

1927

1926

Tarwe (llardwinter II)
. .
14,75
15,25
Rogge (No. 2 Westrn) ..’
12,70
12,90
Mais (La
Plata)

…….
,
2

166,-
164,-
Gerst
(48
lbs. malting)
220,-
2 19,-
Haver
(Canada3)……..
1

11,80
11,75
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van
La Plata-zaad)


1

12,-

12,20
Lijuzaad (La Plata)

357,-

354,-

1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
9)
per 1960 KG

15,40
10,40
165,-175,-
10,50

12,70
328,-

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal

Artikelen

1

1

1

13
1
19
Maart
1

Sedert

1 Qvereenk.

13
1
19
Maart 1

Sedert

Overeenk.

1927

1926
1927

.
1
Jan.
1927

tijdvak
1926

1927

1Jan.
1927 i
tijdvak
1926

26.000
358660
220.928

16.784
1.957
375.444
222.885
Tarwe …….. ……….
Rogge

……………..
3.187
50.057
40.848

– –
50.057
40.848

100
6.068
5.068

67
140
6.13.5
5.208
Boekweit …………………
Maïs ……………….15
.20,4

333 280 212.853 830
63.793
19.037
397.073
231.890

13.438
100.742
78.854
355
2.049
.
2.286
102.791
81.140
Haver ………………
2.220
24j54
32.638
400
1.030 1.795
25.184
34.433 2.248 43.850
48.321
1.500
.

43.821 42.929 87.671
91.250

Gerst

……………….

8.089

38.879
63.645



38.879 63.645
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek

…………….
4.505
29.228
11.686
‘415
8.733
2.175
37.961
13.861
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten ….
967
4.609
1

2.828



4.609
2.828

tot stuicl, zoowel naar de Diiitsc]ie havens als naar Ilocbter-
i;tiii.
Op 21 Maart iette te Chicago c!e prijs.:taling voo’ rogge
zccli verder voort cii de markt sloot er 5 h 6 dollarcent per
56 16e. lager dan een week tevoren.
Uit .ltuslanct werden na
do
grootere verschepingen der
vorige week ditmaal geeli rogge-aflacUngeii gemeki.
Ook voor in als was de vraag deze week weder onbevre-
iligend. Toen cie vorige week de Argeiitijnsche verschepiii-
gen vrij wat kleiner waren dan cle hoeveelheden, waaraan men dcii laatsten tijd gewend was geweest en. desondanks
cle voorraden in de Argentijnsehe havens nog een verminde-
ring ondergi’ngen, was cle iiiarkt eeuigeli tijd ivat vester ge-
loopwi, doch toen ‘deze week dezelfde verschijnselen zich
herhaaklen, liacklen zij niet weder die uitwerking. De vraag
Was namelijk iiii.tussehen niet voldoende gebleken cii het
bleek wel, dat cle kleinere varschepingen nog n,ieit ten ge-
volge haddeu
i
dat de groots stoomen.cle’ hoeveelheden ge-
inlikkelijker opnaiiie vonden. Engeland en Duitsehiand, zoo-
wel nls,cle Noorsche landen toonen voor maIs weinig belang-
stelling cii vooral ‘te Hamburg iscle• markt gedrukt door
ruime aanvoeren en onvokloencle vraag. la Nederland echter
lioiclei.i vraag cii aanbod elkaar bij voortduring vrij goed in evenwicht cii terwijl de prijsiluctuaties er zeer beperkt ble-
ven, konden in oude Platain,aïs althans aan cle Neclerlatid-
selie markt vrij geregeld nieuwe zaken tot stand komen. De
omzet iii Plaita-niaïs van dcie niieuwen oogst kon ziel, echter
nog niet weder herstellen na cle kleine verbetering der
mark’tstemming welke daarvoor onlangs heeft plaats gevon-
den. Er zijn iii Nederland nog genoeg ‘koopers voor Plata-
tiiaïs ‘ter levering in cle tweede helft van het jaar, doch de
welken zij ivenscheti te besteden ‘is bij voortduring
iets te laag out tot flinke zaken te leiden. Men ‘blijft van
nieening, dat wegens dIen goeclen Argentijnschen oogst wel
spoedig eensge verdere verlaging dci prijzen zal i’ntreden.
De Argentijnsche termijnniark’ten hebben voor nieuwe mais
wel eenige prijsverlaging gebracht, doch wegens dc vaste
vrachteuntarkt viel daarvan in de in Europa gevraagde prij-
zen weinig te bespeuren. Wel is door cle weinige vraag oude
maïs
01)
spoeclige afladl.i’ng de laatste dagen weder, wat goed-
kooper te kool) gekomen. De Argentijnsclic termijurnarkten
zijti voor mais in dcii
1001)
cle.r week 5 ii lOcentavos per
100 KG. gedaald.
De prijzeti WiaJtoe i’afl den Donau mals wordt aangebo-
den, zijn deze week verder gedaald en vooi7al op eenigszii’ns
verwijderde aflacling is cle prijsverlaging Vrij aanzienlijk.
Den laatsten tijd is overzee weinig mais uit Roemenië ver-
‘seheept, omdat steeds goede vraag naar Roemeensche maIs
bestond in Middei -Europeesche landen, waarheen zij Donau-
opwaa.rts werd verscheept. Die vraag is echter sterk afge-
nomen cii men verwacht in ‘]toenieniië .poed’ig weder grootere
aanvoeren van Tunis
iit
cle zeehavens. Va.nclaar het cirin-
gender aanbod cii de lagere prijzen. Uitbieicl’i’ng der zaken heeft dat echter niet in sterke mate veroorzaakt. Nederland
blijft vohr Donanma.ïs nog de beste kooper, doch ook daar-
heen is cle dagelijksche omzet niet groot.
in Noorcl-Auicrika was nia.ïs deze week weder flauw door
oiivokloencle bi’n nenl.a.ndsc’he vraag en na een klein herstel
op .21 Maart sloot maïs to Chicago ongeveer 2% dollarcent
per 56 lbs. lager clan op den 14dn.

Export-zaken van beteekends laten echter nog op zich
wachten.
Moeilijk blijven cle zaken in ge r st. Van .grooteii omvang
zijn cle wercid-verschepingen nog altijd niet en speciaal uit
R-LISIa.11(i
lS
deze week zoo -oed als geen gerst afgeladen,
doch bij de in vemgelijloing met mais zeer Icooge gerstprijzen
zijn (le vei’schepingeii voldoende voor liet verrnincleiche ge-
brink. Ondanks de stancivastige markt te Wimmnipeg, waar
01) un en clan optredlendle prijscla.li ngen telkens weer een lir-
stel volgt, . zijn Noord-Ain&r.ikaansche soorten geleidelijk
goeclkooper te koop ‘gekomen. In Duitschland geeft men de
voofkcur aan Plata-gerst wegens de goede kwaliteit, doch
levendig waren ook daarin cle zaken allerminst. .1
ii
]),onan-
gerst zijn tot dalende prijzen deze week iets meer zaken ge-
daan naar Rottrd.am, gedeeltelijk voor Duitschla:nd, en de
versebepingen via den Donau waren grooter.

II
a v e r wekte deze week ja Engeland meer belangstelling,
daar slechts 1eperkte hoeveelheden Plata-hiever naar Engel-
sche haven’s omiclerweg zijn. Ook liet vasteland koopt vrij gere-
geld haver, doch cle versehepiugen uit Argentinië en Chili,
in bescheiden mate gesteund door Rusland en den Donau,
kunnen ‘nog steeds ton volle in cle behoeftjn voorzien. Ha-verzaken u:it Noord-Amerika vinden nog altijd niet plaats.

SUIKER.

NOTEERINGEN

Londen
New York
.White Java’s
h

Cuba’s
Amsterdam
960
Data
per
Tates
fo.b. per
,
1

950 cLf.
Centri-
Mei/Juni
Mrt/Juni Maart
Cubes
No.1
fugals

kristalsuiker
Sh.
,

Sh.
Sh.
$
ets.
basis 990
21 Mrt. ’27
f
20
7
/
3613
151734
14/9
4,71
14

’27
,,

20ut
373
16/_
15/114
4,83
21

’26
157j
31/3
13/9
1017%
3,96
21

’25
,,

2111/
3710
171-
14/0

4,74

ruwsuiker
1
basis 88
0

4
Juli ’14
1
11$!
1.

isa
181-1

,-
3,26

basis
990
1
1)
liet verschil tusschen ruwsuiker 980 en
f
14
18
/
98
1
1
krist.suik.
990
is aan te nemen
opf3p. 100KG.

De verschillende suikernia,rkten toonden de, afgeloopen week, een nogal sterken teruggang in prijzen iii sympathie
met New York, alwaar op een dag wegens g’roote lic1nida-
‘ties op cle termijnmarkt cle ‘noteeringen plotseling sterk terugliepn,
botgeen
tevens cle prijzen van effectieve suiker
beïn vloedcle.
De notceri’ngen te New York hadden het volgend verloop:

23
Maart
1927

ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN

281

Sp. C. Mei Juli Spt. Dec. Jan. Mrt.

Slot voorafg. week ……4.90 3.13 3.26
3.35
3.24.2.99 2.86
Opening verslagweek.
..
. 4.83 3.06 3.18 3.27 3.17 2.93 2.82
Laagste punt verslagweêk 4.71 2.94 3.07 3.16 3.05 2.85 2.75
Slot verslagweek ……..4.77 2.99 3.11 3.20 3.12 2.91 2.80
Dc ontvangsten in de Atl. havens (Ier V. S. bedroegen deze
week 56.000 tons, de versmelti.ngen 73.000 tous tegen 64.000
tons in 1926 en de voorraden 200.000 totis tegen 140.600
ton
S.
Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen dalende tot eene
fI’ticti( onder 3 cle. c. & fr. New York.
De Out) a.statistjiek is als volgt:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Weeleontvangsten tot 12 Mrt

235.161 211.563 215.562
Totaal sedert 1jan.-12 Mrt 1.702.625 1.908.597 1.973.894
Werkende fabrieken

176.

175

181
Weekexport 12 Mrt………94.731

91.503

185.595
Totale export sedert I J.-12
Al.
726.405 1.024.119 1.260.301
Totale voorraad 12 Mrt…..976.220 884.479

713.593
in Londen sloot dc termijnmarkt op de volgende notee-
ringen

Maart

1927 .. Sh. 17j-

Oct

1927 …. Sh. 1519%
Mei

,,

. . ,, 1711%

Dec

..

….

,, 15/4w
Aug.

,, . . ,,
17/4%
Maart 1928 . . . . ,, 16/11k
Op J cc v a viel de stemming der markt (leze week nogal
mede, nadat do eerste dagen lusteloos en zonder zaken voor-
bijgingen. Slotnoteeringen waren als volgt:

Superieur ready Maart …………
f
11.811 per pic.
nieuwe oogst Mei ……,, 19.25

100 KG.
Juni ……,, 18.87k

100
No. 16 &/hooger ready …………,, 10.621

ic.
i er te 1 a ii cle brokkelden prijzen
01)
de termijnmarkt
in den loop der week ongeveer
f
1 af, doch herstelden zich
Zaterdag weer oenigsz:i.ns.
De laagste notecringen waren:
Maart
f
20.—; Mei
f
20/,; Aug.
f
20%; Dec. / 181j,;
slot stemming prijshoudend, Augustus en.
f
21 gedaan.

KATOEN.

Marktbericht van (Ie ileeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 16 Maart 1927.
De Amerikaansehe katoenmarkt is de laatste dagen flau.w
gestemd en de vraag schijnt aanmerkelijk geluwd te zijn.
Deze ‘erminderde kooplust schijnt Vrij algemeen te zijn;
prijzen zijn wat lager geweest en toonen verdere neiging tot
dalen. Heden opent de markt in Liverpool een paar ptuiten
hooger, doch zijn katoenprijzen over de afgeloopen week
totaal 26 punten gedaald. Ook prijzen van Egyptische katoen
zijn iii overeenstenimi ng met die van Amerikaansche ge.
daal.d, hoewel verkoopeu geregeld doorgaan, al zijn (leze ook
minder geweest dan in de afgeloopen weken.
Spinners van Amerikaanselte garens rapporteeren een
kalmer week dan den laatsten tijd is voorgekomen, hoewel
zaken in getwijnde garens voor India geregeld doorgaan en
er vooral voor ,,Extra H;irs” groote belangstelling bestaat.
Prijzen van Amerikacnsehe ga.rens zijn eenigszins flauwer,
doch uit de noteeri ngen blijkt vel, dat garenprijzen minder
verlaagd zijn dan katoenprijzen en sphillerS dus hun marges
trachten te verbeteren. ].n Egyptisohe gn.rens zijn in de fij-
tiere nummers flinke zaken gedaan, doch over het algemeen
gaat er niet veel om, hoewel prijzen vrij vast zijn. Er valt
verder weinig bijzonders te rapporteeren.
:Dnekprijzen blijven vast, doch er wordt momenteel weinig
gekocht. Wel bestaat er van de meeste overzeesche mark.
ten, speciaal Indië, belangstelling, doch het prijsislee van
koopers en verkoopers loopt te veel uiteen om veel meer dan
etikee kleine postn in diverse styles tot stand te brengen.
Ondervin•dingen van fabrikanten schijnen nog te varieeren
sommigen berichten dat zij in staat zijn geweest voor een
volle iwerkweek af te sluiten en zijn dan ook niet geneigd
eenige concessies toe te staan ondanks de lagere katoenprij-
zen. In andere gevallen is men bereid kleine reclucties (van
spin fors verkregen) toe te staan, doch noteeri Igen, over
het algemeen genomen, toonen geen verandering. Overzee-
sc’he koopers schijnen meer geneigd te zijn den 1001) der ge-
benrtciiissen af te wachten, terwijl o,rok meer over den
nieuwen oogst gesproken wordt, hetgeen altijd een onzekere
factor is in de markt. Over het algemeen kan men de markt
echter als gezond beschrijven, terwijl fabrikanten geen haast
hebben om te verkoopen en er gcrc,-;el(l in diverse soorten
wat gedaan wordt, zij het dan ook in kleinere hoeveelheden.

9Mrt. 16Mrt. Oost. koersen. 8Mrt. 15 Mrt.

Liverpoolnoteeringen. T.T. op B r.-Indië 1157 1/5li
F.G.F. Sakellaridis 13,90 13,35 T.T.op Hongkong 1/1 l 1/1
1
*
G.F. No. 1 Oomra.. 6,00 5,70 T.T.op Shanghai 2/5% 215

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling TJplands.)

18Maart
1927
II
Maart
1927
4Maart
1927
18Maart
1926
18Maart
1

1925

New York voor
Middling…
14,05e
14,20e
14,50e
19,30e
25,65 c
New Orleans voor Middling
13,85e
14,—c 14,25e
18,34e
25,60e
Liverpool voor
Middling
.
..
7,54 d
7,70
d
7,93
d
10,01
d
1

14,16 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In duizendtallen balen).

1
Aug.
’26
1
Overeenkomst
ige periode
tot
l-
11Maart_’271
1925126

1924125

Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.Havens
}l]l98
8219
8409

Uitvoer naar Gr.Brittannië
2005
1819
2186
‘t Vasteland ete.
4823
1

3491 3616
Japan…
.
1205
868
763

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig
tijdstip
11Maart’27
1926 1925

2718
1285


1157
Amerik. havens………….
1164
1806
967
Binnenland ……………
New York

……………
226
36
208
648
386
293
New Orleans …………..
Liverpool …………_
989 601 780

KOFFIE.
Ook in (le afgeloopen week was de stemming voor het ar-
tikel Vrij vast. Weliswaar veranderden de aanbiedingen uit
de productielanden in sommige gevallen slechts weinig en
bleven zij in andere gevallen zelfs geheel ongewijnigd, doch
aan de termijnllîarkten liepen de noteeringen nog iets
01)
011
voor loco viel tiets meer bel angstel ling te coustateeren. Dit
laatste geldt niet alleen voor de goeie gangbare Braziel-
soorten, doch ook voor gewassehon Centraal-Amerikaccnsche
koffie’s en voor Robusta, wat de laatste soort betreft, hooI d-
zakelijk voor ongewasachen Sumatra Robustas, zooals Pa-
lembang, Mandheling en dergelijke kwaliteiten.
Zooals hierboven reeds gezegd, bleven de kost- en vraeht.
aanbiedingen grootenideels onveranderd. De offertes van
Rio waren zeer beperkt, hetgeen bij de kleine aanvoeren der
laatste dagen in de haven van Rio (een bewijs van het ten
einde loopemn van den oogst) niet ‘te veiivondereu valt. Voor
zoover er aanbiedingen kwamen, waren zij ten slotte 1/- In
116 hooger clan verleden week. Santos daarentegen bleef ge-
heel onveranderd en ook in (le offertes van Robusta van
Nederl andsch-Indië kwam geen wijziging.
– De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer80/- f1 811. per
cwt. en van dito Prinm ongoveer 82f6 183/-, tem-wijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versclte-
ping, bedragen 72/-
5.
72J6.
Van Robusta op aflading van Nederlandlscli-Inlië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Maart/April verscheping, 3734 ct.;
Inlandheling Robusta, Maart/April verscheping, 3834 ot.,
alles per 34 KO., eif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 55 ct.
per 36 KO. voor Superior Saatos en 48 et. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtencl-call als volgt:

Santos-contract

. Gemengd Contract
basis
Good

11
basis Santos Good

Mrt.
1
Mei
1
Sept.1 Dec.
11
Mrt.
I
Mei
1
Sept.I Dec.

22Maart
44mj
8

43
41
39%
437
a

42/
a

38%
36
15

,,
44
42m
4084
39% 41m, 38%
35
8
43i/
42m
40%
39m,
42
40/
373
35%
1

,,
43t,
42m/
40%
39%
41%
401i
37
34/8
De slot-noteeringen te New-York
van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren:

Maart

I
ldei

Sept.
1_Dec.

21

Mrt ………
$
14,82
$
13,89
$
12,08
$
11,62
,,

14,75
,,

13,90
12,14 11,80
14

,.
……..
,,

14,04

.

13,35
11,91
11,57
7

…………
28

Febr………
13,93
,,

13,18
11,75
11,40
Rotterdam, 22 Maart 1927.

Vereeniging voor den Goed
te Rotterdam.)
a en voorraden in Brazilië.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen

te Rio

J

te Santos Data


Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
1

week

I

1Juli

I

week

1Juli —

19 Mrt. 1927 .. ..

41.000. 2.819.000

184.000 6.914.000
20 ,, – 1926

20.000 3.296.000 215.000
1
6.856.000

THEE.

Alle aandacht van de theeniaikt in de afgeloopen week
coucentreerde zich
01)
te veiling van 17 Maaiit, de grootste
tot dusverre gebonden Amsterdamsche veiling. Zij omvatte,
zôoals bereids vermeld, een aanbod van ongeveer 29.000 kisten directe aanvoci’, terwijl de doorsnede kwaliteit van
het aanbod uo.g nooit zôd inferieur en ordinair was geweest.
Dit was cle volle Westinoessou thee met haar slappe schenk
Cii van weinig inhoud en met haar overhaaste bereiding en
sortatie – dus niet veel stelen. De weinige werkelijk goede
partijen trokken dan ook veel belangstelling en konden
doorgaans vau 2 tot 5 ets. in prijs stijgen. Daarentegen
moesten de ordinaire soorten meestal 2 tpt 7 cents van hun
vorig niveau prijsgeven.
Er was veel belangstelling van buitenlandsche zijde, ter-wijl ook de eommissiehuizen fhnk in de markt traden. Ook
,

de binnenlandsche consumptie hield zich goed, doch deze
factoren konden niet verhinderen, dat een Vrij groot aan-,
tal partijen onverkocht bleef, ook al werd daarvan n. de
veiling veel afgedaan. Het gemiddelde prijsniveau zal, door.
de groote hoeveelheid ordinair, ca. 3 ets. lager komen te.
liggen dan in de veiling van 24 Februari.
De volgende veiling is vastgesteld op 7 April en zal een
aanbod van 25.000 kisten te zien geven.
Amsterdam, 21 Maart.

RIJST.

De groote rijstoogsten van Burmah, Saigon en Siam von-
den to.t nutoe een ileer ivillige markt, hoofdzakelijk daar
Britsch-Inclië, Japan en Nederlandsch-I.ndië voor groote hoe-
veelheden koopers waren. Hierbij moet ook iii aanmerking
genomn worden, dat de oorlogstoestand in China mede tot
de vaste stemming in het Oosten bijdraagt, daar de binnen-
1 andsehe onlusten den Chi,neescben landbouw uiteraard zeer’ ongunstig beïnvloeden.
De zaken met Europa waren kleiner dan algemeen ver-
‘ach.t werd, doch de afzet van gepeld was niet van dien
aard om Eui-opa de stijging der markt gretig te doen volgen.
Ook de afzet van gepelde Java laat veel te wenschen
over, zoedat vom den oogst van dit jam

nergens interesse
op te wekken is. Het ziet er dus momenteel voor den Euro-
peescimen rijsthanclel verre van rooskleurig uit.

COPRA.

De prijzen liepen gedurende dc vorige week iet;
Het aanbod was over het algemeen niet groot, n
vraag is momenteel zeer slecht.
Voor stoomencie partijen naar Hamburg was wel voor stoomend naar Holland daarentegen weinig vi i)e slotnoteeringen zijn:
Neclerl.-Tndjsche f.m.s., stoomend
Febr./IV.trt. afl
…………
Mrt./Apr

…………
April/Mei

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
Van ,Noord-Amerika was voor vroege posities geen def i-nibieve vraag, noch vnu de Northem-n Ra.iige noch van Cc-
tiadeesche havens. Van de Golf van Mexico is echter be-
vracbting mogelijk per Maart of begin April naar Antwer-
pen/Rotterdam tegen 18 cents per 100 lbs. zwaar graan.

Van Montreal .wordt tonnage gezocht per Mei op basis
van 19 tot 20 cents ])aar cle Micklellai.ndsche Zee; tonnage
naar het Comit.i•neut.is niet te krijgen onder 17 cents naar
Antwerpen, Rotterdam of Hamburg, doch wordt slechts 16
tot 16Y2 cents door bevrachters in uitzicht gesteld.

De suikermn.rkt van West-]sielib was kalm. Vat:i Cuba of
San Domingo heeft een 6000 tonner 22(6 bedongen per 1012.5
April naar UK/Continent, welk cijfer kan worden her

haald voor een boot van gelijke grootte niet de optie Mac

seille of Genu,a tegen 25/- en Venetiii tegen 27/- tot 2716.
Kleine booten bedongen 2316 naar IJ.K./Continent per
Maart/April.

De markt van de La PLata opende kalm, doch werd in
den loop der week zeer levendig. Deze week werden neer
dan 45 booten bevracht, waarvan 19
01)
&mn dag. De vraag
is hoofdaa.keljk naar Maart/April tonnage. Voor Maart is
tot 2.9/- gedaan van boven La Plata havens en 28/- voor
April. Mei betaalde tot 271- en Mei/Juni 25/6. Een handige
boot is gedaan naar Vaneonver per Juli te
g
en 2916.

Waar •de meeste chilisalpeterbevrachtcr.s en reeders zich
voor een bepaalde hoeveelheid gedekt hebben, .is de toon
van deze mark.t kalmer geworden. De reeders hebben hun
vrachti.deeën voor maanclelijkschcï partijen. van Juli tot Maart verhoogd en het minimlun, dat door hen geiraagcl
wordt, is- 27/6 -naar Duinkerken/Ikwiburg
1

ange. De be-
vrachters zijn echter tot nu toe nog niet bereid oj die basis
te onderhandelen. Vijf zeilschepen zijn bevraoht voor ver-
schillende l.aacl.tijden van Juli/Augustus tot December, op
basis van 20/6 tot 21/. naar gelang van, positie, naar het
Continent. Voor volle lading is de vraag miniem.

De Oostelike af deeliingen verschaffen slechts weinig
vraag, doch cle vrachten blijven door het bekende tekort
aan tonnage op peil. Zelfs de markt van Austral.ië was
kalm en de vrachteu vertoonen een neiging tot dalen.
Naar de .Middeliandsche Zee UK/Continent is van West-
Australië voor groote booten per April 41/9 gedaan en per
April/Mei 4216. De andere aflaacicentea hebben deze week
geen tonnage opgenomen. De rijstmarkt van ‘Burrnah bleef
ook kalm, doch een handige wilde boot werd bevi-acht voor
Maart belading naar Fiume tegen 32/6, terwijl een gi-oote
boot van 10.100 tons werd gedaan naar Holland tegen
30/-
per April.

De Donau bleef kalm en ei- wei

el slechts édn .bevr.achtin.g
gedaan, mcl. tegen 18(6 naar het Continent, optie Denemar

ken tegen 20/- één haven. Da Zwarte Zee bleef onveran-
derci. Twee handige booten werden bevracht tegen 14/9 en
15/- basis Continent.. De vraag is zeer beperkt.

De vrachten van de Middellandsche Zee ivaran kalm en
het aantal gedane zaken is niet groot. Voor erts werd om.
betaald: Melilla/flotterdam 516, Bona/Rotterd.am 4/9, Va-
lencia/Hotter.dani 6/9. Fosfaat is kalm en er werd weinig
bevracht. Sfax/Rieme betaalde 716 en Sîax/Rouaan 6f44.

De Golf van Biseaye was vaster en cle vracht vali Bilbao
is gestegen tot 7/- nea.i- Carcliff, 6/6 naar Rotterdam en 7/6
naar Middlesboro.

De vrachten voor kolen van Engeland bleven vast, voor-namelijk naar Italië en oostelijke Middellati.dsche Zee ha-
vens. Van Wales werd om. gedaan: Rociaan 4(6, Piraeus
13/-, Alexandrië 1 3/-, Colomho 17/6, Buenos Aires 14/- en
van de Oostkust: Hamburg 4/-, Gibraltar 8/9, Las Palmras
10/6.

RIJNVAART.
Week van 13 Maart t/m. 19 Maart 1927.

De aanvoeren van zeezijde, hoofdzakelijk erts,
waren
matig. Bij matige vraag was dc aanbieding van scimeeps.
ruimte voldoende. De ertsvracht bedroeg gemiddeld 45155
ets, per last met resp.
J/4_
lostijd.
Naar dcii Bovenrijn was tamelijk veel vraag. Voor ruwe
producten ‘werd betaald f0,90 Lt
f
1,— per last.
Het sleeploon bedroeg gemiddeld 27 —30 ets, tarief. De
waterstand was gun stig.
In de Ruhrhavens overtrof ht aanbod van leege ruimte
verre de vraag: Dientengevolge ging de vracht voor export-
kolen met 10 plg. per ton terug en bedroeg M. 0,80 per ton
met vrij sleepen.

Auteur