Ga direct naar de content

Jrg. 12, editie 580

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 9 1927

9 FEBRUARI 197

AUTEURSRECHT VOORBEHbUDEN.

.

EconomiscapWstatistische

Beri
echten

ALGEMEEN WEEKBLAD
VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

12E
JAARGANG

WOENSDAG 9 FEBRUARI 1927

No. 580

INHOUD.

BIz.

Mededeelingen van de Centr. Commissie voor dé Rijnvaart 120
HEr SCHELDEBEHEER IN HET BELGIsCHE
TRAGTAAT
EN

ONZE GRONDWET
door
Prof. Jhr.Mr.W.J.M vanvEijsinga 121
De
Belgische Spoorwegen door
J. H. Go!, en Stuart ….122

De Engelsche Bankwet
doorProf
Mr. Dr.G.M. VerrijnStnart 125
Naar aanleiding van het Arrest van den bogen Raad
in de zaak van den Koninklijken Hollandschen Lloyd
(Slot) door
Mr. H. M. A. Schadee ……………….126
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De
groote bankconcentratie te Weenen door
Dr. R.

Kerschagi ………………………………
128 AANTEEKENINOEN:
Schatting van de werkzame bevolking in eenige lan-
den in
1931
en
1941
door Prof. A. E. Bowley,
Dir.ès
Sciences F.B.A. ……………………
129

Indexcijfers van groothandelsprijzen…………..
131

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
132-138
Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECO21OMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Tcrpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lenflep; Mr. K. P. van der Af andele; Prof. Dr. E. Af oresco
.
;

Mr. Dr. L. F. H. Regout
;
Dr. E. van Weide-ren Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Air.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. da Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Air. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-G’ravenhage. Postchê qua-
en
giro.
rekening No. 6729.

8
FEBRUARI
1927.

Tn den toestand van de geidmarict kwam gedurende

de afgeloope berichtsweek een belangrijke. omkeei-.
De vraag naar geld werd hij cle maandswisseling plot-
seling verrassend groot, te meer verrassend daar bij
den Februar:itermijn de geidvraag in den regel slechts

gering is. Door verschillende omstandigheden wei-
den grooto bedragen, die ge-ruimen tijd ,,oncali” ter
beschikking van de gelcirnarkt gestaan hadden, terug-
getrokken, zoodat het aanbod, van cailgeld bijna ge-
heel ophield. Ook voor het disconteeren van wissels
werd het aanbod van geld veel kleiner. Toen daarna

Dinsdagavond De Nederlandsche Bank haai- tarieven
voor beleening van binneulandsche effecten en voor
voorschot in rekening met een half percent, verhoog-
de, trok het disconto opnieuw sterk aan en werd de
vraag naar caligeld nog grooter. Particulier disconto,
dat dc vorige week nog tot 2’fio pOt. vrij vlot te
plaatsei was, was nu op verschillende dagen alleen

tot 3
7
(1
pOt. onder te brengen, en voor caligeld werd
tot 4 pOt. betaald. Alleen de prolongatierente bleef
oiiaandoenlijk voor cle meerdere deldvraag in de andere
afdeelingen van de geldmarkt; de noteering schom-

melde tusschen 3¼ en 3
5
/s pOt.
* *
*

Op de balans van De Nederlancische Bank trekt een

vrij aanzienlijke daling van den post paiier op het

buitenland de aandacht. Deze post blijkt in de afge-

loopen week van
f
118 millioen tot
f
137,8 millioen

te zijn teruggeloopen. Aangezien de diverse reken in-

gen op de actiefzijde der balans met
f
10,4 millioen

geklommen zijn, kan worden aangenomen, dat de

Bank in de afgeloopen week ongeveer f.30 millioen

van haar tegoed in het buitenlan.d heeft moeten aan-

‘wenden om de stijging der wisselkoersen tegen le
gaan. De renteverhooging, waartoe cle centrale c:re-
dietinstelling met ingang van 3 Februari ji..is over-
gegaan, za] wel in hoofdzaak hierin haar verklaring

vinden.
De overige bestanddeelen van het opereerencl kapi-
taal der Bank geven een stijging te zien. De binnen-
.iandsche wissels vermeerderclen met f 11 millioen; cle

heleeningen met
f
4,8 millioen. De metaalvoorraad

onderging weinig verandering. Het mun tmateriaal
bleef op dezelfde hoogte; de posten gouden en zilve-

ren munt daalden resp. met
f
100.000 en
f
400.000.

Do biljettencirculatie vertoont een teruggang van

.f
17,3 millioen. Het tegoed van het Rijk blijkt met

f
13,9 millioen te zijn gestegen. Do rekening-courant-

saldi van anderen daalden met f 10,9 millioen. Het
beschikbaar metaalsaldo vermeerderde met f 2,4 in ii-
lioen. Het deickingspercentage bedraagt. 53.
* *
*

in verband met de vaste geidmarkt waren de goud-
wissels deze week zwak. Dollars daalden van 250/io

tot
24915(16;
:Ponden liepen van 12,14¼ tot 12,12V2

terug en Marken van 59,31V2 tot 59,25. Later trad

er een klein herstel in; de stemming bleef echtej’
flauw. Parijs zette de regelmatige langzame daling
voort. Geopend op 9,86, werd aan het einde der week
voor 9,83 afgedaan. Madrid was weder zeer bewogen;

vaste en flauwe stemmingen wisselden. af
; Pet’ resto

– onderging de koers weinig verandering, intusschen
werd voor 41,30, maar ook voor 42,35 afgedaaii.
Christi ania flauwer, 64,10— 64,35.

LONDN,
7
FEB.RUAIU
1927.

31 Januari verliep zonder dat liet noodig bleek
van den steun van do Bank van Enge-land gebruik
– te maken. De geldverschuivingeu in de eerste dagen
van de nieuwe maand waren zeer belangrijk, maar
lieten per saldo aan de markt een voldoend saldo

voor cle dagelijksche zaken en verrekeningen.
Disconto verzwakte eenigszins tot 4¼ pOt., met het
oog op de ruimere geldpositie. De dollarkoers op een
fractie beneden 4,85 maakt goudverschepingen naar
New York mogelijk, indien de verzendingsgelegenheid

gunstig is. De vraag is derhalve of een deel of al het
goud, dat deze week in de markt komt, naar New
York zal gaan of niet. Alle omstandigheden in aan-
merking genomen, zoowel politiek als financieel, mag
de disconte-koers hier op het oogenblik te laag ge-
noemd worden: Men is benieuwd of en welke nieuwe
inzichten de governor van de Bank van Engeland
uit New York mede-gebracht heeft.

120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 FebruariI927

MEDEDEELINQEN VAN DE CENTRALE COMMTSSIE

VOOR
DE
RIJNVAÂT.

in liet besluit over den bouw der bruggen tusschen Düs-
seldorf en ‘Ncuss ce tusscdien Keulen en -Mü]heim (zie het
verslag van de Novemberzittiug iii 1926 van de’ Cent’rale’
Commissie in het nummer ‘van 15 December 1926 bladz.
1098) was voorzien, dat ‘de sub-commissie, belast met het
onderzoek der door de delegatie valt het Duitsche Rijk en
der Duitsche Oeierstaten ingedinde ontwerpen, als zij dit
nuttig oodeelde, ter plaatse de noodige waarnemingen zou
cioeu om vervolgens rapport aan de Centrale Commissie uit
te breugen en dat, iu het geval dit rapport ‘niet vöör het’
einde dci’ zitting ingediend zou kunnen wordeu, de Com-‘
missie iioor briefwisseling een besluit zou nemen.

De sub-commissie, samengesteld uit leden en deskundi-
gen der Duitsche, Belgische, Fransche, Italiaansche’ en Ne-
(leilan dsche delegaties, on der voorzitterschap van dcii,
heer Herold, Commissaris van Zwitserland, heeft den Hen
November 1 96 aan boord van de ,,Preusseu”, welwillend
door ‘de Duitsche Regeering ter beschikking gesteld, de
plaatsen, waar de bouw (ier nieuwe bruggen geprojecteerd’
was, bezichtigd. Het ,,Wasserbauamt”, evenals de gemeen-
tebesturen van Düsseldorf en Keulen hadden vertegenwoor

digers gezonden.

Op het ra.port van dcii heer E[ei’old heeft de Centrale’
Commissie door middel van hriefvisseling de volgende be’
sluiten genomen: –

Bon’w van een brug over den Rijn tusschen.

D’i,isseidorf cii Neuss.

Dc Commissie stelt vast, dat:

tegen het ontwerp van de ‘te bou-w’eii brug hij Düssel-
dorf, van liet standpunt (ter soheepvaart, geen bezwaar be-.
staat;

1
de door de Duitsche Regeeriug aan de aannemers op–
gelegde bepalingen
1),
gedurende de uitvoering der werk-
zaamheden, als afdoe ide worden beschouwd.

Bouw van eenbrugtnsschcn.Keulenen

Mülhcim.

De Conimisie stelt vast dat:
I. tegen liet ontwerp van (le te bouwen brug tusschen

i) ‘Opmerking vau liet Secretariaat: Deze bepalingen lui- –
den als ‘volgt:
I
-,

– De twee döorvaartopen’ingeu van iie ‘brug mogen niet
tegelijk van steigers wordeii voorzien; bij hoogwater en
ijsgang, d.w.z. van .15 November to-t 1 Maart, moeten de,
‘steigers uit den stroom .w’orden .verwijderd
2. De rechter doorvaaitopening kan geheel van steigers
worden voorzien, daar de linker doorvaa’rtopening ‘dan over
,
,
de geheele bfeedte van 200 M. beschikbaar ‘zal zijn. Daar

entegen moet tijdens ‘de monteering van de linkerdoor-
vaartopening, in het steigerwerk een door-vaart van min-
stens 65 M. breedte vrijgelaten worden. Om tegemoet te
koiiien aan de bëzwaren, ‘welke voor de scheepvaart zou- .i
den kunnen ontstaan door het ter beschikking stellen van
‘slechts Un doorvaartopening, zal eventueel een tweede geul
in de rechter doorvaartopening gebaggercl moeten worden. 1
Zoo iioodig zal clie geul be’bakeud inocten worden.
Remmiugw’erken, niet in ‘verbinding staande met de
steigers en welker onderdeelen door de bevoegde autoritei-
ten’ moeten goedgekeurd worden, moeten de steigers ‘be-
schermen.
Boven en beneden de plaats, w’aar de ‘brug wordt ge-
bouwd, moeten op beide oevers borden met het opschrift
A chtung Brückenbau”, worden geplaatst.
5- Boven en ‘beneden ‘de plaats ‘waar de brug wordt ge-
bouwd, moet tijdens de verschillende uit ‘te voeren werk-
zaamheden een wüarschuwingsdienst met motorbooten vor-
den ingericht,

Boven de plaats, waar de brug wordt gebouwd, moe-,
ten stoombooten’gereecl worden gehouden, welke de stroom-,,
af.waarts komende vlotten en de op zichzelf varende sche-
pen’ evenals’ -de losgew’or’pen a-ken van sleepti-einen, gratis.
door de in aan-bouw zijnde brug moeten sleepen; dc plaats,’
waar de stooinbooten gereed moeten gehouden worden, zal’
nog nader bepaald worden-

Aan de ‘bevoegde autoritèiten der belanghebbende ha-
vens van de in (tc Centrale Commissie vertegenwoordigde
Staten, wordt tijdig een suededee-ling, ‘bevüttende cle door
de kapiteins van schepen en ‘vlotten te volgen gedragslijn, –
gezoizdnn.

lÇeuieii cii Mülh’eim, , van liet stand-punt dci schecpvai it,
geen bezivaar bestaat;

2. dc door de D.uitsche Regeei-iag aan de aannemers op-
gelegde bepalingen
1),
gedurende de uitvoering clei- ivcrk-
zaan.iheden, al’s afdoende worden beschouwd.

De aan de aaunemers opgelegde bepalingen, gedurei.ide de
uitvoering der werken, betreffende ‘den ombouw der brug
‘bij Wezel (zie ‘het nummer van 15 December 1926, ‘bladzijde 1098) luiden als -volgt:

De steigers in de cloorvaartopeniug
:isi
en •dc houten
steigers om de overige peilei-s, welke tot het schragen iler
ij’zerconstructie dienen, moeten tegen aanvaring van sche-
pen besdhei-nvl worden door ‘niet niet de stoigers. iii ver-
binding staande remiiungiverkcn, waarvan cle ondercieelen
door de bevoegde autoriteiten moeten goedgekeurd
worden.

Als iie -houten steigers merk-bare -wijzigingen of een
vermeerdering dr
.
-st-roomiug in dc openingen III cii IV
veroorzaken, moeten -voldoenci sterke stoombooteii geleed
‘worden gehouden, welke 01) zichzelf varende schepen, vlot-
ten en de van sleeptreinen losgeworpen aken, gratis door
de ‘brugopeniugen sleepco. Over de noodzakelijkheid en den
omvang van s’leephulp beslissen de autoriteiten,

Tijdens de strenim’inig -der s0heepvaa.rt moeten wani’–
schuw’posten, voorzien van motorbooten, boven en bene-
den de brug worden ingesteld. Als dat voor andere rede-
nen noodzakelijk wordt geacht, moeten eveneens waar-
‘sehuw’posten in
g
esteld worden.

Alle steiger-s -moeten uiterlijk den 15en ‘November
‘1927 afgebroken zijn.

Boven en beneden de brug moeten op ‘beide oevers bui’-
(ten met ‘het opschrift ,,Aohtung Briicken’baii” geplaatst
worden.

De dagen, gedurende ‘welke de scheepvaart gestremd
is, moeten 3 weken te voren aan de autoriteiten bekend
gemaakt worden, opdat er tijdig medeleeling van kan
worden ‘ge:laau aan de bevoegdc autoriteiten der belang-
hebbende havens van de Staten, vertegenwoordigd in de
Centrale Commissie.

i)
– Opmerking van ‘liet Secretariaat: Deze bepalingen
iuiden als volgt:

1. Als ‘de groote doorvaartopening van cle brug niet zou-
der steigei-s wordt gemonteerd, moet er een vrije doorvaart
van 87,50 M. overblijven.

‘2. De dooivaarthoogte van de doorvaartopening moet zoo
hoog mogelijk zijn; -zij mag in geen geval ‘kleiner zijn dan
5 A
,
.1
1
.
boven den hoogsten waterstand, waarbij de scheep-
vaart nog uitgeoefend kan worden.

3. Tusschen 15 November en 1 Maart mogen geen stei-
gers in c’,e rivier blijven staan.

4. De
dragende &e1en der steigers moeten tegen aan-vn-
ring door niet met ‘de steigers in verbinding staande rem-
mingwei-keu, waarvan de oiïdlerdeelen door de bevoegde
autoriteiten moeten worden goedgekeurd, beschermd worden –

5. Boven en beneden de plaats, waar de brug wordt ge-
bon’w’d, moeten o-p beide oevers borden met het opschrift
.,Adhtung Brückenbau” worden geplaatst.

– 6, in liet ‘geval, dat de scheepvaart door de steigers
wordt belemmerd, moeten boven en beneden de plaats
w’aar de brug gebouwd word

t, w’aarschu’w’posten opgesteld
worden.

7. als iie moiiteering plaats hee

It met steigers, welke de
scheepvaart belemmeren, moeten -hoven de plaats, waar dc
brug wordt gebouwd, stoombooten gereed worden gehou-den, welke de sti-oomafwaart’s komende vlotten en de
Oj)
zichzelf varende schepen evenals dc van slee-ptreinen los-
geworpen aken, gratis door -dc in ‘aanbouw zijnde

brug
moeten sleepen; de plaats, waar de stoombooten gereed
inoeten gehouden worden, -zal nog nader’ ‘bepaald wordei’m.

S. In he-t geval, dat de bi-tig zonder steigers wordt ge-
monteerci, -kan de schipbrug op z’n plaats blijven. Als liet
bouwen van steiger-s noodzakelijk wordt, moet de schip-
brug verwijderd worden en mag niet worden ingevaren
dan nadat de steiger-s uit de rivier zijn verwijderd.

9. De publieke bekendmakingen, welke gedurende il-e
w’erkzaamheclen de scheeps- en vlotkapiteins aanwijzingen
geven en den s!eep- en ‘waarsoliuiwid.ienst regelen, moeten
tijdig aan de ievoegde autoriteiten der belanghebbende
havens der in de Centrale Commissie vertegenwoordigde
Staten, worden medegedeeld.

9
Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

121

HET SCHELDEBEHEER IN HET BELGISCHE

TRACTAAT EN ONZE GRONDWET.

De discussie, die de door Jhr. Dr. 0. G. S. Sand-

berg iii do Nieuwe Rotterdamsche Courant van 13

Januari ii. opgeworpen vraag, hoe het Belgisch-Ne-

dcriandsch verdrag staat ten opzichte van onze Grond-

wet, uitgelokt heeft, is in meflig opzicht interessant.

Wanneer hier even op die vraag wordt ingegaan, dan

geschiedt dat vooral teiî einde er aan te herinneren,

(lat juridisch gesproken het meest kenmerkende van

het recht der rivieren, die meerdere staten (lOOrstrOO-

men, dus der internationale rivieren, juist dit is, ,lat
door dit recht het volkomen zelfstandige zeggenschap

van de oeverstate.n wordt beperkt. Die beperking kan meer of minder ingrijpend zijn, en liggen
01)
verschil-
lend gebied; altijd op het gebied van het de vrije

vaart niet mogen. belemmeren, maar daarnaast dik-

wijls ook op ander terein, bijv. dat der belastinghef-
fing (scheepvaartrechten), dat der rechtspraak in

schoepvaartzaken, hett gebied ook, dat in onze wetge-

ving wordt bostreken door schippers- en schepenwet,

dat van den waterstaat, enz. Het is in hoofdzaak het

karakter een er bepaalde internationale rivier, dat
aangeeft op welke van deze gebieden beperking van

het volkomen zelfstandig zeggenschap der oeversta-ten, elk voor zijn riviervak, wenseheljk is; zoo is het
.uccht van eene rivier met in hoofdzaak binnenvaart,
zooals de Rijn, in menig opzicht verschillend van dat
van eene rivier, welker beteekenis in hoofdzaak wordt

bepaald door de vaart van zeeschepen naar eenen niet
aan de mond:ing gelegen oeverstaat, zooa]s de Schelde.
Maar altijd is er beperking van het vojkomen zelf-

standigo zeggenschap der oeverstaten, hetzij in doze:n
vorm, dat- hunne overheidsdaden zich niet in zekere
richting mogen bewegen, hetzij doordat het iriterna-
tionale traktatueele recht der internationale rivier
derogeert aan het elders in die staten geldende recht,

dat wettelijk, maar ook grondwettelijk recht kan zijn.
Zoo beperkt art. 113 van. de Weener Slotakte van
1815 – van wier artikelen 108-117 hot Protocol van

onde.rteekeiiing bij het nederlandsch-fransch-britseli-
belgische verdrag van 22 Mei 1926 uitdrukkelijk zegt,

dat zij evenals in het verleden de grondslag zullen
blijven van het regime ook van de Schelde, – de on-
verkorte vrijheid
der oeverstatea dooi: hen te verplich-
ten er op waterstaatsgebied voor te waken, dat de

cheep vaart niet worde belemmerd; zoo derogeerde
art. 9 § 3 van het belgische verdrag van 1839 aan on-

ze toenmalige gemeene helastingwetgeving, en § 2 van
hetzelfde artikel met zijn gemeenschappelijk toezicht
aan art. 21? der grondwet van 1815, dat slechts natio-

naal koninklijk waterstaatnbestur op de Schelde
kende; ook andere t.ractaten scheppen een interna-

tionaal toezicht op den waterstaatkunci-igen toestand
van noderlandsche wateren, terwijl bijv. de Rijnvaa:rt-
akte voor de -z.g. Rijnvaartzaken eene rechterlijke
macht kent, clie eene andere is dan die onzer grondwet.
Uit dezovoorbeelden, vaarnaast gemakkelijk andere
to noemen zijn, blijkt wel dit, dat er geenerlei reden
zou zijn om zich to verwonderen, zoo ook het Schelde-
regime van het verdrag van 3 April 1 925 derogeerde
aan ons gemeone recht, hetzij dit wettelijk dan wei
grondwettelijk recht is.
Maar mag een internationaal verdrag wel derogee-
ren
aan onze hoogste staatswet? Het antwoord, dat
de practijk van het rechtsleven hierop geeft, luidt
beslist bevestigend, en kan niet anders dan bevesti-
gend luiden met name in eenen tijd, waarin het inter-
nationale rechtsleven steeds intensiever wordt en op

het gebied komt, waar vroeger het nationale recht
heerschte
bij-
uitsluiting. Nederland heeft steeds juist
ingezien, dat tractaten van hoogere rechtsorde zijn
dan nationale regelingen, ook dan de grondwet dus.

Dit begreop reeds in 1815 Koning Willem 1, toen hij
(Ier grondwetscommissie op het hart bond zich te ge-
dragen o.a. naar cle Acht Artikelen van Landen, waar-

door het grondwettoljk regime van Nederland tot op

zekere hoogte al traktatueel bepaald was; dit begreep
ook de regeering in 1.853, toen
zij
het grondwettelijk

voorschrift van. 1848, dat het recht van placet ophief,

tegenover den Heiligen, Stoel onverbindend achtte,

zoolang het Concordaat van 1821, dat van andere be-
ginselen uitging nopens de verhouding tusschen Kerk

en Staat dan de nieuwe grondwEit, niet afgeschaft

zoude zijn. En niet anders denkt ons land erover, zoo

dikwijls een algemeen arbitrage- of rechtspraakver-

drag wordt gesloten; imme:rs deze verdragen voorzien

verplichte aibitrage of rechtspraak ook bij vragen, die

tot de bevoegdheid der rechterlijke macht behooren en
die ads regel tot in laatste nationale instantie beslist

moeten zijn, alvorens zij voor den internationairm

arbiter of rechter kunnen gebracht worden, vgl. bijv.
artikel 0 van het verdrag met Italië, 1.910, S. 276; het

is duidelijk, dat al deze verdragen, ook nadat. in 1922

artikel 57 (lor grondwet zijnen tegenwoordigen vorm

kreeg, derogeeren aan art. 163 der grondwet, dat den
Hdogen Raad der Nederianden het
opperste
gerechts-
hof noemt; boven dit opperste gerecht wordt nu in het belang der vreedzame beslechting van interna-

tionale geschillen oene nog hoogere internationale in-

stantie geplaatst in den vorm van een der twee Per-

manente Haagsche Hoven dan wel van een bijzonder
scheidsgerecht.

Wij noemden dit laatste voorbeeld juist, omdat
arbitrage zulk een goed middel is om to geraken uit
internationale moeilijkheden, die an.de:rs niet op te

lossen zijn, eene constateering, (lie stellig niet als fon-
kelnieuw klinkt! Het
blijft
ons dan ook, niettegen-
staande alles wat ertegen is geschreven, en gezegd,

voorkomen, dat het juist gezien is geweest dci: arbi-
trage eeno plaats te geven in, en sluitstuk te maken
van het Seheldebeheersregime van het verdrag van

3 April 1925. Daardoor toch is het mogelijk tegemoet

te komen aan het bezwaar van België, dat onder het
regime van 1839 de toestand van den nederlandschen
toegang tot de groote belgische zeehaven in laatste in-

stantie aangt van het goedvindeu van ons land,
welks beheersbeschikkingon en verordeningen thans
in laatste instantie zullen kunnen worden vervangen

door administratieve of legislatieve arbitrage, gelijk
wij het in ons artikel van 27 Mei 1925 noemden. Nu

moge het waar zijn, dat België den toestand van 1839
belangrijk zonde hebben kunnen verbeteren, zoo het

v66r den oorlog dezelfde vrijgevige arhitragepolitiek
had gevolgd als Nederland, waar ook, gelijk de heer
van Cauweiaert erkende in zijn mooie kamorrapport,

(lat België zich niet 1heeft te beklagen gehad over
nodenlandsch.en onwil, maar eveneens begrijpelijk is,
dat België het blijvend als een groot bezwaar voelt,
om voor de opvaart naar Zijne wereidhaven afhanlce-
lijk te zijn vai zijnen buurman, en. dit juist in eenen
tijd, waarin de beneden-Schelde, anders (lan vroegen,
teekenen gaat vertoonen ongenoegraam te worden
voor de stijgende eisehen dor scheepvaart. Dat onze
regeoning aan dit, redelijk, bezwaar is tegemoetgeko-

men, blijft ons juist gezien voorkomen, en (lat zij er-
toe meclewerkte het hij onze huren aanstoot gevende,
altijd mogelijke, niederlandsche veto op voor te stellen

Scheldeverheteringen te vervangen door de uitspraak
van een scheidsgerecht, blijft ons bovendien voorko-
men geheel te liggen in de lijn van juiste arbitrage-
politiek. Ook zij, die bezwaar hebben tegen het Schol-

doheheer van het tractaat van 3 April 1925, wenschen

toch tegemoet te komen aan de belgische wenschen;
wij zien voonloopig niet goed, hoe dat
mogelijk
zoude
zijn zonder het instituut, der arbitrage in de regeling
op te nemen, wat niet wegneemt, dat wij de voorziene
scheiclsrechterl ijke commissie Ii ever vervangen zagen
door het Haiigsche Hof van Justitie. (lat beschikt
over een.e bijzondere Kamer voor transit- en verkeers-
zaken, die ook bevoegd is in waterwegenkwesties en kan worden bijgestaan door technische bjzitters.
Dat het Scheideheheer van het belgische verdrag

122

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1927

derogèert -aan het gemeene recht op het stuk van het

waterstaatsbestuur, is duidelijk; zoo iets is, gelijk

gezegd, bij internationale rivieren regel; en zelfs

cl erogat ie va ci gron dwettelijke hepal 1 ri gen zo ede, gelijk

bleek, noch al een novum, npch als eene verschrik-
king te beschouwen zijn. Maar is het wel zoo zeker,

dat het Scheldebehee-r van het belgische verdrag
.

strijdt met de grondwet met haar koninklijk oppe-r

toezicht over alles wat den waterstaat betreft.? Wij

wagen het te betwijfelen.

De grondwet schrijft in art. 190 voor, dat de
wat-

regels geeft omtrent het waterstaatsbestuur; dit is

dan ook bij verschillende wetten geschied. Is çlis op-

dracht aan den
wetgever
nu z66 op te vatten, dat vij

regel ing door den, hoogereu,
tractaatswet gever
uit-.

sluit? Wil men deze stOute interpretatie aanvaarden,
clan moet men ook aanvaarden, dat onze Rijksgrens

wijzigingsverdragen in strijd zijn met de grondwet,

clie in art. 3 voor wijziging der grenzen van het Rijk

eene
wet
eischt, of ôok dat al onze Fiaagsche tractaten

over internationaal privaatrecht ongrondwettig zijn,

waar art. 151 der grondwet vooisc-hrjft, dat het bur-

gerlijk recht moet worden geregeld hij do
wet.
Incler

claad dat de groiclwet de pretentie zonde hebben om,’

door iets yoor te behouden of op te dragen aan ten

wetgever,
regeling van daarvoor in aanmerking 1w-

tuende deden dor materie bij
traetaat
uit te sluiten;

komt ons voor te zijn eene poging om on’e groddwet
iets niet aannomeiijks in de schoenen to schuiven. Is
clan de regeling van het Seheldebestuur bij-
tractccat

niet te beschouwen als in strijd met art. 190 der

grondwet, mag dan echter het tractaat wel het ko-

ninklijk oppertoezicht döor iets anders vervangen?

Men kent den strijd, die hij de groriclwetsherziening
van 1887 gevoerd is over de vraag, of de bevoegdheid
van dcii wetgever om regelen to geven omtrent het
waterstaatsbestuur met inbegrip van het koninklijk

oppertoezcht, z66 is op to vatten, dat clobr clie rege-

ling ook cle omvang van dat oipertoezicht mag wor-

den beperkt-.
T
ersc
hil van meening was hier mogelijk

ci den tijd, toen Buys sch reef. Maar sedert heeft de
wetgeven.de praktijk de gestelde vraag bevesti gencl be-

antwoord, mcii denke bijv. aan art. 19 van de wet hou-‘
clen.de algemeene regels omtrent het w’aters-taatsbe

stuci.r van 1900 S. 176, zooais dat iirtikel hij cle wet
van 1017 S. 633 gewijzigd is. Mag dus do wretgever ter
zake van het Scheldeheheer het koii.iiildijk oppertoe-‘
zicht ‘beperkeo, dan ma naar het bovengezegde bij

tractaat hetzlfde geschieden, zonder dat men hierin

strijd met cle grondwet heeft te -ziei.

[nderclaad bij de heoordeeling i’an de bepalingen
in het belgische tractaat over het Scheldebeheer -kan
cle vraag over den strijd met de grondvt – welké

strijd op zichzelf beschouwd, zoo hij -bestond, o.i. geen
argument tegen zou kunnen zijn – veilig buiten be
schouwing gelaten worden; en moet dus de regeling,

clie -het verdrag inhoudt, uitsluitend op hare eigen

merites worden beoordeeld.
W. J. M. VAN EYSJNGA.

DE BELGISCHE SPOORWEGEN.

Een van de

eerste zorgen van het in 1831 onafhan-

keljk geworden België was de verzekering van zijn

economische zèifstandigheid, vootal tdn – opzichte var
Nederland, en- de allereerste §tap daartoe moest, naar
men meende, ,,een ijzeren Rijn” zijn, d.w.z. een recht-

streëksche, Nedorlandsch gebied omgaande spoorweg-
verbinding tusschen A-ritaverpen en het Rij-ngebied,

,veike de Scheldehaven voor haar doorvoerverkeer met
het Duitsche achterland -minder afhankelijk zou ma-

ken van de NQdel1andsohe waterwegen.

Spoorwegen waren -destijds een groote nieuvigheidr

ja zij waren op het vasteland vanEuropa nog geheel
onbekend. België was niet alleen het eerste continen-

tale land;
); dat een spoorweg bouwde (1835 Brussel-
Mechelenmaar ook -het eerste dat een spoorweg-

stelsel
ontwierp als uitgangspunt van een krachtig op-

gezette en sindsdien consequent . doorgevoerde econo-

mische -politiek.Hej is te betreuren, hoewel niet- te

verwon dieren , dat deze politiek aanvankelijk vooral

schijnt te ‘zijn ingegeven door ‘wantrouwen, zoo niet vijandigheid, jegens ons Jand. De geographische lig-

ging- cii dle economische structuur van den nieuwge-
boren staat- maaktn -de ontwikkeling van zijn export-

i.nd ustrie, van zijn doorvoervei.kee,r en, in -verband met

beiden, van zijn nationale haven Antwerpen, tot een

eerste levensbelang. En de Noorcler-buur had, ddor cle

eeuwenlange afsluiting van dle Schelde, getoond, hoe

hij tegenover dat levensbelang stond!

Zoo zien wij dan, hoe reeds in Augustus 1831, toen

cle t-i-en-claagsche veldtocht juist aan de Belgische aan-

spraken op Maatrioht een eind zou -maken, twee in-

genieurs de opdracht kregen het trami te ontwerpen

voor een spoorweg, ciie Antwerpen me

t deze stad, cii

verder met Aken en Keulen zou moeten verbinden.

Mt de toeiijzing – van Maastricht aan Nederland

moest dit plan, worden opgegevei, maar reeds het voi-

gencie jaar werd1 hij koninklijk decreet dle regeering

gemachtigd de concessie aan te besteden voor den aan-
leg en ex.piloitatie van een spoorweg van Antwerpen

naar Luik, welke later naar Keulen zon kunnen. worden

doorgetrokken. De aanbesteding heeft echter niet

plaats gevonden ten gevolge van den teg-enstandi, dien

het project in het Belgische Parlement ontmoette.

Die-tegenstand gold niet den aanleg van den spoor-

weg, dloeh cle verleen-ing vaii cle concessie aan parti-

culieren, pindat mcii vreesde, dat zij

dan wellicht in

handen zou vallen -van Nederlandsehe of Neder-
Iandschgezindle, r.g. ,,orangistische” lapitalisten!

Het is meer op grond van -dergelijke politieke over-

wegingen dan uit doctrinaire voorkeur voor het be-
ginsel van staatsexp]oitatie, dat ten slotte cle wet van’
1 Mei 1834 tot stand kwam, welke een stelsel van

staatsspoorwégeri in het leven riep met Mechelen als

centraal -knoopp-unt en uitstralen-die: Noordelijk naai

A iVtwerpn, Oostelijk naar Li.i’veri, Lii ik en Ve’rviers,

Zuidelijk naar Brussel en de Fransc.he grens, Cr1 Wes-

telijk naar Gen t, Brugge en Ostende. Reeds dadeljk
heeft, zooals men riet, het. clenkbeeld voorgezeten van
verbinding niet -do omliggende landlei:i – behalve dai:i
met Nederland, waarmede de spoorwegaansluiting

eerst eenige tientallen jaren

later tot stand kwam.

Nadat hiermede de contrôle van den Staat- op cle
stamlijnen ian het Belgische spoorwegnet verzekerd
was, zijn ook een aantal concessies verleend aan parti-
culiere maatschappijen, speciaal voOr lijnen in het

steenkolengebied, later ook elders. De meeste van deze
particuliere spoorwegen zijn ten, slotte weer door den

Stëat genaast, zooclat zich thans nauwelijks 10 pOt.
van het geheele net nog in particuiliere handen be-

vindt. –
Het Belgische spoorw’egnet overtreft- alle landen van
Europa. zoowel in dichtheid als in intensiviteit van

ver-keer. Dat hetzelfde niet gezegd kan worden ‘van
de financieele resultaten, moet aan verschillende hor-
zaken worden toegeschreven, maar is toch wel iii -de
eerste plaats een logisch gevolg van de tradituoneele
Belgitche spoorwegpolitiek. ,,Les chemins de fer d-e
l’Etat”, verklaarde reeds mini-ster. Nothomb in 1838,

,,sont h considôrer comme un étaJhlissement qui iie
doit 6tre iii une charge iii un moyen fi-scal, et ii est

t
exiger siniplement qu’il couvre ses dépenses”. Aan
dit beginsel heeft men sindsdien strikt vastgehouden,

e,n – ongetwijfeld moet hieraan worden toegeschreven,
dat het spoorwegverzeer in en -door België zich zoo

phenomenaal heeft kunnen ontwikikele’n, terwijl daar-
entegen de waterwegen verwaarloosd zijn en de con-
currentie van de binnensc-heepvaart, -die ten onzent

van zooveel invloed is op. de spoorwegtarieven, in Bel-

gië eigenlijk nauwelijks meetelt. – –
Eenvoudig en rationeel als -het zooeven genoemde
beginsel op -het eerste ‘gezicht lijkt, komt het bij rio

toepassing daarvan uiteraard voor een groot deel op
de boekhouding, -do methode van afschrijving en -de

9 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

123

efficiency van het beheer aan, terwijl ook ten opzichte
van cle tarievenpolitiëk zeer uiteenloopende interpre-

tatie van het beginsel mogelijk blijkt. Op al deze pun-
ten hoeft do Belgische spoorwegadministratie heel

wat kritiek te verduren gehad, en reeds v66r den oor-

log was ernstig sprake van dc nrenschelijiheid, de
spoorwegen op zuiver commercieelen grondslag te

reorgani scoren.

Volgens eene in 1913 opgemaakte berekening zou

het netto overschot der Belgische staatsspoorw’egen

over al de jaren 135-1912 ongeveer 21 imlboen

franc hebben bedragen (nl. 200 millioen overschot

tegen 173 tekort), hetgeen dus vrijwel met het ge-

noemde beginsel schijnt te kloppen. Deze berekening
berust echter op een jaarlijksche afschrijving van
slechts 1,1 pOt. voor aflossing en 3 4 pOt. voor
rente op het door dan Staat gefourneorde aaniegkapi-

taal, hetgeen minder is clan do Belgische Staat zelf

voor dit kaitaa1 to betalen had. Het is dan
ook
niet

moeilijk aan te toonen dat, indien cle spoorwegen

steeds met dc volle, door dan Staat verschuldigde
rente en aflossing waren belast, het beweerde over-

schot voor een niet onbelangrijk tekort plaats zou

moeten maken.
t)

Nu moet men vel in aanmerking nemen, dat het

aanlegkapitaal dle.r Belgische spoorwegen per kilorne-
ter aanzienlijk grooter is dan dat van de meeste lan-
(1011;
con feit, dat wel tot op zekere hoogte verband
houdt met cle dichtheid der bevolking en de i ntermsi-

vi teit van hot verkeer (waardoor nl. ook meer stations
en andere installaties zoomede rollend materiaal per
KM. vere.ischt zijn), maar toch ook een gevolg is vait
het aan politieke invloeden onde•hevige en daarom
vaak verkwisten de staatsbeheer. Dezelfde factoren heb-

bea ook een ongunstig effect gehad op de exploitatie-
kosten; (te exploitatie-coëfficiënt bewoog zich v66r
den oorlog in steeds stijgende richting, t.w.:

1904 1905 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913
60,03 62,60 63,81 69,18 67,74 67,46 65,61 66,89 69,00 72,80

waarin zich dus onmiskenbaar de lage-tarieven-politiek
der Bclgi sche spoorwegen weerspiegelt.

lii tegenstelling met de Nederlandsehe spoorwegen,
di.o in hooge persoonstarieven compensatie zoeken voor
cle, door water-concurrentie laag gehouden gooderen-

v machten, zijn in België de rei zigerstanieveil naar ver-
houding nog lager dami die voor goederen, zooals blijkt
mmi t liet gemiddelde resultaat per reIziger- en ton-kilo-meter:

in 1913:
zeifkostezi p. reiz.-K.M. 3,0, ontvangst 2,3, verlies
0,7
ceutime ton-E.M.

3,7

.3,6

,,

0,1

»

in 1925:
reiz.-K.M. 10,9
ontvangst
7,5

,,

3,4
tonK.M.
12,5

13,7
winst
1,2

De lage reizigerstarjeven komen het sterkst uit
i Ii

de abon n enicniskaarten. en vooral in dc buitengewoon
goedkoope weëkkaarten voor arbeiders, in verban cl
waarmede liet forensenverkeer juist van de volksklas-
sen zich in België heeft ontwilekel.d als wel nergens
ter wereld. Sprekend is reeds hot enkele feit, dat in
1912 van de 1.89 milhioe.n reizen niet minder dan 113 mi:llioen, di. 91,26 pOt., op gereduceerd tarief werden
afgelegd.
Tat
de goedereiitarieven betreft, wordt de Belgi-
sche spoorntegpolitiek voornamelijk beheerseht door

dc eigenaarclige st:ructuur der industrie, die zoowel voor haar grondstoffen •als voor haat afzet grooten-deels op het buitenland is aangewezen en alleen met
behulp van minimale vrachten op de wereldmarkt
kan eoneurj’ee;ren. Dit alles overheersehende belang

J)
Prof. De Leener betekent in het Noveniber-numnmer der
Revue
Eeononiique internationale, dat wanneer de spoor-
wegen waren belast met rente op voorschotten, door de
schatkist verstrekt in defieit-jaren,
01)
het einde van
1906
alleen uit dezen hoofde reeds een totaal tekort van
72 mii-
heen fraimcs teboekemi zou zijn geweest.

der industrie wordt ook gediend door de bevordering

‘an het doorvoerverkeer dat, zij het eveneens tegen
zeer lage vrachten, de exploitatiekosten per ton-kilo-

meter helpt verlageni. Bovendien draagt deze doorvoer

bij tot cle ontwikkeling van Antwerpen als aanloop-

haven van geregelde stoomvaart]ijnen op alle doelen

der wereld, hetgeen ook weer aan do Belgische indus-

trie ten goede komt.
Het is in dit verband met doorvoer- en havemipoli-

tiek, dat de Belgische spoorwegpohitek ook voor No-

de.rlancl van meer dan academisch belang is, en de

vraag die ons vooral interesseert is, hoe deze politiek

zich verder zal ontwikkelen onder het régime der Na-

tionale Spoorwegmaatsehappi,j. Meer concreet gczeg:l
hoe het beginsel van minimale vrachttaricven te ver-eenigen zal zijn met de eooimei-cieele winstmaking,

die door de maatschappij wordt beoogd.

Alvorens nader op deze vraag in te gaan, moeten

wij de tarieven zelf bezien, zooals zij v6(r en in de

eerste jaren na den oorlog varen.

Het tot dusver door de Belgische spoorwegen ge-
huId igde beginsel, dat zij niet méér behoefden te (lueli

dan cle kosten to dekken, vond, zooals wij gezien heb-

ben. zijn uitdrukking in een relatief hoogen en stij-
gemiden exploitatie-coëffie.iënt. Na den oorlog is deze,

onder dan invloed van het deprecieerendo ruilmiddel,
stijgende kosten en niet evenredig verhoogde tarieven, nog ongunstiger geivordan, t.w.:
1919 1920 1921 1922
.

1923 1924 1925
120,20 98,84 86,55 76,75 93,90 90,25 93,33

tegen gemiddeld
64,61
en 08,35 in de aan den oorlog
voorafgaande twee jaar-vijftallen. Wij hebben echter
ook gezien, dat vooral -het reizigei-svnrvoer verlies op-

leverde, zoodat de goederentarieven, om dit goed te

maken. iets hoog-er moesten zijn dan de kostendek-
kingsnmorum. :hide.mdaacl heeft do Belgische ceonomist

Prof. de Leener, een erkend deskundige op dit gebied,
aangetoondl, dat de Belgische hinnenl andsche vracht-
tarieven., vooral ten opzichte van massagoederen (die
zoowat tweederden van het geheclo vervoer uitmaken)

volstrekt niet zoo voordeelig waren in vergelijking

immet de Frensehe cii Duitsche l:arieven.
i)
Overigens

spreekt het vanzelf, dlat liet practisch ondoenlijk is,

een, geheel tarievemistelsel op een grondslag Iran zui-
vei-c kostenciekling op te bouwen; op grond ‘van
allerlei overwegingen moeten de tarieven van ver-
schillende klassen van goederen worden geclifferen-

tieerd : voor deee iets lager, voor gene iets hooger dan
cle ze]fkosten worden gesteld. In België schijnt deze
klassificeoring en differenticering aa mi lvetenschappe-

lijken opzet te wenschen te hebben overgelaten. De
Leenor klaagt in dit verband over den gbrekkigen
statistischen dienst hij de Belgische spoorweg-admi-

mii stratie, in tegenstelling met de zeer grondige cijfer-
studies, waarop hijv. de Duitsche tarievcnpohitick
zich steunen kan. Ook in dit opzicht valt -blijkbaar aan
de ,,efficiency” der Belgische spoorwegen nog heel

wat te vei4beteren.
In het algemeen berust liet Belgische tarievenstel-

ad
op het welbekende zoogenaamde staffelprincipe.
Ook cle doorvoertarieven zijn volgens dit principe sa-
mengesteld en wel zoo, dat het vervoer zooveel moge-
lijk over het langste Belgische traject geleid wordt –

dat is, voom- het Duitsche verkeer (behalve van en
naar het Rijnsc’h-Westfaalsehe gebied, dat over Roer-
mond gaat) over Herbesthal Van hier tot Antwerpen
(160 KM.) bedroeg de aldus gestaffelde basisvraeht
voor den oorlog gemiddeld 4 centime per ton en per
KM. – het zg. transit-barême, dat practisch ook op
de andere doorvoerroutes gold en meer dan een halve
eeuw van kracht is geweest. Sinds 1883 is het ook

door de Nedorlandsche spoorwegen als vaste basis
van huim mie doorvoertarieven aangenomen.
Toemi het omstreeks ’10 werd ingevoerd, beteekende

1)
G. de Leeimer, La Pohitique mies Tmaiisports en 13e)-
gique
(1912)
?Dlz.
79 v.v.

124

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN

9 Februari 1
,
927

dit. transit-barême een an’zienlijke reductie op de

bui tienianclsche spoorvraclitbasis, zoodat het doorvoer-

verkeer er ontegenzeggelijk zeer door bevorderd werd.

Naarmate echter de b-iiïnenlaridsche vrachten steeds

verder verlaagd en allerlei steciaie tarieven ingevoerd
werden, verminderde hot voordeel van het barême; in
1013 was het gemiddelde ontvangstcijfer

van .het ge

heelo Belgische vrachtvervoe.r per tonkilometer zelfs

rèeds lager (3.1 centime). Afgezien van speciale lage
doorvoertar.ieven voor zekere klassen van goederen,

waren iii vele andere gevallen de samengevoegde Duit-

sche’ en Belgische binnenlandsche v.rachten lager ge

worcieti dan het transitbarême.

Men is ten onzent zoo gewoon geraakt aan de klacht,

dat Antwerpen het :Duitsche doorvoerverkeer tot zich

trekt door de abriormaal lage Belgische spoortarieven,

dat het op het eerste gezicht vreemd aandoet, bij goed

geclocumer tee-rde Duitsche schrijvers de opvatting

aan to treffen, dat deze ta:rieven voor den oorlog over

het aigeriieen niet lager waren dan de onze, ja dat onze

spoorwegen een veel actievere cloorvoerpolitiek voer-

deii (o.a. met behulp van terugwerkende rabat,ten,

agenten-premies ed.) en dat onze speciale ta.riever,

die zich naar de Rijnvrachten richtten, ten grondslag

lidhben gelegen aan de Duitsche en Belgische zeehaven-

uitzoudeingsta.rieven. Een van déze schrijvers be-

weert zelfs, dat de oorspronkelijke .Duitsche zeehaven-

tarieven niet zoozeer tegen cle Belgische nis wel tegen
onze spoorwegen gericht waren.
1
>

Wanneer men de zaak nader bestudeert, blijkt ccli-

ter; dat ook afgezien van het effect der francdepre-
ciatie na den oorlog, het verouderde transit-barême
toch in vele gevallen, en met name ten aanzien van het

stukgoederenvervoer, zeer gunstig weikte Dit was
een gevolg van de wijze, waarop het Belgische staf-

feltariof zoowel op heele wagonia’dingen als op stuk’-

goedereii werd toegepast, in plaats dat, als in het

zeer gespecialiseerde Duitsche tarief, voor stukgoecle-

ren een hoogere vracht d)erekend werd. De .Duitsche

zeehavent’arieven, zooals zij voor den oorlog waren

hebben den daaruit voor Antwerpen outstaanden voO:r

sprong, ondanks allerlei bijzondere maatregelen, niet geheel kunnen opheffen.

Het is de verdienste van een ander Duitsch schrj
ver, Ir. Etwin von Beckerath (in ,,Die Seehafenpoli
tik cle.r clentsc’hen Eisanbahneri unci die Rohstoffen
versorgung”
blz.
141 vv.) deze eigenaarclige werking

van het Blg.iscie transit-barême helder in het licht
te hebben gesteld. Hij i)erukelit, welken afstand de

verschillende klassen van goederen volgens het Duit-sche -tarief zouden kunnen afleggen voor den vracht-

prijs over het Belgische traject Herbesthal—Antwer-

pen. (160 Kk[. k 4 c. = fr. 6,40), hetgeen voor stuk-
goederen niet meer dan 56 KM is; het a-fstandsver-

schil van 104 KM.is dan voor geographisch êvcn
ver verwijderde plaatsen. cle voorsprong, dien Ant-
werpen op de- Duitsche havens verkrijgt. De bereke-

ning berust op de voor-oorlogsche tarieven en gaat
vermoedelijk niet ineen op, aangezien de Duitscho
s poo.rwegadnii nistratie, zooal s men weet, den. laatsten

tijd juist in het door de Nederiandsch-Beigische
havens mede bestrekene z.g. Westelijke zeehavenge-

bied bijzonder actief is met allerlei uit’zonderingsta-

lieven voor gespecifiearde in- en uitvoergoede:ren, ten
bate van cle Duitsche -havens. Ook van de Belgische
administratie mag echter wo…den aangenomen, dat zij

t)
,,Vou
dcii helgischen Eiseiibalineii ist in Westen eiii

‘I’arifkanipf im wesentlichen niir mit den hoI1ncIischen
Eisenbahnen geführt worden, unci die holilindische- Tarif.
politik ist in der Hauptsache auch bestimmend für die
Schifiung utici Ausgestaltung der c1utselien See’hafentarife geweseu. 113e]gieu luit int aligerneinen uur. die Rolle eines
ilii’tISufers gespielt uncl ist uuzweiïelhaft in dr Energie
ilei Durchfulirbeförderung von E[olland über.flügc]t oorden.”
(Sehuinacher, Antwerpen, seine – Weitste-Ilung and – wirt-
sehit ttl iche Bedeuturig fOr Deutschiand, blz. 67).

bezig -is, haar cloorvoeivrachten grondig te herzien ),

en dan is liet duidelijk,. dat zij’ in het traiisit-barême

– tot een absoluut minimum gereduceerd – een

mac-htig concurrentiewapen bezit. De vraag is: waar
dit minimum ligt? – – –

Zuiver theoretisch beschouwd, zou men geneigd

zijn -het te stellen op de- ielfkosten per tonkilometer.

Wij hebben hierboven gezien, dat het, oude transit-

barS-me voor den oorlog ongeveer 0′ pOt. daarboven

bleef; na den ooilog is het er vermoedelijk ver bene-
den gezakt. Men moet echter iii aanmerking nemen,

dat er zekere- goederenklassen zijn in- het doorvoer-

verkeer; voor N#elke deze -zelfkostiiorm nog te hoog is

en voor welke- diarom speciale lage tarieven moeten

blij-ven bestaan. Voorts- client rekening gehouden te

wordien- niet de belangen. der- Belgische exporti ndus-
trio, die het zeker niet lijdelijk zou aanzien, wanneer

de conc-urreerende Duitsche expo-rstukgoederen tegen

verliesiatende vrachten over -de Belgische spooi:wegen

werden vervoerd. En ten slotte s-taat men voor den
eisch, niet al-leen – de ze
‘-lfkosten te deklcen, doch ook
commercieele wi nst te maken, wat immers liet voor-

opgestelde doel ‘-aii- het nieuwe spoorweg-régime is.
Al deze factor-en vuilen er toe moeten- bijdragen, dat

de hasisvracht in het doorvoerverkeer wellicht hoo
ger. maar zeker niet lager mag ‘worden gesteld dan de
ze-lfkosten. Hoe deze onder het nieuwe régime zullen

uitvallen is- o-p- dit oogenblik natuurlijk nog niet te

zeggen; daartoe moeten eerst de verschidlende bezui-

nigingen en hervormingen op elk gebied eenigen tijd-

hebben doorgewerkt. –

Op één punt slechts kan reeds nu eene- bezuiniging.
vorden geconstateerd, al draagt -zij, voorzoover de

Belgische staatsfinanciën betreft,, een kunst-matig lca-
ra’kter. Bedoeld worden de op de Belgische spoorwe-
gen rustend e- kapitaal-lasten.

Zooals men: wree-t, heeft cie Belgische staat het spoor-

wegnet in de Nationale Spoorwegmaatschappij iii-
gebracht vrij van alle bestaande la-pitaallasten, d.w.z.

rente- en aflossing van het in den aanleg gestoken

kapitaal, dat ongeveer 4 milliard francs (waarvan

bijna 3 milliard goucifranes) heeft bedragen. De iiie:r-

uit voortvloeiende financieele verplichtingen belie-

pen voor den oorlog circa 105 millioen, di. bijna 50

pOt. van de exploitatiekostën; voor, het jaar 1025
varen zij- gestegen tot nagenoeg 200 millioei:u, doch
maakten, -dank zij de inflatie, nog slechts 12,6 pOt.

van do exploitatiekosten uit- een zoowel absoluut
als relatief buitengewoon laag verhoudingscijfer.

(Voor de Nederlandsche en Zwitsersche spoorwegen
bedroeg- -deze verhouding over hetzelfde jaar respec-tievelijk 30,1 en 36,3 pOt.).

In de plaats van dit oorspronkelijke aanlegkapitaal
en de daarop vallende lasten, die voorta4n voor reke-
ning van den Belgischen staat blijven, is getreden het
aandeelenkapitaai der Nationale Maatschappij, 1 mii-

hard -gewoon en 10 milliard preferent. Ook van dit
preferente kapitaal komen rente en aflossing ten

laste van den staat. Alleen een eventueel dividend zal
uit de netto hedrijfswinst moeten worden -betaald. Bij
de uitgifte der preferente aan-deelen is in het pros-

pectus, boven en behalve de vaste rente van 6 pOt., een
dividend van 2,7 pOt-. in uitzicht gesteld-, zijnde 50

pOt, van de geraamde netto-winst; de overige 50 pOt.
komen al’s dividend aan den staat, als eenig houder
van de -gewone aandeelen. Tbt deze ni-tkeering is dus

een netto winst vereischt- van 540 millioen, terwijl
voorts diverse reserveeringen nog ongeveer 60 mii

iion in beslag zullen nemen. Totaal moet derhalve

netto ca. 600 rnilhoen per jaar verdiend worden,het-
geen bereikbaar zou zijn met eenige verhooging van
de
destijds
bestaande,- buitengewoon lage tarieven,
1)
Omstreeks Kerstmis 11. werden doorvoergoederea voor
Antwei:pen in-
Duitsehiand -slechts tot aan de Belgische
grens bevr acht, -daar een tariefwij-ziging op de Belgische
spoorwegen ,wërd verwacht. Of en line (leze iutnuidclels is
afgekomen, is
mij
niet hekenci. – –

9 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

125

?flWsr zonder deze op de vooroorlogsch,e pariteit ie
brengen.
Dit is u.itsiwteiid te danken aan het feit,

dat in verband met den hier geschetsten financeeien

opzet der Nationale Mij., de op het bedrijf drukkencie

kaptaallasten naar verhouding 15 â 20 pCt. lager zijn

clan voor den oorlog, n]. ongeveer 27 pOt. tegen vroe-

ger ca. 32 pOt. van de bruto-ontvangsten. i)

Mag
(luS
airceds uit dozen hoofde ecne verlaging

van de voor-oorlogsehe tariefbasis worden geconsta-

teerd, in dereifcle richting zal ook de opmeer corn-
mercieele leest geschoeide exploitatie moeten wer-

ken, aangezien deze in cle eerste plaats gericht zal zijn

op verlaging der bedrijfskosten. Gelukt het daardoor

den expioitatie-coëffieiënt te verbeteren, dan kunnen

do tarieven betrkkelijk laag blijven, ja zelfs een nieu-vo verlaging ondergaan, zonder het voorgespiegol.de

cIvdend in gevaar te brengen. Dat naar groote w’in-

sten en een hooger dividend zal worden gestreefd,

lijkt, mij onwaarschijnlijk; integendeel mag m.i. wor-

den verwacht, dat eventueele overwinst, overeenkom-
stig de traditioneele Belgische spoorwegpolitik, tot
verlaging de.r tarieven zal leiden.

In verband hiermede verdienen cle zooeven gepu-

bliceerde resultaten over 1026 de aandacht. Daaruit
blijk-t, dat in de eerste 4 maanden sedert de oprich-

ting der Maatschappij (September tfm. December) de
netto-ontvangsten hebben bedragen 262 millioen tegen
36 mi.liioen in de overeenkowstige maanden ‘van 1025.
De explotate-coëfficiënten voor bedoelde periodes

waren 70,92 pOt. in 1926 en 93,57 pOt. in 1025. On-
danks de nog niet volkomen tot hun recht gekomen

tariefverhoogin gen en ox’ploitatie-voPbeteringen was
dus de exp]oitatie-eoëfficiënt reeds beneden dien van
1013 (ni. 72,80) gedaald.

Resumeerende, krijgt men dien indruk, dat het

nieuwe Belgische spoorwegrbgime door Zijn ,,eom-
merc.iee]en” opzet geenszins in den weg behoeft te
staan aan eene voortzetting der lage- tarevenpolitiek.
Wel echter zal de Belgische schatkist daartoe een vrij
belangrijk offer moeten brengen, zooals moge blijke’t
uit de volgende berekening.

Van het preferente kapitaal der Nationale Maat-
schappij is tot dusver slechts ongeveer do helft
(5 mi.11iard) geplaatst; de daarop door den staat
verschuldigde rente bedraagt dus 300 millioen.
Daarentegen ontvangt de staat: 2,7 pOt. dividend op

de 5 milliard in portefeuille gebleven pref. aandeelen,
(los 135 millioen, plus 270 mil]ioen dividend ophet

gewone anndeelenkapitaal; te zamen 405 millioen. Er schiet dus 105 millioen over, die kunnen worden aan-gewend voor de door den staat op zich genomen rente

en aflossing op het oorspronkelij’ke aanlegkapitaal;
eene verplichting ten bedrage van ongeveer 248 mil-

lioen. ) Het door den staat hij te passen tekort beloopt dus, bij een dividend van 2,7 pOt., rond 140 millioen.
Om ook dit te kunnen dohkeci nit de inkomsten der
Spoorwegen, zou het dividend 1 pOt. meer moeten
bedragen. J. H. COHEN STUART.
1)
In
1912
bedroegen de bruto ontvaicgsteci….
331,3
nii!l.
bedrijfskosten ……..
2206

netto overschot ……
1.01,6
financieele lasten
. . . . 105,6
Over het eerste halfjaar
1926
waren de
bruto ontvangsten …
887,3
nijl!.
bedrijfskosten …….
813,3

netto overschot ……
74

over het Ze halfjaar

,,

……
262

Totaal over
1926

..

…..
336
Aan nemen cle, dat de bedrijfskosten onveran clerd blijven,
zullen de jaarlijksche bruto ontvangsten voortaan mi istens 2226
inillioen moeten bedragen om het vereischte netto
overschot van
600
mill. op te leveren.
) Volgens mededeeling van den minister van finuicin
in liet prospectus der Nat.
Spw.
Mij. Dat dit cijfer zooveel
hooger is dan de overeenkomstige, tevoren aangehaalde,
over
1912 (105,6
mili.) en zelfs over
1925 (196,6
mili.)
wordt hierdoor verklaard, dat een deel van het aanlegka-
pitaal in sterling is geleend.

DE ENGELSCHE BANKWET.

Zoolang cle (Jurrency .otes nog niet iii dc circ’uia-
tie van cle Bank of Englaoci zijn opgenomen, is liet

to verwachten, dat do herzien i lig vcni de Bank Charter

Act, die ter gelegenheid van het samensmelten van

cle beide soorten van papiergeld in Engeland zal moe-

ten plaats vinden, een onderwerp van bespreking zal
blijven.

Ten vorigen jare kwam Walter Leaf, cie Chairnian

van de Westminster Bank, in zijn jaarrecievoeririg

voor den dag met een hervormingsvoorstol, waaraan

wij destijds e:ukele ‘beschouwingen hebben gewijd ).

i)it jaar is de discussie voortgezet door de heeren

Goocieriough van Barelays Bank en .MicKenna van (le
M
idiand Bank. Beiden hebben in hun jaarredevoerin –
gen, waarvan men den volledigen tekst kan vinden in
The Tinres
van 21 en 20 Januari 11., de herziening

van de Bank Charter Act besproken en daarbij uiting

gegeven aan tegen gestelde opvattingen.

Goodenough stelt zich op een uiterst coi:iservat.ief
standlpunt,. Hij wenscht vast te houden aan het be-
ginsel van de Peel Act en wil niets weten van het op-

geven van het in deze wet neergelegde systeem van

directe eontingenteering. Dit stelsel heeft volgens G.
goed gewerkt; de toepassing wijst zich automatisch

aan en de Bank of England is vrij gebleven van

staatsinvloeden. Men, zal volgens 0. derhalve moeten
vasthouden aan een bepaald maximum voor de nidt

door edel metaal gedekte circulatie en daarboven zal
alle bankpapier volledig door gouct gedekt moeten

zijn. Engeland toch is als financieel centrum van de

wereld en als groot belanghebbende hij den interna-
tionalen handel voortdurend blootgesteld aan een
,,external drain” van edel metaal. Wanneer dit thans

gebeurt, zoo moet er voor elk pond goud, dat het

land verlaat, niet meer dan £ 1 -/- aan bankpapier

worden ingetrokken. Ging men, zooals bijv. Leaf en,
gelijk wij aanstonds zien zullen, ook McKenna dat
willen, over tot een stelsel van proportioneele dek-
king, zee zou bij een dekld.ngspercentage van bijv.
40 pOt. voor elk pond goud, dat naar buiten afvloe-
de, £ 2.1.0.- aan hankpapier ‘moeten worden onttrokken

aan de circulatie, hetgeen uiteraard meer moeite met

zich zou brengen, dan het huidige stelsel. Ook zou
liet volgens G. de vraag zji, of men in Engeland hij
toepassing van zulk een stelsel voldoende wisselmate-

riaal zou hebben om den proportioneelen bovenbouw te vormen op een onderbouw van edel metaal.

Nog verder gaat deze lankleider: hij pleit zelfs
voor een terugwaartsehe ontwikkeling. Ook de Gold
Standard Act van 1925 kan hem niet hevredigen.

Deze toch heeft het goudkernste]sei in Engeland in-
gevoerd en de Bank of England ontheven van cle
verplichting oni hare biljetten in gouden munt in te

wisselen. Slechts is zij gehouden om goud tot vasten
prijs te koopen en to verkoopen. Mocht men erin
slagen om weder gouden munten iii het verkeer te
brengen, zooals dat vbbr den oorlog het geval was,
zoo zou daarmede de economische kracht van het land
volgens den heer G. zeer toenemen.

De argumenten zijn niet sterk. Wel kan men toe-

geven, dat bij een stelsel van proportioneele dekking
hij afvloeiing van goud onder omstandigheden meer
eredi etcon tract,ie zal moeten Plaats ‘in den dan thans,

hoewel zulk een drainage van goud ook nu reeds op
de gehee]o situatie der Engoische geidmarkt zijn
terugslag heeft. Doch daar staat tegenover, dat het
huidig stelsel uitmunt door groote willekeur en zelfs

in 1844, toen het werd ingevoerd, al niet eens vol-
deed aan de eischen, die nieu aan eene goede en soe-

pele regeling van de eirculati.ehank kon stel]eci. De
lof, door den heer 0-. toegezwaaid aan liet huidige
stelsel, dat in tijden van groote crise§ buiten werki lig
moest worden gesteld en ook in meer normale tijden
dikwijls aanleiding heeft gegeven tot dliseontoveran-

‘) Zie
E..S. B.
van 17
Februari
1926.

126

ECONCMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1927

den ogen van een omvang en cciie frequentie, clie on-

der een mi.nde.n starre regeling zeker te vermijden

geweest:. zouden zijn, schijn t dus eenigsz.ins nnipiaatst.
Zelfs al ware i ri Engela ncl
n
i eI; het: wi.sselmater:iaai

te krijgen, dat; men
zou
behoeven om op een bepaal

den gouclvoo:rraad een p.rol6ortioneelen bovenbouw van

c.rediet; aan te brengen. – hetgeen overigens aan
twijfel onderhevig is – zoo kan men dat toch moai-

lijk als een bezwaar beschouwen tegen invoering van

een stelsel van proportioneelo dekking, atngezien het

hoogstens zou kunnen uitloopen
01)
een tijdelijk te

hooge goucldekking, doch nimmer een bezwaar tegen

doorvoering van liet stelsel als zoodanig zou zijn.

Waarom ten slotte goud in :het dagelijksc’h verkeer

in. Engeland, dat met papiergeld zeer goed gediend is,

de economische kracht van het land zou verhoogen,

laat de heer G. na duidelijk te maken. Vooral voor

een land als Engeland schijnt een conèentratio van

den goudvoorraad bij de circulatiebank te prefereeren

boveh de verspreiding daarvan over het publiek.

De gedachtengang van Goodenough wordt, bestre-

den in de rede van McKeima, clie een week na hem

aan hét woord is geweest. De heer McKernia vbert het
pleit voor een soepeler stelsel van circulatibankwet-

geving en meet terecht, dat de gelegenheid om tot

zulk een nieuw stelsel over te gaan geschapen is,

wanneer men cle bankwet toch zal moeten herzien in

verband met de voorgenomen samensmelting van
On.rrency NQtes en hankpapier, ecne samensmelting,

die gepaard zal moeten gaan met eene aanmerkelijke

verhooging van het ongedekte contingent.

Blijkbaar gevoelt de heer McKenna daarbij het

incest voor een stelsel van proportoneele dekking.

Dan toch zal de Bank of Engiand z.i. over een grooten
reserve beschikken dan thans het geval is en dus het

bedrijfsleven in ruimer mate van crediet kunnen

voorzien.
Dit laatste zal uiteraard afhangen van het dek-

kingspercentage, dat men bij invoering van zulk een

nieuw stelsel zou voorschrijven. MeKenna spreelct niet
over de bijzonderheden van cciie ‘herziening der En-

gelsche Bankwet. Het is dus niet zeker, of hij van

dezelfde opvatting is als Leaf, clie alleen eene propor
t.ioneele dekking van het bankpapie.r, dus niet van de
opvraaghare saldi in rekening-courant, wenschelijk

achtte. Het is duidelijk, dat deze opvatting niet vel
houdbaar is en berust op een geheel ongernotiveerd
onderscheid tusschen banlcpapier en giraal geld, eene
misvatting van de oude Currency Theory, die hier t.e

lande o.a. door Pierson is bestreden
en
in onze bank

vet van 1803 gelukkig is vermeden.
Bij de eenig logische doorvoering van het; stelsel

van proportioneele dekking zou in Engeland de gonid

voorraad van de Banlc of Englaud een zeker percent
tage moeten vormen van het bankpapier, waarbij in de

toekomst de Currency Notes (deze laatsten order af
trek van het daartegen thans aangehouden bedrag
aan baikpapier) zullen worden gevoegd, en van (16
Deposits. Wanneer men nu aan do hand van de cijfers
van 26 J’anuari jI. eens nagaat, hoe deze verhouding

thans is, zoo komt men tot cle volgende opstelling:
niillioen pond

13:tnkpapier
in
circulatie ……………….
137

t
Public
Deposits ……………. . ……….
13,7

Other Deposits ………………………..
10
2
,
7

Cnniency
Notes (nhinus (lekking iii bankpapier)
224

477,4

1

fliertegenove.r staat een goudvoorraad van ruim .151

millioen pond of ruim 31 pOt. Daaruit volgt dus,
dat het stelsel van pi’oport.ioneele dekking, mits

logisch doorgevoerd en niet met behulp van de clwaal

.iedcneeri ng der Ourrency Theony, in elk geval eed
relatief laag dekkingspercen.tage zou eischen en dat
men met dit percentage aanmerkelijk beneden cle der-
tig procent zou moéten gaan, wilde men cle spel in
krijgen, clie de heer McKenna terecht gewenscht acht.
Tegen een laag dekkingspercentage van bijv. 25 pOt.

ZOU
op zichzelf geen .1)ozwaar behoeven te worden

gemaakt, doch wel vraagt men zich af, of het voor
een land als Engeland nog zin zou hebben, om, in-

dien ‘men ertoe mocht, besluiten om liet volkomen

verouderde stelsel van cle :Peei Act ‘ van 1844 over

boord te gooien, over te gaan tot eene proportioneele
dekking, clie wel meer soepelheici zou kunnen geven

clan cle starre regeling van 1844, doch die, zooals wij
ook reeds in ons artilcel van 17 Februari 1926 betoog-

den, steeds bij het vaststellen van de minimumdek-

king een element van groote wilielceur zal bevatten.

Desnoods zou men aan een betrekkelijk hoog dek-

kingspercentage nog zekere beteekenis ‘kunnen hech-

ten, omdat het een goeden indruk op het buitenland

zou maken. Dat is echter
blijkens
hovenitaande cijfers

thans toch niet te bereiken. Waarom dan niet vol-

staan met do bepaling, dat de Bank of England, te
allen
tijde
moet zorgen voor cle inwisselbaarheid van

haar papier in goud en het verder aan de ervaren

leiders van deze instelling overgelaten, hoe men het

best meent dit doel te kunnen bereiken? Dat is, wan-
neer men aan een metallistisch geldstelsel wil yast-

houden – hetgeen een vraag op zichzelf is – naar

onze meening de beste oplossing.
Dankbaar erkennend, dat wederom een man van ge-

zag in de Engelsche baniwereld zijn stem ‘heeft ver-

lieven tegen de verouderde bepalingen van de bankwet

van 1844, erkennend ook, dat een stelsel’ van propor-

tioneele ‘dekking, mits met, een niet onredelijk hoog
deklcingspe’rcentage ingevoerd, reeds een stap in de

goede richting betee’kent, zal men toch moeilijk kun-

nen ontkomen aal) den indruk, dat ook de oplossing,

die aan McKenna voor oogen ‘stond, nog geenszins

voert tot datgene,. wat van ‘metallistisch standpunt als een ideale oplossing zou zijn te beschouwen.
G. M. V. S.

NAAR AANLEIDING VAN HET ARREST VAN DEN
HOOGEN RAAD IN DE ZAAK VAN DEN
KONINKLIJKEN HOLLANDSCHEN LLOYD.

III.
De gebruikelijke tegenstelling: dbli’gatieieeningen

mèt., of ‘zonder tmustees, geeft mij nog tot ‘het volgende

aanleiding. Uit het geval van den Hollandschen Lloyd
blijkt, dat eigenlijk een eenigszins itndere onderschei-
ding zou zijn te maken dan die ‘der practijk. Meh ver-
gete niet, dat weliswaar in den regel de instelling van
een verband tusschen gezamenlijke schuidbriefhouders
gepaard ‘gaat met de instelling val) een gezamenljken

vertegenwoordiger. een trustee ‘ mââi: dat dit samen-
gaan van deze twee instellingen geenszins noodzake-
lijk is. Wordt den leening .gedelct door hypothedk of
oncle.rpand, dan zal van dcii aanvang af de benoeming
‘van een trustee onvemniijclelij’k zijn, maar i i:i’ alle andere

gevallen valt niet in. te ‘zien, waarom dergelijke be-
noeming – van den aanvang af – noodzakelijk zou

zijn. Ook zonder benoeming val) een trustee, staat

er niets in den weg aan
., ‘de vaststelling van ,,voorwaar-

den der leeni lig”, waarbij’ een organisatie tu.sschen
gezamenlijke obliga’tiehouders wordt tot stand ge-

bracht. ‘1-let is opmerkelijk hoe zeiden ‘van deze moge-
lijkheici w’ordt gebruik gemaakt; men ‘krijgt, de prac-
tij’k beziende, den indruk alsof tusschen de begrippen ,,organisatie” en ,,tmustee” ccii noodzakelijke samen-
hang bestaat. Toch is dit, voor zoover ik zien kan,

geenszins het geval.
Wanneer onder de voorwaarden der leening (-afge-
drukt aan de binnenzijde dci obligatie, of neergelegd

in een te nëutraler plaatse gedeponeerde acte, naar
welke de o1bhgatie verwijst) wordt opgenomen, dat
er vergaderingen van obligatiehouders mogelijk zijn.,

‘waarin, met zekere meerderheid van stemmen, besli.ii-

ten kunnen worden genomen, die odk de minderheid
en afwezigen zullen binden, dan valt niet in te zien,
waarom dergelijke bepaling – mits te ‘goeder trouw toegepast – niet volkomen bindend zou zijn,
,
00k al

wordt niet te gelijker tijd’ Sôn vertegenwoordiger van

gezamenlijke obi i gati eho u.dess benoemd.

9 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

127

Ongetwijfeld zijn er grenzen te stellen, zoo aan d

regeling zelf, a lsok aan hem toepassing. Het zal aan-
heveli ug ve.rd 1 enen hij de ‘egeli ng enkele on de.rwe.r-

pen met name te overwegen. Ook zonder dat het iii t-

drukke1ijk wo:rdt vermeld, zal w o
el steeds aangenmen

worden. (lat een besluit, vo]gens hetwelk ieder obliga-

tiehouder
O
zijne stukken zeker bedrag zou moeten

bijstorten, ontoelaatbaar zal zijn (liet besluit zou

trouwens hij obligaties aan toonder moeilijk zijn door

te voeren). Daarentegen zal niet voor bet’wisting vat-

baar zijn rIo toelaatbaarheid van besluiten, zooais de

malaise der vorige jaren er zoo vele heeft meege-
bracht: den rentevoet te wijzigen, de rentebetaling op

te schorten, een deel (ier dekking vrij te geven, ge-

d cel telijke kwijtschelding te verleenen.
Tntussehen, met het oog op liet grootc belang, hij
dergelijke besluiten betrokken, zal het in den regel

aanbeveling verdienen in de voorwaarden der leening

te bepalen, dat
zij
niet mogen. worden genomen dan
met een versterkte meerderheid van stemmen. Het is
ongetwijfeld waar, dat dergelijke bepeling in het alge-

meen de strekking heeft de stem der minderheid

zwaarder te laten wegen dan dlie der niet sterk over-

wegende meerderheid; waar het betreft verkorting of
afstand vaii rechten is dit intusscheii volkomen

redelijk.
Moeilijkst is de vraag, of een besluit geoorloofd
is, waarbij niet in den omvang der rechten van den
obligatiehouder, maar in den aard zijner reehtbetrek-

king tot de schuldena,res wijziging wordt gebracht:
een besluit bijv., waarbij de obligaties inwisselbaar
worden gesteld tegen aancieelen. liet klinkt
01)
het

eerste gezicht aan nemelijk, dat een besluit, waarbij
den mdi vicl ueclen obl igatichouder zelfs zijn obligatie-

hond ersehap word t o ii tn onien (met opdringing aan
hem van de kwaliteit van aandeelhouder), als Al te
vergaande, niet toelaatbaar zou zijn; wie echter zoekt
deze stelling te arg-umenteeren zal bemei4ken, dat liet
niet zoo eenvoudig is aan te geven, waarom hier nu

juist de grens van het geoorloofde zou zijn overschre-
den. Is de (versterkte) meerderheid van obligatiehou-
(Iers werkelijk van meening, dat wijziging der rechts-
positie in het belang is van obligatiehouders, waarom
zou dan hij dd voorwaarden der leeniog niet kunnen
worden bepaald, dat ook voor dit geval bindende be-

sluiten kunnen worden genomen? Van een ,,geweld-
riarlige ontzetting uit te goeder trouw verkregen rech-
ten” is – wanneer ‘het geva:i van te voren is voorzien

– toch wel geen sprake.
Zal nu echter de vermelding van de mogelijkheid
van besluiten, als bedoeld, de obligatie niet al te zeer
ontsierei, zoodat de gen.eigdheid tot deelneming in. Je

leeni ng er min of meer ernstig door zal worden ge-
drukt? Ziedaar een vraag voor (le eniitteereude ven-
nootsehap-deb.itrice – en haren bankier – waaraan
inderdaad gewicht toekomt. Wanneer het pu,bi:idk
de combinatie van nemers der obligatiën – de zaak begrijpt, behoeft echter vrees ii jet te bestaan ; w e

inziet, dat in het algemeen stééds verstandig is, wan-
neer men een aantal lotgenooten heeft, zich bij deze
aan te sluiten en zich te onderwerpen aan hetgeen de

meerderheid juist zal oordelen, zal ‘in een regeling
als bedoeld eer een voordeel zien dan een achteruitzet-

ting. Een enkel kribbenbijterig aangelegd indivi-rlualist onthoude zich dan maar van inschrijving.
11 oofdzaak is. dat elk oH igatiehourler zich kunne

uiten, zijne i.nzichtcii
.11
een. vergadering kun ie Jateti
gelden ; wordt voor hetgeen hij v’iôr-staat een meer-
derheici n jet gevonden. wol n
ti
hij leere er tegen te kun-neti ongelijk te krijgen.

1 Foofd vraag voor een te nemen besluit is, dat liet
genomen worric te goeder trouw en clan natuurlijk, lat
het zakelijk, uit financieel-economisch oogpunt, juist
zij; beslissend is ten slotte de materieele vraag, of het besluit een goed besluit is, meestal i.n dier voege, dat
i’orde aangetoond, dat niet-aanvaarding ervan belang-
rijk nadeeliger voor belnghebbenden zou uitlkomen.

Over cle ,.goede trouw” zal ten slotte, bij vc.i’schii
van mcciii lig, liet oordeel liggen in handen van den

Rechter. Over cle juistheid van een besluit zal het

moeilijker zijn den Rechte.r cle beslissing op te dragen.

Edo:’li, mcii berlej.ike, dat beiangenv.ragen en röchts-

vragen hier vaak in elkaar zullen overgaan. Gesteld

een obligatieieeiiii.ig is gedekt door hypotheek op een

onroerend goed ter vroeger getaxeerdc waarde van

f100000; taxatiewaarde thans f 60.000; het. goed is

op het oogenblik onverhuurd. Toorgesteld wordt af-

stand te doen van het verband om een verkoop voort-

gang te laten hebben voor den
prijs
van
f 40.000
aan…. een best nurder dier vennootschap-debitrice
zelf. Het bedenkelijke der transactie ligt er dik-op.

Wordt het voorstel aangenomen met een goed deel
stemmen van den betrokken bestuurder zelf – onge-
twijfeld zal de Rechter’ de
rechisvraag,
of strijd met
de ,,goede trouw” aanwezig is geweest, bevestigend be-

antwoorden. Maar hoe, als wij de
cijfers
eenigszins wij-
zigen; als de bestuurder bijv.
f15.000
‘heeft geboden;
zal dan de vraag, of het besluit moet worden etlkend,

alsnog een rechtsvraag zijn, of enkel een belangen-

vraag? en zal .dan plotseling den Rechter de bevoegd-

heid tot oordeelen moeten worden ontzegd? Het komt mij voor, dat de grensstelling tusschen reehtsvraag cii

belangenvraag hier tlhmenvalt met de vraag, w’aar de

goede trouw ophoudt en dat men diensvolgens ge-
voegelijlc den Rechter zelf de competentievi-aag, en

daarmede de vraag naar de geldigheid van het be-
sluit, kan laten beantwoorden. Is de goede trouw
op geenerlei wijze betwistbaar, welnu dan zullen er ook geen termen, zijn den Rechter in de zaak te be-
trekken.

In het tweede deel van dit opstel zinspeelcie ik
OP
cle ‘bezwaren, clie de laatste jaren meermalen – mcci’

of minder openlijk – tegen trustees zijn geuit: zij
zouden voortkomen uit den kring van emittenten,

aangewezen worden door de debitrice, enz. Persoonljic
ben ik overtuigd, dat de bezwaren ongegrond zijn.

Maar misschien hebben trustees – door een enkel
maal te groote lijdelijkheid aan den dag te leggen,

door zich te uitsluitend formeel te houden aan het-
geen ‘hun bij de trustacte werd opgedragen – zelf ivel
eens aanleiding gegeven tot zonderlinge toestanden.
Is het werkelijlc niet eenigszins vreemd, zooals wel

eeiis werd vertoond, dat hoewel er voor een obligatie-

leening een trustee (dus een algemeen vertegenwoor-
diger van alle obligatiehouders) was benoemd, noch-

tans tegen den tijd dat een coupon dreigde niet be-
taalci te zullen worden, aanstonds door een of andere

Vei’eeniging een ,,heschermingscomit6″ benoemd ging
wo:rden, dus een tweede vertegenwoordigen d lichaam
nuist het reeds bestaande? Ongetwijfeld ligt m.i. hier
de fout bij trustee, clie zich hetgeen zijn natuurlijke
taak ‘zou zijn geweest, uit de hand liet nemen. Op
grond, dat cle trustacte enkel een optreden van trustee
kent, nadat de niet-betaling van rente is ungeti’eden.
Msof de t.rustacte daarmede zou verbieden ook reeds
van te voren obligatiehouders gelegenheid te geven
samen te komen zoo om hun ongenoegen te uiten, als-
ook vooral om maatregelen te beramen. Hiernaast mag
echter niet worden verzwegen, dat 66k herhaaldelijk
door t.rustees andere gedragslijn is gevolgd.
Hoe het zij, ik zou de vraag willen stellen, of, on-
danks ons over het geheel fraai-ontwikkeld trustver-
bandrecht, niet wenscheljk, om niet te, zeggen nood-
zakelijk blijft, dat de Wetgever (niet name cle naam-
1 ooze ven ii ootschapswetgever) het v raagstuic der rege-
ling van de gemeenschappelijke belangen van obliga-
tiehouders niet langer uit den weg ga, maar beproeve

in deze menig goed huiteniandsch vooi’beelcl te vol-gen. Waajaan ik dan ter overweging voor de practijk
zou willen toevoegen: méér dan tot nu toe, als men
instelling van een trustee aanstonds niet wenscht,
clan tôch in de voorwaarden der obligatieleening een
regeling ‘vast te leggen, waarbij den eenling (ik noem-
de hein den kribbenbijtej’, maar versta, dat men hein

128

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1927

anderzijds aanduidt als den haudhaver des rechts, die
van oppertu.niteitsredeneeriugei:i niet wil weten) zijne

plaats althans duidelijk word caangewezen.

Mr. R. MI. A.
SCHADEn.
Rotterdam, Januari 1927

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE GROOTE BANKCONCENTRATIE TE WEENEN.
Dr.
R. Kerschagi te Weeien schrijft ons.:

• De ,,Boden-Kreditanstalt” heeft in een jaar tijds

twee van de kleinere voorma1ge groot-baiken in zich,

opgenomen, nl. de ,,Verlcehrsbank” en de ,,Union-

bank” en is daardoor tot cle grootste en steikste bank-
instelling van Oostenrijk geworden. Het is merkwaar-

clig, dat, ondanks het feit, dat de opname van de

•,,Unionbank” eerst in de laatste dagen haar ‘beslag
:

kreeg, terwijl de opname van de ,,Yerkehrsbank”,

moer dan twee jaar geleden plaats vond, de formeele

fusie van deze banken door aandeelenruil thans ge-

lijictijdi g plaats vindt. De ,,Boden-Kreditanstalt”

gaat, met medewerking van buitenilandsce zaken-

relaties, tot een kapitaaisvermeerderirig over en ruilt

de aandeelen van de ,,Yerkehrsbank” in een ver.ho.

ding van 11 aandeelen ,,Verkehrsbank” tegen 2 aan-
deden van de ,,Boden-Kreditanstalt” en de aandeelen

van de ,,llnionbank” in een verhouding van 4 aan-

deelen ,,Unionbank” tegen 1 aandeel ,,Boden-Kredit-

anstalt”. Om cle daarbij betaalde tegenwaarde juist

te kunnen schatten, moet men in aanmerking nemen,

dat een aandeel ,,Boden-Kreditansta,lt” toentertijd een waarde van rond 21,60 sch. bezat, een aandeel

,,LJnionbank” 6,50 sch. bedroeg en een aandeel van

de ,,Verkhrsbank” rond 3,60 sch. Door deze fusie is
van de drie neg overgebleven groot-banken, nl. do
,,Kreditan stalt”, de ,,Boden-Kreditanstalt” en de

,,Niecler-Oesterreichische Eskompte-Qesellschaft”, de

,,Boden-Kreditanstalt” op de eerste plaats gekomen.
De ,,Kreditanstalt” is door een fusie met de ,,Anglo.-‘

bank”, die voor haar een belangrijke onderneming ge-

worden is, op de tweede plaats gekomen en eerst op

de derde plaats volgt de ,,NiederOester,reiehischek

Eskompte-Gesellschaft”, die herhaaldelijk over den’
aankoop van banken onderhandeld heeft, doch die’
steeds qp het laatste oogen.blik door besluiteloosheid
en allerlei bezwaren, hetzij van een overeenkomst af-
zag, hetzij voor het sluiten van een overeenkomst te
laat kwam.

Het is belangwkkend, de geschiedenis van de over- – name der ,,Unionbank” na te gaan. Reeds eenige jaren
geleden was cle ‘meerderheid van de aandeelen der

,,Unionbank” te Qcrijge]i, aangezien de bank weliswaar.

volkomen solide en gezond en in het bezit van een be-langrijk industri-econcern was, doch, juist ten gevolge
van deze eerder Al te solide bedrijfsleiding en haar’
betreickelijk geringe kapitaalkracht, niet winstgevend

bleek. Ten slotte gelukte het den bekenden financier
Sigmund Bosel, de meerderheid van de aan deelen van
de. bank te verwerven en zelf President van de.

•,,Union’bank” te worden. Tot vice-president benoemde
hij Dr . Wolfgang David, een van zijn rechts-kundige
adviseurs. Aan diens energie was het voor een deel
te danken, dat de ,,1,Jnionhank” niet. in de specula-

tieve zaakjes van

het huis-Bosel gewikkeld werd en
dat alle overmatige credietverleening aan den Pre-

sident Bosel of aan zijn bankfirma door thaar werd
afgewezen. Zoo bleef eenerzijds de kern van de bank,
heh-&uden, terwijl Bosel zich anderzijds gedwongen
zag; de meerderheid van de aandeelen der ,,Union-

baiïk” direct te verkoopen. Nadat aanvankelijk geen-

der Weensche groot-banken geneigd bleek, tot den-
aankoop van deze aanideelen over te gaan, werden de’
aan deelen vervolgens aan een Zwi.tsersehe ,,holding-

company” en ten slotte door deze, aan de Postspar-
bank verpand, nadat laatstgenoemde -de schuld
van:
Bosel had overgenomen. Na het faillissement van
Bosel trachtte nu de Postapaarbank door reali-

seering van dit onderpand het debetsaldo, dat

]3osel hij haar had staan, zooveel mogelijk te dekken.
Bij wijze van voorbereiding heeft de Postspaarbank

in December 1926 de aan haai verpandè 3 millioen
aandee]en ,,Uriionbank” voo:r den prijs van 6,50 seh.

van liet bau-kiershui.s-Bosel gekocht en den koopprijs

van Bosel’s schuld aan de iPostspaa:rhank in minde-

ring gebracht. Daardoor werd de mogelijkheid, dit

aandeelenpaket vlot van -de hand te doen, aanzienlijk

vergroot. De eerste onderhandelingen, die gevoerd

worden, werden gevoerd met een groep, die behalve
uit den ,,Wiener-Ban-kverein” nog uit Duitsche

zakenrelaties van deze bank – waaronder in -de eerste

plaats de ,,Deutsche Bank” en haar Amerikaansche

relaties – was samengesteld. Het bleek echter, dat

met deze groep een-cladel-ijke verkoop met een spoe-

dige liquideering – vaii den vervlprijs net mogelijk

was. Als tweede groep kwam de ,,Nieder-Oesterrei-
c

hische Eskompte-O-esell-schaft” in aanmerking. Zij
bood aanvankelijk een prijs van rond 6,50 seh. of een
i nruiling tegen aan deelen ,,Eskonto-G-esellschaft.’,
die toen rond 26 sch. stond-en

(thans staan zij- 28)

in
een verhouding van vier tot één. De ,,Nieder-Oester-

reichisc-he Eskonto-G-esellschaft” verlangde echter

verder -langdurige en grondige onderzoekingen en

gegevens oire-r den stand -van de bank, zoodat ook met
haar geen snelle overeenkomst tot stand kon komen.

Daarop brak de President, Dr. Reisch, de toenmalige
leide.r van de Postspaar-bank, de onderhandelingen ook

met deze groep af en sloot met de ,,Boden-Kreditan-
stait” het genoemde verdrag, dat behalve de reeds

vermelde inruiling tegen aandeelen ,,Boden-Kred.it-
anstalt” nog twee andere voordeelen aan de Post-
s.paarbank bracht:

een 7 pOt. dollarcrediet van -de ,,Boden-Kredit-
-anstalt” aan -cle Postspaarban’k, welke het aan laatst-

genoemde mogelijk maakte, het, in verband met de

overname van de aandeelen -der ,,-ljnionbank” aan de
• Zwitsersche holdingj-company versc-huldigde bedrag
van rond –

$3,5 millioe-n, in verschillende vervalter-
mijnen vlot af te -doen;

– –

had de Postspaarbank toentertijd nog een aan-
zienlij:k •pake-t- aandeelen van, aan -het concern der

,,ljnionbank” verbonden, industrieën en andere aan-
-deelen -van Bosel als oncierpand in haar bezit, zoodat

het -haar zonder twijfel zal gelukken met de te ver-
krijgen totaa]opbrengst het passiefsaldo van Bosel

voor verreweg -het grootste-deel te dekken en op deze

wijze dit in ieder geval twijfelachtige zaakje zoo goed als geheel zonder blijvende schade voor de Postspaar-

bank te liqui-deeren. Ook de vraag, op welke wijze

de Postspaarbank uit de aan haar te overhandigen

aandeelen van de ,,Boden-Kreditanstalt” een geld-
-opbr-eiigst tot -ddkking van haar schuld zal krijgen,
is thans op volkomen bevredigende -wijze opgelost.
Voor den overgangstijd en tot dekking van -haar ver-
plichtingen aan -cle Zwi-tsersche ,,holding-company”

staat, het crediet van -de ,,Boden-Kredita-nstalt” ter
hardr beschikking, terwijl reeds -ernstige onderhande-
hingen met Amerikaansche en Engelsche groepen zijn
aangeknoopt, -die tot -doel hebben, in -den kortst- mo-
gëilj ken tijd tot den verkoop van het geheele over-

genome:n pa-ket aandeelen der ,,Boden-Kreditanstalt”
te leiden.; een transactie, die zeer wel mogelijk schij-nt,

aangezien -deze aandeelen in het buitenland over het
algemeen goed verkoopbaar zijn en in de laatste jaren
een groot dividend hebben afgeworpen. Zoo heeft

men – derhalve practisch precies hetzelfde bereikt als
-bij de tot nu toe niet -mogelijk gebleken eventualiteit –

van een verkoop van het geheele paket, aandeelen
tegen contant geld. Het aan eeuslui-tings- en consoli-
cle-eringspr-oces onder de W-eensc

he -gro-ot-banicen
schijnt -hiermede ongetwijfeld eveneens voorloopig
ten einde. Hetzelfde geldt voor de saneering van de
Postspaa-rbank, -die den -President Reisc-h in rond zes –
-maanlden gelukt is. –


Ook
-bij
de -Oosteurijksche provinciale banken is

9
Februari
1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

129

liet reinigings- en aaneensluitiugsp.roces ‘bijna geheel

beëindigd. Een niet onaanzienlijk deel van deze ban-

ken kon geliqui deerci worden en verdween daarmede
geheel van het tooneel. Hiertoe bëhoort hijv. de

,,i(iirtnerbank”, waarmede men reeds tot een accoord
gekomen is en die bij vorderingen tot een bedrag van

500 sch. volledige betaling en bij alle andere vorde-
ii ngen een betaling van 80 pOt. in 20 maandelijksehe

termijnen aanbiedt. Bij dan betrekkelijk gunstigen
stand der aanwezige activa is het mogelijk, dat tij-

(lens de liquidatie nog een verdere uitkeering boven

dit percentage mogelijk val blijken. Wat de andere

provinciale banken betreft, is ook de ,,Boclen-Kredit-

anstalt” voorloopig als patroon opgetreden en zal

het grootste deel van deze banken langzamerhand in
haar filialen veranderen. Zij heeft bijv. de ,,Bank filr
Oiber-Oesterreich und Salzburg” overgenomen, die tot

nu toe aansluiting had gezocht bij ‘het concern der

,,lJnionbank”. Ook cle ,,Steirerbank”, die behoort tot

het concern van cle ,,Zentralban’k der cleutschen Spar-
kassen” gaat nu, na betrekkelijk langdurige onder-

handelingen, in de belangengemeenschap van de ,,Bo-

den-Kreditanstalt” over. In Tirol neemt de ,,Tiroler

Uauptbank”, de vroegere ,,Bank für Tïrol und Vor-

ari’berg” op, gaat tot kapitaalsuitbreiding over en
drijft voortaan haar zaken ouder den naam ,,Haupt-

bank für Tirol und Vorariberg”. Ook hier bestaat een
enge samenhang met de ,,Boden-Krditanstalt”, aan-
gezieu cle genoemde bank een zusterinstituut van cle

,,Verkehrsban’k” is, laatstgenoemde echter, zooals
wij reeds zeiden, thans ook formeel tot fusie met de
,.Boden-Kreditan stait” is overgegaan.
Het herstel van liet bankwezen in Oostenrijk heeft
in ieder geval aanzienlijken voortgang gehad. Terwijl

aanvankelijk banken, die bankroet waren, gefusioneerd
werden, werden later banken, die op instorten ston-
den, ‘gefusioneerd en tea slotte ging men van deze
clooden en zwaarverwondeu tot de lichtverwonden

over, toen men, bij een juister inzicht in den toe-

stand, banken begon te fusioneereia, die ongetwijfeld
solide waren, doch die niet meer rendeerden. Hier-bij’ zijn de ,,Oesterreichische Kredit-Anstalt” en de
,,Oesterreichische Boden-Kreditanstalt” de twee groo-
te kristallisatiepunten geweest. Naast deze twee heeft
zich slechts Sôn enkele bank als groot-bank weten te

hun dha,ven, ni. de ,,Nieder-Oeste:rreichische Eskonto-
(lesel’lschaft”, die zich overigens van de beide eerst-genoemde daardoor onderscheidt, dat zij nog niet tot
eenigerlei fusioneering overging en zoo in zekere

mate het derde, nog vrije kristalli satiepunt vormt.
In ver’band met cle overname de.r ,,Union-Bank” is con zeer levendige en politiek getinte discussie ont-

staan, of het niet doelmatiger ware geweest, de over-
name van de ,,Unionban’k” door de ,,Eskonto-Gesell-schaf t” te laten uitvoeren, welke laatste toch 66k een
desbetreffend aanbod gedaan heeft. Het is er niet
van gekomen en veel ontevredenheid is er waar-
schijnlijk door achterwege gebleven. Van economisch

standpunt was het misschien het grootste geluk, dat
cle Oostenrijksche tbankwereld kon overkomen, dat ni.
een derde, vrij
en sterk ‘kristallisatiepunt ovei.bleef,
(lat de nog noodzakelijke maatregelen ter hand kan
nemen en vrij staat om zijnerzijds alle aanvullende
maatregelen te troffen, die nog noodzakelijk mochten
blij ken.
we mogen ons niet ve.rheleci – en juist cle
gebeurtenissen in verband met de onderhandelingen

over de overname der ,,Unionban’k” hebben dit op
opvallende wijze getoond – dat de kleinere banken,
clio naast deze drie groot-banken ‘zijn blijven, bestaan,
een sterke aaneensluiting behoeven; een aaneenslui-
ting behoeven, niet uit een oogpunt van roliditeit,
want, zij zijn over het algemeen ‘als ernstig en ton dccle
zelfs als liquide te beschouwen, doek van het stand-
punt der rentabiliteit. Het, zal op den duur wel niet

te vermijden zijn, dat men uit de nog bestaande klei-
nere ‘banken weflicht twee Ibankeomplexen vormt, het-

zij door een onderlinge samensmelting, hetzij door
aansluiting aan de nog niet door fusies belaste groot-

banken. Eergierigheid en trots, traditie en gevoelig-

heidjes zullen zich misschien tegen de erkenning van

deze noodzaak – nog een tijdlang verzetten. Wanneer

echter eerst de interne halansen zullen hebben aan-

getoond, dat men weliswaar volstrekt solide is ge-

bleven, doch dat ‘men gedwo:ngen is de jaarlij’ksche
clividenden sedert eenigen tijd (of over eenigen tijd)

niet uit de ]oopende zaken te betalen, doch aan de

reserves te onttrekken, dan zal het gezonde verstand
wel doorbreken.

Overigens behoeft men zich daardoor in het ge-

heel niet gekrenkt te gevoelen. Men zie slechts naar
Amerika, waar tegenwoordig hetzelfde het geval is

en waar men een speciale wet schept, om het tot nu

toe geldende systeem van tallooze afzonderlijke ban-

ken voortaan door hot systeem van groote centrale

banken met een uitgebreid filialenriet te vervangen.
De goudbalans heeft slechts een deel van het nood-

zakelijk inzicht gebracht, door ons met groote, duide-

lijkheid te toonen, wat, er nog van het ‘kapitaal aan-

wezig was. Het inzicht in de oogenblikkelijke winst-

mogelijkheid van dezen kapitaalvoorraad zal zich’ niet
zoo spoedig, maar met des te grootere zekerheid haan-
breken.

AANTEEKENINGEN.

Schatting van de werkzame bevolking in eenige
landen in 1931 en 1941 door Prof. A. L. Bowley,
Dir.ès Sciences F.B.A.

De economische en financieele sectie van den
Volkenbond gaat regelmatig voort met het publicee-

ren van statistisch materiaal en meinoranda, clie als
basis ‘kunnen dienen van de groote economische con-
ferentie, welke a.s. Mei te Genève aal worden gehou-
den. Zoo verschenen nu weer kort na elkander een:
schatting van de werkzan-i,e bevolking in enkele lan-
den in de jaren
1931
en
1941,
van de hand van den
vermaarden statisticus prof. dr. A. L. Bowley, en een
Memorandum over
,,Durn,ping”,
geschreven door
Jacob Viner, hoogleeraar in de economie aan de uni-
versiteit te Chicago.

Op het laatstgenoemde Memorandum komen wij

in een volgend nummer nog terug. Aan eerstgenoeni-
de monografie ontieenen wij de volgende passages:
Meti heeft geen grond om aan ite nemen, (lat de toename
van de bevolking in een nabije toekomst met denzeifden
regelmaat zal plaats vinden als in de laatste tientallen
jaren vOOr den oorlog. In een zeer groot aantal landen is
een duidelijk voelbai’e daling in het geboortecijfer ingetre-
den en als factor in tegenovergestelden zin een verntin-
clering van ‘liet sterftecijfar, welke grooteucleels is te dan-
ken aan een daling in cle zuigelingensterfte. Behalve deze
algemeene ten’clenzcn client men rekening te houden met cle
sterfte gedurende den grooten oorlog ‘van mannen op den
leeftijd om cle wapenen te dragen. De verdeeling’ van cle
bevolking over cle verschillencle leeftijdsgroepen ‘heeft
zich
in alle landen, waarvoor nauwkeurige gegevens ter be-
schikking staan, aanzienlijk gevijzigcl, en men zal niet tot
dcii normalen toestand terugkeeren, voordat cle generaties,
clie tijdens den oorlog zijn geboren, verdwenen zijn. Wan-
neer men dus ‘bij voorbaat een bruikbaar overzicht
wil
geven van de toekomstige bevolking, dail dient men niet
alleen cle totalen aan te geven, doch evenzeer cle gecletail-
leerde cijfers voor bepaalde leeftijdsg’i’oepen.

liet a;uitai der toekomstige geboorten is een vraag van
zuivere gissimig. Alles wat men kan zeggen, is, dat niets
op eemi spoedige verandering in cle huidige tendens wijst,
cloeh wij blijven in dit opzicht op vasten grond, wanneer
wij onze studie beperken tot de personen, clie in het eerste
halfjaar
van 1941
den lcetijd van minstens vijftien jaren
hebben ‘bereikt, aangezien
al
deze personen ‘thans reeds ge-
boren zijn.

De bevolkingsstatistieken, clie mën in ‘het betrokken me-
morancium vindt, hebben slechts betrekking op personen
van
15
tot 70 jaar, die de groote meerderheid vormen
van
cle werkzame (actieve) bevolking.
Men kan onmogelijk weten, welk gedeelte
van
de
thans
levende bevolking in cle jaren
1931
of
1941
nog in leveic

OMÏSCH-STÂtIsTJsCHE’ BERICHTEN

9 Februari 1927

Bevolking (mannen cii

vrouwen)

van 15-70 jaren

(volgens liet grondgebied
van

1925)

Datum
Zwed’n
Dene-
Groot-

Beigie
Frank-
Duitsch-

k
erland~
Zwit

..,.
Italie
V.S.van
Aus-
Japan
marken
Britt.
r
ij
k
land
Amer.
tralië

Aantal (in duizenden)

3.472

27.019

4.881

28.406

35.300

2.457 1 22.425

60.033

2.911

33.070
3.859

2.096

29.353

5.267

27.823

39.780

2.664

25.060 1 69.085

3.561

34.946

1

1

LOlO

(ongeveer)

………
1920

(ongeveer)

………

Aantal, geschat in de veronderstelling dat er geen migratie is (in duizenden)

4.333

2.437 1 32.737

5.667

28.078

45.720

2.961

28.737

81:740

4.160

40.184
1931

………………
.1941
4.690

2.700

34.179

5.778

27.583

47.360

3.102

31.037

89.863

‘4.688

43.588

1

1

1

Percentage van de toename (benaderende cijfers)

Van 1910 tot 1920
11
-.
9 8

2 13
9

.
12 ]5
22
6
1920

1931 …….
12
16
12
7
1
15
1.1
15
18
17
15
1931

1941
8
11
4 2
-2
33.2

5
lix
10
13 8

Van 1910 tot 1941

26

18
I
_
3
34 26 38
50
61

32

zal zijn,
en
het was dus
noodzakelijk zijn toevlucht te nemen
tot een hypothese. liet ‘zou niet onredelijk geweest zijn te
veronderstellen, dat de tendens tot een vermindering van
het ster.ftecijfer aan zal houden. Schattingen, op deze ver-onderstelling gegrond, zijn reeds gepubliceerd. Wij hebben
er echter cle voorkeur aan gegeven, aan te nemen, dat
het sterftecijfer voor iedere leeftijdsgroep voor
cle vlak
achter ons liggende jaren, in ieder land onveranderd zal
blijven in de periode, clie wij op het oog hebben. Trouwes,
de schattingen, die zich beperken
.
tot
de
leeftijdsgroep
van
15 tot 70 jaar en clie zich niet verder uitstrekken dan
het jaar 1941, zijn feitelijk dezelfde,’ onverschillig, van
welke ‘hypothese men uitgaat.

Na erop te
hebben gewezen, dat het
Memorandum

zich slechts beperk t, tot enkele
Inn
den
i),
waarvan
het

beschikbaar cijfermaterichi voldoende betrouwbaar is,

en clie,

hetzij door hun industrieel
karakter, hetij

door de grootte
van hun bevolking van
voldoende be-

lang zijn, (Nederland schijnt men in geen
van beide

opzichten belangrijk te achten!) gaat Prof. Bovley

aldus voort:
De cijfers kloppen
niet
volledig
met
de werkelijkheid,
omdat zij geen rekening houden met de emigratie en de im-
migratie na iiet
jaar
1921 (of den datum, het dichtst bij
1921, waarop in de ‘betreffende landen een volksteiliagwerii
gehou]en). liet zon mogelijk geweest zijn,

In
bepaalde ge-
vallen het netto-resultaat der verhuizingen te schatten tot
1926 en de een
of
andere hypothese aan te nemen over de
toekomstige verschuivingen. Maar aangezien de statistie-
ken over deze laatste jaren onvolledig zijn en aangezien
iedere hiy’pothese 09 pure
fantasie
zou hbbea berust, ga-
ven wij er cle voorkeur inn, die cijfers te noemen, zooa.ls
die zouden zijn, wanneer er geen migratie was, gereed om
ze te verbeteren, naarmate de cijfers over cle migratie be-
kend zullen zijn. Zelfs met deze beperking berusten cle
schattingen slechts
01)
een benadering. Onder de opgeno-
men landen hebben alleen Australië en cle Vereenigde Sta-
ten een sterftetafel, die berekend is 01) grond van de erva-
ring van
na
den oorlog. Voor andere landen bleek het nood-
zakelijk, een stei-ftetafel van vOOr den oorlog als ‘basis te
neme11
2
) en volgens een speciale berekening de gevolgen
van een vermindering van het sterftecijfer te schatten. In
verband met den geringen tijd, dien wij voor dit werk had-
den, eisehte deze berekening liet gebruik van vereenvou-
digde en henadei-encle methoc1n. Niettemin schatten wij cle
afwijkingen, die daaruit, voortvloeien, hoogstens op 1 pCt.
en, voor cle gedetailleerde cijfers, wat betreft de groepen
van 50-jarigen, op 2 pCt., behalve voor personen van min-
der dan
’25
jaar, waal

voor de marge verhoudingsgewijs ach-
zienlijk& is. Er bestaat een onbekende schattingsmarge,
voor cvat de cijfers over Italië betreft, want wij’ beschikken
volledige en gedetnilleerde gegevens over 70
van de tbevolking en wij waren derhalve genoodzaakt,
van cle veronclrstelling uit
te
gaan, dat cle verschillende
factoren, (lie golden voor dit gedeelte van de bevolking op
de geheele bevolking van toepassing waren. Van het oogen-
blik af. dat de onzekerheid, waarin men zich ‘bevindt met
l)etrekking tot
de
toekomstige geboorte- en migratiecijfers,
een veel aan-i.ienlijker marge open laten, waren wij van
nieening,
dat
het nergens toe, zou hebben gediend, onze toe-

.1)
Met name: Zweden, Denemarken, België, Groot-Brit-
tannië, Frankrijk, Duitsehlancl, Zwitserland, Italië, Ver-
eenigcle Sta.tei’i, A,ust,ralië en Japan.

2)
1916-1920 voor Denemarken.

.. ‘

vlucht te
nemen
tot een verfijnde’ en gecompliceerde me-
t’hode.
ITet algemeene resultaat der schattingen vindt
men hier-
‘boven.
Wanneer men deze cijfers beschouwt, dient men te be-
denken. dat sinds den datum
VIa
cle’ volkstêlling (onge-
i’eer 1920) geen rckeoing meer is gehouden met deemigra-
tie en de immigratie. De’bevol’king val) Groot-Brittannië
is dus zeker overschat en die van de Vereenigde Staten
val)
Ameti’ka
e
A,
n
van ustralië zijn onderschat. Evenmin
is op eenigerlei wijle rekening gehouden niet de
mogelijke
verbetering van het gehoortecijfer na 1925
(behalve voor
Zwedei). Ten overvloede dient met nadruk te worden ge-
wezen
01)
het fei’t, dat het niet mogelijk is, cle cijfers van
de ‘hierboven gegeven statistiek als grondslag te gebruiken
voor (te een of iindere ‘schatting ‘voor de jaren nh 1941.
Indien liet’ sterftecij.fer
11
jet toeneemt, zal in den loop van
de, volgende jaren een vertraging in cte bevolkingstoename
optreden, of ‘zelfs een absolute verminderi lig, wat betreft
cle •pel’Soneh, van lagei-en leeftijd en liet vermeerderings-
percentage van ‘het totaal zal de neiging hebben geringer
te zijn dan gedurende de periode van 1931 tot 1941.
Elk van de drie door ons beschouwde periodes van tien
jnren vertoont haar eigen kara:ktei

trek. De eerste, die de
oorlogsjaren omvat, ‘wordt gekarakteriseercl door een ver-
traging in de toename van de werkzame bevolking in de
oorlogvoerende landen
)
en een absolute v’ei-mindering in
Frankrijk. ‘Aa.n ‘het einde van cle tweede tienjarige ‘periode,
wanneer do overlevenden van hen, clie tnsschen 1861. en
191.6 geboren werden, in de cijfers zijn opgenomen, heeft
cle ‘vernnndering van liet geboortecij’fer nog slechts ivei-hlig effect gehad en men vindt weer de normale toename,
die niet rnei-k’baar verschilt van dc toename van
v66r
den
oorlog. De cijfers zouden echter herzien moeten ivoi’den in
liet licht van de gege’vens, die men reeds ‘bezit over de
migratie gedurende cle jaren 1921 ‘tot 1926. In den hoop van liet derde decennium, dat, op het eind, de overleven-
den van de tussehen 1871 en 1926 geboren personen om-
vat, oefenen de lage geboortecijfers gedurende de ‘periode
1916 tot 1926 een ‘volledig effect uit
cii is
dc toename over-
al geringer, terwijl voor Frankrijk cle schattingen op een
absolute vermindering wijzen.
Tu den ‘loop van cle dertig jal-en in hun geheel beschouwd
en zonder vermindering of vermeerdering der cijfers in
i’erbancl met de o’verlrachi’t van’ grondgebied en natuurlijk
eveneens zonder met de migratie rekening te honden,
wijzen de schattingen oj een toename van cle werkzame
bevolking in Amerika en ‘Australië met ‘resp. 50 pCt. en
60 pCt., in Zweden en Japan met 35 pCt. en
32
pCt., in
Italië niet’ 38 pCt., in Groot-Brittannië en
Zwitserland
met
ongeveer 26 pCI., in België’ met 18 ‘pCt., terwijl in Frank-
rijk een vermindering zal zijn opgetreden. In het geval
van Diiitsehiland ‘kan men veronderstellen, dat (terwijl cle
bevolking van 15 tot 70 jaar

dic zich werkelijk bevindt
0
liet gebied, dat thans ‘door Duitschiland wordt beheerd

in de periode viiu 1910 tot 1941, niet
34
pCt.. vermeer-
derd zal zijn) deze ‘bevolking in 1941 slechts 15 pCt. groo-
Ier is clan de bevolking van dezelfde leeftijdsgroep,. die in 1910 leefde in Duitsdhland, zooals het toen was.

Ten slotte mogen
hier
nog eenige cijfers volgen

1)
In Duitschland bedroeg de vermeerdering (voor alle leeftijdsgroepen) 15 ‘pCt. van 1900 tt 1910. Van 1910 tot
1919
be.d’roeg
zij 7 pCt. voor cle mannen van 15 tot 70 jaar
en 18 ‘pCt. voor de vrouwe van den’zelfclen leeftijd op’ het-
zelfde gebied gedurende dezelfde ‘peribde.

9
Februari
1927

EcoNoMIscH-sTATIsTIscHE BERICHTEN

131

ovei cle verhouding in Engeland, Frankrijk en

Duitseliland tossehen de manlijke en de
vrouwelijke

bevolki rig van 15 tot
10
jaar in procenten van de
totale bevolking van c]euzeifden leeftijd aan het einde
van elk
dci
genoemde decennia.

Groot-Brittannië.

Leeftijd

Mannen

11

Vrouwen

19 11 19211
1
93111941 191111921 193111941

15-30
19.4
17.5
18.0
16.0
20.9
19.7 18.2
15.8
30_45
15.5 14.4 13.4
15.4
16.6
16.7
16.1
16.4
45-60
9.5
11.1
11.3
11.0
10.5
11.9
12.9 13.4
60-70
3.5
4.0
4.7 5.5
4.1
4.7
5.4
6.5

15-70

1
47.9
1
47.0
1
47.4

47.9
11
52.1
1
53.0

52.6
1
52.1

Duitschiand.

Mannen
Vrouwen Leeftijd

1
1911
1
1919
1
193

1
1941 1911
1
1919 193111941

15-30
20.7
18.5
18.9
15.3
20.6
21.7
19.1
15.0
30-45
15.4
14.1
13.6
17.1
15.5
16.1
16.8 17.9
45-60
9.5
10.4
10.6
10.6 10.3
11.0
11.8
13.2
60-70
3.6
3.7
4.4
5.2
4.4
4.5 4.8
5.7

15-70

49.2
1
46.7
1
47.5
1
48.2
11
50.8
1
53.3

52.5
1
51.8

Frankrijk.

Mannen
Vrouwen
Leeftijd

191111921
1931
1941
————————————
1911

192111931

1941

15-30
17.1
15.6 16.8
15.4 17.4
17.7
16.8
15.2
30-45
15.2 13.8
12.8
15.4
15.5 16.0
15.7
162
45-60
11.6
12.3
11.9
10.7 12.2
13.1
13 7 13.9
60-70
5.1
5.3
5.7
5.9
5.9
6.2
6.6
7,3

15-70
1
49
.
0

47.0
47.2
1
47.4
1151.0
1
53.0
52 8
52.6

Indexcijfers van groothandeisprijzen.

Tn Januari daalde het indexci,jfer, volgens ,,The
Economist”, met 47 plinten tot 3928. Er vonden
scherpe dalingen plaats in stoomkolen, niet-ijzerhon-
dencie metalen en petroleum, terwijl cle stijgingen
meestal gering waren. Onderstaande tabel geeft de
vergelijkende cijfers voor de vijf groepen en voor
het totaal

Data
,.,

55

s.,b
tx

5.

Basis (gemidd.
1901-5) …
500 300
500 400 500
2200
100,0
EindeJulil9l4
579 352
6164
4644
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
7824
1848
903
13894 6212
282,6
Dec.1923
853
8154
13824
774
755′.
4580
208,2
Dec.1924
992
789*

1452
815
*
806
4855
220,7
Dec.1925
938*
679
1120
733 782*

4251 193,2
Feb.1926
884
699
1058
736
762
4139
188,1
Mrt.
880
688 10254
7234
771
4088
185,8
Apr.
894
6784
1000
714
7664
4053 184,2 Mei
8854
681
9784 7184
7654
4029
183,1
Juni
8934
6824 9634
735
7604
4035
183,4
Juli
910
6784
945 763
7484
4045
183,9
Aug.
914
695
954
849
744 4156
188,9
Sept.
893
708
9424
983
7394
4246
193,0
Oct.
920
7214
8804
9764
7384
4237
192,6
Nov.
8954
728
867 959
7354
4185
190,2
Dec.
875
7364
859
7734
731
3975
180,7
Jan.1927
8674
1

8734
7344
7184
3928
178,6

De daling in granen en vieesch komt geheel voor
rekening van varkensvieesch, dat met 15 punte’n slaal-
de; terwijl do stijging der weefstoffen hoofdzake-
lijk veroorzaakt werd door vlas en Amerikaansehe

katoen, clie resp. met S en 4 punten stegen. In
cle delfstoffen was de groep stafijzer iets lager,
stoomkolen daalden met 21, lood met S en tin met 5
punten. In de d.iversengroep daalden petroleum en
talk resp. met S en 5 punten. Onderstaande tabel
toont de wijzigingen in het indexcijfer der verschil-
lencio artilcelen, vergeleken met eind van Decein-
ber, waarbij het cijfer 50 telkens het gemiddelde voor
de periode 1.901-05 voorstelt.

.E°
o
+
1
u:.
I.l+
1

e
.
.!
°

o
+

Tarwe ‘btl.)
ioti
+
1
6

Katoen(Am.)
67
+ 4
Koper
435

IS
(ng.)
Meel
91
87
..

1
,,

(Egypt.)
Garen
955
76
– 1
+ 1
Delfstoff.
73

Oerst
865
+ 4
Laken
935
+ 1
Hout Haver
66
+
Wol (Eng.)
108
..
(Baltiscis)
93
Aardapp.
81
..
,,

(Austr.)
102
..
Hout
Rijst
1045
– 45
Zijde
71
– 3
(Amerik.)
775
Rundvi.
665
+ 6
Vlas
85
+ 8
Leder
61
6

Schapenvi.
86
+ 1′
Hennep
695
+ 25
Petroleum
100
8′
Varkensvl.
99
-15
5

Jute
106
-1-2
Oliën
73
+ 1
Gran. en vi.
Weefstoffen
8735
±145
Oliezaden’
Talk
73
615
+
– 55
‘i
Thee
Ruw-Ijzer
Indigo
76
5

Ti
TT
Koflie
146
..
Stalen rails
71
..
Soda
85
6

Rietsuiker
123
– 1
Ijs. staven
94
..
Rubber
17
Bietsuiker
Boter
119
$45
– 1
5

– 1
Kolen (St.)
,, (huisbr.)
1135
94 215
Diversen
7185
-125
3
.928
Tabak
1165
..
Lood
113
-8
Totaal

And. voed.
Tin
112
_56
en genotm.

De stand
van
e]ke
oroen
varalakrsn
mf

.Til
i
1914

wordt aangetoond door de volgende tabel:

Data
‘n

n

SS
e
,55

Q

Juli

1914
100
100
100
100 100
100
December

1918
226
222 293
186
241
237,5
December

1923
148
231
225
167 136
178,6
December

1924
171
224 235
175
146
189,3
December

1925
162
193
182
158
141
165,8
Februari

1926
153
199
172
158
138
161,4
152
196
167
156
140
159,4
154
193
162
154
139
158,0
153
194
159
155
139
157,1

Maart’

,……
April

,……

154 194
156
158
138
157,3
Mei

, ……

157
193
153
184
135
157,7

Juni
,……

158
197
155
183
134
162,0
154
201
1.53
207
134
165,5

Juli

,……

159
205
143
210
134
165,2

Augustus

,……
September

,……

155
207
141
206
133
163,2
October

,……
11ovember

,…….
December

.. .
151
209
139
167
132
155,0
Januari

1927
150
209
142
158
130
153,1

Onderstaande tabel geeft voorts nog een overzicht
van het._prijsverloop
in een aantal belangrijke
landen:

‘5
.
=

.5
u
,
.5
0.
.g

•-o
,

‘5
N
‘O
z

1913
100
lOOS
100 100
5
)
100
5
)
100
100
100
Novemb. 1918
206
358 438


367
392 214
Hoogste

1920
{ 272
591
679

325 366
297
322
Mei)
(Apr.) (Apr.)
(Jan.)
(juni)
(juli)
(Mrt.)
Decemb. 1923
151
458
577
140 183
160 154
211
Decemb. 1924
157
507
640
147
171
168
160
214
Decemb. 1925
156
632 715
143
156
156 155
194

P
nuari

1925
156
634
708
141
155
153 153
192
bruari
155
636
704
139
151
152 149
188
Maart
152
632
693
138
148
149
,
145
184
April
151
651
636
138
148
150
143
181
Mei
153
688
643
137
147
151
143 177
luni
152
739
654
136
145
150
144 177
Juli
Augustus ”
151
149
837 770
677
135
145
148
141
179

September
150
788
691
683
134 134
145 146
147
146
139 140
177
175
October
150
753 655
136
145
148
143
174
November ,
148
684
641
138
147
148
147
December
147
628 619
138
148
150
147
) DUFCdU ul L..auour. ‘) rranhçrurter Leliung. beaert Januari 1924 ge-
baseerd op 100 artikelen in plaats van op 98.
) Sedert 1922 gebaseerd op 48 artikelen in plaats van op 53.
4) Sedert October 1923: Juli 1914=100.
5)
Midden 1914.

De onderstaande, aan het bericht van het Centraal
i)tireau voor de Statistiek ontieende opmerkingcn

hebben betrekking op de indexeijfers voor Nederland
over de maand December 1926. Bij beschouwing dezer

cijfers blijkt, dat zoowel het algemeen indexeijfer als
dat der voedingsmiddelen ed. in vergelijking met de
maand November jI. voor beide maanden gelijk is ge-
bleven.

Tegenover een prijsstijging van 14 artikelen met in

totaal 118 punten staat een prijsdaling van 1,6 arti-
kelen met evcneens 11.8 punten.

Met 10 of meer punten stegen: alcohol (46), zeme-
len (14); met 10 of meer punten daalden: thee (14),
PePer (14), eieren (18), kaas (17).

132

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1927

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned jBl.
Disc. Wissels. *
3 Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.
3*2
2
Oct.’
2
5

Bk

Binn. Efi.
4*
3Feb.’27
N.Bk.v.Denem. 5
24 Juni’26

Vrsch.inR.C.
54
3Feb.’27
ZweedscheRbk
44
8
Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14 Juli’26
Bank v.Noorw.
4*
2
6 Oct. ’26
Bank van Engeland 5
3 Dec.’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 5
11 Jan.’2’7
slowakije . . 5426
Oct. ’26
Bank v. Fraflkrijk.
54
3 Feb.’27
N. Bk. v. O’rijk. 6
4Feb.’27
Belgische Nat. Bnk. 6472
Jan.’27
N. Bk. v. Hong. 6
25A.ug. ’26
Fed.Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1927
1926
1925
1914

5F b
e
3IJan./
24129
17122
1/6
217
20/24
.
Febr.
Jan. Jan.
Febr.
Febr.
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
3
7
/16
3-I16
2
7
18
11116
2
314-
7
18
21/8.31s
23/5-1
4

311
8
J1
16

Prolong.
3
1
12
3
1
/.
1
/2
231
4
_311
4

211
4
3/
4

231
4
311
4

21/
4
31
4

21143/4
Londen
Daggeld ..
3114
3113.51/7
45
3-4
31j5
2-3
I3
142
Partic.disc.
4
1
136
-1
Is
41116-II8
41/..1/
4_1j 47/16-9h6
331
4

2
1
14_
3
!4
Berlijn
Daggeld ..
5-6 5-7
2-6
2-4
511
3
_711
3

– –
Partic.disc.
30-55 d…
41/8
4
1
1s
4-1/8
4_11
5
1
12-6


56-90 d..
.
4
1
18
41
18
411s
4..1/
5/-6

2118-11
Waren-
wechsel.
411
4

4114_113
41/8.112

4115.1/3
7
1
12


New Yorkl)
Cail money
41/
4

41/
4

41/
4

4.31
4

4.531
4

4_1
131
4
-2
1
12
Partic.disc.
,

331
4

3:114
3314

18
14-/8
3.314
1

3
1
1s
I


‘1
CalI money-koers van 4 retr. en daaraan voorafgaande weken
tjm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da ta
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
1)
YorkJ
.
)
8
,
)
8)

1 Febr. 1927
2.505/
t
,
12.14
59.32
9.85*

34.814
100%
2

1927
2.50%
12.131
59.31
9.85
34.80
100%
3

1927 2.501/
8
12.13*

59.28
9.85
34.79
100%
4

,,

1927
2.50
12
.
12
*

59.25
9.84
34.76*

100%
5

1927

1
2
.12*
59.26*

9.83*

34.79
100%
7

1927
2.503/,
12.134
59.28
9.83*

34.79
100%
Laagsted.w.i)
2.49
7
/
8

12
.
12
*
59.23 9.82 34.75
1001/
8

Hoogste
d.w1)

2.508/
8

12.14*

59.32*
9.87
34.85
lOOs/,
31 Jan. 1927
2.505/
12.14*

59.32*
9.86
34.82
100%
24

,,

1927
2.508/
16

12.14* 59.28
9.92
34.78*
100%
Muntpariteit
2.48%
12.10*

59.26
48.-
34.59
100

D t a
a
ser
an
Zwit-
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan Madrid
*)
1)
rest
1)

1 Febr. 1927
48.16 35.324
7.40
1.32 10.71
42.04
2

1927
48.124
35.324
7.40
1.36
10.644
42.12
3

1927
48.12
35.30
7.40
1.36
10.69
41.85
4

.

1927
48.10 35.35
7.40
1.37
10.69
41.36
5

1927
48.12
35.30
7.40
1.40

7

,,

1927
48.12*

48.07 35.30 35.20
7.40
7.38
1.41
10.644
42.174
Laagsted.w.i)
1.30
10.62*

41.30
Hoogsted.wl)
48.17 35.35
7
.
42
1
.
42
*
10.75
42.35
31 Jan. 1927
48.16
35.32*

7.40
1.32
10.75
41.93
24

,,

1927
48.20
35.30
7.40
1.32
10.78*

40.71
Muntpariteit
48.-
35.-
2
)48._
48.-
48.-

D a
Stock- Kopen-
10
*
1-fel-
Buenos-
Mon-
holm

,J
hagen8)
JfÇ
Airesl)
Ireall)

1 Febr. 1927
66.80 66.70

64.80 6.30
103
7
/
2.49
7
/8
2

1927
66.80
66.70

64.70
6.30
103%
2.4971
3

1927
66.774
66.70

64.45
6.30
103%
2.497/
8

4

1927
66.75
66.674 64.25
6.30
103% 2.49%
5

,,

1927
66.77*

66.75

64.35
6.30
103%
2.49%
7

,,

1927
66.774
66.674 64.60
6.30
103%
2.497/
8

Laagsted.w.i)
86.65 66.60

64.15 6.28
103
2.49%
Hoogste d.w
1
)
66.824
66.724 64.85
6.32
104
2.50
/8
31 Jan. 1927
66.80 66.70

64.70 6.30
103%
2.497/
8

24

,,

1927
66.80
66.65

63.85
6.30
103k
2.49%
£s{untpariteit
66.67 66.67

66.67
6.264
105l/
2.48%
) Noteering te Amsterdam.

) Noteering te Rotterdam.
4) PartIculiere opgave.
2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j5
en 7.21
1
/i
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
a a
Londen
($
per
£,)

Parijs
($
p.
lOOfr.)
Berlijn
(3
p. 100
Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gid.)

1
Febr.

1927
4,85
1
/
32

3,93% 23,70%
39,95%
2

1927
4,85
3,93%
23,70
39,96
3

1927
4,85 3,93%
23,70
39,98
4

1927
4,8415/,
3,93
23,69%
39,99
5

1927
4,8445/,,
3,93%
23,70
39,98%
7

1927
4,8411/,
3,93
23,70 39,98
8 Febr.

19261
4,867/
16

3,70
23,80 40,09
Muntpariteit..
1

4,8667
19,30 23,81j,(
407/
1
,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen
en
Landen
INoteerings-I
I
eenheden
22Jan.
1

1927
29
Jan.
1927
1311.15
Febr.
1927
ILaagstejHoogstel
5
Febr.
1927

Alexandrië.
.
Piast.
p. y,
9714 97
1
4
977/
16

979/
16

97%
Athene

….
Dr.p.0
36711,
368%
363
273 369
Bangkok

Sh.
p.
tical
1/10%
1/10-
, 7
e

1
I
o î 6
If
1/10%
1/10%
Budapest
. ..
Pen.
p. £
27.75
27.76
27.74
27.78 27.76
B. Aires’).
. –
d.
p. $
467/
1

467/1,

467/,
4623
46i/
Calcutta
….
Sh. p.
rup.
1’6
1

ST
Y6″ –
I

184
1,515
16
116
1
1
64

1/5
63
/
64

Constantin..
Piast.
p. £
962%
947% 935 955
940
Hongkong
..
Sh.
p. $
2/00/,,
2’0′
1

2,0%
2/24/,,
211
9
/
32

Kobe

…….Sh.p.yen
2/07/84

2/08/,,

2
1
05
/82
2/011/
6

2/
0
13
32

Lissabon
1) . .
d. per
Esc.
2831
84
217!
ls2
233!
– –
164

.217
132
2171

132
d. per
$
24
24 23 25 24
Mexico
……..
Montevideo
1)
d. per
$
50I/
497/
0

493/B

50
49%
Montreal’)
.
$
per
£
86T’S
4.85
8
%
4.85
4 85′
55
4.85
R.d.Janeirol)
d. per Mii.
558/
57,
512/
1

57/
8
5271
82
Shanghai
. . .
Sh.
p.
tael
2/71j,
2/88/
16

275/
5

2194/,
218
8
/
8

Singapore.
..
id.
p. $
2/3
1
2
1


3
26
!
89
2l3′!
1

82
2 3′
5
1

I

1
9)325!
32
Valparaiso
2).
$ p.0
39.72
39.75
39.76 39.79
39.711
Warschau
..
ZI. p. £
43% 43%
42
45
43%
‘) 1 eiegranscn transtert. ‘)o ag.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 3)
Londen’)
N.York2)
Londen
31 Jan.

1927.. 279,
585
31 Jan. 1927
84/1034
1
Febr. 1927..

271/,
58%
1
Febr.1927
84110%
2

1927.. 27%
59%
2

1927-
84111%
3

1927..

28
60
3

192′
….
84/11%
4

1927.. 27%
59%
4

1927
84/11%
5

,,

1927..

279/,
59
5

1927
84111%
6 Febr. 1926…

300/,
674/
8
5 Febr. 1926
84/11%
20 Juli

1914.
.
24i5,
544/
8

20 Juli

1914…
84/11
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreignsilver in
$c.
p.oz:fine.
3)
insh.p.oz.fine

STAND VAN ‘e RIJKS KAS.
De Minister van Fina nciën maakt bekend

Vorderingen.
1

22 Jan.1927
31Jan.1927

Saldo bij de Nederlandsche Bank….
f
14.205.452,39

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

621.272,73
f

13.524,49
Voorschot
op
uit. Dec. 1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting ……..
41.195.158,97
,,

41.195.158,97
10864.509,86
….
,,

10.894.894,52
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buitenl.
,,
141.396.277,13
,,
142.234.956,31
Daggeldleeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

……….
6.500.000,-
14.200.000,-

Voorschotten aan de koloniën………….

Saldo der postrekeningen van Rijks-
18.806.236,84

,,

17.809.695,01
comptabelen

…………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,


T.

en

T.
2
)………………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
860.348,03
,,

860.348,03

V
e r
p1 i c
h t
i
n ge n.

Voorschot door de Nederl. Bank

. –
f

815.501,15
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..

f
111.361.000.-
Schatkistpromessen in

31.760.000.-
111.361.000,-

Waarvan direct bij de Ned. I3ank
,,
31.760.000,-


,,

12.357.344,-
om1oo

……..

Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten 2)

.


Zilverbons in omloop ………………12.516.771,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds’)

,,

19.146.228,99
,,

20.826.957,39
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en T.
2)..,,

45.855.352,39
‘47.543.925,52
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
)…………590,000,-
720.000,-
Id. aan diverse Instellingen
2)

…35.854.468,57
,,
35.603.905,53
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

1

29 Jan.1927
5
Febr. 1927

Vorderingen:
Saldo

bij

‘s

Rijks

kas
………………
f
3.056.000,-

Saldo bij de Javasche Bank
……….
28.033.000,-
f27.555.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië

3.089.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië

..


Schatkistpromessen in Omloop …….
800.000,-
,,

800.000,-
,3I.946.000,-
,,3l.l59.000,-
Muntbiljetten in omloop

………….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..

.

»
3.526.000,-
,,
3.526000,–
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,
788.000,-
,,

837.000,-

9 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

133

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 Februari 1927.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f

55.360.429,45
sels,Prom., Bijbnk.

8.953.906,84
enz.indisc.(Ag.sch.

16.376.334,69

f
80.690.670,98
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef.

f
137.772.664,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.


137.772.664,_
Beleeningen
nci.
vrsch.
Hfdbk.
f

66.891.271,96

in rek. -crt.
onderp.1

.175.239,70

op onderp.

Bijbnk.

12

op
Ag.sch.

71.839.552,67

/

150.906.064,33

Op Effecten…….
f

145.906.366,75
Op Goederen en Spec. ,,

4.999.697,58
150.996.064,33
Voorschotten a. h. Rijk
….. .-. .-. .. …..
,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

60.344.480,-
Muntmat., Goud

,, 353.961.132,41

f
414.305.612,41
Munt, Zilver, enz.

28.233.001,30
Muntmat., Zilver

Effecten

442.538.613 71

BeleggingRes.fonds.
f

7.043.981,08
id. van

v. h. kapit.,,

3.996.941,20
11.040.922,88
Gebouwen en Meub. der Bank

.
—–
,,
5.142.000,-
Diverse

rekeningen …………………
57.970.097,05

f
886.061.032,95
Passiva.
Kapitaal
………..
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve ………………..,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop…………..
802.099.135,-
Bankassiguatiën in omloop………….
137.977,15
Rek.-Cour.j Het Rijk

f
14.635.535,28
saldo’s:

Anderen

,,

18.556.756,72
33.192.292,-
Diverse rekeningen …………

..
.

,,
14.783.897,74

f
886.061.032,95

Beschikbaar metaalsaldo …….

..

f
274.901.353,86
Op de basis van
s

metaaldekking
..

,,
107.815.473,03
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.374.506.765,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
kings
perc.

7 Febr. ’27
60.344
353.901
802.099 33.330 274.901
53
31

Jan. ’27
60.469
353.961
819.430
30.847
272.472
52
24

17
60.603 354.956 793.877
55.132
273.920
52
17

’27
60.659
354.957
811.772
42.865
272.585
52
10

,,

’27
60.737
353.738
831.090
46.291
266.453
50
3

,,

’27
60.824
352.513
865.706
33.148
260.592
49

8 Fpbr. ’20
46.572
388.639 839.715
78.165
276.944
50

25 Juli

’14
65.703 96.410
1310.4371 6.198 43.521
1
)
1

54

Totaal
Schatkist-
B ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
proniessen
I
nien
op het
I
reke-
disconto’s
rechtstreeks
&
buitenl.
ninen
2

7 Febr. 1927
80.691

150.906 137.773
57.970
31 Jan. 1927
69.652

146.135
178.027
47.530
24

1927
71.092

130.440
193.417
43.544
17

1927
75.443

128.644 195.834 43.976
10

1927
81.795

131.209 194.945
59.500
3

1927
83.189

151.805
187.177
67.622

8 Febr. 1926
80.349

124.337
238.741
47.132

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1)
Op de basis
van
21

metaaldekking.
2) Sluitpost
activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
tatic
Andere
opeisch
b.
Discont.
D

k
ngi’

31 Dec.

1926-
1.001
1.698
1.024
986
449 24

,,

1926-
1.011 1.487
1.155
963
445
18

1926..
1.011
1.476 1.153
930 494
11

1926..
1.020
1.502 1.117 925
470
4

1926-
1.020
1.609
1.161
932
415

2 Jan.

1926-
1.005 1.779
769
954
410

5 Juli

1914…
645
1.100
560 735
396
&) OIUJL}JIflL UC! CICLIVd.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldeus. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb.
I
metaal-
schulden I saldo

29 Jan.1927
2.500


311.506
70.500 150.100
22

1927
226.750
314.500
73.000
149.250
15

1927
226.000
319.000
69.500
148.300

8Jan.1927
197.041

29.264
321.234
61.899
150.498
1

1927
,,
197.209

28.861 320.011 64.527
149.931
25 Dec. 1926
197.435

28.411
321.331
68.629
148.555
18

,,

1926
197.728

27.969
325.568
68.004
147.645

30Jan.1926
201.725

39.769
345.048
57.877 161.653
31Jan.1925
133.542

51.613
276.526
90.971
112.453

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172 12.634
4.842′

Data

Dis-

‘;;”
1
Belee-
1
Diverse
conto’s i N.-Iizd.
1
nin gen

reke-

kingS-

ningen))

percen-
t
betaalb. 1

taffe

29 Jan.1927
134:270
ee.
59
22

»

1927
136.570
CCC
59
15

1927
139.200
ee.

58

8Jan.1927
12.404
19.559
88.562 43.148
59
1
1

,,

1927
12.043 19.607
89.911
43.548
59
25Dec. 1926
11.654 19.396
90.078
49.736
58
18

,,

1926
11.684
21.912
89.884
51.141
57

30Jan. 1926
8.029
21.423
56.904
78.517
60
31Jan.1925
29.357 17.803
66.961
78.327
51

25 Juli 1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
t)
Slultpost activa.

2)
Basis
2
16
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie
CurrencyNotes
Bedrag
1
Bankbilj. Gov
. Sec.

2 Febr. 1927
151.082 137.937
282.759
56.250 232.225
26 Jan. 1927
151.345
137.049
280.247
56.250
229.175
19

1927
151.491 137.101
282.472
56.250
231.629
12

»

1927
151.489
138.084
287.309
56.250
236.726
5

,,

1927
151.381 139.803
291.169 56.250
240.879
29 Dec.

1926
151.119
140.785
296.461 56.250 246.248

3 Febr. 1926
144.513
141.954
287.345
56.250
235.988
22 Juli

1914
40.164
29.317
1
1


D t a
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
R eserve
Dek-
k
__
Ings;)

2Febr.’27
28.876
74.163 9.537
108.190
32.845
277/
8

26 Jan. ’27
28.118
72.453 13.734
102.777
34.045
29
19

,,

’27
31.883
75.877
12.052
111.749 34.140
27
12

’27
34.768
77.056
15.372
111.539
33155
26t,
5

’27 36.098
103.203 11.527
141.057
31.327
20
29Dec. ’26
34.168 96.659
11.632
131.343
30.084
21

3Febr.’26
43.002 73.336
13.768
106.737
22.309
18
22 Juli
’14
11.005
33.633
13.736
42.185
29.297
52
,cIII uuuii.g tuaaIlcLI fl.CCIV C Cii LJC}JUCIID.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franos.

Waarv.I
Tegoed
Waarvan’
Belee-
Data
Goud
in het IZilver
in h t
buiti3j

Wis

sels
op
het ningen
________
buitenl.I
buiteni.

3 Feb.’27
5.548
1.864
342
85
4.3731
14
2.001
27Jan.’27
5.548
1.864
341
87
3.5931
11
2.058
20

’27
5.548
1.864
341
86
3.591
13
2.101
13

’27
5.549
1.864
341
86
3.581
16
2.136
6

’27
5.549
1.864
341 84
5.128
16
2.071

4Feb.’26
5.548
1.864
325
68
4.355
14
2.487

23 Juli’14
4.104

1

640

1.541
8
769

Buit.gew.
Schat-
Diver-
I
Rekg.Courant
Data
voorsch.
lald.

kist bil-
sen
2)

Circulatie
Parti-
I
Staat culieren

3Feb.’27
31.900
5.595 7.192
52.626
4.549
11
27 Jan.’27
32.550
5.594
7.225
52.172
5.924
42
20

’27 33.650
5.593
6.524
52.811
5.849
14
13

’27 34.550
5.591
6.125 53.515
5.581
28
6

’27 35.000
5.581 5.931
54.305
5.660
21

4Feb.’26
35.100
5.227 3.183
51.471
3.100
31

23 Juli’14



5.912
943
401

‘)
in uisc. genomen wegens voorscli. v. u. staat a. Duiteni. regeeringen.
2 Sluitpost activa.
3)
Except tegoed bij Russische Staatsbank.

134

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1927

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in miljoenen Reichamark.

Daarvan
Deviezen
Andere
0
a
011
bij bui-
a!sgoud-
wissels Belee-
ten!. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
clie ques

30 Jan. 1927
1.834,7 128,4 421,1 1.415,0 81,6
22

1927
1.834,7
128,4
501,5
1.379,7
9,6
5

1927
1.834,5 149,4
501,0
1.505,2
14,0
7

1927
1.831,2
559,8 513,3
1.694,4
23,8
31 Dec.

1926
1.831,4
170,3
519,2
1.828,6
84,1
30 Jan. .1926
1
1.255,0
143,0
418,3
1.464,4
10,9

30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circa-
Rekg.- Diverse
ten
Activai.J
latie
Cr1.
Passiva

30 Jan.

1927
88,9
570,2
3.409,6
574,6
200,8
22

1927
89,6 656,6
2.976,7
1.085,0 203,6
15

1927
89,8
629,9 3.133,1 1.012,7
207,6
7′

1927
. 90,9
574,7
3.436,8
842,8
204,8
31 Dec.

1926
90,9 473,2
3.735,5
648,0
174,2
30 Jan. 1926
233,6
608,7
2.648,8
578,7
543,8′

30 Juli

1914
330,8
200,4′
1.890,9
944,-
40,0
1)
Onhelast.
2)
W.o. Rentenoankscheine 30, 22, 15,7 Jan.’27; 31 Dec. ’26, 30 Jan. ’26, resp. 43; 129,5; 110; 66; 7; 139 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Voornaamste kosten in millioenen Belgas.

Data

Goud

L

.c

n

c
o•-
.LS

Rekg. Crt.

°
0

1927
-.
”c
L
L
L

Q.
C.’D

3 Febr.
623
431
t
39
483
29
400 1.833
40
104
27 Jan.
622 423
38
478
28
400
1.815
24
122 20
620
436
38
490
29
400
1.810
20
156
13
620,
454
38
505
32
400
1.827
1
195
6

,,
620
469
38
515
36
400 1.820
14
217
1)
Aan de schatkist gecedeerd.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA..

FEDERAL, RESERVE BANKS. Voornaamst& posten in millibenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal

Dekking
‘Iii her-
disc. v, (t.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
inember
markt
banks gekocht

19Jan.’27
2.935,9
1.628,1 159,6
416,1
337,4
12

’27
2.916,0
1.574,0
155,1
490,5
338,1
5

’27
2.855,4
1.487,7
12,8
633,5 388,8
29Dec.’26
2.814,8 1.434,8
129,4 710,9 378,8
22

’26
2.803,3
1.442,2
107,0
715,4
387,6
15

’26 2.830,7 1.491,6
121,3
562,3
384,1

20Jan.’26
2.814,8
1.566,2
152,1
453,2
305,9


‘Data
Belegd in U. S.
Notes
in circu]
t7
Gestort
Goud- Dek-

1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
lafie
1

SI

Kapitaal

kings-
perc.’)
1

kings-
1

perc.
2)

19Jan.’27
312,7 1.709,9
2.317,8
125,5
72,9 76,9
12

;,

’27
3111
1.750,5
2.323,8
125,1
71,6
75,4
’27
. 313,9
1.812,7
2.409,4
125,0 67,6
71,0
29Dec.’26
317,2 1.857,0
2:345,7
124,8 66,9
70,1 22

’26 314,4

.
1914,0
2.308,0
124,8 67,2
68,9
15

’26 478,2
1.840,1
2.392,5
124,8
66,9
69,7

20Jan.’26
370,0
1.692,0 12.298,3
118,2
70,5
74,4
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
EED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

1
1

Beleg-
gingen
1

R
bij de
F
R.
banks

Totaal
.
depo-
sito’s

Waarvan
time
deposits

12Jan.’271
683
14.419
1

5.543
1.683
19.188 5.878
5

;;

‘271.
684 14.585
1

5.488 11.750
19.234
5.859
29 Dec.’26i
688
14.569
1

5.541
1.675
19.037
5.792
22

’26I
688
14.439
1

5.514
1.657
18.885
5.775
15

,,

‘261
689
14.379

1
5.553
1.759
19.160 5.782

13
Jan.’
2
61
718
14.054 5.435
1.694
19.234
5.363
,Aan het eind..van ieder kwartaal wordt een overzicht

gegeven van enkele niet wekelijks opgénomen bankstaten:

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 7 Februari 1927.

. ‘a.II de internationale fOIIdSC1IflSfl1’.ktCi1 heeft de .ljetira van
13 e r 1 ij ii in dc afgeloopeu week weer buitengewoon groote
omzetten to zieii gegeven, gepa:ti’ct gtta.iL(lC z
iou
eeII uiterst
mva.l1igc stemming. Na liet gunstig verloolk
‘(lIi
de tiltimo-
rescontro varen het aanvankelijk vooral bankaandeelen en
iiiiji.iavaar’clen welke tot oploopeiLcIe .prij7.cn uit do markt m’er-
iieii. gcnoznca, cl.ocih wi’ilei

‘liegiiiist’iging va.is een ‘zeer i’uiiiie
geldin.a.rkt ivierpen publiek
oil
specitjatie zioh ook weldra op
allerlei andere fcjudsen,00rten, als kuns6zijde-aaiideelen,
kalivaardeii, clectriciteitsaaudee!eii . enz., waardoor bedui-
(leii.de” koersver’]seffingen ‘tot stand kwaitien. ‘S’el clisd.eii
‘iiistnemingen af en toe eenige reactie oiitstaa.ii, clooli steeds
01:pn’ielisv clet iie hauasnsteiii.niiii’g zieh gelden totdat er lieden
op veelvuldige waarschuwingen tegen overdrijving eenige
kentering intrad.
Een oiii’oge!nsatig verloop vertoonde cle beurs van P 1-
1′ i,j S, .tei’wijl ‘de onizetten Lou iiiiki’.im.1itig deden zien. Be.
i»i!tI meevallen deed ‘dit .iiiet lia de optiniistisclie u’itlaitiii-
gen vals den beer Polilicaid in de v.00rga.aiide i’eek en de
seer riihiie geldsnarkt, iw.el’ke de J3aiique de Fraiice .aair’lei-
‘ding gaf haar disconto vau 6. 01)
54
pCt. te verlagen.
Iittusseheu konden de koersen zich meerendeels goed hand-
haveii CII t,i’acl er op liet oiiiik vaii cle ii’eek
cci’
eeiii.go be-
vestigi li
g
‘1,11 .
le L o II cl e ii bleef de C’lLineesclle kimestie iatu.ualijk nog
doilLiliecreil, ‘vafu’dioor de sna.i’kt iii i,!lo afcleelingeii ccii
his-
teloos aalLzien bekielci. Groot aanbod deed er zi1i. cveii
1
wel
mcrgwis voor, zoodat de koers’er1agingen, die hier en
tot stLii'(t kivainen, vati besoheidci:i aard blcven. 1-leden werd
iii enkele speculatieve a.fdcel’ingen de h;uidel iets !evendiger
en ti’uden vooral Peruviaiis door een vaste teucicui op dcii
voorgroil cl,
rre N e
w
Vo r k zijn de zaken van zeer lovendigen aard
gebleven. Vooral in spoorwegshnres en niet name in de laag-
geprijsde soorten was ‘de s1ecu.latieve bec1rijvighekl groot,
waardoor de koersen opnieuw verbetering ‘konden ondergaan.
Speciaal Wabash-sha.res wareu gefavoriscerd. Industria.ls

daarentegen hebben aanvankelijk weer Vrij sterk onder den
invloed gestaan van baisse-a.anva.11en. Ten slotte bleven de
pogingen om de koersen verder to cInkkcii ‘evenwel zonder
sucec’es, iw nar ii a ouder leiding van de vaste markt voo
pooi’wgsha.res weer eelt herstel tot stand kwam ; 20 cleu’
roorliaciniste industrials utoteercicuj op ‘liet ainde valt iie’
itigeloopen week gemiddeld 15433 tegen 155,18 op het einde
der vooi’afgega.ne week. ‘De gesiiidciclde noteer.ing vzoi 20 der
voornaamste spocrivegsliares is iii hetzelfde tijdsverl.00p van
120,23 tot 123,21. gestegen.
Te ii o n z e ii t heeft een tamelijk opgewekte steiiunu.itug
weer goheersoht welke echter in hoofdzaak tot enkele spe-
ciale fouiclsensoorteuu beperkt bleef, in de groote a.fdeelingeii
ijs valt Bubber-, Tabak- cii Suikera.nndeeien enj. ging
slechts w’einig om. Voor
beleygisu.gswearden
bestond er weer
ta.melij:ke belangstelling, lsoeoe1 dc omzotten bij ‘clie van de
vorige it’eek aanmerkelijk ten aeht,er bleven. Ook’ cle stem-
niing wilS hierbij niet zoo uitgesproken will ig moer, wat ten
dccle iitissohien moet ivoi’den toegeschreven aan liet verho,-
geul van de boleeningsrente door de Nederla.ncishe Bank, met wolken maatregel de directie veriaoedli,jk bedoelt een
il te snel afvloeien van onze middelen naar ‘het bnitn’lau’cl
eenigeriiiate tegen te gaan. Voor. Fracisehe obligatie-soorten
bleef niettemin ‘de stemuuing vast cii ook Belgishe besloten de week, naeen tijdelijke reactie, veer beter. Dnitsche soor
ten bleven per saldo op onge.veer vorige prijaln, hier en
daar een kleine fractie lager. Vrij veel ‘ging er om in Mex.u-
caianshe waam’clen als govolg van het ‘betaalbaar stellen
van
onbetaald gebleven z.g. ,,cash warrants”. 6 pCt. Ned. Werk.
Seliuuicl 1922: 106,
106
3
/,,
1061/,; 4% pCI. Ned. Werk. Schuld
1952: 106, 106
3
/le
106Ufuo;
4%: pCt Ned. Wei’k. Schuld
1917: 99%, 99%, 90%; 4% pCt. Ned.-Indië 1926: 95
6
/8,
9511116, 95
°
fss;
5 pCt.. Mexico £ 100-1000:
127110,
12%
(ex cliv.), 11%; 5 pCt. Mexico Goud, 20-100 Alg.: 47,
46 (ex div.). 45%;
5 pCt. Brazilië 1903: £100: 78
7
110, 76%,
76
9
/to; S pCt. Sao Paulo: 105%.

Op de aandeelenmarkt heeft de a.fdleel’ing der
binxenland-
sc/cc
industrie foudsen
‘de meeste attentie gehad. Belangrijk
ovaren weder de omzetten iii aan’deelen iran kunstzijde’fabr.ie-
ken, w’aarbij vooral Enka’s gevraagd bleken, op geruchten
dat ook deze Mij. betrokken, zou zijn bij de internationale
onderhandelingen over samenwerking tussehen verschillende
groote concerns. Ook Maekubee’s en Hollancisohe waren ge-
vraagd. Hoewel ten slotte o handel iets kalmer 1werd cli
eenige reactie iui’tracl, bleef men toch nog aanzienlijk boven
het slot van de vorige week. Ook voor ‘verschillende andere
inciustrieele soortefl niel er toenemende belangstelling waar
te nemen. Vrij veel ging er na, om in a.mideelen Intem’n

9.’Februarl 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

135

Gewapend Beton, die hierbij beduidend stegen docl1 later
veer ‘sdherp reageercieti, toen bekeiid wer{l’ dat het bestuur
det Mij. biI1ILenkort vodrtellen aal doeii tot afsdhrijviiig
aL1 eeu zeker PerCe11tae op de aandeelen. Ook de verschil-
leude Iliiller-eaar•dcn werden le eerste weeicheJft tot steeds
stijeiidc prijJzeli uit cle markt geioneii , tot zelfs Tianda’s
en Compauïa’s toe, doch ten slotte belcoekle de animo eif
liepen iie koersen weer terug. Ceritrak Suiker Mij. : 130,
129%, 1 31
;
B?ollaiidsche Kuiistzijcle Industrie: 87,
91, 92/; Jurgens: 168, 16734, 169, 166%; Maekubee:
99%. 104%, 105%
;
Ned. Kunstzijdefabriek: 241/, 249%,
958%,2’61/s; Philips GloeilamVen.fabriek: 380%, 383%, 385.
in
&hce’pvaaruri&dcelcn
is de affaire deze week van niet
i’eel lieteekenis gelweest. IH[ollaucl-Aiiieriha. Lijn : 74%1
71, 73%,
75%,
76%
;
Java-China-Japan Lijn:
135%,
135,
135%; Kon. Ned. Stooatboot Mij. 101%, 102, 100%, 101%;
Ned. Scheepvaart Unie: 185%,
185%’,
186; Stoonivaart Mij.

Nederland 177%,177%, 178.
Hun ku a’ndecicii.
verliepen kal ni en dode n ovei’ ‘t i.genee ii
weinig biJzonders zien Alleen trokken. aaiidcelen Robaver
aanvankelijk vecr de i md iicii.t dooi een verdere koersstij-giiig, terwijl ook aainlcelen Holia.ndsdho Ba:iik voor Zûid-
Amerika enkele procenten konden aivaiiceelren. Het slot
v;lEi

C
vel wel ;i.lgeiiicc ii au ikk er
iii
overeensterning met dcii
teruggang in de Miiller-foidsen. Amsterdamshe Bank:
1li3/i, 164, 164%; HIolI. Bank voor Zuid-Amerika: 73%,
79%, 76%; Javasehe Bauk: 363%, 361, 365; Koloniale
Bank: 249%, 247%, 248%; .Ned.-Ind. Handelsbank:. 173,
172%, 172%; Ned. Handel Mij. C.
Y.
A..:
158, 158h, 157%,

158%
;
R’ilamsehe Bankvereenigiug: .94%, 95
1
/8,
93%

Tweiitsche Bank: 143.
Mij’nsi.andeelen,
behalve die van MUller’s Mijii’boiiw, over
‘t algemeen stil. Alg. Ex.plor’atie Mij. .102, 97%, 99; Bil-
litou le Rubriek: 760, 765, 775; MUller iiijniouw:’ 7b’, SS,
82%; Re:ljang Lebotig: 225, 230, 229; Singkep Tin l.ij.:
443, 454%, 463, 459%.

I,cabaks arkt
had weer ccii onbeteekenend verloop •koersfluctuaties van eenige beteekenis kwamenniet voor.
1 ntussehen leek de tendens aan liet slot niet ongunstig.
%
Arendsburg: 603, 604, 605; Beseeki Tabak: 340, 345, 348;
Dcli Batavia: 456, 451%., 453, .456%
;
Deli Maatschappij

436, 432%, 435%; Oostkust: 199%, 193%’, 200%
;
Seneni-

bali: 436%, 434, 433. 435.

Voori’
ubbei-sa’itdeeieii
‘blijft de belangstelling ook nog
steeds gering. Dc ‘Londetische voorraden wezen (leze week
o pi ieuw ccii verinee rdcr ing
i.,i.i
t,
d’ild n aal niet ccii klei ne
1000 ton, wat niet wegneemt, ilat de sternuLing op iie aan-
tleelcinnarkt eer aan den vasten kant bleef.
.Anistercl:ini

Rnbher: 327%,
326%,
329%
;
Del i Bata,vi-i.iinliher: 264,
265, 262. 265; Hessa *Rubber: 480%, 479, 484, 488; .1 ii-

disuhe Rub’ber Cosnip. : 377, 375, 373, 372%
;
IaliTelepa1i

334, 330, 325, 328; Ned.-In.cl
. Riubiher &. Koffie: 326, 321,
318, 323; :R’dam Tapaiioeli : 154, 152, 155
1
/3
;
Serbael.jadi
329%, 324%, 330; Suniatra Caou,tohnc: 294, 28S%, 293;
Sumatra Bulber: 388, ‘385, 386; Vereenigde Indische Cul-
1uur Ondernemingen: 198, 197%, 1.96%
;
Wa.i Suniati’a

]Il.ubier: 304,
300%,
303.
SuiIi: in a’i(deOlcn; ii u:l
al cve ii ccii s een zeer k;i liiie in a.rkt
Lii
dc meeste soorten bleven vrijwel onveraitderil. Door de
Visp. werden ook deze week geen afdoeningen genield. Cul-
tuur Mij. der, Vorstenlanden: 181%, 182%, 183; Handels-
vei-eenigiuig ,,Asnsterdam”: 692, 688%, 689%:; Java Cul-
tuur Mij.: 381, 383%, 377; Moorinann: 459, 457, 459;
Nod.-J.nclisehe Suiker Unie: 263%, 261%, 260; Poerw’o-
ri:djo
;
117%, 116%, 119; Suiker Cultuur Mij.: 297, 294%,
300, 301%
;
Tjepper: 715, 725, 720, 729; Watoetoelis Pop-
poh: 792, 785, 795. -.
Op dc afdeeling ‘der Peiroleu’inaii4eeicn
hebben opnieuiw
Geeonsolideerde sterk iie aandaoh’t getrokken. Op goede
vraag van verschillende zijden steeg de koers opniemv
50 pCt., waarna er weer eenige reactie intrad. In aan-
deden Koninklijke ging niet veel om. Dordtsche Pe-
troleum md. Mij.: 363%, 360, 365; Gec. Hollandsche Peti’.
Mij.: 231, 247, 251, Z87; Kon. Petr. Mij.: 3875/s, 383%,
389%
;
Perlak l’etroleum: 70
7
/8,
‘71%, 70%; Peudaava:
26%, 27%’, 24%, 26.
01) de
_4.nurikaansc1ic
afdeeling vonden in Waibash-sh’aros
gi-oete transacties plattts; de rest dezer af cleeling bleef stil.
1)c geklmarkt ‘bleef nog ru3ni; prolongatie ca. 3% jC’t.
American Smelting & Rel iing Cy.: 143%, 144%, 141%
(ex’ div.), 1397/
s
; Anaconda Copper: 96%, 96, 95
1
/
1e
; Stu-
debaker: 54%
)
54%, 54%; United States Steel Corpora-
tiop:’157%, 156%, 158
1
/8,
157%; Atehison Popeea: 166%,
166V
1e
; Ene: 44,
44%,
45
15
(ii;
Missouri Kansas & Texas:

34,,35%,’ 37%, 407/
8
.; New York Ontario & Western: 28%,
30%, 31%:; IJnionPacifie 163, 164%, 164%; Wabash Itail-
way:
46/
i0
, 48
9
fi0,
54
1
/32,
567/8.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
8 Februari 1927.

T a r iv e. Niettegenstaunde de groote wercl’clverschepin-
geii, zijn de Europeesche tarweniai

kteii vast gebleven en
het is vooral dc spoedig aankomende tar’we, die ‘tot zeer
hooge’ prijzen opgenomen wordt. Ook in de afgeloopen
week uvareii de verseliepingen zeer groot, bijna 80 pCt.
groeten dan iii de overeenkomstige week verleden jaar.
Sedert 1 Augustus waren de verschepingeu naar Europa
ineen d;iui 30 pCt. grooter dan ecu jaar geleden, wat al een
bewijs is van de zooveel grootere consumptie in Europa.
Nog veel treffender cijfers geven de naar Europa ,stoomen-
de liocveclhedeii, al. dit j.aar 8% niillioen quarters ‘tegen
verleden jaar 4,4 inil’lioeiu quarters. Als men nu in het
oog houdt, dat voor loco tarwe gnoote premies worden be-
taald, dtiii is de vraag werkelijk zeer merkwaardig. De
kleinere oogsten
01)
‘het Continent, zoowel van tarwe als
van rogge, komen wel sterk in die vraag tot uiting; ook
meent men, dat cle kleiuei’o aardappeloogst een rol zon
spelen.
Nu is het evenwel cle vraag of ten slotte toch niet te
veel tarwe naar Europa komt, waar de verseliepingen van
liet Noordelijk Halfrond niet ‘verminderd zijn, toen die
van, het Zuidelijk Halfrond zo groot zijn ‘geworden. Dit
gevoel scheen lieden (Maandag) op (le meeste Europeesche
niarkten door te dringen en voor de nieeste posities en
soorten werden lagere prijzen aing’enomeu. Later vem

be-
terde de stentining wel uveer iets, maar Argentinië benut-woordcic de flau’were stemming onnuddellijk door lagere
opeuiugskoersen.
[ii den
1001)
vai.i de voi-ige week is dc vraag in bijna alle
niarkten goed geweest; niet alleen Engeland en het Noor-
delijk Continent, ook cle Middellaumdsche Zee landen bleven
k-oopers van tarwe. Verschillende ladingen A ustralische
tarave vonden plaatsing, o.a. naar Britsch-Indië, ar door
de droogte cle nieuwe oogst niet veel belooft. Ook Plata-
tarwe werd in Europa
01)
ruime schaal verhandeld. Bijna
alle landen kochten ‘in liet bij7oi1dler de incest nabijzijnde
posities. Mcii kau evenwel niet Plata t;irwc niet volstaan;
men moet er steeds Nooi’d-Anieriknanschc tarwe hijkoopeu
om er ecu voldoende kwaliteit meel vaur te kunnen maken.
Dit komt natuurlijk vooral Canada ten goede en de zoo
gevreesde concurrentie van Argentinië cii Australië heeft
tot nog toe geen anderen invloed
01)
cle Can adeesehe pi’ij-
zcui gehad clan dat ze nogal wat gestegen zijn.
Ho g ge. lii dit artikel blijft de handel kleiner dun men
ik veu’biumcl niet de kleine oogsten op het Continent zou ver-
ivacht hebben. De prijzen blijven evenwel, vast gestemd en
de miiatigc verseliepiugen worden grif opgenomen. De meeste
handel vindt nog plaats tussehen de Staten en Noord-
Europa, nu:uir ofschoon er slmijubaar nog een voldoende
z iehtliare voorraad iii de Staten aanwezig is, is liet aanbod
daar toch verre van ruim. Ons launi koopt ook regelmatig’
kleine partijen nogge.
itt a ï
5.
In dit artikel, dat it’eer een week van groote
verschepiugen achter clan’ ing heeft, beginnen de meeste
Europeesche markten tee.kenen van oververzadiging ‘te ver-
bonen. De Bi’itschc en lersche markten, die voldoende
vraag hadden voor ,,ondcr-laclingen”, kunnen ciie niet meer
opnemen en ook Noord-Duitsehland toont niet voldoende
animo. De vraagprijs van die ladingen toont dan ook een
scherpe daljug, hetgeen ook nooclig is, wil mcii er andere markten voor .vinden, want die andere markten ‘zijn bijna
alle zeer ruim voorzien van direct afgeladen partijen. Ar-
gentinië blijft nog steeds de markt beheerschen en dit zal
het ook wel ‘blijven doen, daar nog steeds cie berudhteu over
den uieuiven oogst gunstig blijven luiden en .boveniiien
wordt verwaoht, dat deze oogst vroeg zal zijn. Door cie
zeer groote verseimepingen vermindert liii de vdsrraacl in
de Argentijnsehe havens wel ivat, maar of sehoon’ het eerste
handseli aanbod van maIs van den ouden, oogst klein is,
acht men het toch waarschijnlijk, in veilband met de vroe-ger gedane zaken, dat tot einde Maart Argentinië niet veel
minder zal afladen dan het in den laatsten tijd gedaan
heef t.
Deze week lieef t ook cle Donau wat meer afgezouden, vooral naar de. Sce’ndinavische landen, die voor die maï8
steeds een voorkeur .toonen. Toch is ‘Roemenië, niettegen-staande ccii grooten oogst, slechts aarzelend aan de markt; de prijv.en, clie West.Europa wil betalen, schijnen den ex-
portmnet erg tè prikkelen en laaroni is het zeer onzeker of
iii liet voorjaar groote partijen van. Donaumaïs-soorten
zullen loskomen, .
Andere landen spelen nog steeds geen rol van beteekenis
o de wereldmarkt, maar of,sehoon de consumptie van mais

1.36

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9. Februari J 927

Noteeriugen.

Chicago
Buenos Aires
,,.,
Data
•Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe Maïs
l’Lijnzaad
Mei
Mei
Mei
Maart
I
Maart
I

Maart’

5Feb.’27 142)
81
43
11,35
6,05
14,85
29Jan.’27

1421/
8

81
8
1.
8

48% 11,301)
6,10′)
14,70′).
5 Feb.’26

827/
8

1755/
8

43
13,65
1
)
.7.20
1
)
15,75
1
)
5, Feb.’25

1
1
923,
,

135
61
7
/
8

17,10′)
11,15
1
)
24,70
1
)
5Feb.’24 112h
813/8
9/8
10,85
1
)
9,85
1
)
19,601)
20Juli’14

82
568/
8

36%
9,40
5,38
1
13,70

‘) Februari..

8
Febr. :
1926

Tarwe (Hardwinter II)..

15,30 15,10 16,50
Rogge (No. 2 Western) ..’

13,20
13,-
10,60
Maïs (La Plata)

…….. ..172,-
171,-
167,-
Gerst (48 lbs. malting)

2

231,-
227,-
174,-
Haver (Canada 3)………
1

11,_
11,60 10,75
Lijnkoeken (Noord-Amen.
ka van La Plata-zaad)
.
1

12,20
12,20 12,80
Lijnzaad (La Plata)
. .
.,.
.
3

383,-
372,_
1

354,-
1)
per 100 KG.

2)
per 2000 KG.

8)

per 1960 KG.

Loceprjzen te Rotterdam/Anlsterdam.

Soorten

i

Febr.
1′
31
an.’
1927

1927

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

Artikelen

30Jan15 Febr.
t

Sedert

Overeenk.

Amsterdam
Totaal

30Jan.15
Febr.
Sedert
Overeenk,
1927

1

1
Jan.
1927

tijdvak
1926
1927
1Jan. 1927
.
tijdvak
1926 1927
1926

37.516 159.780
87.132
500
6.494′
927
166.274
.

.98.059
Tarwe…………………
Rogge

………………
2.296 22.202
22.209

-.

22.202
22.209
Boekweit

……………..
1.587
2.345
3.613
.


67
90
2.412
3.703
15.978
134.624
109.501
6.170
27.944
14.517
162.568
124.028
Gerst ………………
5.555
34.650
38.925 288
890
355
35.540
39.320

jaïs ………………..

Haver……………..
7.690
9.871

-.

.
854
7.690 10.725
2.577
13.402
13.827,
5.280
15.108
12.234:
28.510
26.061

2
..090

3.554

..

11.507
27.166



11.507
27.166

Lijozaad

……………
Lijnkoek

……………
4.520 11.340
7.413

2.818 1.454
14.158

8.867
Tarwemeel

…………..
Andere meelsoorten
250
1.715
1.085



1.715
.

1.085

groot is, zoudei.i ook werkelijk geen verdere kwantiteiten
o,LeI(omen kunnen wordeu. In Noord-Amerika blijven cle prijzen op dezelfde hoogte, di. ver boven export-pariteit.
Ge r s t. De toestand van de markt voor voergerst is
weinig veranderd. Veel’ zaken zijn er niet tot stand geko-
men, mear waar het aanbod niet groot was, ging men voort
volle prijzen te betalen en zelfs heeft men ten onzent voor
enkele spoedig leverbare kwaliteiten nog veer ho’ogere prij
zen betaald. Voor latere levering was de stemming iets
gemakkelijker. Argentinië verraste deze week met voor
dat land zeer groote verschepiiigeu, die evenwel vrij gelij-kelijk over de verschillende markten verdeeld waren, zoo-dat ze niet veel druk uitoefenden.
H a v e r. De handel was minder levendig dan gedurende de vorige week, maar de markt handhaafde zich’ goed. Pla-
tahaver komt het meest in aanmerking vo’or Europa en
(leze week werd er een flinke hoeveelheid van deze soort
afgeladen, o.a. naar Frankrijk en Italië.
Argentinië versdheepte in de vorige week alleen circa
430.000 tons graan en lijnzaad.. Geen wonder, dat dit de
graatimarkten in andere landen zoowel als de vracht-
markten beïnvloedde.

SUIKER.

In de afgeioo.pen verslagweek fluctueerden de prijzen op
dc verschillende suikermarkten weder eenigszins. Na eene
inzinking in ‘het midden der week hel-stelde zich de markt
weder en sloot iii vaste stemnoing.
In A me r ik a waren de uoteerin.gen ‘voor Spot Centri-
f.ugals en op dc termijnmarkt als volgt:

Sp. C. Mrt. Mei Juli Spt. Dec. J.’28.
Slot voorafg. week ……4.93 3.14 3.24 3.34 3.40 3.20 3.05
Opening verslagweek.
..
. 4:90 3.13 3.22 3.33 3.39 3.18 3.05
Slot verslagweek………4.96 3.18 3.30′ 3.41 3.47 3.30 3.13

Dc ontvangsten in de Ati. havêns der V. S. bed rbegea
déze week 59.000 tons, de versme’l’tiugen 41.000 ton, tegen
59.000 tons in 1926 en de voorraden 153.000 tons tegen
51.600 toiis.
In Cubasuiker werdei.i zaken tot 3.125 cle. c.
&
fr. New,
York gedaan. Over het algemeen zijn houders van Cuba-
suiker terughoudend in afwachting van hoogere prijzen.

De 0 uh a-statistiek is als volgt:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 29/1

173.157 194.324 181.234
Totaal sedert 1jan.-’29 Jan

451.595 732.377 730.325′
Wérkende fabrieken

171

172

170
Weekexport 29/1 ……….82.453

97,081

106.680
Totale.export sedert 1-29 Jan 152.913 3.76.794 436.434
Totale voorraad 29/1

298.682 355.584 293.891

De prijzen ‘op ‘de termijnmarkt in E n g e 1 a ii d liepen parallel ‘met, die te Now Yr’k en cle markt sloot eveneens,
in vaste steming als volgt: –

Februari 1927 .. Sh. 18/_

Aug. 1927 …. Sh’. 1819%
Maart

,,

. .

,, , 18/3

Dec.

,…..

l6S
Mei

. .’

18/63f,

De zichtbare voorraden bedroegen volgens Czaruikow:

1927

1926

1925

Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Januari …….1.162.000 1.207.000

977.000
Tsjechoslowakije 1 Januari

611.000 934.000 769.000
Frankrijk 1 Januari……..549.000 487.000 468.000
Nederland 1 Januari ……238.000 170:000 195.000
België 1 Januari ………..137.000

223.000

228.000
Polen 1 Januari

…………292.000 ‘ 289.000

237.000
Engeland 1 Januari ……..351.000 432.000 162.000

Europa. 3.340.000 3.742.000 3.036.000
V.S. Atlant. havens 2 Febr…

153.000

52.000

56.000
Cuba 29 Jan . …………..

318.000

364.000

294.000

Totaal .. 3.811.000 4.158.000 3.386.000

Ook in J a
v
a ondervond cle markt in het midden der
week eene ‘kleine inzinking en was het slot vast doch kalm.
De iio’teeringen bleven nominaal en hel slot luidt als volgt:
Superieur dispnibel ………..
f
13.18%
Maart …………..,, 13.31%
Mei Nieuwe oogst …. ,, 20.62w per 100 K.G.

alles vraag.
De afschepiiigen ge:Iurende Januari bedroegen 80.434 tons.
11 i e r te 1 a ii d e bleven de prijssehommclingetc binnen
zeer beperkte grenzen, door gering aanbod. Het slot was
in sympathie met de andere markten vast op cle onciervol-
gende noteeringen

Maart ‘

/
Mei

,22-
geboden
Augustus

21.7/
8

December

19.
8

NOTEERINGEN.

Data
Amsterdam
per

Londen
New York
96°
-I

Tates
White
Java’s
1

f.o.b. per
Cgba’s 96° c.i.f.
Maart
‘ubesI
Centri-
No. 1
1
Mei/Juni
Febr./Mrt.
,ruga’is

kristalsuiker
Sh.
8h.
8h.
$
ets.
basis
99°
7 Feb. ’27
f
22
3713
17/-
.

1514
4,99
31 Jan. ’27
,,

218/
8

37/3
16/4
15141

.
4,90
7 Feb. 26
173,
31/9
1419
11/9
4.27

7 Feb.
1
5
,, 20
12
3616
17/6
141_
4,62
ruw.suiker
.1
basis88°
4 Juli ’14
f

1113/32,

181-1
– ,

3,26
basis
990

‘).j-fet verschil, tusschen ruwsuiker 889 en
f
14
18
/
32
1
krist.suik.
99° is
aan te nemen, opf3 p. 100KG.

9 Februari 1927

ECONOMISCH-STATISTISCHE ÈËRICHTËN

137

KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling_Uplands.)

4
Febr.
28Jan.
1

21
Jan.
1

4
Febr.
4
Febr.
1927
1927
1927 1926
1925

New York voor
Middling…

14,— c

13,70e

13,60e

21,—
e

24,50 c
New Orleans
voor Middling 13,70e

13,40e

13,40e

20,34e
24,40e
Liverpooi voor
Middling…

7,47 d

7,26 d

7,30 d

10,60
d

13,40 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansehe havens.
(In
dulzendtallen balen).

1
Aug.
’26
Overeenkomstige
periode
tot
I

28Jan.’27
1925126
1

1924
125

Ontvangsten Gulf.Havens.
9809

7454
yp

Atlant.Havens
)
7283

Ijitvoer naar Gr.Brittannië

1653

1567
1857
‘t Vasteland ete

3938

3013
2898
Japan

940

733
603

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
28Jan.’27
1926 1925

Amerik. havens.
..

.. ..
2909
1598
1488
1468 1963
1302
69
195
Binnenland …………..
New
York

…………….157
647
488 413
New Orleans …………..
Liverpooi …………….
964
608
691

Marktberjcht van de Heeren Sjr Jacob
Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 2 Februari 1927.
.0e toon ‘van de Amerikaansche katoen itiarkt blijft vast.
Aanvoeren gaan geregeld door en tot nu toe worden de
groote hoeveelheden geabsorbeerd, zonder dat deze een
(leprimeerendlen invloed op prijzen uitoefenen. Het is wel
vermeldenswaard, dat hoewel het normale gewicht van een
baai 500 ibs. bedraagt, dit seizoen balen gemiddeld 525 ]bs.
vegeu en soms zelfs 550 ibs. Wanneer men dit extra-ge-wicht in aanmerking neemt, zou men ,vei zeggen, dat cle
voorspei]ing van het Gouvernement van een oogst van
18.616.000 balen zeker bewaarheid zal worden, indien deze
zelfs niet grooter zal uitvallen. Egyptische katoen is even-
eens vast. Loeoverkoo1en te Liverpool daalden de vorige
week tot 55.000 balen, dus minder dan de laatste drie
weken het geval is geweest.
Aniei-ikaansche garens blijven goed gevraagd, doch de
vastere houding van de meeste spinuers houden zaken
tegen. Spinners van gi ove garens maakten gisteren ge
ringe vorderingen, daar biedingen van koopers, hij de af-
vezigheid van eenige neiging tot verkoopen, oyer het alge-
meen veel te laag waren, in medio nummers, zoowel twist
als wef t, zijn flinke hoeveelheden geboekt tegen iets betere
prijzen clan de vorige
vek.
E- zijn echter nog wel enkele
flauw gestenide spinners, hoewel men over het algemeen
hoogere prijzen tracht te bedingen. Getwijnzle gareiis ivor-
den niincler gevraagd. Naar Egyptisehe garens bestaat
een
goede belangstelling en zoowel in twist als weft voor de
huiinenlandsc’he markt alsook voor export, gaat gere
g
ald
nat om.
Zooals
echter dikwijls het geval is, schijnen onder-
vindingen nogal uiteen te hoopen, want verschillende spin-
iers beweerden gisteren, dat er geen belangstelling iii de
niaekt was. Er bestaat een goede vraag naar getvijnde
garecis voor Tndi6 en er gaat op bescheiden schaal wat om,
zoowel voor het binnenland als voor cle exportmarkten.
De vraag naar man.ufacturen heeft zich over het alge-
meen niet kunnen ‘handhaven, hoewel er nog wei belang-
stelling is voor dhooties voor Indië en voor gedrukte styles
voor verschillende markten. Prijzen zijn bepaald vester en
het grootste gedeelte der biedingen moest terug gewezen
worden. Wat de levering betreft, verlangen de meeste fabri-
kanten thans een langeren levertijd, waardoor ook ver-
schillende orders niet geboekt zijn geworden, zelfs in clie
gevallen, waar de geboden prijzen acceptabel waren. Zaken
voor China worden door de politieke omstandigheden zeer
bemoeilijkt; hoewel men met grond schijnt te mogen ver-
wachten, dat er een steeds groeiende belangstelling van de
overige markten bestaat, die onder gunstige omstandigheden
zeker tot zaken zal leiden. Hoewel de positie van fabrika-
ten over het algemeen wel verbeterd is, ‘bestaat er nog geen
neiging om zaken door onredeljke prijzen te ‘bemoeilijken

en indien men het over cle levering en een prijs, voldoende
om cle verhoogde garenprijzen te dekken, eens kan worden,
is men over het algemeen wel tot eenige prijsconcessie
gen eigcl.

26Jan. 2 Febr. Oost. koersen. 25Jan. 1 Febr.
Liverpoolnoteeringen.

T.T. op Br.-Indië 1/6k 1/5H
F.fIF. Sakellaridis 13,70 13,65 T.Topllongkong210

2/0%
GF. No. 1 Oomra.. 5,50 5,55 T.T.opShanghai2/6% 218

KOFFIE.

Ook deze week vie] er in dle stemming voor ‘het artikel geen verandering waar te nemen. De drang om te verkoo-
pen, welke reeds sedert eenige weken in het bijzonder te Santos merkbaar was, hield aan. De kost- en vracht-aan-
biedingen voor prompte verscheping, vail daar ontvangen, ii’aren ‘dan ook bijna dagelijks iets lager zonder echter ten
onzent kooplust van ‘beteekenis te ontmoeten. Rio, dat in
iiegenstelling niet Santos in Januari merkbaar vast was
gebleven en zelfs in clie maand
116
•per ewt. gestegen was
tegenover eene daling van 2/0 in Santos, was ook deze week
met Zijne aaubiedlirigen gemakkelijker. De gewasschen Cen-
traal .Amerikaansche koffie’s (in cle eerste plaats Guate-
niala) wal-en eohter eer iets vastei- en van Nederiandsch.
Indië bleven de aanbiedlingen van Palembang Robusta Vrij-
wel onveranderd. Er kwamen in laatstbedoelde soort eenige
zaken op prompte verscheping tot stand, doch ‘voor de an-
dere Robusta’s, gewasschen zoowel als ongewasschen, bleef
de stemming kalm en de omzet hierin was gering.
Een in een der eerste dagen dezer ontvangen telegra-
fisch bericht uit Brazilië meldt, dat de dagelijksehé aan-
voeren uit het binnenland van Sao Paulo te Santos ook
deze maand beperkt zuilen blijven op 38.000 balen, een cij-
fer, dat niet dcii uitvoer van de vorige maand vrijwel o’vei


ecnkomt. Het schijnt dus, dat het ,,Tnstituu’t tot Perma-
nenete Verdediging van de Koffie” van Sao Paulo aan het
in October vali verleden jaar bekend gemaakte plan om de
aanvoeren voortaan te beperken op eenci hoeveelheid, in overeenstemming met den uitvoer van cle vorige maand,
voorloopig dle hand blijft houden. Alleen in December 1 926
was cle limite van de clagelijksche aanvoeren niet onbelan,-
rijk ‘hoogei- gesteld dan zij, den uitvoer iii November iii
aanmerking genomen, volgens deze berekening had moe-
ten zijn.
Volgens een dezer dagen verschenen Statistiek van de
Firma G. Duuriug & Zoon te Rotterdam, is in Januari
de aanvoer geweest als volgt

1927

1926

– 1925
balen

balen

balon

inEuropa …………772.000

621.000

708000

Ver. Staten v. Amerika 1.033.000

088.000

969.000

Totaal…. 1.755-000

1.589.000

1.677000
De Afleveringen in Januari
waren:

1927

1926

, 1925
balen

balen

balen

inEuropa …………763.000

855.000 , 719.000
Ver.StatenvAmerika

996.000

1.171.000 ,893.000

TotaaL… 1.759000

2.026.000 1.612.000

Vanaf 1 Juli tot 31 Januari waren de Aanvoeren in
Europa en in Amerika tezamen in 1926f27 – 12.018.000
halen tegen 11-809-000 halen in 192519-6 en 11.833.000 halen
in 1924(25, terwijl de Afleveringen bedroegen in 1926(27 –
11.768.000 balen tegen 12.123.000 balen in 1925126 en
11.998.000 balen in 1924125.
De zichtbai-e voorraad was op 31 Januari in Europa
1.457.000 balen tegen 1.498.000 balen op 31. December.
To Amerika bediroeg hij 1.014.000 balen tegen 977.000 balen
op 31 December. In Europa en in Amerika tezamen was
de zichtbare voorraad dus op 31 Januari 2.471.000 balen
tegen 2.475.000 balen op 31 December. lii bedroeg op 31
Januari 1926 – 2.087.000 balen en op 31 Januari 1925 –
2.288.000 balen.
De zichtbare wereldvooi-raad was op 31 Januari 1927 –
4.834.000 balen tegen 4.911.000 balen op 31 December 1926
en 4.802.000 balen op 31 Januari 1926 (in dleze cijfers zijn
niet begrepen de voorraden in het binnenland van Sao
Paulo, die op 15 Januari 1927 – 5.648.000 balen bedroe-
gen, op 31 December 1926 – 5.990.000 balen en op 31
Januari 1926 – 4.329.000 balen).
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 8113
8.
821- per
ewt. en van dito Prime ongeveer 83/-
8.
8416, terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, promp’te ver-
scheping, bedlragen 70/ 8. 711-.
Van Robusta op aflading van Needrlandsch-Indië
zijn de

138

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1927

prijzen in de eerste hand op het oogetiblik:
Palembang Bobusta, Februari verschaping, 39 ct:; Beu-
koelen Robusta, Febr./Iirt. verscheping,
391%
et.; Manclhe-
ling Robusta, Febr.JMrt. verscheping,
401%
ct., alles per

1%
KG., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 57 et.
per
1%
KG. voor Superior Santos en 50 ct. voor Robuste.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtencl-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

Mrt.
I
Mei
I
Sept.1 Dec.
11
Mrt.
I
Mei
I
Sept.1 Dec.

8Febr.
438/
8

421%
40s/
42i
421%
38
1
18
36s
1

,,
451/
44
421%
4O8/
431%
42ij
38i/
361%
25 Jan.
45
1
/8
44
421%
403/
8

411/
8

38y
4

361%
18

,,
467/
8

443%
423/
s

407/
8

441%
42i/
398/8

371%

De slot-noteeringen te New-York
van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren:

Maart

I

Mei

I
Sept.
I

Dec.

7

Feb ……….
$

14,38
$
13,70
$
12,35
$
11,95
,,

14,50
,,

13,91
12,62
,,

12,21
31 Jan……….
,,

14,35

.

,,

13,75
,,

12,45
12,01
24

,……….
17

,……….
,,

14,60
,, 14,-
12,84
12,50

Rotterdam, 8 Februari 1927.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data te Rio
l
te Santos
Wisselkoers
te Rio
op Londen
Voorraad
1

Prijs
1 Voorraad
1

Prijs
(In Balen)
1
No.71)

t (In Balen)
1
No.4′)

7 Febr. 1927
269.000
1
25.325 1.025.000
26.500
5111
32
31 Jan. 1927
282.000
1
26.000 913.000
1
27.000
5631
184
24

,,

1927
293.000
25.675 1.036.000
27.500
5
11
/16
8 Feb. 1926
321.000
1 26.425
1.219.000
28.000
714′
132
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te San tos
Data

Afgeloen

Sedert Afgeloopen

Sedert
1

week
op

1Juli

week

1Juli

5 Feb. 1927…

44.000 2.595.000 215.000 5.730.000 6 Feb. 1926…..

52.000 3.093.000

194.000 5.668.000
1)
In Reis.

VRACHTENMARKT.

De graa.uvradhtenniarkt van de Norbhern range leverde, ten gevolge van moeilijkheden met den verkoop aan dezen
kant, slechts zeer iweinig vraag op. De eenige afsluiting
is een Februari/Maart boot naar Hamburg, direct tegen
161% cents, awaar graan. Valt St. John is ook weinig vraag
en le vracht naar cle Middellandsche Zee is ongeveer 20 cents per begin Maart. Van cle Golf van Mexico kan een
Febi-ua.ri/Maai-t boot geplaatst worden naar Griekenland
tegen 24 cents per 100 lbs. Nadat van Montreal eenige boo-
ten van middelmatige grootte waren bevra..ht per eerste
helft Mei naar Hamburg op basis van 17 cents zwaar graan,
18 cents gerst werd de tendenz iets vaster, doordat cle ree-
ders terugihoucleisci bleven daar zij op betere vrachten hopen.
De optie voor Duitsehe havens is noodzakelijk en Mei ton-
nage van iedere grootte kan worden geplaatst tegen 16 cents
zwaar graan naar Antwerpen of Rotterdam, mits de optie
Hambtug of Bi-emen wordt gegeven tegen 17 cents, alsmede
de optie geEst tegen 1 cent extra. Voor Montreal/Middel-laud.sche Zee wordt 19 cents, misschien 20 cents per 100
lbs. zwaar graan in uitaiht gesteld basis ddn haven, doch
reeders toonen hiervoor weinig belangstelling.
i)e vraag naar tonnage voor suiker van West-Indië werd
iets vaster en cle vrachten vertoonen, onder den invloed
van de La Plata markt, eenige verbetering. Van Caba naar
UK/Continent bedong een 7000 tonner per midden Fe-
bruari 21/6, terwijl van San I)omingo of Cu.ba een boot
van 4000 tons in dezelfde positie .bevracht werd tegen 24/-.
.CuhaÏarseille betaalde voor een 7500 tonner 22/- niet
7 Maart cancelling.
De markt van cle North Pacif ie opende afgeloopen week niet iets meer vraag. De vrachten stegen iets en voor Febr./
Maart werd van Vanconver 3613 en van Prince Rupert 36/9
gedaan. Nadien was de stemming flauwer en een Maart-
boot accepteerde 3516 van Vancouver,
1%
extra van Port-

land of Puget.
De markt van cle La Plata bleef gedurende de geheele

week zeer levendig en er werden minstens 50 boeten be-
vracht. De bevrachters toonden interesse voor alle posities
tot Juli. De vrachten voor deze maand en begin Maart zijn opgeloopen tot 30/. voor een handige boot van de
boven La Plata havens en 29/6 van Buenos Aires voor een
groote boot. Per 1125 Maart is 281 gedaan vn Bahla
Blanca cii 2916 van boven La IPlata havens, terwijl Mei
en Juni 25/6 en Juli 24/6 betaalden.
Van Chili werd in het begin der vorige week een groote
boot bevracht naar ,,picked ports” Bordeauxfllamhtirg
range met 10 Maart cancelling tegen 33/6, doch nadien
kwamen er verscheidene orders voor vroege verschepiug
aan cle markt en ondervond men een sterke concurrantie
van de La Plata markt. Ten einde reeclers voor Chili te
interesseeren waren de bevrachters ge:Iwougeti 36/3 te be-
talen voor een 7000 tonner niet 15 Maart cancelling naar
HavreHamburg range, welke bevrachting aan het einde
der week werd gevolgd door een boot van dezelfde grootte
en positie tegen .36/9. Er is slechts weinig tonnage niet
15 Maart canoelliug beschikbaar en zeker niet tegen een
lagere vracht. Met 20 en 25 Maart cancelling is tonnage
beschikbaar tegen 3613, terwijl reeders voor 10 April can-
celling 35/- willen accepteeren. Tegen liet eiëile der week
viel de vraag naar tonnage weg en de eenige cefi nitieve
order is nu per Mrt./April naar Alcxanclrië. Tegen de hier-
voor in uitzicht gestelde vracht van 35/. hebben reeclers
echter geen interesse. Naar Europa werd in het begin der
week 4000 tons Fransche rtnmte geboekt naar Borcleaux/
Antwerpen range tegen 3216.
Van het Oosten zijn •de meeste afcleelingen kalm, doch,
teil gevolge van het voortdurende tekort aan tonnage, blij-
ven cle vrachten vast. Van Wladiwostock wordt 35/- in uit-
zicht gesteld per Maart, doch zonder resultaat. Het aanbod
van tonnage van Australië per Febr./Mrt. was gering, doch
er was ook weinig vraag, lIet a,ntal bevrachtingen is klein,
doch de vrachten bleven vast. Naar de Middellandsahe Zee(
UK/Continent werd betaald: van West-Australië 45[. per
Febr./Mrt., optie Calcutta als losliaven 2716 of Bombny
28/3, optie belading in Zuid-Australië of Victoria 48/9.
West-Australië bevrachtte naar Calcutta direct tegen 26/9
per Febrtiari.
Van Bnrmah waren eenige definitieve orders aan •de
markt en de bevrachters zagen zich genoodzaakt hoogere
vrachten te betalen om tonnage te krijgen. Nadat naar
Alexandrië/Antwerpen of Rotterdam per 5120 Mrt. 33/9
was betaald, bedong een 8000 conner per 25 Fibr./10 Mrt.
naar Holland direct dezelfde vracht. Een MaartfApril boot
is gedaan naar Holland direct tegen 3216.
Van den Donau vonden geen bovrachtingen plaats, het-
geen ook geldt voor de Zwarte Zee.
Van cle Micldellandsche Zee werd flink bevracht en de
vrachten bleven gehandhaafd. Voor erts werden cii. de
volgende vrachtcn betaald: MeI illa’TJmuiden 7/6, Bona/
Rotterdam
5f41%,
Middlesbrough 8/-, Bom illo Bay/Rotter-
dam 6/3, AlmeriafMidclles’brough 8/6, ]iotterclam 71-, Fos-
laat werd om. als volgt bevracht: Tunis/Rotterdam 719,
Bougie/Rotterdam 6/9, SfaxJAntwerpen 813, Amsterdam 91-
en Duinkerken 7/6.
De kolenvrachten van Engeland naar de Micldellandsche
Zeehavens voor prompt zij ii iets opgeloopen, daar er slec.hts
weinig tonnage beschikbaar is dooi- de vertraagde aankomst
der booten ten gevolge van het stormachtige weder. Ook
naar Zuid-Amerika zijn de vrachten vaster. Van Wales
werd o.m. betaald
:
Lissabon 916, Gibraltar 8/-, Constanti-
nopel 13/., Las Palmas 9/6, Buenos Aires 1313 en van de
Oostkust: Stavanger 516, Malmö 5/6, Rouaan 3/9. Gibraltar
81-, Genua 11/6, Port-Said 11/3, Buenos Aires 1316.

RIJN VAART.

Week van 30 Januari t/m. 5 Februari 1927.

i)e aanvoeren te Rotterdam, hoofdzakelijk erts, waren
levendiger dan de voorafgaande week.
Scheepsruimte, hoewel matig beschikbaar, was voldoen-
de om in de vraag te voorzien.
De ertsvracht bedroeg gemiddeld 35 ets. per last met
1%
en 45 ets, per last met
34
lostijd.
Eet sleeploon bedroeg gemiddeld
2734
en 30 ets. . tarief.
De waterstand op den Benedenrijn werd ten gevolge valt
ingetreden was, gunstiger; op den Bovenrijn daarentegen
bleef het water vallend, waardoor op beperkten diepgang
es. Mtr. 2 afgeladen kon worden.
In de Ruihrhavens werd de scheepsruimte schaarscher,
terwijl de verladingen van kolen eenigszins toenamen.
De vracht voor exportkolen naar Rotterdam bedroeg
Mk. 0,90 per ton met vrij sleepen.

Auteur