Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 564

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 20 1926

20 OCTOBER 192

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

E

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E JAARGANG

WOENSDAG 20 OCTOBER 1926

No. 564
INHOUD.

Blz.
DE COLLECTIEVE AitBEIDSOVEREENKOMST door
Ir. 0. F.
Stork……………………………………
918
Onze Ilaudelspolitiek in ,,Staathuishoudkunde en Sta-
tistiek”
door
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart
. . . .
919
Naar aanleiding van de XIX Artikelen van Mr. Schadee
door
Prof. Mr. W. H. Drucker

………………..
922
De Rijksmiddelen

…………………………….
925
BUI’L’ENLANDSOHE MEDEWERKING:
De Britsche Rijksconferentie door
Prof. Dr. P. Geyl.
926
AANTEEKENINGEN:
Stand der cultures en uitvoer gedurende het tweede
kwartaal
1926
in Suriname ………………..
928
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN

……………..
930
MAANDCIJFERS:
Emissies in September
1926 …………………..
930
Overzicht der Rijkamiddelen

…………………
931
Statistisch Overzicht van den economischen toestand
van

Nederland

………………………….
932
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN…


933-940
Geidkoersen.

Bankstaten.

1

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

1

Effectenbeurzen.

l

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCJI.STATISTISCIIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela;
Prof.
Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. 11. Regout; Dr. E. van Welderen Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart.
Redacteur- Secretaris: D. J. Wansink.
Seoretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnelnentsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

19
OCTOBER 1926.

De overgroote geidruimte van de vorige borichts-
week was direct bij den aanvang dezer week vrij sterk
‘verminderd. Dit kwam hoofdzakelijk tot uitdrukking
in een stijging van het particulier disconto op 2%
pOt., want de prolongatierente, die aanvankelijk even-
eens vaster was, liep akira weder tot 2% â 2-Vs pOt.
terug. Aan het einc
-‘der week werd de geldvraag
echter vrij plotseling opnieuw grooter, voodat parti-
culier disconto op 2% pOt. steeg en de prolongatie-
rente weder op 2% pct. kwam. Ook in de nieuwe
week bleef ‘de vraag onverminder-d aanhouden. Giste-
ren werden prima wissels voor 2
llfio
Ct. verhandeld
en de cailrente steeg op 2Y a 3 pOt. tegen een notee-
ring van ongeveer 1% pOt, gedurende -cie vorige week.
* *
*

De Minister van Financiën stelt -de inschrijving
open
01)
schatkistpapier op 25 October a.s. . Aangebo-
den worden weder’clrie- en zes-maands promessen en
4 pOt. jaarbiijettan tot een totaal bedrag van
f
25
millioen.

‘Tersohjllen
,
de wisselkoersen maakten deze week
allerwonderlijk-ste sprongen. De aanleiding was een

geheel onverwachte stijging van de N-oorsche
kroon. Dinsdag om 2 uur was de koers, zocals reeds

vele weken, omstreeks 54,85, toen plotseling een stij-
ging intra-d, die in enkele uren •den koers op . 56,10
bracht. Ook ‘de volgen-de dagen ‘hield deze stijging
aan, zoodat Vrijdag 80,30 werd betaald, waarna een
kleine daling tot 59,95 intraci. Aangestoken door dit
,
,roorbeei
,
d -begon Donderdag de Spaa.nsche Peseta
eveneens een aanloop, zoodat na 37,35 een koers vast

39,25 werd bereik-t. Hier tra-d echter weder even snel
een -daling in en Zaterdag werd weder voor 37,10 af-
gedaan. In navolging van deze sterke schommelingen
waren ook francs en lires -in vrij sterke beweging,
zonder dat de schommelingen echter dergelijke afme-

tingen aaunamen. De stemming voor al deze soort
wissels ‘bleef echter vast, waarvan ‘de Deensche koers
j3ofiteorde ‘door -den laatsten sprong naar het goud-
punt af te leggen. Ook voor -de -gou-dwissels was de
stemming vast. Alleen gisteren was er -door de vastere
stemming op de gel-dmarkt eenig aanbod te bespeu-
ren en liepen -de koerben ‘den kleinigheid terug.
* *
Ç *

01) -de balans van De Nederlan’dsche Bank iblijkt de
post -hinneolandsehe wissels van
f
86,1 millioen tot
f 87,1
millioen te zijn toegenomen. De vermeerdering
is vooral het gevolg van een kleine stijging van het
bedrag ‘der rechtstreeks bij De Nederiandsche Bank
gej) laatste schatkistpromessen, hetwelk gedurende de
afgeloopen week van
f
36 m-illioen tot
f
37 millioen
blijkt, te zijn gchlornmen. De beleeningen geven een
daling van
f1,4
millioen te zien. Het renteloos voor-
schot aan het Rijk daalde met
f
11,9 millioen.
:De voorraad gouden munt verminderde met
f 100.000.
De post muntmateriaal -bleef vrijwel op de’-
zelfde ‘hoogte. De Eilvervoorraad geeft een vermeerde-
ring van ruim
f 300.000
te zien. De post papier op
het buitenland daalde met
f
14,4 millioen, doch de
diverse rekeningen onder -het actief namen met
f
6,1
m ill i oen toe.
1)0 biljetterïcircula’t,ie -daalde met
f
10 millioen. De reken i ng-courantsal.di stelden zich
f
15,8 miii ioeii
lager. Het -beschikbaar metaalsaldo steeg met
f
5,5
nmiliioen. Het dekkingspercentage bedraagt nagenoeg

51.

LONDEN,
18 OCTOB]t.I{ 1926.

Schaarschte -deed zich ook in de eerste helft van de
vorige week weder in de -geldmarkt gevoelen, soodat
ceni.ge partijen korte wissels tegen het -officieel dis-
conto van 5 pOt. aan -de Bank van Engeland werden verkocht. Daarna werd cle toestand gemakkelijk met
lage prijzen voor ,,o-ver night” geld.
Disconto was vast en sluit hooger op 4/ie—% pOt.
onder den invloed van de voortdurende gou-donttrek-kingen voor Duitschlan-d. Toch
blijft
de verhouding
van de kasreserve hij de Bank tegen ‘hare ‘direct op-
eischbare schulden nog steeds een gunstige, zoodat
onder gewone omstandigheden aan -een-e Bankrate
verhoog’ing niet gedacht behoefde te worden. Het zal
echter afhangen van -do vraag, of geld in d-e naaste
toekomst in New York nog duurder -zal wor-den, of de
Bank haar discontovoet zal kunnen handhaven.

918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

DE COLLECTIEVE ARBEIDS-

OVEREENKOMST.

Het is maar goed, dat de Minister van Arbeid geen tijd heeft alle opmerkingen te lezen, die er in de pers

naar aanleiding van een eenvoudig wetsontwerp als

dat tot nadere regeling van de collectieve arbeidsover-

eenkomst, over hem worden gemaakt.

In bladen van zeer verschillende richting wordt

groote afkeuring uitgesproken, niet
zoo
zeer over wat

er in het wetsontwerp staat, als over hetgeen er niet
in voorkomt, met name over het ontbreken der zgn.

v erbindeiid-v erkaring.

Het komt mij voor, dat deze critiek volkomen
011-

juist is en al zal ik over het wetsontwerp zelf niet

veel nieuws kunnen zeggen na wat daarover op ver-

schillende plaatsen reeds is geschreven’), het is toch

misschien niet ongewenscht, ook op ‘deze plaats van

werkgeverszijd’e iets naar aanleiding van dit ontwerp
en wat daarmede samenhangt, in het midden te bren-

gen.
Mocht in vroegere jaren ook in werkgeverskringen

in het algemeen gunstig over ‘het afsluiten van col-

lectieve arbeidscontracten zijn gedacht, •dan is de
geestdrift daarvoor •bi velen wel wat bekoeld. Men
heeft van de collectieve contracten ‘verwacht, dat zij

zouden bijdragen tot stabiliteit in de arbeidsvoor-

waarden en dat zij een waarborg zouden opleveren te-

gen stakingen. In sommige vakken is dit inderdaad

het geval geweest, maar een bezwaar der collectieve
contracten is toch algemeen ondervonden, dat in vak-
vereenigingskringen het afloopen van het contract

veelal als een aanleiding werd beschouwd om hoogere

eischen te gaan stellen in verschillende opzichten.
Wel heeft dus de werkgever of de werkgeversvereeni-
ging bij volledige naleving van ‘het collectieve con-tract een bepaalden tijd zekerheid, maar even groote

zekerheid of ten minste waarschijnlijkheid ‘heeft men

van vele moeilijkheden tegen het afloopen van het

contract. Daar komt
bij,
dat de collectieve contracten,
die, met uitzondering van ‘het contract in de diamant-
industrie, dat ook tot groote bezwaren heeft aanlei-

•ding gegeven, in hoofdzaak afgesloten zijn in bedrij-

ven, •die voor ‘de nationale markt werken en geen of
geringe buitenlandsche concurrentie te duchten heb-

ben, tot groot ongerief ‘van de afnemers ‘dier bednj-
von. Ik wijs hier op de collectieve contracten in de
typog-rafie en in het bouwbedrijf. De noodlottige ge-
volgen van het eerste zijn genoegzaam bekend, ter-

wijl de collectieve contracten in de ‘bouwbedrijven tot
ongehoorde opdrijving van bonen hebben aanleiding

gegeven, waaronder wij nu nog lijden. Al hebben wij daarbij niet te doen met collectieve contracten in ‘den gewonen zin, de opdrjving van de arbeidsvoorwaarden in •de gemeentelijke èn andere
overhei’dsbedrijven hangt samen met wat door de col-
lectieve contracten in de zee even, genoemde ‘bedrij-

ven is tot stand gekomen.
Daar nu onze geheele industrie, voor zoovr zij
de concurrentie met het ‘buitenland heeft vol ‘te hou-den, bij ‘haar afzet hier te lande of bij den export nog
steeds niet moeilijkheden heeft te ‘kampen, ton ge-
volge van de opdrijving der bonen in de zonder con-
currentie werkende bedrijven, is ‘het geen wonder, dat

haar leiders
dikwijls
bezwaren ‘hebben ‘tegen het vast-
leggen der arbeidsvoorwaarden bij collectieve con-
tracten.
Intusschen blijven de ‘vakvereenigingsleiders op het
afsluiten van zulke contracten aandringen.
Een eigenaar.dig staaltje van ‘de mentaliteit in som-
mige dezer vakvereenigingskringen, waarin men veel
heil verwc’ht van collectieve contracten en van waar
men ‘bij het aah’dringen tot ‘de afsluiting soms met
wensc’hen ‘voor den ‘dag ‘komt, aan wier onvervulbaar-
heid niet getwijfeld wordt, is op het oogenblik in de me-
taalin’dustrie te zien, waar ‘de zgn. ,,moderne” vakorga-

1)
Ik verivijs o.a. naar ‘t artikel in de Ned. Werkg. vati
30 September ji.

nisatie na de afwijzing door den Metaalbon’d van ‘de
gevraagde medezeggenschap en minimum-bonen, bij

mon’de van haar voorzitter het voornemen aankondigt
van een voortdurende actie om onrust te stoken. In-
dien er één bedrijfstak is, die ‘door ev. uitvoering van

dergelijke voornemens in gevaar zou komen, ‘dan is
het wel ‘de metaalindustrie, die gelijk men weet der-

gelijke experimenten allerminst kan verdragen.

Ook zulke ervaringen met ‘de mentaliteit ‘der vak-

vereenigingsleiders maken het ‘verklaarbaai, waarom
het enthousiasme voor .het collectief contract in werk-

geverskringen niet ‘heel ‘groot is, ook al hebben vele werkgevers oog voor ‘de goede zijde van collectieve
contracten.

Een eerste voorwaarde is dan echter, ‘dat dergelijke
contracten :goed in elkaar ‘zijn gezet en dat hun rechts-

geldigheid voldoende verzekerd is en nu door den Mi-
nister van Arbeid een poging wordt gedaan om dit

nader te regelen, terwijl in ‘de laatste jaren zoo veel
over de verbindend-verklaring van ‘t coil. contract ge-
praat en geschreven werd, zonder dat dit contraci:

zelf ‘behoorlijk wettelijk geregeld was, verdient het
wetsontwerp mi. ernatige overweging als een nood-
zakelijke stap om ‘dit te doen.

De Minister wijst erop in de Memorie van Toelich-
ting, dat artikel 1637 van het B.W. ‘de rechtsgeldig-

hei’d wel regelt, maar ‘dat het toch in ‘de practijk blijkt,
dat bij contracten tussc’hen werkgevers en werkne-

mers verschil vah meening bestaat of men i’n grensge-
vallen al of niet ‘met een collectief contract te doen
heeft.

Het ligt ‘hier niet op mijn weg ‘de verschillende ar-
tikelen van ‘het wetsontwerp te a’nalyseeren. ik acht

het ec’hter goed over enkele punten te spreken.
In ‘d’e eerste plaats vestig ik er ‘de aandacht op, dat
in het wetsontwerp, artikel 2 en 3,
wordt voorge-
schreven, dat een vereeniging van werkgevers of van
arbei’d’ers ‘bevoegd is collectieve arbeidsovereenkom-

sten af te sluiten, indien ‘deze bevoegdheid in de sta-
tuten der veree’niging met name is ‘genoemd, terwijl
in ‘de tweede plaats voor de ‘geldigheid van ‘de afslui-
ting een ‘authentieke of onderha’ndsche acte noodig
is. Dit is een m.i.
noodzakelijke
voorwaarde.
Het collectief contract kan worden afgesloten door
een of meer werkgevers en een of meer rechtspersoon-

lj’k’heid bezittende vereenigingen van werklieden en
ook door vereenigingen van werkgevers.
Over de zekerheid voor ‘de nakoming van het col-
lectief contract, ‘die toch wel zeer noodig is, is ‘de ont-
werper, dunkt’ mij, wel wat idealistisch gestemd. In
artikel 8
wordt bepaald, dat een vereeniging, die een
collectieve arbeidsovereenkomst ‘heeft aangegaan
te
goeder trouw
moet bevorderen, ‘dat ‘de leden de bepa-
lingen nakomen; ‘zij staat echter voor haar leden niet
in, dan alleen voor zoover zulks in de overeenkomst
is bepaald.
Wanneer ‘men eenmaal een arbeidsovereenkomst af-
sluit, moet ‘men zeker
zijn
.dat die wordt nageleefd.
De vereenigi’ng, die haar afsluit, moet ‘daarom gebon-
den zijn en op haar ‘moet verhaal zijn, indien haar
leden de overeenkomst schonden. Men weet heel goed,
dat op de leden van een arbeidersvereeniging geen
voldoende verhaal is en dat in ieder geval •de werk-
gevers-contractanten niet al die leden individueel
kunoen gaan aanspreken. Nu ‘kan volgens ‘artikel 8 in
‘de overeenkomst we’l een bepaling worden opgenomen,
die de vereeniging aansprakelijk maakt, maai wan-
neer men eenmaal ‘de zaak wettelijk regelt, ‘dan moet

mi. ‘dit zeer belangrijke punt niet aan de practijk
worden overgelaten en moet de aansprakelijkheid in
alle opzichten, als een bepaalde voorwaarde, wettelijk

vast komen te staan.
In verband met bovengenoemd artikel 8 is nog van
groot belang, dat volgens
artikel 15,
hetwelk de vor-

dering tot schadevergoeding regelt, in het ‘geheel niet
is vastgesteld’, ‘dat een werkgever, ‘die een collectieve
arbeidsovereenkomst aanging met een of meer arbei-
dersvereenigi’n gen, schadevergoeding ‘kan eischen.

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Uke

Hier is alleen bepaald, dat eene vereeniging dit kan
doen.

Ook dit, wijst erop, dat het ontwerp eigenlijk niet
denkt aan ernstig optreden van een benadeelde partij,

maar van do ,,goede trouw” alles verwacht.
Onjuist schijnt het mij verder, dat dit artikel be-

paalt, dat bij het aangaan eener collectieve arbeids-

overeenkomst de leden der vereeniging, die ‘hij -de
overeenkomst betrokken zijn,
,,zoo
spoedig mogelijk”
-don woordelijken inhoud der overeenkomst in hun

bezit mooten krijgen. Hier moet, -dunkt mij, worden
bepaald, dat ‘do overeenkomst,
alvore’n-s zij in werking

treedt,
moet zijn gepubliceerd en ter kennis van alle
leden moet zijn gebracht, die -door -haar gebonden zul-
len zijn. Indien -dit niet geschiedt, zouden de
bepa.-
l’irigen 10 en 11,
waarin uittreding van de leden, die
zich niet met do zaak -kunnen vereenigen, mogelijk wordt gemaakt en -de verhouding der uitgetredenen

wordt geregeld, tot allerlei verkeerde gevolgen kun-
nen lei-don.

Van groot belang is voorts
artikel
14,
dat bepaalt,
dat de werkgever, -die door een collectieve arbeids-
overeenkomst verbonden is, verplicht is tijdens -den
duur der overeenkomst haar bepalingen ook na te ko-
men hij de arbeidsovereenkomsten, welke
‘hij
aangaat
met arbejders, -die huiiaerzijds niet gebonden zijn. Ook
in dit o])zicht kan in -de collectieve -arbeidsovereen-
komst zelf worden afgeweken van -dit voorschrift,
maar hierbij geldt het-zelfde, wat ik reeds bij artikel S
opmerkte: -de norm wordt aangegeven door het arti-
kel zelf. En het normale voorschrift is naar mijn mee-
hing onjuist. Want al zal in heel veel gevallen de
werkgever van het ontbreken der norm geen. last heb-
ben, en de afgesloten voor-waarden stilzwijgend aan-
vaarden en toepassen ook op niet gebonden arbeiders;
– immers wanneer hij eenmaal een collectieve ar-
beidsovereenkomst aangaat, ac-ht hij haar bepalingen
niet verkeerd en zal hij ze -dus bij zijn arbeidsover-
eenkomsten in ‘het algemeen wel willen nakomen –
toch -kunnen er
belangrijke
-en. minder belangrijke uit-
-zon’deringen voorkomen, die ‘door dit voorschrift zou-
-den moeten vervallen.

Do minder belangrijke zijn bijv. wat bonen betreft, -dat de werkgever halve invaliden, gepensionneerden
en dergelijke mensc.hen voor bepaalde werkzaamheden
gebruikt, waarbij hij zal willen, afwijken van -de ‘bepa-

Jingen der collectieve arbeidsovereenkomst, terwijl
het- toch in hot belang van de tewerkgesteiden zelf is
de afwijking te maken.
Belangrijker is, ‘dat men zich denk-en kan, ‘dat

bij
verdere ontwikkeling van ‘het collectief contract een
werkgever als lid een-er vereeniging voor een gedeelte

van zijn bedrijf een collectief contract wil afsluit-en,
maar voor een ander gedeelte daarbuiten wil staan.
Hier te lande kent men. gelukkig ‘de voorbeelden
nog niet, -clie in Engeland bestaan, waar in groote fa-
brieken in een gedeelte van ho-t ‘bedrijf volgens de
contracten met de v-akvereenigingen gewerkt wordt,
maar daartegenover in an’dere -cleelen van •het bedrijf
met niet-leden. van vakvereenigingeri op andere grond-
slagen. Bekend is bijv., dat verschillende vakvereeni-
gingen bezwaar hebben tegen het -verrichten van
werkzaamheden in tarief, zoodat men om ‘di,e werk-
zaamheden niet vrucht- te verrichten met ongeorga-
ni’seerden werkt, die dan -dikwijls belangrijk hoogere
inkomsten maken dan -de ,,-hewuste” vakvereenigings-
leden met hun uurloorien. Er is nog -het principieele
bezwaar tegen ‘de -bepalingen van ‘artikel 14, dat hier-
mede eigenlijk het begin wordt gernaaict met een ze-
kere -bindend–verklaring van het collectieve contract.
Hiermede lco-m ik tot mijn uitgangspunt terug.

Terecht heeft de Minister bij- dit ontwerp, -dat in
‘het belang van do ontwikkeling der collectieve ar-
beidscontracten, zij het ook met eenige belangrijke
wijzigingen, tot stand zal moeten komemi, de bindend-
verlclarin-g -buit-en beschouwing -gelaten. Of hierover
reden tot juichen bestaat bij ‘de tegenstanders der bin-
den-dverldaring, zou ik niet duiven beweren. Het komt

mij rd. voor, -dat ‘de Minister op ‘dit punt nogal weifel-
achtig is. Hij zegt- alleen, ‘dat -de Regeering haar stand-
punt nog niet heeft bepaald. Het i-s te hopen, -dat dit

vooralsnog ook nog niet geschiedt, maar dat. -men
eerst -e-ens rustig -de gevolgen der invoering van deze

wet afwacht alvorens iets na-de.rs -te -doen. –
Over ‘de bin’den-d-verlclaring is reeds zooveel gezegd,

‘dat ik daarover op -het oogeublik niet verder zal spre-
Icen. Het is echter -een zeer teekenend feit, dat- de

meerderheid v66r -de -bindend-verklaring in den Hoo-

gen Raad van Arbeid blijkens de verschillen-de uit-
spraken van de laatste jaren zeer sterk is achteruitge-

gaan. Verscheidene van ‘de compe’tente ‘beoordeelaars,

-ook bui-ten de kringen ‘der -direct-belanghebbenden, zijn
ook ‘door -de ervaringen in de laatste jaren met de toe-
passing van de collectieve arbeidsovereenkomsten op-
gedaan en op verschillende andere gronden, bekeerd.

Laat dit -voor hen, -die ten -deele om politieke rede-

nen op -het oogenblik nog warm gestemd zijn voor de

bindend-verklaring, een aanleiding zijn niet al te veel aan te -dringen op onmiddellijke vervulling van -hun
venschen. Maar vooral, laat ‘het voor de twijfelaars
een aanwijzing zijn om eerst wat meer ervaring op te

doen met wettelijk goed geregelde collectieve arbeids-
overeenkomsten, alvorens zij meegaan niet -hen, die
soms ter wille -der bindendverklaring ‘de ‘bezwaren,
aan ‘de toepassing van bestaande contracten verbon-
den, uit het oog verliezen.

Als ton gevolge dezer -overwegingen het gevaar der bindend-verklaring voor goed .hezworen wordt, zuilen
velen zich -daarin met mij van harte verheugen.

C. F.
STOItK.

ONZE HANDELSPOLITIEK IN

.
,,STAATHUISHOUDKUNDE EN STATISTIEK”.

“Het is de tweede -maal in. ‘deze eeuw, -dat het Be-

stuur van de V’ereeniging ‘voor de Sta-athuishoud-
kunde en -de -Statistiök de vraag aan de orde stelde,

of wijziging van onze han-delspolitiek wenschelijk
moet worden geacht. Was in 1904 het Ontwc-r p-Ta-
riefwet van Minister Harte -de naaste aanleiding tot
de vraagstelling, thans ‘hield ‘deze verband me-t de vele

klachten, ‘die sinds eenige jaren van verschillen-de zij-
den in den lande worden vernomen over ‘den hevigen
druk -der buitenlan’dsche concurrentie en -de fnuiken-
de ‘buitenlan’dsche protecti-epoEtiek. Zoo werd ‘dan op
Zaterdag 16 dezer een zeer belangwekkend -debat in de
Vereeniging gevoerd over ‘de volgen-de vragen:

Is toepassing van eenig stelsel van bescherming, of zijn maatregelen van verweer tegen bu,itenlandsche protectie,
-hij’. in den vorm van retorsie, in het algemeen ‘belang
van Landbouw en Nijverheid -hier te lande gevenscht? Is
toepassing van eeni zoodanig stelstel mogelijk, zonder
schade voor de in ‘het belang van Europa’s economisch
herstel noodzakelijke verkeersontwikkel-ing?

Van de praeadviezen, uitgebracht -door ‘de ‘heeren
Prof. Dr. P. A. Diep en.horst, Mr. A. C. Josepli-as Jitta
en
Mr. B. J. M. ven Spaendon.ck,
gingen. die van den
ee:rste.n -en ‘van -den laatsten praeadviseur in de rich-
ting der actieve Jiandelspolitiek, terwijl Mr. Jitta op
behoud van ons bestaande stelsel aan-drong en -de beide
-gestelde vragen ontkennend beantwoor-dde.
Prof. Diepemshorst
-kwam tot ‘de volgende conclusie:
,,V-oor de mogelijkheid van het heffen van retorsierech-
tent, voor het ruimte maken voor de uitvaar-diging van
maatregelen in den geest van het Schoenenwetje, voeren
wij
het pleit. Door deze verhoogin-g van onze economi-
sche weerbaarheid, -door het vrzet tegen abnormalen toe-
voer, welke het Nederlandsche bedrijfsleven bedreigt, zul-
len wij aan onze productie niet langer onthouden de- -bi-staansvoorwaatclen, -die de baitenlandsche wetgever aan
zijn nationale voortbrengin-g schonk.”

En
Mr. van Spaendonck,
-die een nuance -dichter bij
het zuivere protectionisme staat dan Prof. T)iepen.
horst, kwam tot de conclusie, -(lat cle toepassing van
reciprociteit en ,,safeguarding” – hetgeen, -zooals de
-heer
Wibaut
ter vergadering t-ei-echt opmerkte, een
vriendelijker woord is dan pro-tecti-e, ‘doch -in -wezen
precies hetzelfde ‘betech-ent – geboden is.

920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

Wat de internationale zijde ‘der zaak betreft, meen-

de
Prof. Diepenhorst,
dat een politiek van economi-

sche weerbaarheid slechts de achting, die anderen’ en wijzelf voor ons land ‘hebben, kan vergrooten en dus

niet in den weg staat aan Europa’s economisch her-

stel,
terwijl
Mr. va.is Spae’ndo’ack
van oordeel was, dat

de tweede der hierboven genoemde vragen in de ge-

geven omstandigheden weinig zin heeft., aangezien

toch ‘van ons land niet mag worden ‘verwacht, .dat
‘wij

eene Vrije verkeersontwikkeling zuilen gaan bevorde-
ren, wanneer alle anderen zulks nalaten.

Wanneer wij hieronder enkele indrukken weerge-

ven van de Zaterdag gevoerde debatten, wo ligt het

daarbij niet in onze bedoeling om een volledig verslag

van ‘de vergadering te geven. Zij, die zich volledig op

de hoogte willen stellen van ‘het debat, kunnen daar-

voor t.z.t. het stenografi’sch verslag der vergadering

ter hand riemen.

Eerst een woord over de theorie. De leer yan den

internationalen handel was slechts in het praeadvies

van
Mr. Jitta
met eenige uitvoeri’gheid behandeld. De

‘heide andere praea’dviseurs hadden minder neiging

vertoond om ‘zich ‘in het bijzonder met deze zijde van
het vraagstuk bezig te houden, hetgeen – de hee.r

Jitta merkte het ter vergadering
01)
– te betreuren

is, omdat hun betoog daardoor zeker gewminen zou

‘hebben.

Natuurlijk moest .het ‘in- en u.itvoerargument het

weer ontgelden hij de tegenstan’ders van den vrjhan-

dcl. De ‘heer J. van Dusseldorp A.M.zn.,
.die reeds in

1904
(‘destijds
als praea’dviseur) zijn standpunt voor
de Vereeniging had uiteenge’zet, opende de rij vn

sprekers met een betoog, waarin voor degenen, die
van ‘de geschriften ‘van genoemden heer en met nape
van ‘zijn praeadvies en zijne mondelinge toelichtingi.n’
1904 hebben kunnen kennisrWmen, geen nieuwe ge.

zichtspunten werden geopend. -og steeds is eenzij-

dige Vrije Invoer den heer v. D. een gruiwel. En nog

steeds ‘behouden in ‘de oogen van ‘dezen spreker ‘de ar-
gumenten, in 1904 door hem tegen het in- en uitvoer-
argument aangevoerd en
destijds,
naar het ons voor-

komt, door wijlen Pierson afdoende weerlegd, hunne
kracht.Zeggen de vrj’handel.aren, dat in ‘binnen- en
buitenla.nd’schen handel in laatste instantie ‘de regel

van S’ay, zooals ‘deze door Pierson is aangevuld, •zich
‘cl oet gelden, dat goederen tegen goederen worden,
geruild en ‘dat het ‘geld, zij ‘t ook niet op geheel ,,neu-

trale” wijze, een tusschenrol vervult, zoo beticht de
heer v. D. hen, die aldus redeneeren, ‘van een groot’

gebrek aan werkelijkhei’dszin. Immers, goederen wor-.
‘den nooit geruild, doch slechts gekocht. ‘met en ver-

kocht tegen ‘geld, en aangezien dit laatste wei eens
waai’defluctuaties kan vertoonen, zoo ziet men ‘de “zon-

clerlingste resultaten
bij
‘den in de oogen der ‘vnij’hande-

laren volbrachten goedereriruil. Spreker noemde als
voorbeeld hijv. den verkoop van een Duit.sch landgoed,
tegen een millioen marken, welke laatsten: na de noo-

dige depreciatie niet meer waard
bleken
te zijn, dan

bijv. een potlood. Is ‘dat goederenruil, vraagt de ‘heer
v. D.; immers neen, want men zal het toch niet in
zijn hoofd halen om landgoederen tegen potlooden te

gaan verruilen.

De heer
Jitia
‘had weinig moeite om ‘dit argument,’

dat kennelijk op misverstand berust, te ontzenuwen.
Ook maakte ‘hij ‘de juiste opmerking, dat iemand, die,

als ‘de heer van Dusseldorp, ‘ten slotte gaarnei tot een
toestan’d van intern ationalen vrjhandel zou willen
geraken, toch niet wel zal kunnen loochenen, ‘dat on-
der ‘zulk een stelsel in iatste instantie goederen met goederen geriil’d worden en het in- en uitvoerargu-

mont dus opgaat.
Op andere wijze ging Mr. Dr. L. F. H. Regout.de
leer ‘der vrij’handelaren te lijf. Uit het betoog van de-
zen spreker stippen wij om. dit argument aan, dat ‘de
vrjha’adelsleer veel te veel beteekenis ‘hecht aan den
internationalen handel. Het ‘is, aldus Mr. R., best mo-
gelijk, dat de internationale handel afnemin’gïertoont,

doch .dat niettemin ‘de totale handelsomzet ‘van een

volk toneemt, althans niet afneemt, doordat het ver-
lies van ‘den .buitonlanclsehen handel ‘wordt goeige-

maakt ‘door toeneming van binnenlandschen handel.

Hiertegen werd – naar onze meening terecht —
‘door
Prof. van Ernbdens
opgemerkt, ‘dat alle kunst-
‘matige ‘verkeers.belemmering, met name ook het scher-

per accentueeren der buitenlandsche grenzen in •het
‘handelsverkeor, tot gevolg moet hebben, ‘dat cle be-

trokken volkeren verder worden verwijderd van het
bereilchaar
;
optimum ‘der ‘v’ol’kswelvaart.

Nog eene andere opmerking ‘van principieelen eend

werd door
Mr. Regout
gemaakt. Door vrijhandelarcm
is gezegd, en ook
Mr. Jitta
‘heeft. ‘dat gedaan, dat pro-
tect.ie een eenzijdigen druk
01)
een ‘deel der hcvdlki’ig

legt ten nadeele van andere ‘bevolkingsgroepen. Dit

nu is vôlgens Mr. R. geen ei.genaardighei’d van protec-

tie alleen, doch het komt bij tal ‘van overheidsmaatre-
gelen voor, en als voorbeeld noemde ‘hij daarbij ‘de so-

cale wetgeving.

Mr. Jitia
heantwoor’dde ‘deze objectie met de op-
inerking, ‘dat hier twee ongelij’kwaard’ige ‘zaken wor-

cleni vergeleken, immers, dat ‘het bij ‘de sociale wetge-
ving gaat om een ethisch doel, waarvoor men offers

oplegt aan den belastingbetaler ten gunste van be-
‘paal’de groepen, ‘clie men bm ethische redenen wil

verheffen, doch ‘dat het ‘bij protectie gaat om ‘het ge-
ven van een materieel vôordeei aan een bepaalde
groep, ‘ton. Icoste van de belangen van andere groepen.

Oolc ons komt het voor, dat protectie hoogst on’hillijk

werkt. Om redenen van algemeen ‘belang meent men
een bepaalden tak van ‘industrie in het. leven te moe-

ten ‘houden. Doet men zulks door middel ‘van protec-

ti’e, zoo gaat ‘dit, ten laste van ‘de consumenten ‘der door
bedoelde industrie vervaardigde goederen, ‘dat is dus
ten laste van ‘die bevollcingsgroep, die in het alge-

meen juist geen belang heeft bij’ deze protectie. Vra-

ge: waar is ‘hier de billijkheid gebleven?

Wij
laten ‘het bij’ deze enkele opmerkingen over de schermutselingen ‘van theoreti’schen aard, die ‘ji. Za-

terdag met zoo ‘veel talent van bei’dé zijden zijn ge-

voercl.

Ik kom thans tot cle bespreking van ‘de actieve han-

delspolit’iek, zooals deze door
Prof. Diepenhorst
en

Mr. van. ,S’paendoiic’k
w’ordt voorgestdan..
:Dat daartegen van vele kat’iten ‘bezwaren zijn geop-
perd, behoe’ft geen verwondering te wekken. Voor-

eerst waren er verschillende sprekers, ‘die ‘van oordeel
waren, .dat ‘de voorstanders ‘van deze politiek geheel onvoldoende rekening hielden met ‘het consumenten-

belang. Aldus vooral
Prof. van Gun,
die ‘zich daarbij

meer speciaal tegen ‘het ‘betoog ‘van Prof. Diepenhorst

richtte, dat z.i. op dit punt geheel in gebi’eke is ge-
bleven. De objectie werd ‘beantwoord met ‘de gebrui-

kelijke verwijzing naar ‘de boteeke’ni’s van den groote-
ren afzet, die de fiinnenlaudsche. producenten bij vol-
doende protectie zullen kunnen bereiken en ‘die hen

vanzelf tot prijsverlaging zal voeren. En
Mr. van

Spaendoncic,
het consumentenbelan g bespreken’d,
voerde aan, dat men toch eerst consumenten moet
hebben ‘met de noodige ‘koopkracht, ‘die slechts ‘door be-
scherming ‘van de thans bedreigde nationale nijver-

hei’d te krijgen ‘zijn. Een ‘betoog, ‘dat weinig afdoende
is, omdat ‘het zou leiden tot rechtvaardiging van be-
scherming van elke willekeurige industrie, omdat men

daardoor koopkr.ach’ige consumenten fokt.
Ook de practische toepassing van retorsie’rechten
gaf tot verschillende opmerkingen aanleiding.
Ën
bij

Prof. Diepenhorst
èn hij
Mr. vain, Spaenidonck
toch

treft men ongeveer ‘den. ‘volgenden gedachtengang

aan: ‘het ‘buitenland ibenadeelt ons in hooge mate door
zjnë handelspolitieke maatregelen. Daaraan kan Ne-
derlan’d niets doen, want als wij’ ‘gaan onderhandelen, komen ‘wij volgens den sinds Pi’erson gebruikelijk ge-
worden te:rrn .,,met leege handen”, en ‘kunnen wij op
geenerlei lwijze co’ncessies afdwingen. Vandaar de
vele ‘klachten van cle op export aangewezen indus-.

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

921

trieën in den lande. l)aarvoor is maar één oplossing

to vinden, en dat is een actieve handelspolitielc, liefst
door een dubbel tarief, doch desnoodsdoor maatrege-

len van minder verre strekking in den geest van de

Ontwerpen Harte en Koikman.
Gevraagd werd nu om eens op concrete wijze te

willen aangeven, hoe nu wel zulk een dubbel tariefstel-
vel of zulke retorsierechten zouden worden toegepast.

Wenscht men door retorsie concessies voor den uit-

voer van eigen producten t verkrijgen van het bui-

tenland, wo zal men belai:igrij’ke invoergoederen van
het buitenland moeten gaan belasten, om dit door het

toebrengen van nadeel tot rede te brengen. Welke
goederen zullen dat nu moeten zijn en zullen niet de

nadeelen van zulk eene belasting voor de binnenland-
sche consumenten veel grooter zijn, dan de voordee-
len voor de exporteurs? Men offert bepaalde belangen
aan andere belangen op, en de opgeofferde belangen

zullen aanzienlijk moeten zijn, anders helpt de actieve
hiin’delspolit.iek niet. Aan halve maatregelen heeft

men niets. Wie zal nu, zoo vroeg
Prof. van E?rvbden,
de nationale eer mogen hebben om ‘het slachtoffer der

actieve handeispolitiek te zijn? En zal niet eene re-
torsiepolitiek groote onzekerheid in de calculaties
van •den handel brengen en aanleiding geven tot
voortdurend gekonkel ten ver•clerve der politieke ze-

den? En de heer
C.
F. Sor1c,
die een krachtig plei-‘dooi voerde voor de verbetering van onze uitvoernij’-
verheid op vrijhandelsbasis, gaf een schildering van
de weinig benijdenswaardige positie, waarin ‘de tak
van industrie, waarin hij werkzaam is, zou geraken,
indien deze eens werd uitverkoren als slachtoffer!
De heer
Wibaut
betoogde, dat de noodzakelijkheid
van actieve handelpolitiek door den eersten en •den
laatsten praoadviseur geenszins was aangetoond en
Mr. Jitta
meende, dat zijn medepraeadviseurs eene
geheel verkeerde methode hadden gevolgd door te zeg-
gen: het buitenland volgt een actieve handeispolitiek,
dus
moeten wij dat ook. Dat i’s ongeveer dezelfde ie-deneering als wanneer men in oorlogstijd ‘gezegd zou
hebben: tal van landen nemen aan den wereldoorlog
deel; wanneer begint nu ‘eindelijk Nederland eens?
Wat hadden nu de voorstanders van een actieve
han’delspolitiek een prachtige gelegenheid gehad om
de leemte die op dit punt in hunne praeadviezen be-
stond, door mondelinge toelichting aan te vullen.
Prof. Diepeuhorst
had weliswaar in zijn praeadvies
verklaard, ‘dat ,,’dieper gaande bespreking van vragen
van wetstechniek in ‘deze verhandeling niet
01)
haar
plaats” was, doch hij had toch zeker ‘de vraag mogen
verwachten, die hem ‘dan ook met de noodige perti-
nentie is gesteld, om nu eens aan te toonen, hoe hij
het beginsel der wederkeerigheid, dat volgens hem een
,,essentieel moment is van eene weigefundeercle han-
‘delspolitiek”, wel in toepassing zou willen brengen
zonder vitale belangen van ons land te schaden. De-
ze vraag is nu open gebleven. Wij hebben vernomen,

wat bedoeld werd met het verband ‘tusschen deisme
en vrijhandel, wij hebben gehoord, hoe het stelsel van
lijdeli.j’kheid in
strijd
is met de geschiedenis, omdat
ook ‘de vrj’han’del werd aanvaard op voorbeeld van
anderen, en wij dus ook thans ‘die anderen in de om-gekeerde richting moeten volgen. Kortom, alle argu-
menten, die reeds in het praeadvi’es waren vermeld,
werden nog eens met ontegenzeggelijk groote slag-vaardigheid uiteengezet, doch wat men ‘gaarne ‘had
vernomen,
‘blijft
blijkbaar voor later bewaard. Laat
ons ‘hopen, ‘dat het geen uitstel
ad calendas graeca.s
zal zijn.
Mr. van Spaen,donck
heeft wèl eene poging gedaan
om de zooeven bedoelde vraag concreet te ‘beautwoor-
‘den, in het ‘bijzonder met ‘betrekking tot onze verhou-
‘ding tot Spanje. Doch zijn spreektijd was, waar hij het laatst aan het woord kwam, al te beperkt en het
‘zou dus onbilljk zi5n hem te verwijten, dat hij ter
vergadering in ‘gebreke is gebleven. Wellicht dat het
verslag, waarin een uitgewerkt betoog ‘zal worden op-
genomen, de leemten ‘van zijn praeadviel nog aanvult.

Ook van ‘zijn geschrift toch kan men zeggen, dat het

bij het beantwoorden van ‘de concrete vraag, in wellden
zin hier te lande de tariefwetgeving moet worden her-
zien, een leemte heeft gelaten juist daar, waar men in

staat gesteld had moeten worden om degevolgen van
zijn stelsel geheel te kunnen overzien en beoordeelen.

Er werden anders feiten genoeg ter vergadering

medegedeeld. Zoo had uiteraard de schoenenindustrie
de belangstelling.
Mr. van Oenechten
deed in eene be-
langwekkende rede meciedeelingon over deze industrie

ten bewjze van ‘het feit, ‘dat ‘door onze Schoene’nwet-

jes het werkelijk belang van ‘deze industrie niet

gediend werd, omdat hot ‘slechts vertraging bracht
in den noodigen ombouw van dit ‘bedrijf. De zwakke
en achterlijke ondernemingen werden op deze wijze
kunstmatig in stand gehouden.
Mr. Korteuhorst
sloot
zich daarentegen aan bij ‘de hulde, ‘door
Prof. Die pen-
horst en
Mr. van Spaendonc1
aan de wetjes gebracht
en deed ‘daarbij het niet onaardige denkbeelrl aan ‘de
hand om eens ‘door de Vereeniging voor de Staathuis-
houdkunde te doen onderzoeken, ‘hoe nu eigenlijk de

)verkng dier wetjes was geweest. Ook beriep ‘hij zich

op een rapport van eene Commissie uit den Nijver-hei’dsraad, dat ‘de overtuiging zou hebben geschon-

ken, ‘dat de werking goed was geweest. Dit ontlokte
Mr. Jitta
dle 0ndleUgen’de in terruptie, of door dcze
commissie ‘de consumenten ook gehoord waren, eene
opmerking, velke
Mr. Kortenhorst
slechts kon beant-
woorden met de mededeeling, ‘dat de schoenenhande-

laars, die immers ‘de belangen ‘der consumenten zoo
goed kennen, in voldoenden getale gehoord waren!
De heer
A.
Plate Jr.
deelde tal van feitelijke gege-
vens mede over ‘de handelspolitiek van België en
Zwitserland, over welk laatste land ook de schrijver
dezer regelen enkele woorden sprak onder verwijzing
iiaar eene aanteekening in ‘dit blad van 11 Augustus
1926. Gewaarschuwd werd daarbij, om niet te gauw
met lof op ‘de actieve handelspolitiek voo:r ‘den ‘dag te
komen. Gezien ‘de povere resultaten van het Zwit-
sersch-Duitsch Handeisverdrag was het bi.j’v. rijke-

lijk voorbarig van een ‘der Nederlandsc’he bladen om
dit verdrag in vergelijking met het Nederlandsch

Duit’sch Verdirag een ,,sprookje van elders” te noe-
men.

Ook onze verhouding tot Indië kwam ter sprake.
Schrijver dezer regelen maakte de opmerking, dat een
‘beroep op ons ‘koloniaal rijk om ‘de groote beteekeriis
van Nederland als mogendheid te ‘doen uitkomen,
een beroep, dat ‘door
Prof. Diep enhorst
en
Mr. van
Spaendonck
wordt gedaan, niet anders is dan een
uiting van het streven om de Indische handelspoli-
tiek dienstbaar te maken aal) moederlandsche belan-
gen. Dat is een stelsel, ‘dat niet meer van dozen -tijd
is, omdat het slechts past in ‘den gedachtengang der
verlaten exploitatiepolitiek. Eerstgenoemde praead –

viseur anwoordde, ‘dat nicts ‘hem verder lag dan deze
politiek en dat hij veeleer bedoeld had Nederland en

Indië te maken tot een grootere eenheid in handels-
politieke aangelegenheden. Wij zouden wel eens gaar-

ne willen vernemen, hoe men zich voorstelt de Hol-
landsche landbouw en nijverheid door actieve han-delspolitiek met behulp van Indië te helpen, zonder
dat daarbij Indische belangen in het gedrang komen.
Hoe zou bijv. de Hollandsehe tuinbouw met retor-
sierechten op in Indië in te voeren goederen te
helpen zijn, zonder dat ‘daarbij de belangen van
de Indische ‘bevolking, iii den ruimsten zin genomen,
zouden worden geschaad? En nu kan men wel zeggen,
dat Holland dan op zijn tijd ook wel eens offers voor
Indië zal brengen, doch men houde ons ten goede, dat

wij hier wat sceptisch gestemd zijn. Bij de voorstan-•ders van actieve handelspolitiek is van offervaardig-
heid nog weinig gebleken. In ‘de huidige situatie zou Indië alleen maar nadeel ondervinden van de Neder-
lan’dsche retorsie. Men ‘denke zich eens in ‘de concrete
uitwerking in ‘en men zal ontwaren, •dat vrees voor
opoffering van koloniale aan moeclerlandsche belan-
gen maar al te gegrond zou zijn!

t
922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

Ten slotte ‘de internationale ‘zijde van het ‘vraag-

stuk. Deze gaf den heer
Wibaut
aanleiding tot scher-

pe critiek
OP
Prof. Diepen’horst
en
Mr. van Spaen-

donck,
terwijl
Mr. Jitta
‘dezen spreker nog niet moedig

genoeg was geweest in zijn ontkenneu’de beant’woor-

‘ding van de tweede der gestelde vragen. Bij het dagen
van economische overeenstemming in Europa gaat het

niet aan, aldus de heer W., om thans over te gaan

tot eene politiek van economische weebaarheicl en

voortdurend gevecht. iHetzlfde geluid deed
Prof.
van Emben
hoeren. Anders daarentegen
Prof. van

Gun.
Deze kwam juist op tegen het door
Prof. Die-

penhorst
tot ‘de vrijhandelarea gerichte verwijt, dat zij zoo cosniopolitisch waren; hijzelf had den rvrijhanidel

steeds verdedigd met een ‘beroep op het ‘zuiver riatio-

iiaal gedachte in- en uitvoerargument.
Prof. Diepen-

horst
meende hiertegen over te moeten volhouden, ‘dat
de denkbeelden der vrijhandelaren te internationalis-

tisch ‘waren, en dat een gezond natio.nalisme niet

slechts militaire weerbaarheid te midden van gwa-
pen’de naburen eischt, doch ook economische weer-

baarherd.

Wanneer wij’ eindelijk melding maken van een ken-

rige rede van
Mr. van Lanschot,
die over ‘het Duit-

echo Tractaat spraic en daarbij constateerde, dat er in

cle rijen der vrijhandeiaren oneenighei’d is over ‘del
vraag, of men de kapitaalmarkt mag bezigen als ruil-

object in ‘de internationale ‘han’del’spolitiak, een ques-

tie, die z.i. nader onderzoek eischt, zoo ‘hebben wij wel
het voornaamste van de vergaderi.ug gemeld.

Zooals ‘gezegd, ‘de voorstanders ‘der actievé handels-
politiek hadden hier eene sc’hoone gelegenheid gehad

om nu eens klemmend aan te.toonen, dat hun stelsel
niet onderhevig ‘is aan ‘de bezwaren, die velen ‘daarvan
vreezen ,•dat m.a.w. de consumente’n’belangen niet n
liet gedrang komen; dat retorsie ook voor een ‘klein

land als ‘het onze resultaat zouhebben; dat ‘deze en de
tijdelijke bescherming thans ‘de eenig bruikbare of al-
thans ‘do ‘beste middelen vormen. Het antwoord, in-

‘zonder’hei’d op ‘d’e beide laatste vragen, honden
wij
ech-‘

ter ok na de vergadering van Zaterdag nog te .goe:l,

terwijl het •consumentenbelardg èf wordt weggerede-
uee.rcl ôf gered moet worden ‘met de onzekere verwacli-
1
ting, dat omzetvermeerdering tot prijsverlaging za] 1
voeren, ook als ‘de biiitenlandsche concurrentie zal

zijn uitgeschakeld. G. M. V. S.

NAAR AANLEIDING VAN DE XIX ARTIKELEN

VAN Mr. SCHADEE.
Tjj
weten, dait
Mr. tS’chadee
houdt van f.risscbe

gedachten. Het verwon’dert ons ‘daarom niet, dat hem

‘(
Ie
vele herhalingen en herhalingen in’ het kwadraat,

waarin ‘cle literatuur over het aan’hangi’ge wetsont-
werp betreffende ‘cle n aamlo’oze vennootschap begon –
non is to ‘vervallen, is gaan vervelen en, zoodoende

het ‘verwijt vermijdend, •dat anders den criticus licht
treft, heeft ‘hij gepoogd
zijn
critiek om te zetten in

postieveu arbeid door het opstellen van een tegen-

ontwerp,
1)
‘dat ‘de stof in niet meer ‘dan 19 artikelen

samenvat.
Wanneer wij aan het verzoek van de redact
1
ie om
over dit tegenontwerp iets te schrijven, vo1’dedn door
nu weer op zijn ‘beurt ‘dit ontwerp onder ‘cle loupe te
leggen, ‘zouden wij •geen blijk geven van juiste appre-

ciatie van ‘het werk van
Schadee,
die juist ‘den stroom

van crit,iek heeft willen stuiten. Meer aanlokkelijk is
cle gedac’hte nog eens het voorhanden materiaal voor
ons te nemen: ontwerp, literatuur en tegenontwerp,

ten einde te pogen, daaruit ook van onze zijde eenige
positieve conclusies te trekken. In juridische detail-
beschouwing, die ‘den lezer van ‘dit blad minder inte-
resseert, willen wij ons ‘daarbij niet ‘begeven. ,
Onbewust natuurlijk, is de critiek niet altijd eer-

lijk geweest.

1)
XIX
A.rtikeJen, een bijdrage tot cle hert.icning van ons
naamlooze vennootschapsrecht, Nijgh en van Ditmar’s Uit-
gevers Mij.,
1926.

Men is gevallen over den omvang van het ontwerp,

men heeft ziè’h gestooten aan den niet altijd ‘volkomen
du’idelijken inhoud. Het ontwerp
is
omvangrijk en
geeft meer detail dan ‘noodig is. Maar men moet het
nu niet voorstellen, alsof het ontwerp, wet, geworden,

waardig zou zijn als’ een monster te worden tentoon-
gesteld. Onder ‘haar gelijken (huit’enlan’dscho wetten
over
,
hetzelfde onderwerp) zou onze wet minder afste-

ken door haar grooten ‘dan ‘de tegenwoordige w’et door
haar zeer geringen omvang.

Op het stuk van ‘duidelijkheid valt het oi:itwerp

niCt veel te
verwijten.
Het behandelt nu eenmaal

onderwerpen, waarmede alleen vak’menschen op de
‘hoogte zijn. Behandeling van zoo’n onderwerp in de

wet, wil men niet in dcii stijl van een leerboek ver-
vallen, kan moeilijk voor ieder
begrijpelijk
zijn.

Een beetje ‘dwaas is het, ‘wanneer men ons nu op
de oude wet als toonbeeld ‘van korthei’d en duidelijk-

heid wijst (Advies van den Nij’verheidsraad, blz. 3, 5).

,,De bestaande wet, kort en voor iedereen begrijpelijk
als zij is”. Wie zich bepaalt tot lecti.iur van de tegen-

woordige ‘vet – ‘hij moge ‘zich dan verbeelden deze
van a tot z te hebben begrepen – weet toch immers van het recht,
‘gelijk
het thans ten aanzien van de
naamlooze vennootschap geldt, nog nagenoeg niets.

De leden ‘van ‘de afdeelung Zaan’streek van de Maat-

schappij voor Nijverheid,
‘d’ie ‘deze woorden neerschre-

ven (aangehaald in ‘het advies van ‘den Nij’verhei’ds-
raad), probeoren maar eens in de tegenw’oordige wet

te vinden, vat geldt ten aanzien ‘van ‘den naam van
de naamlooze vennootschap, ‘cle aansprakelijkheid voor

het prospectus, van onwettige besluiten van ‘de alge-
meene vergadering, van vermindering van. het kapi-
taal, van cle verteg’enwoordigungsbevoégdheid van het

li.d eener directie en zooveel andere onderwerpen
meer!
In, een wat ‘van aanmerkelijk grooter omvang da:n
dè tegenwoor’dige zullen wij ons
?rboeter&
schikken, als

liet komt tot herziening. 1-let ontwerp had korter
kunnen ijn, ‘dat het tegenontwerp ‘dat bewijst, be-

twist
ilc
niet. Maar
Mr. t9chadee
bedoelt zijn outwerp

als een ‘schets; niettemin geeft het, gelijk het is neer-
geschreven, toch wol reeds stof voor een 40 á 50 vol-

wassen wetsartikelen.
Er is gezegd, dat ‘het Regeeringsontwerp rioodig

zou maken, elke naamlooze ‘vennootschap te voorzIen
van zeer omvangrijke statuten. lijderdaaci is het
ontwerp-statuten, .gevoegd ‘hij het’ rapport van de

A’d’vocateirvereeni ging’), van behoorljken omvang.
Maar ‘bij ‘kenuisneming blij’kt,. dat in ‘dit ontwerp
reeksen wetsartikelen zijn overgenomen, wat misschien
gemakkelijk is ‘voor belanhehben’den, maar ‘toch in

het ‘geheel niet noodzakelijk.
Zeer te waardeeren is ‘de poging ons te verlossen
‘van ‘de artikelen, die niet nummer en letter moeten
worden aangehaald. In liet Zeerecht zuilen zij nu zoo
da’deljlc w’el hun intrede doen, ‘maar dit zal mij niet beletten, deze methode te ‘blijven verfoeien en daar-
aan uiting te geven.
Tenzij de Regeering haar ontwerp geheel loslaat,
zal aanmerkelijke hesnoeiirig nu niet meer goed mo-gelijk zijn. Er zijn in’ wetten evenals in ‘de convera.te
onderwerpen, ‘die beter niet worden aangeroerd, maar
als men erover ‘begonnen is, is het beter ‘zich volle-
dig uit te spreken ‘dan te pogen ‘het eenmaal gezegde
weer in te slikken. .
De afwijzing ‘door de Regeering van ‘cle ,,familie-

vennootschap” ‘als hijzon’deren rechts’v’orrn, is, gelijk
te verwachten was, in de adviezen, welke ‘van de zijde

van ‘de
practijk
van «handel en nijverheid zijn geko-

men, algemeen op afkeuring gestuit. Het rapport van

cle Advocatenvereeniging ‘deelt ‘dit bezwaar. Ver-
schillende juristen gaven blijk over dé zaak anders

te denken.
Als voorstander van ‘de ‘differentiatie ,’heef t
Mr.

Schadee
deze ook in ‘zijn ontwerp neergelegd. Laat

1)
Uitgebracht door

J. &slomoiason
en
J. Coe’rt,
Bel’in-
fante
1926. ‘

.,,

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

923

ons zien hoc hij zich de oplossing denkt. De XIX
artikelen onderscheiden tusschen besloten en open

bare naamlooze vennootschappen. Beide hebben hun
privileges, maar moeten zich daartegenover ook ver-

schillen•cle bezwaren laten welgevallen.

De besloten naamlooze vennootschap behoeft geen openbaarheid in acht te nemen ter zake van den zake-

lijken inbreng, waarmede zij •is opgericht en ‘de over-

eenkomsten in verband met ‘de oprichting aangegaan,
noch behoeft zij haar balans te publiceeren. Maar zij

moet. haar kapitaal dadelijk geplaatst en volgestort
hebben; zij mag geen toon’deraandeelen uitgeven;

haar aandeelen zullen niet den gewonen vorm va

het, effect moge:n hebben maar zullen den vorm moe-

ten hebben van een uittreksel uit het aandeelenregis-
ter; haar aandeelen zullen alleen hij authentieke akte
kunnen worden overgedragen; zij zal geen winsbbe-
wijzen aan toonder, geen obligaties of andere effecten

mogen uitgeven; ,,bouwrente” zal zij niet mogen uit-

keeren; een beloonng aan emittenten zal zij niet mo-
gen geven. Deze vrschil1ende bezwarende bepalingen
gelden niet voor de openbare naa.mlooze vennootschap

van
Mr. iSchadeo.
Maar deze zal daartegenover den last
moeten aanvaarden van publicatie van haar zakelijken

inbreng, van de overeenkomsten in verband met haar
oprichtng aangegaan; haar balansen zal zij moeten

bekend maken. En ‘op dit laatste punt komt
Mr. Scha.-

dee
met eischen, heel wat minder mak dan die van
het Rogeoringsontwerp.

iloewel geen voorstander van een ver gaande dif-
ferentiatie ‘tusschen verschillende soorten naamlooze
vennootschappen, meen ik toch, dat iets gedaan kan
worden om partijen te vereenigen, wat, wel haast een conditio sine qua non schijnt voor het tot ‘stand bren-
gen van een regeling op •de naam.iooze vennootschap.
liet hoofdargu.ment vôôr de uniformiteit – en wel
vooral •op het punt van cle publiciteitsvoorschriften,
waarom ‘het in de eerste plaats gaat – wordt gevon-
den in cle beperkte aansprakelijkheid, welke de hoofd-
eigenschap is van alle naamlooze vennootschappen.
Uitsluiting van persoonlike aansprakelijkheid –
daarom openiegging van den vermogenstoestand hij
alle naamlooze vennootschappen.

liet argument klinkt zeer plausibel, maar ik geloof
niettemin, dat het te theoretisch is. Tot publicatie
omtrent haai vermogenstoestand is nu geen enkele
naamlooze vennootschap verplicht en het is niet met
het oog op het belang van schuideischers, dat wijri-
ging van dezen toestand bepleit wordt. Bij de ge-
liede hervorming van het recht op de naamlooze ven-
nootschap staat het aandeelhoudersbelang voorop;
hadden wij alleen met het crediteurs’belang te doen,
‘clan kon de geheele herziening van de wet – op een
enkel onderdeel na – achterwege blijven. Wanneer
ik zelf voor de uriiformite.it ben opgekomen, was dit
ook meer met het oog op het aandeelhoudersbelang
clan om het crodteursbeiang. Daarbij ging ik uit ‘van
cle waarneming, dat ook aan de ‘besloten naannlooze
vennootschap de kleine spaarder geld verliest. En
onder besloten naamlooze vennootschap stelde ik mij
dan voor de naamlooze vennootschap, die geen beroep
doet op ‘de geidmarkt door het uitgeven op ruime
schaal van een prospectus, die ‘geen noteering vraagt,
aan de beurs, maar wel in kleinen ‘kring aarcdeelen
plaatst onder ‘hot sparencl pu.blielc. I)e vraag, of de pu-
bliciteitsvoorschriften van het Regeeringsontwerp veel
zouden kunnen baten tegen kwade praktijken, welke
hierbij voorkomen, laat ik nu rusten. Maatregelen om
den belegger te beschermen, kunnen geheel achter-
wege blijven, wanneer ‘de wet de ‘besloten naamlooze
vennootschap ‘zoo construeert, dat de gei’dbeiegger er
in het geheel n:iet – en althans niet onverhoeds –
mede in aanraking zal komen.
Hie:rin is
Mr. Schadee
– het behoeft ‘geen nadere
toelichting – wel geslaagd. Zijn voorstellen zouden
in één richting echter stellig nog aanvulling noodig
hebben. Het uitoefenen van verschillende bedrijven
zou aan ,’de besloten naamloeze vennootsc’hap moeten

zijn onthouden. Ik denk in de eerste plaats aan het
bankbedrijf; het rapport van de Advocatenvereeni-
ging noemt ook nog de verzekering. Overigens zou
overeenkomstig de gedachte van de XIX artikelen

aan oprichters kunnen worden overgelaten vrij tus-

schen de ‘besloten en de openbare naamlooze vennoot-
schap te kiezen.

Do jurist zal nu wellicht meenen, dat op deze wijze
bij dé besloten naamlooze vennootschap het credi-
tecirs’belang niet voldoende tot
zijn
recht komt. Maar te ‘dien aanzien werd reeds opgemerkt, dat niet met

het oog op het crediteursbelang wijziging van het

geldende recht wordt ondernomen; in de tweede
plaats geldt, dat niet zoo licht een onderneming van

dubieus financieel gehalte gegoten zal worden in den:
vorm, door
Schadec
voor ‘de besloten naamlooze ven-
nootschap ontworpen.

Met ‘de bepaling, dat te naa.mlooze vennootschap

ten minste moet hebben een geplaatst en volgestort
kapitaal van
f 5000,
sluit
Mr. Schadee
zich aan bij
hen, die de dwergrnaatschappijtjes willen laten ver-dwijnen. Een dergelijke regeling heeft het bezwaar,
dat zij een prikkel schept voor overwaardeering van
den inbreng, wanneer men de
f 5000
niet ten volle
bijeen ‘heeft. Een onderneming met een kapitaaltje
van
f 5000
heeft al niet veel to beteekenen; onderne-
mingen, ‘die slechts over
f 3000 â f 4000
beschikken,
zullen zich niet laten afschrikken.

Van Departementale
Geburtshilfe
bij de oprichting
wil
Schadee
niet weten. Het heeft ons genoegen ge- 1 daan, ‘dat men in de Advocatenvereeniging unaniem
heeft geoordeeld, dat ‘het althans niet aangaat de
Departementalo goedkeuring te behouden zonder van
de afwijzing beroep op den rechter te openen. Het
-‘as toch ‘ook te dwaas, ‘dat van ‘de zijde van handel én nijverheid vrij algemeen werd afgekeurd, dat het
»epartomen’t hier het laatste woord zou ‘behouden,
terwijl ‘door juristen dit stelsel ‘van het Ontwerp in be-
scherming werd genomen. Te ‘dwaas, omdat ‘het juist
1
den jurist een doorn in het oog moest zijn, dat hier
de administratie in eerste en laatste instantie zon-
dor vori’n van proces zou blijven oordeelen.
Ten opziehte van de openbare naamlooze venrioot-
schap stuit het invoeren van pubhcatievoorschriften
practisch niet op verzet. Een tweede is dc inhoud
der voorschrifter. In •dit opzicht is het Regeerings-

ontwerp niet gelukkig. Eenerzijds vordert het te vee],
anderzijds te weinig. Te voel •door de verplichting
tot bekendmaking van allerlei overeenkomsten, ten 1
aanzien waarvan een gerechtvaardigd belang geheim-
houding kan vorderen, ‘te weinig door volledige vrij-
heici to laten ton aanzien van inrichting van de,

balans en de ‘daarbij toe te passen waardeeringen.
Tegenover de halansvoorschriften van ‘het out-
worp doet
Mr. Schadee
eenige voorstellen, die wij in
liijzonderheclen niet kunnen nagaan, maar ‘die zeker
de volle aandacht verdienen.

Een van de groots vragen in verband ‘met de her-
ziening van ons recht op te naamlooze vennootschap
levert de machtsver’houding tu,sschen algemeene ver-

gadering en hestuu:r. Het Regeeringsontwerp gaat uit
van d’e gedachte, dat de positie van ‘de algemeene ver-
ga’der.ing als ,,hoogste macht” moet worden gehana-
haafd;
Mr. Schadee
keert zich daa:rtegen niet en er
is eigenlijk ook niemand, die aan dit beginsel niet
1
wil vasthouden.
Het komt weer áan op de uitwerking. Nu is
D.M.M.
de functie van ‘de algemeene vergadering voldoende 1
gewaarborgd, wanneer zij in het uiterste geval de.n
doorslag kan geven. Hiervoor is noodig, •dat de alge-
meene vergadering met uitsluiting van andere in-
stanties beslist over de décharge en het ontslag van
‘bestuurders.

Wat het dwingende recht aangaat kan en moet
het
bij
deze bevoegdheden ‘blijven. De ‘wetgever moet
niet pogen de algemeene vergadering meer steun te
geven •door op dwingende wijze allerlei verschillende
bestuursaangelegenheden bij de algemeene vergade- 1

924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

ring te leggen, deze aldus de gelegenheid gevend –

ook zonder dat een groot en onopiosbaar conflict is

ontstaan – .het bestuur dwars te zitten en misschien

kleine overwinningen te behalen, waardoor de regel-
matige gang van zaken wordt verstoord. Oprichters

hehooren ‘de vrijheid te hebben de naamlooze vennoot-

schap zoo in te richten, •dat deze moeilijkheden wor-
den vermeden; bijv. ‘door de vaststelling van de jaar-

rekeningen niet te leggen ‘bij ‘de algemeene !
verga

dering; deze geen vrije keuze te geven
bij’
de be-

noeming van bestuurders. Wie het anders wil, ‘be-
hoort daarin eveneens Vrij te zijn, maar in •dit op-

zicht ‘behoort verdere ‘dwang te zijn uitgesloten.

Een van de fouten van het Regeeringsontwerp’ is,

‘dat dit niet in het oog gehouden is. Dientengevolge

is men stel’selloos te werk gegaan. De critiek heeft dit
onbewust ‘gevoeld, al ‘heeft men ook niet scherp kun-

.nen aangeven, waar de schoen wrong.

De voorstellen van
Mr. Schadee
zijn op dit punt

eenigszins tweeslachtig, maar behelzen toch een
bruikbaar element.

Zijn ontwerp (art. XII) kent de mogelijleheid van

een vergadering van preferente aandeelhouders, ‘hou-
ders van oprichtersbewijzen of andere stukken, aan

wier goedkeuring ‘de statuten de ‘besluiten van ‘de al-
gemeene vergadering kunnen onderwerpen. Ontstaat
zoodoende een conflict, •dan moet door een arbitrale
beslissing ‘de oplossing worden verkregen. Dit noem

ik tweeslachtig; het zwaartepunt moet liggen ‘bij do
eene of de andere groep, maar een proces tusschen

beide groepen over het te voeren beleid – al wordt

het dan ook voor arbiters gevoerd – kan toch ‘de op

lossing niet. geven. Echter zal volgens het ontwerp ook zijn toegelaten, dat de statuten anders bepalen.
Wordt ‘daarvan gebruik gemaakt, clan wordt rondweg
de ein’d’heslissing aan de algemeene vergadering ont-
houden en gelegd in handen van ‘cle preferente groep

Toch wordt ervoor gezorgd, dat •de algemeene verga-

dering haar positie van hoogste macht behoudt, door
‘de bepaling, •dat zij ‘cle uitsluitende ‘beslissing moet

hebben over ‘de benoeming en het ontslag van de be-
stuurders. Op deze wijze wordt het mogelijk gemaaict,
een regeling te treffen, die slechts op zeer enkele
hoofdpunten ‘het laatste rwoord laat aan de algemeene

vergadering. Ziedaar het bruikbare element van do

regeling.
De bepalingen omtrent ‘do aansprakelijkheid van
bestuurders hebben veel aanstoot gegeven. De critiek

is niet zonder overdrijving geweest. Geen ernstig
man zou een dergelijke verantwoordelijicheid op zich
kunnen nemen (advies van den Nijverheidsraad,
bi. 13). Maar een dergelij]ce verantwooidelijicheic
rust na do invoering van cle nieuwe wet op ‘de Coöpe-
ratieve vereenigingen reeds op ‘de bestuurders van
die instellingen. Heeft een massaontslag van die
functio:narissen plaats gehad? Zoo niet, moet tot het

andere alternatief worden besloten?
De regeling van het Regeeringsontwerp komt on-
geveer hierop neer. Wie •de aansprakelijkheid van be-
stuurders wil geldend maken, kan volstaan met het bewijs, dat het bestuur een toerekenbare fout heeft
gemaakt en op dien grond dan aanspreken ‘de ver-schillende bestuurders tot wier werkkring de geïn-
crimineerde handeling behoort. Het is •dan aan den
in’divi’dueelen bestuurder, aan te toonen, ‘dat hem geen

of ‘slechts een betrekkelijk gering verwijt treft, waar-
door hij zich van aansprakelijkheid geheel of naar
evenredigheid ontslaat. Men ‘heeft dit genoemd ,,om-
keering van den bewijslast”. Dat is een veel te zware
uitdrukking. Ik blijf de voorgeslagen verdeeling van
‘den bewijslast een redelijke regeling vinden, waartoe
een rechter hij ‘de vrijheid, welke de wet hem nu laat,
ook licht zal komen.
Het ‘komt mij ook voor, dat op ‘deze wijze het risico
van den bewijslast tot”de geringste proporties is terug-
gebracht, d.w.z. het gevaar, dat imen een recht, dat
men heeft, niet kan verwezenlijken, ‘doordat men het
noodige bewijs t’ot staving van het recht niet Ican

leveren. Dat ‘het voor den bena’deelden aandeelhouder
niet mogelijk is, precies aan te toonen, wie van ver-

schillende bestuurders schuldig staat, kan ik mij ‘heel
goed voorstellen, ‘zeer
‘moeilijk,
dat een bestuurder,

dien geen schuld treft, ‘hiervan niet het bewijs zou

kunnen bijbrengen.
Nu kan men hierover een andere meening zijn toe-

gedaan en oordeelen, ‘dat het beter is, ‘dat alles maar

blijft gelijk het is. Indien ‘de omstandigheden daar-
toe aanleiding geven, zal de rechter de in ‘het ont-

werp neergelegde verdeeling van den bewijslast toch
kunnen toepassen.
Mr. Schadee ‘wil
echter nog ver-

der. Hij heeft ‘zich aan ‘de voorstellen van de Regee-
ring ‘zeer gestooten en wil in ‘de wet vastleggen, dat

‘de volle bewijslast treft hem, die ‘de aanspralcelijicheid

wil geldend maken. Dat is nu toch ook niet noodig!

Wat ‘den materieelen grond voor ‘de aanspralceljk-

heid aangaat, •de tekortkomingen van art. 47d van

het Regeeringsontwerp (ook in ‘dit opzicht ontleend
aan de wet op ‘de Coöperatieve Vereenigingen) heb-
ben heel weinig instemming gevonden.
Mr. Schaclee
wil al’s vele anderen terug naar art. 1639 B. W. (‘de
verplichting naar beste vermogen te handelen)., Nog

verder gaat het rapport van de Advocatenvereeniging,
dat ‘de aansprakelijkheid wil beperken tot gevallen

van kwade trouw en van ernstig en toerekenbaar
plichtsverzuim. Zou de directeur op deze wijze niet

te veel een uitzon’deri ngspositie
krijgen?
Hij zou haar
•de’elen met den kapitein volgens art.
3422
Kh. (uw.);
‘de analogie ware misschien niet zoe gek.

Ook op het punt van ‘do positie van bestuurders

is de critiek niet
altijd
volicomen fair geweest. Wan-

neer wij in het advies van de Rotterdamsche Kamer
van Koophandel lezen, dat men geen aanleiding ziet,
wat de aansprakelijkheid aangaat, den ‘directeur-werk-
nemer anders te behandelen dan alle andere werk-

nemers, komt cle vraag ‘op, of ‘de adviseurs ‘hier aan
liet woord voor de behandeling van den directeur al

gewoon werknemer nu wel ‘zooveel gevoelen.
Wanneer wij verder in het advies van den Nijver-
heidsraad lezen, dat commissarissen ‘de positie heb-

ben van vertrouwensman nen van aandeelhouders
(scil. tegenover de directie), vragen wij ons af, of
de stellers van het rapport inderdaad voor hun reke-
ning nemen, dat in een conflict tusschen aandeelhou-

ders en directeuren, ‘de aandeelhouders het vertrou-
u
ren ‘hebben, •dat commissarissen tegenover •de direc-
tie voor het aandelhouders’belang zullen opkomen.
Het advies van ‘den Nijverheidsraad gebruikt de
constructie om den accountant af te wijzen (één ver-
trouwensman, of college van vertrouwensmannen is
voldoende). Het argument is niet juist, ook het daar-mede verdedigde standpunt deugt niet. Als aandeel-
houders met ‘de adviezen van commissarissen niet
tevreden zijn, kunnen zij toch anderen benoemen, is
de gedachte. Maar is dan een geregelde accountants-
contrôle niet ver te verkiezen?
Overigens wil ik niet nalaten nog op te merken,
dat het Regeer’ingsontwerp in ‘dit verband in twee

opzichten tekort schiet.
Vooreerst is het niet juist, ‘den accountant in de
algemeene vergadering te geven een adviseerende
stem (art. 42a). Dit beteekent toch, dat ‘de accountant
de positie krijgt van deelnemer aan de algemeene ver-
gadering, met recht daar over alle onderwerpen hal woord te voeren en zijn opvattingen te verdediger;.
Dit is een misiatting ‘van zijn positie. In plaats van

verleening van toegang tot de vergadering kan alleen

sprake
zijn
van een verplichting daar onder omstan-
digheden tegenwoordig te ‘zijn. In plaats van een
aciviseerende stom kan alleen sprake zijn van de ver-
pliéhting op verzoek inlichtingen te verschaffen.
In de tweede plaats is een belangrijke leemte, dat
niets naders gezegd wordt van den ,,•des’kund’ige”, die
van voorlichting moet dienen. Wanneer het accoun-
tantsrapport mocht kunnen worden een deskundig
advies van vollcomen onafhankelijke instantie, dan

zeker zou de verplichting van de naamlooze vennoot-

20 October 1926

ECONOMISCH-STATIStISCHE BERICHTEN

925

schap haar aandeelhouders zulk een voorlichting te

verschaffen, een zaak van belang zijn. Door dit te be-

vorderen kan ‘de wetgever voor ons naamlooze van-
nootschapsrecht inderdaad iets belangrijks doen. Maar
het eerste noodige is dan, dat hij ‘den accountant een

positie waarborgt.
Ook het ontwerp van
Mr. Schadee
stelt den accoun-

tant verplicht, maar alleen voor de openbare naam-

boze vennootschap en de benoeming laat hij aan com-
missarissen (art. IX).
Bij de ontwikkeling van het recht is de wet dik-
wijls eenige stadiën ten achter. Het Regeeringsorit-
werp heeft hierdoor een lacune, waaraan de komische

zijde niet geheel ontbreekt. 1-let is de aandeelhouder-

gelcihelegger, wiens belangen door het ontwerp wor-
den beschermd. Nu hebben de gebeurtenissen van de
laatste jaren meermalen aanleiding gegeven tot de
vraag, of niet met de belangen van den obligatiahou-der te roekeloos wordt omgesprongen. Als geidbeleg-

ger heeft deze zeker eerder aanspraak op bescher-

ming dan de aandeelhouder, die in tegenstelling met
den eersten, zelf toch dikwijls ook op speculatie uit
is en ondernemingen, welke niet vrij zijn van risico,
gaarne ziet, zoolaiig zij maar voordeel opleveren.
In het Regeeringsontwerp is over den obligatie-
houder niets te vinden. Do Regeering heeft een goeden

kapstok natuurlijk; niet alleen naamlooze vennoot-schappe, ook andere lichamen geven obligaties uit.
Het ontwerp van
Mr. Schadee
houdt zich met de obligatiehouders wl bezig (art. XVI). Het onder-
werpt den obligatiehouder aan meerderheidsbesluiten
door een vergadering van obligatiehouders genomen,
daardoor dus overbodig makend een regeling van deze
strekking, die thans veelal in de leeningsvoorwaar-
den wordt getroffen. Dit is juist de regeling, die de
positie van don obligatiehouder zooveel minder secuur
maakt. Als tegenwicht is dan gezorgd, dat besluiten,
welke de finaucieele positie van den obligatiehouder ernstig aantasten, niet onverhoeds en anders dan met groote meerderheid kunnen worden genomen. Het is
een eenvoudige oplossing. Maar ik zou toch de vraag,
of deze regeling de crediteurspositie van den obliga-
tiehouder voldoende hoog houdt, niet bevestigend
durven beantwoorden.

Wij hebben ons tot enkele punten van het ontwerp
van den Rotterdamschen notaris-advocaat bepaald.
Behalve nog meerdere punten, welke ons sympathiek zijn, vinden wij er ook een en ander, dat ons volstrekt
niet aanstaat. In het bijzonder geldt dit ‘do regeling
van art. XVIII, welke aan het Openbaar Ministerie
opdraagt op te treden ter zake van onwettige beslui-
ten van de algemeene vergadering (met uitsluiting
van belanghebbenden zelf?). De ‘heer
Scho4ee
geeft
bij zijn ontwerp geen toelichting. Hij schreef alleen voor hen, die zulk een toelic’ting niet behoeven. Op
dit onderdeel is blijkbaar zijn geschrift voor mij niet
bestemd.

Het Rogeoringsontwerp te verruilen voor dat van
Mr. Schadee zou
ik niet durven aanbevelen. Ik blijf
voorstander van een spoedige omwerking van het
Regeeringsontwerp en afhandeling ‘daarvan door de
Staten-Generaal. Het tegenontwerp kan daarbij goede diensten bewijzen. Wie zich met de verdere behande-
ling van het Regeeringsontwerp bezig zullen houden,
mogen niet verzuimen van do XIX atikelen een
ernstige studie te maken. Zij zullen in elk geval er-
door tot kortheid worden gemaand.
DRuozER.

DE RIJKSMIDDELEN.

In ‘dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rijksmiciclelen over
de maand September
1926,
vergeleken met de over-eenkomstige cijfers van September
1925.
De gewone middelen brachten in •de afgoloopen
maand
f41.552.400
op tegen
f 37.481.900
in Sep-
tember
1925
en vertoon en ,mitsdien een vooruitgang
van
f 4.070.500.
De totale opbrengst in de ‘afgeboo-

pen maand overtrof de raming met een bedrag van
f 3.369.400.

De totaal-opbrengst over do eerste negen maanden
van ‘dit jaar ‘bedroeg
f 364.923.900,
zijnde
f 24.327.800
mêér ‘dan in ‘hetzelfde tijdvak van het vorige jaar,

terwijl ‘de ramici’g in genoemde periode met
f 21.276.900
werd overschreden. Wordt als naar ge-

woonte, om een meer zuivere vergelijking te verkrij-

gen, ‘de rijwielbe]asting, die voor het, overgroote deel

in de maand Januari van elk jaar ‘binnenkomt en
die van hnuari t.rn. September
1926
reeds f 6.633.800
opbracht, buiten beschouwing gelaten, ‘dan
blijkt,
‘dat
de op’brengst dr overige middelen over de eerste
negen maanden ‘dozes jaars
f 19.143.100
‘steeg boven
9112
van ‘de voor
1926
in totaal geraamde opbrengst.

In vergelijking met ‘de overeenkomstige maand van
het ‘vorige jaar ‘vertoonen de inkomstenbelasting, ‘de
d ivi’dend- en tantièmebeiastin g, de vermogensbelas-
ting, ‘de suiker-, wijn-, ‘de ‘gedistilleerd-, de zout- en
cie tabakaccijns, de ‘belasting op rijwielen, ‘cie zegel-

rechten, de registratierechten, d’e successierechten, de

invoerrechten, ‘het sta’bistiekrecht, de domeinen en
‘de loodsgelden een hooger opbrengstcijfer. Daaren-

tegen ‘brachten ‘min’der op de grondibelast’ing, de per-
soneele ‘belasting, ‘de bier- en ‘de geslachtaccijns, de
‘belasting op speelkaarten, de belasting op gouden en

‘zilveren werken en ‘cie akten voo;r de jacht en vis-

scherij, enz. Uit ‘het vorenstaande blijkt, dat de loop der middelen in September
1926
over het algemeen
‘gunstig mag worden genoemd.

Evenals ‘de beide vorige maanden liep ‘de grond-

‘belasting in opbrengst terug; vergeleken met Sep-
tember
1925
kwam thans
f 265.000
minder binnen.
Deze teruggang behoeft echter niet te verwonderen,
indien wordt bedacht, .dat dit middel in eenige vorige
maanden ‘van het jaar, met name in Juni, dank zij
‘de vervroegde invor’dering, bijzonder ruim heeft ge-vloeid. Vergelijking van de opbrehgsten dezer belas-
ting over ‘de eerste negen maanden van
1925 eii 1926
‘doet zien, dat
1926
tot dusverre een surplus ople-
verde van
f 115.600;
de raing werd in de afge-
boopen maanden met
f 2.596.300
overtroffen. Waar
‘de krachtige ‘drang tot tijdige aanzuivering hij alle
directe belastingen een factor van heteekenis blijft

vormen, is het niet mogelijk met eenige zekerheid te
voorspellen hoede loop van dit middel zich in ‘de
laatste maanden van
1926
‘zal ontwikkelen.

Vertoonde de personeele belasting in elk der eerste
acht maanden van dit, jaar een surplus ‘boven de ge-
lijknamige maand van
1925,
‘ditmaal viel eene daling
in ‘de opbrengst te constateeren van
f 479.600.
Wat
hierboven van cie grondbelasting werd opgemerkt,
geldt in zekeren zin ook voor ‘de personeele belasting.
Ook hier is het ruimer vloeien ongetwijfeld voor een

‘belangrijk ‘deel aan de scherpere aanslagsregeling en
‘de snellere invordering toe te schrijven en bohoeft
rio lagere opbrengst van September in geen enkel op-
zicht te verontrusten. De opbrengst over ‘de eerste
negen maanden van
1926
bedroeg
f 2.313.100
méôc
‘dan ‘die van ‘hetzelfde tijdvak van het vorige jaar; de
raming werd in bedoelde periode met
f 2.240.000 verschreden.

In tegenstelling met ‘de beide vorige maanden gaf
de inkomstenbelasting eene stijging in opbrengst te
zien. Het voordeelig verschil ad
f 175.200 is oven-
gens betrekkelijk gering en laat zich niet nader ver-
klaren. Vergelijkt men de ontvangsten uit deze bron
van inkomst over de eerste negen maanden van
1,925
en
1926,
dan blijkt, dat cie opbrengsten als volgt over
de verschillende dienstjaren kunnen wordlen ‘ver-
deel’d

Jan. t/m. Sept.1925:
Jan. t/m. Sept. 1926:
1922123….
f

3.414.300,…._.
f


1923/24….
9.587.200,—
2.649.700,-
1924125. …
51.156.100,—
6.414.200,_
1925/26….
5.981.500,—
56.985.700,_’
1926/27….

7.255.100,_

Totaal.
f
70.139.100,
f
73.304.700,-

926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

Uit do hierboven gegeven cijfers blijkt •clukleii,jk

de invloed, welken de snellere invordering 01) (10

1 opbrengst der inkomstenbelasting heeft gehad. Zoo-

lang deze ïactor zich nog doet gevoelen, is het niet
wol mogelijk, vich omtrent den loop van

‘dit middel

in het algemeen een oordeel te vormen. Opgemerkt
moge nog worden, dat de opbrengst over Januari

t.m. September 1926 9/12 der raming met f4.304.100

overtrof.

1)0 dividend- en tantièmebelasting leverde in de

afgeloopen maand niet minder dan
f
4.036.400 op en

steeg daardoor
f
2.654.800 boven cle opbrengst van

Soptomher 1925. Zooals bekend wordt deze belasting

echter in elk jaar voor een belangrijk deel slechts in

enkele maanden ontvangen. Het. vorige jaar was de
maand Augustus buitengewoon gunstig (opibrengst

f
4.118.100); thans werden blijkbaar de groote aan-

slagen in •de maand September voldaan. Gerekend
over negen maanden bleef de opbrengst van 1926 nog

f
486.300 bij die van het vorige jaar ten achter; daar-

entegen werd thans de raming overschreden (met

f 2.153.200).

Do vermogensbelasting gaf een surplus van
f 72.500 te boeken. Een bepaalde oorzaak is hiervoor

niet aanwijsbaar. Tot dusver was de loop van dit
middel vrij ongunstig. Van Januari t.m. September

1926 werd f93.800 minder ontvangen dan in het-

zelfde tijdvak van verleden jaar, terwijl de opbrengst

.f
1.891.400 bij de raming ten achter bleef.

De accijnzen maakten, uitgenornen die op het bier
en op het geslacht, •een goed figuur. De suikeraccijns
bracht f 264.100 mér op, hetgeen waarschijnlijk zijn

grond vindt in •de omstandigheid, dat algemeen een

stijging van den suikerprijs verwacht woedt, waar-
door een neiging tot het opdoen van voorraden is op-

gewekt. De wijnaccijns klom met f 72.000, ten deele
‘vermoedelijk toe te schrijven aan valuta-aankoopen
van Fransche wijnen en waarin zich anderdeels het
toenemend wijnveiibruik weerspiegelt. De gedistil-

ieerdaccijns vertoonde een stijging van
f
117.000,

waaruit evenwel niet tot •een verhoogd gedistilleerd-verbruik mag worden geconcludeerd, •daar de maand

September 1926 vijf
verschijndagen van den krediet-
termijn (DotIderdagen) bevatte tegen September
1925 maar vier; de opbrengst blijkt dus per saldo

nog to zijn teruggeloopen. De uoutaccijns wees een

hooger op.brengstcijfer van
f
10.800 aan; daarentegen

daalde de bieraccijns met f178.600 en de geslacht’
accijns met f 94.400. Het laatste is ‘waarschijnlijk
een gevolg ‘van de daling der veoprijzen in verband
met de belemmering van den vleescihuitvoer naar

Engeland. Ten slotte moge nog geweren worden op
1
den tabakaccijns, die f 427.000 méér ‘voor de schatkist
opleverde, waarin vermoedelijk het toenemend ge-bruik van kleine sigaren (cigarillos) tot uitdrukking

komt.
De lagere opbrengst van de belasting op speelkaar-
1
ten
(f
1.100) houdt verband met de aangekondigde
afschaffing dezer heffing. De rijwielbelasting gaf een
hoogere inkomst van f 15.800, waarbij evemvel moet,
worden bedacht, .dat in September 1925 eene ver-
rekening moest plaats hebben wegens een over Augus-
tus 1925 te hoog opgegeven bedrag.
Van •de middelen, die meer in rechtstreeksch ver-
band staan met het zaken]even, liepen de regelrech-
ten op met een bedrag van f 239.900, waarvan echter
slechts f 14.900 was te danken aan een ruimer vloeien
der .beursbelasting; de stijging is waarschijnlijk toe

te schrijven aan •de
talrijke
conversies van oude lee-

ningen. De registratierechten kwamen mt f 259.600
vooruit, waarvoor geen verklaring is te vinden. De
invoerrechten nccresseerden met
f
120.000, waarin
de rloorwerking van het nieuwe Tarief tot uiting

komt. Het statisiekrecht wees een meerdere op-
bi’engst aan van f 10.900 en de loorisgelden leverden

een surplus van
f
119.000. Uit een en ander blijkt,
dat do thans besproken micklelengroep alle reden tot

tevredenheid .geeft.
Ten slotte trekken cle successjerechten ‘cle aajrdacht,

(Iie ditmaal een hoogere opbrengst gaven (van

f
475.300). De belasting op gouden en rilvereu wer-
ken ging terug met f 10.400, waaruit ‘de malaise in
•het vak valt af te leiden. De domeinen gaven
f
10.300
méôr, ‘daarentegen ‘de jacht- en visscherijakten f 3900 minder te boeken.

De inkomsten van het ,,Leeni.ngfon•ds 1914″ be-

droegen in de afgeloopen maand f 8.119.200 (rarning

f
8.313.900), warvan ruim f 2.645.000 aan de Ver-
decligingsbelastingen was te danken. De middelen-

staat van September 1925 wees een opbrengst aan
van
f
6.846.800. In .de eerste negen maanden van
1926 kwam in totaal f 75.078.400 binnen (in hetzelf-

de tijdvak van 1925 f 71.305.800).

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE BRITSCHE RIJKSCONFERENTIE.

Prof. Dr. P. Geyl te Londen
schrijft
ons:

De negen.de Britsche Rijksconferentie zal volgende

week geopend worden. De eene dominion-premier na
den anderen is al in Engeland aan wal gestapt en
Macken’zie King, de eerste-minister van Canada, be-
vindt zich op zee. Er zit een stemming in de lucht van

gespannen verwachting, bijna van zenuwachtigheid,
over deze conferentie. Een wijs en bezadigd man als

J. A .Spender tracht, ons wei te doen geloovon – in
de
Westrn.i’n.ster Gazette
– ‘
dat ‘dit iederen keer zoo
geweest is, dat men altijd sprak van ,,the mest mo-
mentous ‘Conference iii the history of the Empire,”

en dat het nu net als bij alle ‘vorige gelegenheden een

discussie van dezelfde oude problemen zal worden, die

toch pas tot oplossing komen als ‘de tijd rijp is,
maar die zich dan ook vanzelf wel weten op te los-

sen. Een geruststellende theorie. Maar ‘de ‘historie ‘van
de Rijksconferenties maakt ‘het al te duidelijk, dat er
wel degelijk ‘verschil tusschen ‘de eene en de andere is
en dat, al mogen ‘de problemen waarmee zij zich bezig-

houden in ‘hoofdzaak ‘dezelfde blijven, de geestes’hou-

‘ding waarin men ze benadert, sterk kan verschillen.
De conferentie, die nu staat geopend te worden, zal
zich met tle economische zijden van het imperiale
vraagstuk wel niet •diep inlaten. De ervaring van de
vorige maal is niet bemoedigend geweest. Men herin-

nert uic’h, dat het de geestdrift van ‘de Rijksconferea-
tie van 1923 voor preferentieele rechten was, die er
Baidwin toe brac’ht het Lagerhuis te ontbinden en de
kiezers om een mandaat voor protectie te verzoeken
– een avontuur, dat uitl’iep op de regeering van
Maedonald. Ongetwijfeld ‘zal er over al ‘de oude well-
schen van de dominions weer gepraat worden, maar
niemand verwacht dat het tot veel practisch resul-
taat zal leiden. Ten overvloede vestigen niettemin de economen er nog eens nadrukkelijk ‘de aan’dacht op, dat Engeland ‘zich in zijn handelspolitiek onmogelijk
naar ‘de •dominions voegen kan en dat ‘de leus van
,,handel binnen het Rijk” een holle leus is. Engeland
ka.n er niet aan denken Europa te verwaarloozen.
Vreemd als het schijnen moge na al water over de ver-
woesting en verarming ‘van ons w’erel’ddeel ‘gepraat is,

Engeland zet nog altijd
bijna
hetzelfde percentage van

zijn uibvoer af op ‘het vasteland als v66r den oorlog –
31 pCt. in 1924 tegen 34 pCt. in 1913 – en het ver-
schil gaat niet. naar de ‘dominion’s, want hun percen-
tage is gelijk gebleven. Als men voorts ‘de statistieken van de dominions uit ‘berchouwt, ‘blijkt, ‘dat Engeland
in hun invoeren een minder belangrijke rol speelt dan voorheen. Vooral ‘de Vereenigde Staten hebben aan-
zienlijk gewonnen, ten koste van voormaligen Duit-

schen invoer ongetwijfeld, maar ‘die begint zich nu veer te herstellen en daarvan lijden ‘de Engelschen
niet minder dan de Amerikanen. Wat vooral veront-
rustend is, ‘dat is •dat Engeland juist in belangrijke

artikelen, als metaalproducten, terrein verloren ‘heeft,
in Canada zoowel als in Australië en Nieuw-Zeeland.
Maar verontrustend als het voor den i’mperialist zij,
voor den realist volgt er in de eerste plaats uit, dat

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

927

Eiigoiaiid minder dan ooit, om de dominions zijn

Europeosclion ha idel kan verwaarloozen of in gevaar
stellen.

Ecu :Rijksp referentie-confe.renti e als de vorige zal (le’zo dus zeker wel niet worden. Alle teekenen wijzen

erop, dat, het constitutiouieelo probleem haar zal be-
hecrsciion en dat wel in ‘t bizonder in verband met

huitenlandsche politiek.

Sedert in 1.91
7
7
het Rijks-oorlogskahinet bijeen-

kwam, heeft men getracht een wezenlijke Rijks-bui-
tenlandsche politiek te voeren. Samenwerking van de
verschillende Rijksdeelen om tot een gemeenschappe-

lijke politiek to geraken, dat was de taak, die men
zich stelde. Do moeilijkheden waren geducht, en op

elke volgende bijeenkomst heeft men zonder veel suc-

ces getracht zo onder de oogen te zien. De clominions
waren na den oorlog om zoo te zeggen eik weer naar
‘huis gegaan. De kwesties, waarin de Engelscho poli-
tiek zich in Europa bewoog, weTden ‘hun weer ver en

vreemd. De Enge]sche diplomatie ‘behield daarin het

init.iatief volledig en het bleek even onmogelijk als
vroeger om een middel te bedenken, waardoor zij met
do zusterregeer.ingen geregeld overleg zou kunnen
plegen en steeds voor zij haar eigen besluiten nam,
hun meening inwinnen.
De’covp
van Tsjanak, waar-
toe do regeering zelfstandig besloot en waarvoor

Ohurchill (toen minister van koloniën) vervolgens de

medewerking van de dominions telegrafisch inriep,
leidde tot eoii ernstige crisis in de :imperiale betrek-
kingen. Do onderhandelingen over het protocol van
Genève wekteri levendige onrust in de dominions. En

nu ‘heeft. Austin Chambeilain zich eindelijk genood-
7aakt gezien om een daad van de allereerste belang-
rijkheid te ve.•ic’hten met, uitdrukkelijke uitsluiting
van de verantwoordelijkheid der dom i nions.
Artikel 9 van ‘het verdrag van Locarno bepaalt,
dat het verdrag geen verplichtingen meebrengt voor
(le dominions van het Britsche Rijk en Indië, tenzij
deze ei hun aanvaarding van kenbaar maken.
Men is dus niet alleen terug in den toestand v66r
don oorlog, toen de regeering van het moederland
haar eigen weg ging door ‘den ‘doolhof der ‘buitenland-
sche politiek. Er is tegelijk een verandering van on-
berekenhaar gewicht in getreden: men neemt niet
meer stilzwijgend aan dat de dominions, geraad-
pleegd of niet, op dien weg volgen, integendeel, men
laat het uitdrukkelijk aan hen over of zij dit doen wil-
len of niet. Van de innovatie van 1911 is de samen-
werking te loor gegaan, maar hot verhoogd besef
der dominions van hun eigen waardigheid is geble-ven. Zij zijn gewend geraakt aan eigen actie op dat
terrein der buiteniandsche politiek, ‘dat vroeger voor
hen gesloten ‘bleef. Hun mede-onderteokening van
den vrede van Versailles, ‘hun zelfstandig lidmaat-
schap van den Volkenbond, dat was de grondslag,
waarop na der oorlog ‘de samenwerking moest plaats
hebben. Maar dat is een verraderlijke grondslag ge-bleken. Wat precies is de positie van een dominion,
gelj.kberechtigd lid van een internationale organisa-
tie, en tevens lid van een ondeelbare souvereine ge-
meenschap? Het beteekent op het oogenhlik vooral
een verwarrende twijfel aan het vermogen van de
Rijksregeering, als men ‘de regeeriiig van Groot-Brit-
tannië nog zoo noemen mag, om nu diplomatieke sa-
menwerking voorloopig althans een onbereikbaar ide-
aal ‘blijkt, heel het Rijk met verdragen en in laatste in-
stantie met een oorlogsverklaring te binden. Dat is de
vraag, die men op •deze conferentie in de eerste plaats
zal moeten behandelen.

Men ‘zal natuurlijk beginnen met de •dominions uit te nood igen volgens artikel 9 tot het verdrag van Lo-
carno toe to treden. Maar het is ondenkbaar, .dat som-
niige hunner althans (Canada, Zuid-Afrika) dit zul-
bui. doen. De tegenzin om Europeesche verplichtingen
op zich te nemen – en ‘de verplichtingen van Lo-
earno worden (loer velen heel zwaar aangeslagen – is
daartoe te groot. Wat wordt •dan de toestand wanneer
de
casus foederis
eens voor Engeland intreedt? Dit is,

Zul
J. A. Speuide’ zeggen, al zoo’n oud probleem!
Toert Engeland zich in 1914 in den oorlog stortte, zijn

do rlomi,uioiis, die nergens in gekend waren, toch zon-
der ‘bedenken nagesp:rongon! Zeker. En aangezien de

Koning naar buiten toe nog het symbool van het
heole Rijk is, zouden volgens internationaal recht als

hij, voorzooveel Engeland aangaat, in oorlog raakt,

‘do dominions evenzeer automatisch in oorlog verkee-ron. Maar de uitdrukkelijke bepaling van ‘het verdrag,

dat er voor hen geen verplichtingen uit voortvloeien,
zal het voor dominions, die op het kritieko oogenbiik
met een oorlogspolitiek niet mochten instemmen, toch

veel gemakkelijker maken om zich van deelneming te

onthouden, ook al zou dat (en hier zit de leelijkste
knoop) vrij zeker tot ‘hun finale afscheiding leiden.
Zooals ‘Smuts het uitgedrukt heeft: Chaniberlain’s

Locarno-politiek dreigt de centrifugale krachten bin-
nen het Rijk te versterken.

Zal ‘de Rijk’sconferentie tegen dit gevaar een kruid
gewassen weten?

J. A. Spon.der zou zeggen, alweer, dat er geen krui.d

tegen bestaat, geen wonderdoende formule, maar dat
men vertrouwen moet stellen in den practischen zin

van de Rijksbevolkingen om, als het oogeublik van cri-
sis daar is, een schikking, een compromis, een uitweg
te vinden. Mij’ dunkt, .dat er geen verstandiger woord
gesproken kan worden. De
Round Table,
het bekwame
tijdschrift van een groep imperialisten, die ‘de Rijks-
vraagstukken altijd met groote onbevangenheid en le-
vendigheid van politieke verbeel’dingskracht bestu-
deeren, ivil zich daar echter niet mee tevreden stellen.
Zij zoeken nog steeds naar een formule, die de zelf-

etan’dighei’dsgedachto der dominions met de Rijkseeru-‘heid ‘zou ‘kunnen verzoenen, en zij schijnen iets te voe-
len voor de vaststelling van een beginsel, dat ‘de ge-
lijkheid der Rijksdeelen hierin gevonden zou worden,
niet ‘dat ‘zij gezamenlijk aan een gemeenschappelijk di-
plomatiek ‘beleid zouden werken, want dat is utopisc’h

gebleken, maar ‘dat ‘de dominions evengoed als het
.moederlan.d er een eigen politiek op zouden mogen
nnhouden en dat die politiek in alle gevallen, niet
slechts in het geval van het nroederl and, het heele
Rijk zou binden.
Men ziet, hoe hiermee aan de jongste

openbaringon van ‘de onafhankeijkheidszucht van
dominions als Canada en ‘den lerschen Vrijstaat, die
immers hun eigen betrekkingen met de Vereenigde
Staten of andere landen (Portugal in het geval van
Zuid-Afrika) wilden onderhouden, wordt toegegeven. Men zou ‘die ontwikkeling aanmoedigen, maar ‘ze te-
vens door ‘de toezegging van Rijkssteun voor het. Rijk
winnen. ‘t Is vernuftig, maar ik betwijfel of de
Round Table
er al de consequenties al van doordacht
heeft. Tot nog toe ‘heette het, dat de Rijksconnectie
een temperen’den invloed op de politiek van Engeland
had, aangezien men zic’h te Londen steeds afvroeg of
voor een ‘bepaalde actie de ‘dominions wel mee te krij-

gen zouden zijn. Maar als men elkaar ‘niet beloften
van steun ging aanmoedigen, ‘dan zou het Britsche
Rijk in plaats van een invloed voor rust in de wereld
er een voor onrust in de verste hoeken kunnen wor-
den. Laat Australië en Zuid-Afrika hun eigen ‘betrek-
kingen niet Japan en Portugal onderhouden en verze-
ker hun tevens, dat zij het ‘heele Rijk achter ‘zich zui-
len hebben, waar hun diplomatie ook toe leidt, en gij
kunt nog wonderlijke dingen beleven.
Maar dit i’s ‘niet ernstig. De conferentie zal door

een heel andere stemming beheerseht worden. Au’stra-
lië en Nieuw-Zeeland, ongemengcl Britsch en gepreoc-
cupeerd door de gevaren van ‘de Stille Zuidzee, ziji’
als steeds ‘het meest imperialistisch gezind, maar in
drie ‘dominions, Canada, Zuid-Afrika en Ierland, is de nat,ionalistisc’he richting aan ‘het bewind en die
drie ‘zuilen ongetwijfeld samenwerken, niet slechts om
alle ‘straffere organisatie te verijdelen, maar zoo mo-
gelijk om de conferentie aan ‘hun politiek van gelijk-
heid en zelfstandigheid dienstbaar te maken. Wan-
neer twijfelachtige teksten uitgelegd en verwarde si-
tuaties opgehelderd moeten worden, zullen zij erop

928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

uit zijn altijd 1e gelijkheid en zelfstandigheid te doen
uitkomen. Do eenheid zal, wat hen betreft, voor zich-.
zelf moeten zorgen. De Canadeesche eerste minister,J

Mackenzie King, wiens stembusoverwinning de Zuid-!
Afrikaansche en lersehe nationalisten niet weinig
1

heeft aangevakkercl, verklaarde bij zijn vertrek nog

eens uitdrukkelijk, dat de eenheid van buitenlandsche
politiek voor het Rijk onmogelijk is. Fitzgerald, de

Tersche minister van ,,externai affairs,” heeft on-.
langs te Genève de candidatuur van den Vrijstaat

voor den raad van den Volkenbond gesteld om goed
te doen uitkomen, dat de Vrijstaat zich •door Enge-

lands permanent lidmaatschap niet vertegenwoordigd

achtte. Hertzog heeft verklaard, dat hij op de confe-
rentie eau nieuwe omschrijving van den constitutio-

neelen toestand zou trachten uit te loiken, .die een

fundamenteele verandering in de onderlinge verhou-

ding ‘ddr Rijksdeelen brengen zou.

Dat alle drie de delegaties van deze dominions het.
probleem van .de buitenlandsche politiek op deze wijze

verstaan, .dat geen verdrag en geen oorlogsverklaring

van een der Rij.ksdeelen, hetzij het moederland of een
dominion, de rest kan binden, en dat zij dus, mocht

het verdrag van Locarno eens tot Engelands deelne-
men aân een oorlog leiden, ‘volstrekt niet automatisch

de betrekkingen met Engelands vijand afgebroken
zouden achten, dat is wel zeker, maar het is niettemin

de vraag, of Hertzog eri.n slagen zal. de beide anderen

mee te krijgen, als het erop aankomt dit ope’n]ijk te

verklaren.
Mackenzie King in ‘t bijzonder zal daar wel te voor-

zichtig voor zijn. Hij verkeert in de eigenaardige po-
sitie van rekening te moeten houden met de imperia-

listische neigingen van een deel van zijn volgelingen,
dat tegelijk het meest verstokt .nationalistisch is. De
Fransch-Canadeezen willen ‘van inmenging in Euro=

pa’s zaken en opofferingen voor een Rij.kspolitiek(
minder weten dan wie ook. Maar tegelijk .deinzen zij

terug voor secessie. De Rijksband is hun een waar-
borg tegen de Engel.sche meerderheid in het domi-
nion en ook tegen opslorping dooii de Vereenigde Sta-
ten – den smeltkroes, waarin zij zouden vrezen hun

eigen aard niet te kunnen bewaren. Bourassa, hun
meest consequent nationalistische leider, zoo conse-

quent, dat hij zelfs in Mackenzie King’s kabinet geen

plaats heeft kunnen vinden, heeft het juist op een
diner in Dublin, hem door de Vrijstaatsche regeering
aangeboden, onomwonden verklaard. Zijn ga•stheeren
zullen bij sommige passages ‘van zijn rede, •die niet
.weinig pro-Engelsch klonien, nauwelijks geweten

hebben hoe zij kijken moesten. Zijzelf trouwens mogen
nog zoo sterk op hun politieke zelfstandigheid staan;

zij kunnen hun economische afhankelijkheid van En-
geland toch niet vergeten. En ook Herbzog is per slot
van rekening niet alleen de eetste-minister van de na-
tionalisten. Hij heeft uitdrukkelijk gezegd dat in-
dachtig te zullen blijven. En zoo is het zon heel waar-
schijnlijk niet, dat de conferentie op dit gebied sensa-
tioneele besluiten zal nemen, öf zelfs maar, dat ze er

zullen worden voorgesteld.
Macken zie King zal ‘misschien een ander punt in
de verhouding ‘tusschen moederland en domi’nions

ter sprake brengen, nl. de wijze van benoeming en de
bevoegdheden van de Gouverneurs-Generaal. De ver-

kiezingen, .die ‘hem aan het bewin.d hebben ‘gebracht,
toch, liepn gedeeltelijk oirer zijn verontwaardigde
beweriiig, dat Lord Byng zijn macht te buiten ‘wa ge-
gaan .door hem een ontbinding te weigeren, een ont-

biiiding, die
hij
kort daarop aan zijn conservatieven

opvolger Meighen toestond. De Canadeesche conten-

tie is, dat •de Gouverneur-Generaal zich strikt moet
houden aaiï het. voorbeeld van de constitutioneele ver-
houding tusschen den Koning van Engeland en zijn
regeering. Maar daarenboven beschouwen zij het als
een overblijfsel van koloniale on.dergeschiktheid, dat
de sta.dhouder van den Koning in de onderscheiden
dominions op advies van .de Engelsche regeering ‘be-noemd wordt. Dit bezwaar is volkomen logisch, maar

n.ièttem.inis .dit enn uiterst netelige kwestie. Canada’s

positie rust altijd ‘nog op .de British North America

Act, een Engelsche wet. Ook dat is feitelijk onbe-

ttaanbaar met de nieuwe opvatting van dominion-sta-
tus, die een om zon te zeggen autochthoe grondwet

zou vereischen. Maar er zal toch zelfs voor een Cana-

deesch nationalist moed voor noodig zijn om eraan te

roeren.

Alles
.bijeengenomen
is er rius voor de kwalijk ver-

holen ongerustheid, waarmee men hier ‘de conferentie

tegnmoetziet, reden genoeg. Maar
tegelijk
‘zijn er zoo-

veel tegenstroomingen, en heeft de traditie en ‘het nu

eenmaal bestaande over puur theoretische bezwaren

zoo’n macht, dat het de Engelsche ministers, die de
bijeenkomst moeten leiden, Bal.dwin, Ohamberlain en

Amery voornamelijk, aan stof om de disruptieve
krachten te keeren en de eenheid te beveiligen niet
zal ontbreken. Maar .dat zij iets positiefs zuilen be

reiken, is toch onwâarschijnljk.

Londen, 12 October 1.926.

R e c t i f i c a t i e. In ‘het artikel van Ir. B. Böl-

ger over de Ratificatie der ontwerp-verdragen der
Int. Arbei’dsconferenties is in ‘de tabel een onjuist-
hein blijven staan, die rectificatie vereischt. Aanvan-

kelijk waren de gegevens nl. ontleend aan de Septem-

beropgave van liet B. 1. T. Op het laatste oogenblik
kon echter nog juist de Octoberopgave geraadpleegd

worden. Door een misverstand is toen de noot
3)
ta.’v.

‘de ‘door Nederland .bij de Staten-Generaal ingedien-
de wetsontwerpen inzake ‘de ontwerp-verdragen van

Génève 1925 (‘die in de Septemberopgave zin had)

blijven staan. Deze noot
3)
dient dus te vervallen,.

AANTEEKENINGEN.

Stand der cultures en uitvoer gedurende het
tweede kwartaal 1926 in Suriname.

De ongunstige weersomstandigheden van het eerste

kwartaal hielden gedurende de maand April nog aan;
in Mei daarentegen vielen de langverwachte buien
eindelijk in, die een weidadigen invloed hebben ge-
had op alle cultures. De regenval bedroeg, in April

97.6 mM., in Mei 415.5 mM. en in J’uni 303.4 mM.; samen in het tweede kwartaal 816.5 mM., tegenover

een normaal gemiddelde van 829.4 mM.

Cacao.
Met deze cultuur gaat het steeds sneller

nntar het’ einde en de laatste droogte heeft er zeer’ veel toe bijgedragen het, einde te ‘bespoedigen.
Vele vroeger •bloeiend cacao-ondernemingen ver-
melden dit product in het geheel’ niet meer. Van wat
nog overeind stond is ‘door de laatste droogte weder
een groot ‘deel verloren gegaan en er zijn plantages,
die vermelden, dat van ‘den overgebleven aanplant nog
25 tot ’40 pCt. is afgestorven. De boomen, die de
•droogte overleefd hebben, zijn na het invallen der
regens weer bijgekomen en hebben zelfs gebloeid,
vruchtzetting is echter achterwege gebleven. Krullo-
tea’ en versteening kwamen in mindere mate voor;
ook trips ‘deed ‘zich niet ‘in erge mate ‘voelen. ‘ –

Koffie.
Stonden ‘bij het einde van het vorige kwar-
taal de boomen in de koffieveiden er droevig bij met
slappe neerhangen’de bladeren, na het invallen der

regens hebben zij sich, althans een aanzienlijk deel

daarvan, goed ‘hersteld. De neerslachtige toon van
voor drie maanden is in en meer optimistischen ver-
anderd; doch de vraag is ‘of de toestand op het
oogen’blik niet ‘wat te rooskleurig is ingezien. Ver-
schillende ondernemingen meldden de cijfers twee,
vidr en zes duizend als zijnde weggekapte boomen,
terwijl een on:detnemin.g gewag rnaakte, ‘dat van ‘do
doodgewaan’de bomen 95 pCt. terecht is gekomen.
Alsof de droogte niet genoeg schade aan deze cul-
tuur had aangericht, kwamen er zwermen veldratten

yersohillen’de ondernemingen verontrusten, die de

beplantingen beschadigden door de stammen van jon-
ge koffie aan te vreten en af te bijten.
De uitwerking van de droogte op het jonger ge-
deelte van de aanplantingen was zeer uiteenloopend;

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

929

tegenover de mededoeling van eene onderneming, dat

50 püt. van den aanplant verloren ging, staat de

vermelding van andere zijde, dat deze aanplant goed
groeit.

Was de opbrengst aan koffie, doordat in het laat-
ste deel van 1925 zoo goed als niet geplukt werd, in

het loopende jaar schijn’baar niet ‘onvoordeelig, nu. de
hoomen ‘zijn kaal geplukt en de restant)es worden

ingezameld, blijkt dat het uitleveringspercentage zeer
is achteruitgegaan. Eene onderneming deelde mede,
dat de cijfers daar waren gedaald van 10.4 tot 7.6; op

andere ondernemingen was het cijfer nog ongunsti-

ger. De prijzen bleven goed; echter waren ‘de inkom-
sten door het ontbreken van product vanzelf ver be-
neden wat zij hadden kunnen bedragen.

Toen de boomen zich herstelden had men gehoopt,
dat de bloei nu wel zou volgen; deze bleef echter zoo
goed als geheel uit. Te verwachten is dan ook, dat de tweede helft van dit jaar zeer weinig koffie zal
opleveren cii dat ook het begin van 1921 wat pro-

ductie ‘betreft zeer ten achter zal staan hij voorgaan-
de jaren.

Sviker.
Met het invallen der regens verbeterde
de stand der rietvel’deu onmiddellijk. Vooral de jonge
velden herstelden ‘zich prachtig. Van ziekten in het
riet werd geen last ondervonden, ten minste niet van

belang. Wel werd eenige schade toegebracht door de
bladetende spanrupsen. De twee ‘suikerondernemin-
gen in het district Berieden-Oommewijne hadden ook veel last van de reeds genoemde vel’dratten. De plaag was in de rie’tvelden van eene onderneming zelfs zoo

erg, ‘dat er ploegen werden uitgezonden, ‘die wekelijks
2-3000 dezer ratten doodden.

De vooruitzichten zijn thans ‘over het algemeen
heel wat gunstiger dan eenige maanden terug. In
Nickerie kon de wegens watergebrek stopgezette ma-
ling worden ‘hervat en beëindigd. De omstandigheden
in aanmerking genomen, waren de resultaten ‘der ma-

ling bevredigend. De prijzen bleven laag, een kleine
verbetering trad in, doch werd spoedig daarop weder
gevolgd door eene nieuwe daling.

Rijst.
T’oen •de regens ‘invielen werd onmiddellijk
aangevangen met ‘de werkzaamheden met ‘betrekking

tot de cultuur van rijst. Overal werd het zaad uitge-
plant, hetzij direct in den vollen grond, hetzij op
kweekbedden. De onder andere cultures genoemde
spanrups ‘en voldrat ‘hebben ook schade in ‘de bibit-velden aangericht, waardoor verschillende aanphan-
tingen opnieuw moesten worden aangelegd. De aan-
plantingen staan er over het algemeen genomen ‘goed
bij. ‘Wanneer de regens niet ontijdig ophouden, zal
de rijstoogst dit jaar bij’zon’der meevallen, temeer
waar gedurende de ‘droogte heel wat nieuw land is

plantklaar gemaakt. De rijstprijzen bleven zich op
hoog niveau handhaven.

Mais.
De ‘berichten omtrent de
maïsculiuur
zijn
nogal bevredigend; op enkele ondernemingen werd
veel last ondervonden van ‘de spanrups, ‘die den ge-
heden aanplant vernietigde. De stand is nogal goed

te noemen en ‘de oogstvooruitzichten niet slecht.

De ‘overige gewassen van den kleinen landbouw,
za.
bana.n,en, bacoven, bataten
en
cocosv,oten
hebben
veel van ‘de droogte geleden, ten gevolge waarvan er schaarschte aan plantmateriaal was; ‘de vruchten van
‘bananen en bacoven, die in dozen tijd worden ver-
kregen van de planten, ‘die den ‘drogen tijd mede-
maakten, zijn van inferieure kwaliteit. Na het in-
vallen van ‘de regens zijn vooral ‘de jonge aanplantin-
gen en de uitloopers ‘goed aan den groei ‘gegaan en
staan deze niet slecht. Door cle ‘droogte zijn de aan-
plantingen ‘van aardvruc’hten afgestorven. Bij het
begin van ‘den regentijd werd er weer aangeplant; ‘de oogstvooruitzichteu zijn goed. De cocoscultuur heeft
ook veel geleden door de ‘droogte en er zijn in Ooro-
nie eenige duizenden boomen ‘doodgegaan. De draag-
kracht ‘der in leven gebleven boomen is sterk achter-
uit.gegaan, terwijl de noten klein zijn en weinig olie

• bevatten, ‘zoodat er. in vergelijking met normale om-

standigheden veel meer linten noodig zijn om een
bepaalde hoeveelheid olie te verkrijgen. De jonge ani-

plantingen hebben veel te lijden gehad van de ‘droog-
te en van ratten. Eerst tegen het einde van het jaar
zullen er goede plantnoten beschikbaar zijn.
Katoen.
Het weder leende zich in Nickerie bij uit-
stek voor de bewerking van den bodem, welke op de

katoeuonderneming ‘dan ook met alle kracht werd

aangepakt. Voor een groot ‘deel werd het klaarge-

maakte land ‘bezaaid, het ‘zaad kiemde uitstekend en
de stand ‘der jonge planten is over het algemeen goed.

Ook onder ‘deze cultuur werd veel last ondervonden

van do spanrups; door bestuiving met een mengsel

van Parjsch groen en kalk werd deze plaag echter
met goed resultaat bestreden.
De
sinaasappelcultuur
heeft ook geleden van de
droogte en vele boomen zijn tenietgegaan. Na het in-

vallen der regens hebben ‘de ‘overgebleven boomen
zich goed hersteld. Na ‘den groei is een buitengewoon

zware bloei ingetreden; ‘door ‘de juist toen invallende,
stortregens ‘zijn heel ‘wat bloemen verloren gegaan en

niet tot ‘vruchtzetting gekomen. Toch is er een vol-
doend aantal vruchten aanwezig, •die echter eerst aan

het einde van het jaar zullen rjpen; te laat echter
voor export naar Nederland.
Omtrent de
boschbedrijven
kan worden medege-
deel’cl, dat de in de eerste maanden van dit jaar nog
geheerscht hebbende droogte het uitzenden van expe-
‘dities naar ‘de binnenlanden en het werken op ‘de
terreinen zeer bezwaarlijk maakte; de aanvoer van

balata gedurende het tweede kwartaal bedroeg
20114 KG. tegenover 95.064 EG. over ‘hetzelfde tijd-
vak van 1925.

Door de Surinaamsche Bauxite Maatschappij word
‘den krachtige vorderingen gemaakt met de uitbrei-
‘ding van haar bedrijf, waardoor zij in staat zal zijn
pl.m. 150.000 ton
bauxite
jaarlijks uit te ‘voeren; in
verband met deze werkzaamheden is •de uitvoer ge-
durende het tweede kwartaal minder dan over ‘gelijk
tijdvak van 1925.

Tot nu toe wordt de bauxite in ruwen staat ver-
scheept, z.g.n. groen-ore, doch wanneer de nieuwe
installatie gereed ‘zal zijn, zal de’ bauxite ter plaatse

worden gewasschen en gedroogd, waardoor eene be-
sparmg van pl.m. 23 pOt. aan vracht zal ontstaan.
Indien alles naar wensch verloopt, zal ‘hoogstwaar-
schijnlijk in December een aanvang gemaakt kunnen
worden met verscheping van behandeld bauxite.
De uitvoer van ‘de ‘voornaamste producten ‘bedroeg
gedurende het tweede kwartaal in vergelijking met
het overeenkomstige tijdvak van 1925:

1926

1925
Bacoven (versche)

KG.

400

1.630
Balata …………..

,,

256

69.577
Bananen …………bos

661

2.418
Bauxite, ton van 1000 KG.

11.908

31.224
Cacao …………..,,

15.256

267.779
Goud (ruw) . …….. Gram

45.572

67.1621
Groenten (versche)

KG.

8.290

17.115
Hout ………….M.

838,6

3.302
Letterhout ……….KG.

5

2.200
Huiden ………….

14.562

10.069
Katoen ………….

5.017


Koffie …………..

440.005

489.362
Maïs ……………

230

150.745
Batatn en andere aardvruchten ……
2.485
2.648
Rijst (gepelde)

……
3.050
8.550
,,

(ongepelde)

1.000
Rum (50
O/)
………
L.
40.774
58.944
Suiker le product
KG.
1.772.975
1.176.536
,,

2e

,,
,,
28.400
86.621
Sinaasappelen …….
stuks
95.675
84.350
Idem

……..
KG.
9.221 14.313
Vruchten (versche).
91
1.947
Zemelen

…………
,,
15.700
2.510

930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Journal des Économistes. – Parijs, 15

Juni
1926.

Yves—Ouyot,
Précédents et solutions de la grève

générale britannique;
E. Vidal,
L’Office de compen-
sation des changes;
Oodchot,
Moscou et l’Afrique. du

Nord;
Fernan.d.—Jacq,
La protection des créations de

linventeur autre qua cello des brevets;
J. Le fort,

Revue de l’Académie des sciences morales et politi-

ques (du 15 janvier au
15
mai
1926); N. Mo’ndet,

Amortissement et stabilisation;
Tokuzo (F.),
Rap-

ports en

tre la France et le Japon;
J. B. Legros,
Situ-

ation des chemins de fer américains en
1925; N. Mon-

det,
La question de ]a céruso dans
ie
Grande-Bretagne.

X.,
Cinquantenaire de M. Yves—Guyot, la So-

c.iété de Statistique;
P. Caubon.e,
Les banques et l’in-

flation; A. Barriol, I. Brochu et A. Bernard,
L’em-

prunt du Crédit Foncier •de Franco (juin
1926);

Godclsot,
Moscou et 1’Afrique du Nord (suite); X.,

Le rapport du Comité d’experts;
Yves-Guyot,
Pro:jets
du Comité des experts et cle M. Caillaux;
N. Mondet,

La grève des mineurs bri’tanni.ques;
Y. M. (loblet,

Le centenaire du Président Jefferson;
E. Bernard,

L’économie poiitique, base fondanieritale de toute

morale.

Jahrbüeher für N ati onalökonomie

und Statistik. – Jena, Mei
1926.

0. von Zwiedineck—Siidenhorst,
Das Problem eines

deut•sch-österreichischen Zoilvereins;
W. Winkler,

Statistische Grundpfefler oder statistische Zwecke.

(Eine Entgegnung);
K. Seuten’cctnn,
Die T.heorie der

statistischen ljrteilsk.raft (als Nachwort).

Idem. – Juni 1926.

E. Wolf,
Die soziologischen Grundlagen der Wohl-

fah rtspflege und des Fürsorgeproblems.

G. Halm,
Das Zinsproblem am Geld- und Kapital

markt;
Th. Brauer,
Das Wesen des Proletariats.

Jena, Augustus
1926.

G. Hairn,
Das Zinsproblem am Geld- und Kapital-

markt;
H. Uilrich,
Der Wiihrungszerfail, die Auf-
wertung und der Wiederaufbau bei dan pri.vaten

‘deutschen Lebensversicherungsgesefi.schaften.

Id om. – Juli
1926.
The Jousnal of Political Economy. –

Chicago, Juni
1926.

E. W. Kenimerer,
Chile returns to the gold stan-

dard;
H. G. Brown,
Land rent and population

growth;
L. C. Marshall,
The Collegiate School of

Business at Erehwoii;
W. H. Steiner,
Rediscount at

Federal Reserve Banks;
G. G. Benjamin,
Socialists

and the agrarian question;
P. D. Converse,
Some notes

on marketing functions;
D. A. Ponreroy,
The Uniform

Mortgage Act.

Political Science Quarteriy. – New

York, Juni
1926.
W. Y. Elliott,
Mussolini, prophet of the pragmatic

era in politics;
E. R. A. S’elig’inan,
The social theory

of fiscal science;
C. H. Woody,
Is the Senate unre-

presentative?
F. Franklin,
Economie theory and eco-
nomie criticism – Cassel ori rent and on interest;

A. F. Hiwrichs,
The cost ‘of tax-exempt securities;

J. R. Commons,
Karl Marx and Samuel G-ompers.

Idem. – Juli
1926.
The Quarterly Journal ôf Economics.

– Ca.mbridge, Mass., Mei
1926.

W. H. Stevens,
Stockholders’ voting rights and the

centrahzaton of voting control;
H. L. Moore,
Partia’i

elasticity of demand;
R. M. Haig, Toward an under-

standing of the metropolis, II;
J. H. Bogers,
The

effect of stock speculation ori the New York money

market;
E. E. Cunsnvins,
Jurisdictional disputes of

the Carpenters’ Union;
C. B. Hoover,
The sea ban

iii G-enoa in the twelfth century.

Revue d’Economio Poii.tique. – Parijs,

Mei—Juni
1926.
A. Af talion,
Les théories •dominantes dii change;

J. P. tazard,
Les récentes théorjcs monétaires ai:i-
giaises;
L. Baudin,
Les causes profondes du malaise
britanriique d’après les ibanqiti.ers anglais;
R. Hoff

herr,
L’agricu]ture et l’inclust,riedevai-it les tarifs
douaniers.

Teitwirtschaftliehes
Archiv. – Jena,
Juli
1926.

Dr. L. Zie gier,
Vom Sinn und Ziel des Wirtschaf-
tens;
Dr. A. Mendelssohn Bartholdy,
Wirtschaft und
Politik in Af:rilca;
Dr. Louise Son

in

&er,
Freihandel
unid Schutzzoll in ihrem Zusammenhang mit Geld-
theorie und Wiihrungspolitik;
Dr. R. Wiibrandt,
Das
Ende der historisch-ethischen Schule, 1;
Dr. Joh.
Plenge,
Zum ,,Tableau Econo’mique”;
Dr. J. Hirsch,
Amerikas Wirtschaftsüberlegenheit und die Möglich-

keiten des Wiederausgleichs ftir Deutschiand.

De Socialistische Gids. – Amsterdam,
.Juli
1926.

bevat o.a.:

Mr. D. Hvdig,
Gewestelijke plannen;
P. Oh. J.
Kus,
Het militaire vraagstuk, T;
Dr. Ir. 1h. v. d.
Waerderi,,
Het Engelse mijnkonfli kt.

Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 Juli
1926.
Prof. Dr. H. Blink,
De vetbreiding en de ontwil-
lceling der rubberproduktie een economisch-geogra-
phsoh vraagstuk;
R. Loos, Klein-Azië;
C. ‘Visser,
Het Beneden-Maas-gebied.

Tijdschrift van hef, Koninklijk No-
derlandsch Aardrijikskund:ig Gen(>ot-.
sc h a p. – Leiden, Juli
1926.
A. A. Beekman,
Uit het Verslag aan de Koningin
over cle Openbare Werken in
1924; J. Schokken-
kamp,
Vergelijkend-kritische beschouwingen over ho-
‘dendaagsche Nederlandsche schoolatlassen;
J. van
Boon,
De stiefmoederlijke behandeling ‘der kartogra-
fie van ‘de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo;
Dr. Alb. C. Kr”uyt,
Pakwwa, een lan’dstreek in de on-
derafdeeling Paloe, Midden -Cel ebes; De expeditie

naar het Wilhelmina-gebergte (Suriname)
1926. 1.

The American Journal of Interne-
t i
o
n a i L a w. – Concord,. N. II., Juli
1926.
W. L. Rodgers,
What parts of International Law
may ho codified?
E. D. Dicicin.son,
Are the Jiquor
treaties self-executing? Q.
Wright,
The Mosul dis-
pute;
P. Th. Fenn, Jr.,
Origins of the theory of ter-
ritorial Watera;
W. J. Brocicelbank,
The Vilna dis-
pdite;
F. Deék,
The computation of time in Interna-
tional Law. –

MAANDCIJFERS.

EMISSIES
IN SEPTEMBER 1926.
Staatsleeningen

…………….
f

5.968.750,-
zijnde:
Pruisen
$2.500.000 6
oi
Sinkiog
Fund Goud-obl. á 95y
2 °/of 5.968.750

Prov. en
Gemeentelijke
Leeningeii.

1:6.783.487,50
zijnde:
Nederland
Amersfoort
f
1.200.000
434
0
10
obi.
á
9934
0
/0.
..
1
11
94
.000 Amsterdam
f
9.000.000

414
0/,
obi. It
99

0/.
. .
f
8.977.500
Coevorden
f
320.000 434
0
/0
obi,
It
98%
0/0 1)
……
f

314.800
Zwolle / 750.000
434
0
/0
obi. li 99s
0..
……..
…i47.187,50
Duitschiand
Provinzialverband der
Provinz Brandenburg
R.M. 10.000.000
7
0
/0
goud-obi.
It
92sf
0
/…../
5.550.000

Bank- en Credietinstellingen ……,,
2.470.000,-
zijnde:
Nederland
0
bligatiën
N.V.
Onesiforusbank

f
500.000 4o/0obl.It99o/0
f
495.000

1)
Deze leening diende geheel voor conversie.

20
October
1926

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BËRICHTEN

931

Duitschiand
0 bligatiën
Vereen. Duitsche Steden-
leening v. h. ,,Deutscher
Sparkassen- und Giro-
verband” $ 800.000
7
0
/0
obi. tt 98

0/
………fl.975.000

Mijnbouw-Ondernemingen ……..
f

.356.750,-
zijnde:
?Jederlancl
A.andeelen
Domaniale Mijn-Maatsch.

f
500.000 aand. h 100
0/0
f
500.000
Hou. Ertswinning-Mij.
f135.000
aand. h 10501
a
f 141.750
Ne(Lerlancjsch-Jndjë .&andeelen
N.V. hEijnbouw- en Cul-
tuur-Maatsch. ,,Boeton”

f
715.000 aand. It 100 0If 715.000

Petroleum-Ondernemingen……..

53.397.500,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën
Bataafsche Petroleum-Mij.

f
16.500.000 4

obl.
j’ 97X
0
/0…………
f16.087.500
Roemenië
4
andeelen
Steaua Romana Petrol.-
Mij. Lei 66.625.000 aand.
It
112 o/

…………f37.310000

Rubber-Maatschappijen ……….
,,

543.250,-
zijnde:
jTe(terlan dsch-Indië

4
as deelen
Cul tuur-retij .,,Iudragiri”
j 265.000 aand. It 205
0/0
f
543.250

Diverse Cultuurondernemingen. – . .

500.000,-
zijnde:
Nederlandsch-Indië Obligatiën
Cult-Mij.,,Soeban Ajam”
1500.0006 o/0obI.It1000/0 f 500.000

Diversen …… . ……………..

500.000,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën
N
.
V. Mij. ,,Staclhouders-
laan”
f
500000 5
,
12
0
/0
obi.
It
100
0
/ ……….
f

500.000

Spoorweg-Maatschappijen ……..
,,
30.637.500,-
zijnde:
Frankrijk
Obligatiën
Fransche Staatsspoorwe-
gen
f
30.000.000 7o, obl.
94
0/.

…………
f
28.200.000
l7
ereenigde Staten
o
bligatiën
Canadian Pacific Railway
Coinpany $ 1.000.000
4X
ol
o
goud-obl.
a
97 °!o
f
2.437.500

Totadi – . -.
f
112.157.237,50

Totaal der emissies in Januari….
f
124.766.250,-
Februari ,
29.542.250,-
Maart – . .
,,
21.925.975,-
April – . .
,,
19.849.750,-
Mei ……
,,
50.022.402,50
Juni …….
,,
190.759.500
3

Juli ……
,,
73.557.482,50
Augustus ..
,,
24.797.935,-
September..
,,
112.157.237,50

Algemeen Totaal..
f
647.378.782,50
Bovendien:

f
10.560.000,- 3/m. Schatkistpromessen It
f
993,17
9.390.000,- 6/m.

,,

,, ,,
986,25
30.050.000,- 4
0
/ Schatkistbiljetten…

1.005,24
terwijl voorts hier te lande gelegenheid bestond tot insch rij-
ving op de uitgifte van een beperkt bedrag 6h
0
/0
obi. van
Finland It 96
0
/0
en bovendien op de volgende obligatie-
leeningen:

Rente- Emissie-

Guldens voet

koers

St. Afra Stichting te Augsburg – – 250.000. 8
0/

100 ol
o

Congregatie der E.E.Z.Z. Arme Fran-

ciscanessen Mallersdorf ……..140.000 7
o,’

99 ol
o

St. Willebrordïisvereeniging Haag

conversieleening …………….750.000 5
ol
o

99
0/

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).

September
1
OU0l
i

1

vereen-
1926

1 Januari 1 komstige

1926

1
periodelg25 Directe belastingen.

982.279
17.408.841 17.293.285
Personeele belasting
..
3.724.585 22.265.044
19.951.914

Grondbelasting ……..

Inkomstenbelasting
5.251.616 73.304.683
70.139.130

4.036.372
14.153.221
14.639.499

Dividend- en tantième-

Vermogensbelasting
598.916 6.502.597
6.596.379
Accijnzen.

belasting ………..

4.012.218 33.535.645 31.394.123
589.018
2.141.033
1,864.696
3.969.140
33.424.933
33.621.465
181.87.8
1.528.872
1.489.163
1.160.879
9.053.583
9.194.222

Suiker

……………..

852.887 7.083.732
7.20&619
1.986.230
16.894.760 13.388.417

Wijn …………………
Gedistilleerd …………

Belast, op speelkaarten
2.749
59410
65933

Zout ………………….
Bier

……………….

15.762
6.633.759 6.478.599
Indirecte belastingen.
Zegelrechten ………
‘2.349.104
2

18.667.096
3
17.789.690

Geslacht

……………..

Registratierechten..,.
1.971.220 15.956.277
16.499.916

Tabak………………

Rijwielbelasting ………….

3.918.477

.

32.972.764 32.346 893
Invoerrechten.
4.837.381
43.029.479 30.627.193

Successierechten……..

Gouden en zilver. werken
79.886
628.629
726.200
Essaailoon ………..
83
729
652

Belasting …………….

358.925
3M64066
3.131.202

…..



406.630

Statistiekrecht ………….

18L637
2.382616
2.089.243

Mijnen ………………….
Domeinen

……………..
17.019
454.591
456.092
Staatsloterj …………..
Jacht
en
visseherij
35.600
224J51
236.360
Loodsgelden …………
438.499
3.553.353
2.962.520

Totaal-Generaal
– – 1
41
.55
2
.3601
364
9
2
3.8641 340596.035
1)
Hieronder begrepen
f
447.650 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting.
2)
Idem
f
3.769.414.
8)
Idem
f
3.905.594.

HEFFINGEN VOOR HET LEENINOFONDS 1914.

Sedert

Overeen-
ep en, er

1 Januari

komstige
1926

periode
1925
Verdedigingsbelast. la

180.083

1.949.607

1.977.902
Verdedigingsbelast. Ib

930.147

8.104.419

6.638.725
Verdedigingsbelast. II 1.534931 19,262.261 18326.611
Opcenten:

Grondbelasting ……..166.664

3.482959

3.479.849
Personeele belasting

730.106

4.491.120

3.909.722
..

Inkomstenbelasting .. 1.632.387 20.251.229 20.05 L73ti
Vermogensbelasting 149.468 1.625.536 1.648.947
Dividend- en tanti6me-

belasting ………….1.332.003

4.670.563

4.831.035

Suiker ……………..802.444

6.707.129

6.278.825

Wijn ……………..117.804

428.207

372.939
Gedist.(bifln.-enbuitl.)

396.914

3.342.493

3.362.147
Zegelrechtvanbuiti. efi.

146.268

762.921

427.397

Totaal……
1
8.119.2191 75.078.4441 71.305.835

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEËLE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1926.

Dienstjaren
1

Grond-
belasting
Personeele
belasting
1 Inkomsten-
belasting
1 Vermogens-
belasting

1921122


330
1922123


. –
1.461
1923124

2.649.713
15.319
1924125
149.754
1

1.551.605
6.414.245
I

36.523
1925126
3.464.862
2.954.474 56.985.664 5.676.060
1926127
13.794.225 117,758.965
7.255.061
772.904

Totalen
..
17.408.841

1
22.265,044
73.304.683
1

6.502.597

932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Oct,ber 1926

STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISOHEN TOESTAND VAN NEDERLAND.

(Niet met
S
gemerkte gegevens ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

1926

11

Jan.JAugustus

Jan.

Febr.

Maart
April
Mei
Juni
Juli
Aug.

1925
1926

Arbeidsmarkt.
6.195
263
9.853
493
12.471
271
14.573
402
11.903
569
9.272
310
14.852
858

11.367

69.624

114

3.586
90.485
3.280

Staais-
en part. mijnen.
Aantal
arbeiders
op len der maand
31.031
31.245 31.208
31.187
31.016
31.276
31.371
31.695

30.705
12
)

Bedrag
der
gehouden
aanbestedingen X t
1000 ………..

*Metaalindustrie.Aantal
meerder). arbeiders
op 1 Jan. en 1 Juli
27.077
,
29,580
26,33213)

waaronder voor fabrieksbouw
X
f
1000 ……………..

‘.
Gemiddeld
aantal
taken
p. week v.
l
Amsterdam
14,0
16,2 16,8
14,1
16,0
17,0
19,2
19,4

16,6

jj

166
!1ale

n-
,

alle b. d.

Havenarbeids-Reserve”

()( 1000)
bedrijf

ingeschr.
losse
arbeiders
tezamen
)
Rntterdam
i2,i
39,7
37
,
1
.?i…
36
,
3
..
41
2…
JLL..
46,1

…bL
..P……

Indexçijfer der Werkloosheid.
15,2
8,8j
6,6 5,4
5,2
4,9j

Arbeidsbemiddeling.
1)

Aanbiedingen
v.
f
Ingeschreven ged. de maand.
. . .
de
88,8 97,8
43,1
81,7
44,9
68,6 41,7 60,2
42,9
56,5
45,3
56,0
46,1
55,2
47,9
58,9
357,3
61,5
370,6
58,9
werkzoekenden.

.
Overgebi. op het einde v.

mnd.

1
Aanvragen

van
f
Ingeschreven ged. de maand
. . .
21,4 21,4
24,7
24,0
5,8
22,9 5,2
22,4
4,4
23,1
4,4
22,1
4,9
168,7
4,6
182,1
4,9
werkgevers.

Overgebl. op het einde v. de mnd
..

1

x
4,2
4,7
5,3
Plaatsineen…………………………………..
3
jj
17
1.
_
1
2
5

_!L_
1
8,3
18,4
iL_
J!
iL..
J±L

Arbeidsloonen.
Ondergrondsche
arbeiders
……….
f

bij

de
mijnen
f5,35
f536
f5,34 f5,38
f5,39
f
5,43

f
5,40
f5,42
f5,33
22

Bovengrondsche

,

……….

(loon

per dienst)
,, 3,93
,, 3.96
,, 3,89
,, 3,92
,, 3,91
,, 3,91
,, 3,91
,, 3,91 113,94
12
)

f69
§
Vaste

havenarbeiders{
°
} weekinkomen .
.. .{
Rotterdam
33,8424)
134,9914)
,, 0,91

,, 0,93

,, 0,91
,, 0,91

,, 0,92

,, 0,90
,,

0,92
,, 0,93
,

1,12)

,
0,91

,,0,92

,,0,93 ,,0,93

,,0,95

0,91
,,

0,91
1
,0,91
,
0,91
12
)
..

(
Metselaar

uurinkomen

………..
…….
ouw

e

rijven
<

Timmerman

………………
ms er am.

Opperman

………………
,, 0,85

,,0,86

,,0,85 ,,0,85

,, 0,85

0,83
0,83
,,0,85
110,

8812)

Metaalindustrie, uurinkomen van meerderjarige arbeiders
915

f0,60

Voortbrenying
en
verbruik.
Zee.

5
.
aanvoer in

Ned.

havens 2)

X

1000

K.G.
§

3.271
1.208
§

3.971
§

1.295
§

4.538
§

1.278
§
4.121
§

862
§4.997
I.l73
§
5.055
1.141
§
6.506
§
1.273
26.8771
5

§
777116
§32.459
26

§
8.23016

§

631
§

592 §

706 §

665
§

667
§

724
§

777
§

759
§
4.318
§
5.520
visscherij.

1.

opbrengst
X
t

1000

……………………..
tProductie der
kolenmijnen
X
1000 ton 3) ………………
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-
veelheid
steenkolen X

1000 ton
4)

……………………
§

790
1

889
§

970
§

841
§

822
§
645u)
§
928
§

597
6.422
129.607
§
6.481
133.775
In consumtie gebrachte
suiker
5) )< 1000 K.G…………
14.546
14.917
17.214
17.000 16.458 18.254
19.034
16.351
1.612
1.130 1.115 1.282
908
1.047 1.117
790
7.310
9(101
Aan de consumtie onttrokken
suiker
6) X 1000 K.G……..
Schepen in aanbouw
;
inhoud in bruto
Registerton
)

. . . .
Indexcijfers
prijzen landbouw- en
veeteeltart.

basis
f
143
143
133.605
135 132
137
148.245
135
130
130
100 68217
131
136

lndexcijfers productiekosten
van den landbouwj 1910- 141.
166 162
160
161
158
157
157
158
154 160

Handel
en
Verkeer.
205
198
212
200
195
212 206
196
1.602 1.623
Handelsbeweging
zonder gouden

en
1

.
122
130
143
135
129
133
141
160 1.177
1.092

millioenen)

…………………….

Saldo

invoer.

. . . .
83
68
.

69
65
66
79.
65
36
425
531

(

Invoer …………

Ontvangsten der Spoorwegmaatsch.
(in millioenen)
Ontvangsten per
dagkilometer
sedert
1 Jan. (in gid.)

. . . .
13,3
11,9
13,3 13,2 13,7
§
13,6
§
15,6
§
15,7
.108.8
§
110,2

zilveren munt en muntmateriaal (in

Uitvoer

……….

117,48
.11
117,25
118,07 118,74
§
119,16
§
122,16
§
124,44
123,15
15
)

tnklaringen(geladenf
Nieuwe
Waterweg6.

000 N
D
T ‘
f


1.296
324
1.143
272
1.404
308
1.290
291
1.447
353
1.618
323
1.609
362
1.544
364 11.144
2.612
11.351
2.599

k

zeeschepen)

Ijmuiden

.I
Inklaringen

(geladen rivierschepen in 1000
tOil
L

‘I

.
2.357
2.776
2.785
2.740
3.338
4.138 4.317
4.231
17.557
26.682
1.041
988
1.286 1.433
1.327 1.535
1.721
1.285
13.345 10.615

Opgelegde zeeschepen
old.
len der maand: aantal
9)
24
20
20
23
26
122
28
135
17
66
12
44
3422
16122
Uitklaringenf

°

‘ 2 van 1000
K.G.)
…………………

*Indexc.
v.
scheepsvrachtefl.(V011e ladingen ,,The Econoni.”)
122
117,0 108
110,4
102 104,1
114
102,3 102,6 108,0
117,5
124,2
119,5 110.8
idem:
bruto
inhoud in 1000 registertonnen ……………..

*

(
Gelost bij invoer……………

(
uoederenvervOer,

<
1.503 605
1.651
648
1.839
834
1.845 784
2.013
825
2.188
1.067
2.370
1.090
2.071
1.286
14.162
5.42
15.455
7.139
Geladen bij uitvoer
……..
in de havens

Doorgevoerd
met
overlading)

0fl)

f
l.97
1.557
2.048
2.345
1.895
j

.625
2.810
3.290
15.486 18.479

Prijzen,
kosten van levensonderhoud.
lndexcijfers der
groothandeisprifzen f
Algemeen cijfer
153 156 149
152 145 145 143
142
143
142 144 145
141
139 139 134
155 154 145
144
in
Nederland
(1913
= 100) ……..1. Voedingsmidd.
e.d.
Kosten van

(
Arb.gez. A’dam
(1Oct.
’23-30 Sept.’24
= 100).
95,7
96,8
levens-

<

Arbeidersgez.
te
‘s-Gravenhage
(1921
= 100).
80,4 81,8
85,717)
61
ojiderhoud.

A
m
btenaarsgez.te’s-Graveflhage(1921=IOO)
81,0
_

Financiewezen.
Sopbrengst
Rijksmiddelen
(totaal).
.-

t’…
43,1
35,7
40,1
42,2 45,0
42,1
39,4 36,3
303,1
323,4

*

,

Beursbelasting
……….
t

1
.(in millioenen) ‘j
0,667
4,53 0,383
4,86
0,386
5,70
0,309 4,83
0,276
4,67
0,415
4,75
0,536
4,39
0,349
4,47
3,473
25,91
3,322
38,19
Invoerrechten

……….
.
Statistiekrecht

………
)


0,317
0,331
0,361
0,326
0,316
0,343
0,358 0,352 2.783 2,705

•Gegireerd door den
Postch.
en
Girodienst
(in millioenen)
369
2512
306
2534
321
2.767
302
2.677 327
2849
365
2.761
355
3.267
302 2,660 2.200
20972
2.647
22,027
Giro-omzet

bij de Ned. Bank
(in millioenen)
………….
*Opereerend kapitaal der Ned Bank
10)
(in millioenen)
507 477
448
437
470 438
466
449
495 12)

W,sseldisconto der Nederl. Bank’

(………
3,50
3,07 3,50 2,26
3,50
2,67 3,50
2,86 3,50
2,94
3,50
2,87
3,50
2,0
3,50 2,65 4,04
2,91
3,50
2,77

Prolongatie

5
2,93
2,41
2,92 2,93
2,94
2,99 2,72 2,50
2,60
2,78
95
97
96
19
)
93
91
91 91
91
91

II. Bank- en credietinstelf.
[Aand. van 7
ondern.]
100
101
9910)
97
95
95
97
97
98
87
85 78
10)
76 76 76
84 84
89

1.
Nijverheid [Aand. van 49
ondern.]………….

0-

IV. Indische fondsen
[Aand. van 24
ondern.]
139
140
138
19
)
136 136
137 139 142
14$

Particulier disconto

> gemiddeld
pCt.’
..
…….

‘.

V. Petroleum
[Aand. Kon.
Ned.
Petr. Mij.]
113
111
108
19)
107
108
110
105
105
106

III. Scheepvaart
[Aand. van 7
ondern.] ………..

4,07 4,05
4,05 4,03
4,04
4,03
3,98
3,93
3,94

4,63 4,62 4,64
4,67
4,63
4,59 4,59
4,55 4,56
a
4,90
4,88
4,90
4,90
4,87
4,83
4,81
4,84
4,88

I.
Ned.
Grootboekobligaties …………………

4,66
4,66 4,63
4,65 4,66 4,62
4,62
4,58
4,54
c

.

II.
Nederl.
Staatsleeningen. .

………………..
Ned. Indische

leeningen…………………..
Gemeent. en provinc. leenihgen

………….
4,5
1

4,52 4,50 4,50
4,48
4,48
4,49 4,44
4,43
Spoorwegleeningen
……………………….
4,67 4,67 4,67
4,68
4,66 4,63
4,63
4,60 4,60
Fondsen
II
tm.

V

……………………….
Emissies
(onder aftrek conversies
U)
(in mill.)
51,1
17,1
20,1
19,8
50,0
39,8
47,0
24,8
165,5
.
269,7

Aantal uitgesproken Faillissementen.
317
i…_.
lL.
1

302
j349
7269.
236
2.731
2.436

§
Voorloopige cijfers.

.

uitvoer in
den.
vorm van
suikerhoudende
goederen.
7]
Op
den laatste

1
1
40 distr.- en 3
andere arb.beurzen en, voor zoover
bekend, de
Cor-

VSfl
het kwartaal. Cijfers van Lloyds.
91
Te A’dam en te R’dam.
91
A’dam,

respo»dentsch. der arb.bemiddeling.
2)
Zonwel door
Nederl.
als
buitenl.

R’dam, Vlissingen,
Vlaardingen,
Hoek
van
Holland,
Ijmuiden
en overige

schepen.
31 Kolenslik
niet
inbegrepen.
Wel
zijn
inbegr. de eigen con-

havens.
101

Zonder voorschot aan

den Staat en
schatkistpromessen

sumptie

mijnen

en

de

kolen, die aan de mijnwerkers gegeven

rechtstreeks;
3e
weekbal,ns v.
d. maand.
U]
Nom.
bedrag voor
Jan.
.der

191,7;
’25
worden[z.g.
,,Deputatkohlen”].
41
Saldo invoer
plus eigen
productie.

75,1;

Febr.

12,8;

Mrt.

1,8;

Juni

155,4:

Juli

26,7;

Jan.IAug.
51
D.w.z. onder betaling van accijns in het vrije verkeêr gebracht. Aan-

Jan.jAug. ’26 271,8.
111
Augustus.
131
Juli.
141
3e kwartaal.
151
2e halfjr. 161
de
genomen mag worden, dat deze suiker
binnenkort
de
consumenten be-

Jan.jJuli
171

Juni
191
Wegens het Engelsche mijnconflict overtrof

reikt.

61

D.w.z. waarvoor restitutie van

accijns
is verleend wegens

uitvoer
den
invoer.
191
Gemiddelden
van 4
weken.

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

933

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned
(Disc. Wissels. 34 3 Oct.’25
Zwits. Nat. Bk. 3422 Oct.’25

KBel.Bi11n.Eff. 4
3 Oct.’25 N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
tVrsch. inR.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk 44
8
Oct.’25
Javasche]lank… .
4 14Juli’26
Bank v.Noorw. 5
13Sept.’26
Bank van Engeland 5
3 Dec.’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 6 6
Juli ’26
slowakije . . 6
13Jan.’26
Bank v. Frankrijk. 7431
Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
Belgische Nat. Bok. 7
23Apr.’26
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Eed. Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1926 1925
11

1924
11

1914

16

ct.
o
11-16
4-9
27Sept.-
12-17
13-18
20-24
Oct. Oct.
2 Oci.
Oct.
Oct.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
251S-314

2513-
3
14
2
1
1
2
.713
2
1
51
1
6_3
3114_711

4:118_5
3
1
18I16
Prolong.
21/
4
.31
4

2-314
21143
231
4
311
4

311
4’/
5
31
4

211
4
31
4

Londen
Daggeld..
3l/..4
311
3
.431
4

3113.5
35
211
3
-411
3

211
4
.4
13/4-2
Partic. disc.
4″/l6-/4

4
11
116.
3
14
4/16-l16
4
/,6-°/,(
3
5
113_
3
14
31
8
.31
4

211
4
-31
4

Berlijn
Daggeld ..
3_311
3.4
1
12
4
1
12.7
1
12
2
1
15-7
1
12
8-10

Partic. disc.
30-55 d..
.
47/s
4I8-5
1
I8
5-I3
5.113
7
1
1


56-90 d…
418
45/3.51/9

4I451I8
4713_5113
7.118

2113.115
Waren-
wechsel.
511
4
.11
3

5
1
14_
1
15
518112
5313.113
8
7
/-9


Wew York’)
CaIl money
5
1
14
5.31
4

4.511
4

5114.6114
4

11
4
1
/2.5314
231/
4

1
3
/42
1
12
Partic. disc.
4

1
4
4
35/
9



1)
Cali money-koers van 15Oct. en daaraan voorafgaande weken tjm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussellfiatavia
1)
York00,l
0,)
0)
0
,
)
0
,
)

12 Oct.

1926
2.4915,
12.124
59.494
7.174

6.96
10031
8

13

1926
2.49ts,
12.124 59.50 7.114

6.964
1003i
14

,,

1926
2.50
12.134
59.51
7.16

7.08
100
5
1
8

15

1926
2.50
12.134
59.53
7.21

7.024
100s/
16

1926

12.134
59.514
7.21

7.02
1005/
0

18

1926
2.49i1,,
12.124
59.504
7.23

7.914
10031
3

Laagsted.w.
1
)
2.49
7
/
8

12.124
59.48
7.07

6.94
100%
Hoogste d.w’)
2.501/
16

2.134
59.54
7.23

1

7.13
1

10031
4

11 Oct.

1926
2.49′;,,
12.124
59.494
7.21

6.96
1C0s18
4

,,

19261
2.49%
12.114
59.49
7.01

.

6.78
48.-

48.-
i
i
100k
Muntpariteit
1
2.48% 12.10 59.26
100

Data
s

-!ald
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
0)
1)
rest’)
*0) 0*)

12 Oct.

1926
48.30
35.30
7.39
1.31
10.16
37.174
13

1926
48.30 35.30
7.40
1.324
10.04
37.35
14

1926
48.30
35.35 7.39
1.32
10.124
38.25
15

,,

1926
48.324
35.30
7.38
1.32
10.15
38.274
16

1926
48.30
35.30
7.38
1.32
– –
18

,,

1926
48.30
35.30
7.39
1.32
10.374
38.20
Laagsted.w.l)
48.27 35.15
7.37
1.27
10.-
37.10
Hoogste d.wl)
48.34
35.40
7.42
1.37
10.374
39.25
11
Oct.

19261
48.29
35.30
7.39
1.32k
10.45
37.32
4

,,

19261
48.284
35.25
7.40
1.30 9.41
37.674
Muntpariteit
48.-
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-

D a a
Stock- Kopen-
û
i
1e1-
Buenos-
Mon-
ho/nl
0
)/lagen
0
)
Aires’)
treal
1)

12 Oct.

1926
66 824
66.40

54
90
6.30
102
2.50
13

,,

1926
66.85 66.50

58.15
6.30
102
2.50%
14

,,

1926
66.85
66.524 59.70
8.28
102
2.50
15

,,

1926
66.85
66.524 59.85
6.29
102
2.50
16

,,

1926
66.85
66.524 60.-
6.29
102
2.50
18

,,

1926
66.85
66.50

60.85
6.29
102
2.50
Laagsted.w.l)
66.75 66.35

54.75
8.26 101k
2.49%
Hoogste
d.w
1
)
66.90
66.55

60.85 6.32
102%
2.50%
11
Oct.

1928
66.80 66.40

54.75
6.29
102
2.50
4

,,

1926
66.724
66.324 54.75
6.30
102
2.49%
lluntpariteit
66.67
66.67

66.67
48.-
105
2.48’1

0) Noteering te Amsterdam.
*0)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN’ TE NEW YORK. (Cable).

D
0
ta
Londen
(3
per
£)
Parijs
(3 P.
lOOfr.)

Berlijn
(3 p. 100
Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100
gld.)

12Oct.

1926

.-

.1

13

,,

1926
4,85k
2,85
23,80%
40,-
14

,,

1926 4,855,
2,864
.

23,80%
40,-
15

,,

1926
4,8551
8

2,884
23,80%
40,-
16

,,

1926
4,855:
16

2,88 23,80%
40,01
18

,,

1926
4,85a1
2,914
23,80%
40,01

19 Oct.

19251
4,8411
16

4,42
23,80
40,19
Muntpariteit

1
4,8667
19,30
23,81%
4051
19

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings-1

1
eenheden
2
Oct.
1

1926
1
9
Oct.
1926
1

11116
Oct.
’26
ILaagsteHoogsteI
116
Oct.
1926

A.lexandrjë.
.
Piast.
p.0
97%
ÏY
979/,
97%
Athene

….
Dr.p..6
407% 390 380
410
400
Bangkok

Sh. p.tical
1110s1
111011
3

1110
6
9

1/10”
PlO
Budapest
. ..
Pen. p. £
27.65
27.774 27.70 27.85
27.774
B. Aires’).
..
d.
p. $
45 31132
4571
9

454
4531/
45718
Calcutta
….
5h. p.
rup.
15′
/

r
1(57/
8
1
527
/

l3
1529′
1

:32
ij5s
9

Constantin..
Piast.
p. £
942%
942t
925
945
932%
H ongkong
..
Sh. p.
$
2/0%
2,071
s

]Jl1%
20
TV

111%
Kobe

……
11181
1:1168
111149
210
2j0l
1
3

Lissabon
1) . .
d. per
Esc.
21
1
82
217
132
283:
164
2/
211132
64
2
Mexico
…..
d. per
$
24
24
23 25
24
Montevideo
2)

.Sh.p.yen

d. per
$
4934
4951
49%
50
Montreali) ..
$
per
£

..
.

.
per Mii.
4.8
4Te

4.85%
4.8471
9

4.85%
4.8444
R.d.Janeirol)
7s
67/
3

6
15
1
32

7l1
1

6%
Shanghai

Sh.
p.
tael
2
1
1
791,
2163,
2/5s1
21671
8

2/521
Singapore…
id.
p. $
913”
-:
2/3
65
/
64

2/3+4
2/4
2/37/
t

Valparaiso
9.
$ p. £ 39.40 39.40 39.30
39.47
39.47
Warschau
..
Zl. p. £
43% 43%
42
45
43%
1) Telegrafisch transfert. 2)90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York2)
Londen
11 Oct.
1926..

25l51
1
e

5821
8

11
Oct.
1926…..
841119
12

,,
1926… 25%

12

,,
1926
84/11′(
13
1926-

25151,
56’/
8

13

,,
1926…..
84111%
14

,,
1926..

2518/,
55%
14

,,
1926
…..
84/11%
15

,,
1926..

25 al
e

54
15

,,
1926
…..
84/11%
16
1926- 25
54
16

,,
1926…….
84111% 17
Oct.
1925..

33’1
7171
t

16 Oct.
1925…..
84/11%
20 Juli
1914..

24151,
54l1
20 Juli
1914….
84111
1)
in pence
p. oz.
stand.
8)
Foreign silver
in
$c. p. oz.
line.
3)
in sh.
p. oz.
lint

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
1

7Oct.1926
15Oct. 1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank
– –
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

/

1.480.076,29
Voorschot
op
uit. Sept. 1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratiete heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting………
/
37.188.173,79
3
)
,,

49.550.456,42
Voorschotten aan de koloniën…………
11.021.308,33
,,

14.210.272,15
Kasvord.weg. credietverst.a/h. buiteni
,,141.874.847,28 ,,141.404.255,93
Daggeldieeningen

tegen onderpand
van Staaisschuldbrieven


Saldo der postrekeningen van Rijks-
19.103.439,94
,,

12.417.982,02
comptabelen

……………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
T.

en

T.2)…………………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)

,,

2.750.348,03

3.430.348,03

V
e r
p1 i c
h t
i
n ge n.

Voorschot door de Nederi. Bank
….
t
13.605.496,67
f
14.837.607,05
111.633.000.-
,,111.623.000,-
,
85.000.000.-
,,
87.000.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..,,
39.000.000,-
41.000.000,-
13.960.093,-
14.057.783,-

Schatkistbiijetten in omloop’)………..

Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten 2)..,,
136.305,88

Schatkistpromessen in omloop
……..

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2)
..,,
13.081.747,36
,,

11.514.648,14

Zilverbons in

omloop
……………….

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,

37.691.476,11
22.955.455,72
550.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
)………450.000,-
Id. aan diverse instellingen 2)

……….
..
4.475.559,40
,,

4.528.858,04
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
Augustus.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Kolonien maakt bekend:

1
9 Oct. 1926
1

16 Oct. 1926

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
f

352.000,-

f
4.218.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
..,,
16.150.000,-
,,
7.850.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië


Muntbiljetten in Omloop

……………
33.390.000,-
,33.851.000,-
Ten voordeele van Ned.-lndië ge-
boekte beleggingsgelden van het
,
3.855.000,-
,,
3.855.000,–
Ned.-lnd. muntfonds…..
…. ………
Idem van de Ned.-Ind. Postspaarbank.
,,

1.286.000,-
,,

1.038000,- f45.919.000,-
/45.709.000,-
Totaal…………………….
Te goed bij de Javasche Bank………
,,

9.114.000,-
,,

5.103.000,-

934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 18 Oct. 1926.

Activa.
Binnenl.Wis

t Hfdbk.
f

64.731,778,72
sels, Prom.,’ Bijbnk. ,,

7.480.277,67
enz.indise.
1
Ag.sch. ,,

15.442.278,84

f
87.654.335,23
Papier o. li. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef..
f
194.180,689,-
Af :VerkQchtmaar voor
debk.nognietafgel.


194.180.689,-
BeleeningenHfdbk.
f

47.410.109 73
mci. vrsch.
Bijbnk.

12.019.604,87
in rek.-crt.
op

onderp.

Ag.sch. ,,

69.037.612,89

f
128.467.327,49

Op Effecten ……
.
f
125.323.027,49
OpGoederenenSpec.
,,

3.144.300,_
128.467.327,49
Voorschotten a. h. Rijk
…….
………
1.392.781,19
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

62.553.170,-
Muntmat., Goud
..
,, 356.289.932,51

f
418.843.102,51
Munt, Zilver, enz.

,,

26.699.448,70
Muntmat., Zilver..

Effecten

,,
445.512.551,21

BeleggingRes.fonds.
f

7.045.176,68
id.van
11
2
v.h.kapit.,,

3.998.298,42
11.043.475,10
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
5.142.000,-
Diverse

rekeningen
.

…………….
,,
50.770.610,12

f
924.193.769,34
Passiva.
Kapitaal
…………………………..f
20.000.000,-
Reservefonds
……….. …………..

,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve
……………….,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
840.778.420,-
Bankassignatiën in omloop………..
507.051,25
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen,,

37.757.819,17
37.757.819,17
Diverse rekeningen
…………
…..
9.302.747,86

f
924.193.769,34

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
269.1 63.940,5ö
Op de basi8 van ‘/, metaaldekking….
93.355.282,42
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. .,
1.345.819 700,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Beschikb. Dek-
Data
I
-Munt
Circulatie
1a4ndere
peischb.
Metaal-
kings
1
Munt,nat.

schulden
saldo
perc.

18 Oct.

’26
62.553 356.290
840.778
38.265
269.164
51
11

’26 62.660
356.281
850.816
54.343
263.693
49
4

’26
62.848 356.281
866.948
45.573 262.561
49
27 Sept. ’26
63.050
356.290
823.552
45.028 272.431
51
20

‘2e..
63.184
356.290
819.978
54.434
271.260
51
13

’26
63.314
356.290
827.878
44.588
271.549
51

19 Oct.

’25
56.184
382.171 886.959
35.67
256.306
48

25 Juli

’14
65.7031
96.410
1
310.4371 6.198
43.521
1
)
1

54

Totaal
Schatkist-
i
e ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
n
ngen
ophef
reke
disconto’s
r
buiten!.
ningen
2)

18 Öct.

1926
87.654
37.000
128.467
194.181
50.771
11

1926
86.084 36.000
135.897
208.580
44.699
4

,,

1926
86.884
35.000
130.816
218.673
47.728
27 Sept. 1926
51.062

133.815
218.445
42.164
20

1926
50.422

131.098
218.288
48.526
13

1926
51.340
– ,
133.336
218.207 48.554

19 Oct.

1925
90.920 13.000
128.992
243.881
38.762

25 Juli

1914
67.947
14.300
.61.686
20.188
509
‘) vp (ie Dasis van -is mesaaiaeKKlng.
‘1
wunposr
acuva.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-

latie

Andere
opeischb.
schulden
Discont.
IDiv.
reke-
ningenl)

11 Sept.

1926-
1.058 1.533 915
904
608
4

,,

1926..
1.057
1.671
859 903 598
28 Aug.

1926..
1.069
1.589 933 915
606
21

1926..
1.068
1.486 1.040
899
579
14

1926-
1.069 1.494 1.155
881
526

12 Sept.

1925…
1.001
1.702
661
982 246

5 Juli

1914..
645 1.100
560
735
396
OIUIL}flJDt UCI dÇLIVd.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De sit.mengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden

Beschikb.
metaal-
saldo

16 Oct. 1926
2.000
334.500 70.000
147.100
9

1926
229.000 333.500
73.000
147.700
2

1926
229 250
330.000
76.500
147.950

18Sept.1926
‘199.149

30.154
332.294
64.670
150.321
11

,,

1926
199.021

30.171
334.234
55.044
151.785
4

,,

1926
199.322

31.029
330.808
55.888
153.472
28Aug.1926
199.391

31.016
328.353
64.370
152.305

17 Oct. 1925
143.861

42.371
335.993
64.425
106.742
4Oct. 1924
155.825

59.618
269.759
121.480
137.785

25 Juli 1914
22.057

31.907
110.172 12.634
4.842
5
)

D a a
Dis- conto’s
‘b”
N.-Ind.
betaalb.

Belee-
ningen
17e

Diverse
reke-1
n ngen
percen-tage

16 Oct. 1926
15960
56
9

,,

1926
156.830
56
2

1926
157.440 ***
56

18Sept.1926
12.173

24.042

91.079 43.852
58
11

,,

1926
12.235

24.224

83.164
43.686
59
4

,,

1926
12.113
.

24.344

82.704
42.204
60
28Aug.1926
12.208

24.676

78.830
51.459
59

17 Oct. 195
17.235

28.905

104.262
62.185
47
4Oct. 1924
35.834

18.078

97.200
32.694
55

25Juli1914
7.259

6.395

47.934 2.228
44
‘) Sluitpost activa.

1
1 Basis
21
metaaidekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der
Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal 1’lrculatit
Currency
Notes

Bedrag
1
Bankbilf.
1
Oov. Sec.

13 Oct.

1926
154.174 139.344
290.448
56.250
239.763
6

»

1926
154.865 140.233
290.770
56.250
240.489
29 Sept. 1926
155.833
140.517
287.858
56.250
237.467
22

1926
155.930
138.975
287.388
56.250
236.385
15

1926
155.850 139.455
289.572
56.250 238.668

14 Oct.

1925
155.843
143.134
293.735
56.250
242.537
22 Juli

1914
40.164 29.317


Data
1

00v.
1

Other
1
Public
1

Other
Reservel
Dek-
kings-
1

Sec.

J

Sec.

1
Depos.

1
Depos
i

13 Oct. ’26
35.810
70.859

19.607
103.964j 34.580
28
6

,,

’26
33.265 72.678

15.798
106.860

34.382
28
29Sept.’26
33.641
71.986

21.177
101.182

35.066
2851
8

22

,,

’26 34.290
68.528

18.348
102.888

36.706
30
15

,,

’26 33.030 68.765

14.242 105.419

36.145
30
14Oct. ’25
28.822
68.229

8.455
103413

32.459
29
22 Juli ’14
11.005
33.633

13.735
42.185

29.297
52
1)
Verhouding
tussehen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste
posten in snillioenen
fra.ncs.

Waarv.
Tegoed
Wis-
Waarvan

Belet-
Data
Goud
in
het
Zilver
in
h t
sets

ningen
buitenl.
buitezlj
buitenl.

14 Oct. ’26
5.549
1.864
339
76.507
3
.
5.024
15
2.227
7

,,

’26
5.549
1.864
339 580 4.797
14
2.290
30Sept.’26
5.549
1.864
339
579
5.882
13
2.148
23

’26
5.549
1.864
339
579
4.861
13
2.191
16

’26
5.549
1.864
339
580
4.703
12
2.194

15Oct.’25
5.547
1.864 310
‘563
2.950
17
2.662

23 Juli’141
4.104

640

1.541
8
769

Buit. gew.
Schat-
1
Diver-
J
Rekg. Courant
Dato
voorsch.
kist bil-
ietten
1)1
sen
2)
Circulatie
_

ajd. Staat
c’?[ern
Staat

14Oct. ’26
36.300 5.488
4.984
55.432 2.949
9
7

,,

’26
36.950
5.487
5.311
55.994
2.886
10
30Sept.’26
36.650
5.470
4.072 55.010 2.885
37
23

,,

’26
36.400
5.469 4.602
54.507
2.958
36
16

,,

’26
36.850
5.460 4.454 54.913
2.856
38

15Oct.’25
30.500
5.144
3.765
49.914
2.261
45

23Juli’14



5.912
943
401
‘tin mac. genomen wegens voorscn. v. a. taaTa. nutteni. regeeringen.
2)
Sluilpost activa.
3)
Met ingang van den bankstaat per
14
October
is de post Tegoed in het buitenland in twee onderdeelen gesplitst.
Het tegoed bij de Russische Staatsbank is pro memorie op
g
enomen,
terwijl de andere rekeningen in het buitenland thans met 76.507 mii-
lioen zijn opgenomen.

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

935

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bul-
alsgoud-
wissels Belee-
tenl. circ.
dekking
en
nin gen
banken
1)

geldende
cheques

7 Oct.

1926
L616,3
182,9
511,0 1.377,8
11,1
30 Sept. 1926
1.598,1
201,8
521,9
1.383,5
142,1
23

,,

1926
1.566,8
201,8
456,7 1.238,8
7,4
15

,,

1926
1.541,0
201,8 446,3
1.266,3
13,9
7

,,

1926
1.518,7
200,4
483,1
1.281,5
7,5
7 Oct.

1925
1.174,7
94,6
321,4
1.636,0
13,7

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

flDoor
Data
Effec-
D1verse
Circu.
Rekg.-
1
Diverse
II
Rijksb.
ten
Activa
2
)1
latie
Crt.
1
Passiva geher-
Ii

disc.

7 Oct.

1926
91,3
611,7
3.139,3
635,7
208,4

30 Sept. 1926
91,4
556,0
3.251,1
594,6 203,5

23

,,

1926
91,4 697,9
2.799,2
855,2
179,6

15

,,

1926
91,4
666,0
2.901,4
725,7
168,8

7

,,

1926
91,4 666,0
3.101,7 573,4
140,8

7 Oct.

1925
207,1
555,4
2.607,8
645,1
435,2
542,0

30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0

1)
Onbelast.
2)
W.o.
Rentenbankschelne
7
Oct.,
30, 23,
15, 7
Sept.,
resp.
182,3; 127,6; 295,7; 270,9; 255,9
miii.

NATIONALE BANK
VAN
BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen fra.ncs.

Data
..

.

Voorsch.ajdSt.

o
1.:
.
oo
-11

CIJ
14Oct.’26
358
30
1.840
373
5.200
1.025
9.521
344
7

,,

’26
358
30
1.552
400 5.200
1.025
9.484
254
30Sept.’26
358
30
1.633
477
5.200
1.025
9.507
316
23

26 359
30
1.489
371
5.200
1.025
9.234
247
16

’26
359
30
1.501
389
5.200
1.025
9.253 242
9

,,

’26
359
30
1.500
420
5.200
1.025
9.274
279
15 Oct. ’25
360
30
1.395 428
5.200
7.749
212

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEI)ERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal
-middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.

In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
Notes
etc.
member
banks markt
gekocht

29Sept.’26
2.807,1
1.424,7
130,1
716,6
275,6
22

,,

’26
2.826,0
1.443,0
131,6
661,6 270,4
15

,,

’26 2.832,7
1.491,1
132,4
565,5 262,5
8

,,

’26
2.831,5
1.462,4
130,5
6l4,
266,0
1

,,

’26 2.828,3
1.448,9
138,0
626,3 253,5
25Aug.’26
2.840,6
1.498,1
137,3
570,6
254,6

30Sept.’25
2.760,0
1.436,1
105,6
633,2 268,3
Data
Belegd
In U. S.
in cïrcuj
Totaal
Gestort
Goud-
Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
latle
t

5′
Kapitaal
kings-
perC.’)
kings-
perc.2)

29Sept.’26
302,0
1.716,5
2.330,4
123,8
69,3
72,6
22

’26
305,2
1.716,1
2.332,0
123,8
‘69,8
73,1
15

’26
488,0
1.724,1
2.417,3
123,8
68,5 71,6
8

’28
312,3
1.746,5
2.242,3
123,7
71,4
74,3
1

’26
319,0 1.702,9
2.282,3
123,5 70,9
74,4
25 Aug.’26
321,2 1.692,6
2.258,0
123,5
71,9
75,4

30 Sept.’251
342,9
1.685,1
2.268,0
116,4
69,8
72,5

1
verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
banken

Dis-
conto’s
en
Beleg-
gingen
beleen.

R

1.658

‘Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
time
deposits

22Sept.’26
694
14.259 5.621
1
18.820 5.662
15

1
26
695
14.316
5.655
1.767
1

19.215 5.684
8

,,

’26
697
14.198
5.605
1.637
1

18.7
58

5.712
1

,,

’26
697
14.179
5.599
1.655
1

18.763
5.712
25Aug.’26
697
14.069
5.615
1.630
1

18.621 5.702

238ept.’25
725
13.632
5.416
1.648 18.093
5.189
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 18 October 1926.
ii
De achter os liggende berichtsperiode heeft voor ver-
schulleuclo van de internationale fondsenniarkteii een be.
langweickend verloop geimd. Iii cle eerste plaats moet als
zoodanig de beurs te 13 e r 1 ii ii worden gekenmerkt. De
handel daar ter plaatse is buitengewoon levendig geweest,
hetgeen gepaard is gegaan met koersstijgin.gen
01)
verschil-
lentE gebied. De behaalde winsten konden echter iiiet iii alle
gevallen volkomen behouden blijven, hoewel de ondergrond
toch vast is gebleven. Als reden voor de opgewekte stem-
uhilig kuniieii worden genoemd de periode van hooge coi.
junctuur, welke de steenkoleunijverheid op lIet oogenblik
doorniaakt, de berichten omtrent nieuwe internationale
verbindingen vait de I.G. Faibeiiindtistrie, de betere gang van zaketi in (le staal- en ijzer-nijverheid, iii cle textieliu.
.dus

trie, in het a’itoniob.ielbedrijf en in de fabricatie van
schoeuwerk. Ook de toestand van de geldmarkt heeft geen
aanleiding tot bezorgdheid gegeven. Dat desoncl:uiks tegeti
het midden van de bei’ichtsw’eek een depressie werd op-gemerkt, heeft zijn oorsprong gevonden in verkoopen uit
winst.nemiugen. Op den voorgrond hebben gestaan aandee-
len Farbenindustrie, Stahlverein, electrieiteitsaanciceleii,
scheepvaa.rtaandeelen, enz. Vaii bankaatideeleit traden Commerz- en Privatbank naar voren, in verband met de
mededeeliag der directie, dat de i

esultaten van het eerste
halfjaar z66 gunstig
Zijfl
geweest, dat een hooger dividend
iii uitzicht mag worden gesteld.

Tegenover deze opgewekte houding heeft de stemming van
do beurs te N
i e
w
Y o i k sterk afgestoken. Daar ter plaatse
is de richting van de markt grootendeels omlaag gericht
geweest, met een enkelen dag van herstel. Aanleiding tot
deze matte houding heeft in hoofdzaak de reactie van de
katoenprijzen gevormd. Uit industrieele centra luidden cle
berichten nog steeds gunstig en ook cle geldmarkt heeft dit.
maal geen aanleiding tot ongerustheid gegeven. Desijiette-
min heeft men de voorkeur gegeven aan een afwachtende
houding.

De markt te L o n le n heeft een verdeeld verloop gehad.
De beleggingsafdeeling daar ter plaatse is zeer vast ge-
weest, waartegenover een min of meer matte houding voor
‘ershillende aandeelen heeft gestaan. Opnienw is de gang van zaken ten opzichte van de mijuwerkersstakiug teleur.
stellend geweest, zoodat men geen aanleiding tot ingrijpen
iii diverse rubrieken van aan de beurs vei’laiucleldeaaridee-
leii heeft kuwnei vinden.
Te Pa r ij s is cle handel Vrij stil geweest. Men is in af-
wachting van de debatten, welke iii het parlement, na her.
opening, gehouden zullen worden, zoowel ten aaliziel.1 van
de buitenlnnclsche schulden als tea opzichte van •de begr,.
ting.
Te ii o ii z e ii t was de handel gedurende liet grootste ge-
deelte van dc beursweek stil, behoudes enke’.e opmerkelijke omzetten in nader te noemen aandeelen of groepen van aan-
deeleti.
01)
de
beleggingsntarkt
is een bepaalde richting niet
01)
te merken geweest. Inheenische obligaties bleven goed ge-
via agd, terwijl ditmaal ook enkele bu ite
11
andsche soorten,
zooals Russische fondsen, iii iets grootero mate dan ge-
woonlijk uit cle markt werden genomen. 6 pCt. Neti. Werk.
Schuld 1922: 107, 107, 106151; 4% pCt. Ned. Werk.
Schuld 1917: 100/8, 100%, 10031; 7 pCt. Ned. Indië:
100%, 1.003/, 10011.; 5 pCt. Brazilië 1903 £ 100: 77%,
79%; 5 pCt. I3razilië 1913 £ 20-100: 69%, 69, 69%; 8 pCt.
Sao Paulo: 105%, 1.06, 1.05%.
Wat de naiFdeelen betreft, zijn vooral de groote koers-
schommelingen voor aandeelen in kunstzijde-ondernemiugen, in de afdleeling voor
biuncnland.schc inclsdtrieeio aa’ncleelcu,
uraar voren geti-ecleii. Na ‘het verschijnen van het jaarver.
slag der Meekubee
iS
een onuns

tige stemming voor vrijwel
alle kuustzij.de-aandeelen oiits’ian, niet het gevolg, dat bona
ide verkoopen hebben samengewerkt met contramine aan-
vallen, om een laag niveau in het leven te roepen. Vernioc-
delijk als gevolg van deze contramiucuanvallen is een krach-
tige technische marktpositie ontstaan, welke er toe heeft
geleid, dat 01) dcii laatsten dag van cle berichtsperiode een
vrij omvangrijk herstel plaats heeft gevonden. De overige
aandeelen uit ‘deze afdeeling hebben geen bijzondere aan-
dacht getrokken. Centrale Suiker Mij.:
121%,
122%,
124%; iollandsche Kwistzijde Ind.: 741/, 69, 73; Jurgens:
163, 167, 164; Maekubee: 108%,
993/,99%;
Ned Kunstzijde-
fabriek: 252, 240%, 224%, 227; Philips Gloeilampenf a-
briek: 342, 343, 340%.
Het verloop van cle resterende rubrieken is vrij kleur-
loos geweest. in de ineeste gevallen is ‘cle gang van zaken te
New ‘York gevolgd, dw’.z., dat, wanneer de markt in Wall-
street een lustelooze tendens aan den dag legde, hier het-
zelfde viel waar te nemen en omgekeerd. Een eenigszins

936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

eIfstandige houding heeft de
sc1ee1vaart?na1kt
getoond,
van.I: de stemming doorgaans vast is gebleveii eil waar nu
cli dan aanrnerk&ijke omzetten geowistateeni konden wor-
deui. Fui het bijaonder was dit het geval voor aandeelen Hol-
land Amerika Lijn, waarorntreuut aauvaakeljk het gerucht
liep, dat liet casco van cle Statciidani zon
zijn
verkocht, doch
waarvan later bleek, dat 1e maatschappij twee harer stoom-
schepen van de hand heeft gedaan. Holland-Amerika Lijn:
53, 54, 611/
8
, 61; Java China Japan Lijn: 131 34, 13334,
13134; Kon. Mccl. Stoomboot Mij.: 96, 96%, 97
1
/.-, 96%;
Neci. Scheepvaart Unie:
17734,
1783/„
179%;
Stoomvaart
Mij Nederland: 178, 177.

De
sui/cerniarkt
is in den regel opgewekt gebleven, met
slechts geringe variaties. Groote schommelingen zijn daar-
entegen voorgekomen in aandeelen Hancielavereeniging
Amsterdam,” waarin op enkele dagen zeer groot animo is
ontstaan, als gevolg van geconcentreerde aarukoopen. De
tendens voor de overige fondsen was, zocals geiegd, rusti-ger, doch met een opgewekten grondtoon. Cultuur Mij. der
Vorstenlnnclen:
1701%,
17134, 171; Hantlelsverg. Anister-
dam: 647, 654, 666, 658; Java Cultuur Mij.: 349, 354, 356;
.A.laron: 24534,
250; Ned. In{. Suiker Unie: 243, 244,
24634; Poerworedjo: 112,
116%,
116; Sindaugisoet: 403,
415, 408; Tjepper: 668, 665, 655; Tjeweng Lestari: 235,
237, 232, 236.
In Tabaksaaitdeelen
is weinig omgegaan. Op 11et verlaagde
koerspeil viel goede vraag
01)
te merken, zooclat per saldo
de prijzen van sommige aancieelen iets hooger zijn geworden.
Arendsburg: 582,
578%,
579; Besoeki Tabak: 252, 257, 259;
Dcli Batavia: 439 (ex div.), 435, 440, 437%
;
Dek Mij.:

422%, 418%, 420, 424%; Oostkust: 207%, 205%, 206;
Seruerubah:
400%,
407, 414.
Rubbereaïn.deeter&
hebben zich op den achtergrond bewo-
gen. De beurs neemt thans als vrijwel vaststaand aan, dat
cle rubberuitvoer uit Britsch-Indië op 1 November as. met 20 pCt. zal worden verminderd, doch het effect van dezen
maatregel zou slechts gering zijn, indien de oude uitvoer-vergunningen van kracht zouden blijven In verband hier-
mede wordt op de fondsenmarkt veel meer waarde ge-
hecht aan tien gang van zaken ten opzichte van deze ver-gunningen, dan aan de restrictie zelf. Niettegenstaande in deze materie nog geen beslissing is gevallen, is de stem-
ming niet ongeanimeerd geweest. Amsterdam Rubber:

332 34,
328
34, 335 34, 331%; Dcli Batavia Rubber: 268, 265,
272, 26934; flessa Rubber: 472, 462%, 471; Java Caont-
chouc: 213
1
/2,
208, 214%, 211; Kali Telepak: 321, 317, 325;
Ned.-Ind. Rubber en Koffie: 347, 342%, 347, 341; R’dam
Tapanoeli: 159%, 160%, 158%
;
Serbacijadi: 339, 332
5
/8,
341%, 338; Sumatra Caoutcbouc: 301%, 305%, 308; Suma-
tra Rubber: 375 34, 379, 377%
;
Vereenigde Indische Gul-
tutu- Ondernemingen:
198%,
1941%, 19934, 197.
Petroleut?uiaaatcZ6ClCn.
hebben op sommige dagen van een
levendige stemming blijk gegeven, welke gepaard is gegaan
met een stijging van de koersen. Niet alleen voor aandeelen
Koninklijke is dit het geval geweest, doch ook voor aan-
deden Steaua Romana, Phoenix Oil, Peudawa, enz. Tegen
het slot der bei

ichtsweek echter is eenige reachie ingetre-
den. Dordtsche Petr. md. Mij.: 347 34, 356, 351; Gec.
fîoll. Petr. Cy.: 167 34, 172%
3
171
3
/,; Kon. Petroleum Mij.:

366%, 372%
2
368; Gerlak Petroleum: 72, 73, 70; Peudawa:

4271e, 44%, 43.
De afcleeling voor
m4jitaancleelca
is bepaald lusteloos ge-
weest. Bijna alle soorten hebben min of meer ernstige koers-
verliezen geleden. Een uitzondering dient te worden ge-
maakt voor aandeelen Nederlandsch Surinaamsehe Goud
Mij., welke bij ruime omzetten een opmerkelijke koersstij-
ging hebben kunnen behalen. Alg. Exploratie Mij.: 114,
112 34, 115; Billitbn le Rubr.: 830, 835; Nec!. Surinaamsche
Goud Mij.: 30%, 36%, 39%, 48; Oost-Borneo: 111, 108,
106; Redjang Lebong: 246, 251; Singkep Tin Mij.: 476,
472, 465, 452. Baickaaurdeelen
varen rustig, doch zeer vast. Amster-
damsche Bank: 162%, 162%,
162%;
Holl. Bank voor
Zuid-Amerika: 80, 79%, 78%; Javasche Bank: 367, 370;
Koloniale Bank: 21.17/, 215 34, 216; Ned.-Ind. Handels
Bank: 173, 174,
172%;
Ned. Handel Mij.: 156
1
/8,
158, 157%;
R’damsche Bankvereeniging: 77
3
,
1
8,
7634, 79.
De afdeeling voor
Ameri/ceamsche foivd.sen
heeft de aan-
wijzingen van Wallstreet gevolgd, zoodat bier en daar ge-
voelige verliezen werden geleden. Anaconda Copper: 96
1
/4,
9834, 98
3
/8
;
Sttidebaker: 54%, 55%, 53; United States
Steel Corp.: 142%, 14434, 137%; Atchison Topeca: 144
1
/
8
,
144’/s; Ene: 37%, 37
11
1
1
.
e
, 37; St. Lotus & San Pransisco:
97
1
/2,
98,
97%;
Union Pacific: 159%, 160%, 159; Wabash
Railway: 41
1
/32,
4211., 437ee’ 407/s.
De
gelcfrnerkt was
ruim, met eenige neiging tot stijging
tegen liet einde van de berichtsweek. Prolongatie varieerde
tusscheui 2
1
/
8
en 2% pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

19 October 1926.
Deze geheele week heeft de vraag voor t a r w e zich kunnen
handhaven op het verbeterde niveau van den laatsten tjd. In
de vooruitzichten voor het beëindigen den staking in de
Engelsche kolenmijnen trad geen verbetering in en er was dus
geen aanleiding om een spoedige verlaging te verwachten
van de zeevrachten en daarmede dus van den prijs, dien men
in Europa voor buitenlandsche tarwe heeft te betalen. Hierdoor.
werd ertoe bijgedragen, dat men in Europa minder terughou-
dend werd bij het doen zijner inkoopen. Daarbij had het
schaarsche aanbod van scheepsruimte bovendien ten gevolge,
dat uit de Vereenigde Staten en Canada het aanbod niet over-
vloedig was. Verscheping uit andere uitvoerlanden dan de
Vereenigde Staten en Canada zijn tegenwoordig van weinig
beteekenis en de behoeften der invoerlanden worden bijna
geheel door Noord-Amerika gedekt. Zoodra dus de aanvoer
uit de Vereenigde Staten en Canada eenige belemmering onder-
vindt, wordt daardoor in Europa de kooplust gesteund. Wei
is waar waren de verschepingen uit Noord-Amerika ook deze
week nog ruim, doch indien de tegenwoordige toestand aan de
vrachtenmarkt nog eenigen tijd blijft voortduren, is het zeer
goed mogelijk, dat een vermindering plaats vindt. Een zeker
tegenwicht tegen die mogelijkheid werd deze week door
Rusland geboden. Nu was het vooral Engeland, dat in ruime
mate van dat aanbod gebruik maakte, terwijl Italië, Frankrijk
en Duitschland minder Russische tas-we koopen dan den
laatsten tijd het geval vas. Aanvankelijk drukte het ruime
Russische aanbod eenigszins. de Engelsche markt, doch toen
later bleek, dat in de afgeloopen week slechts zeer weinig tarwe
uit Rusland verscheept was, verminderde deze invloed van
de Russische uitvoermogelijkheden. Waarschijnlijk zullen de Russische verschepingen wel spoedig toenemen, want er zijn
den laatsten tijd flinke hoeveelheden Russische tarwe naar
West-Europa verkocht, en de berichten omtrent de aanvoeren
in de Russische havens en op verschillende plaatsen iii het
Russische binnenland spreken van zeer bevredigende hoeveel-
heden, waarvan den laatsten tijd meel- dan de helft uit tarwe
bestaat. Van den Donau bestaat nog geen aanwijzing, dat de
uitvoer spoedig zal toenemen. Een nieuwe berekening van de
Roemeensche tarwe-opbrengst is wel 1 millioen qrs. hooger
dan die van eenigen tijd geleden en het uitvoeroverschot is dus
grooter dan men tot nog toe had aangenomen, doch de kwaliteit
der Roemeensche tarwe belemmert de zaken en de andere
Donaulanden hebben geregelden uitvoer over land naar Italië,
Duitschiand en Tijecho-Slowakije, zoodat de aanvoeren van
tarwe uit die landen in de Roemeensche Donauhavens slechts
langzaam toenemen. De tarwemarkt wordt geheel beheerecht
door de Vereenigde Staten en Canada, doch de oogstresultaten
aldaar verloren deze week meer en meer aan beteekenis naar-
mate het vraagstuk der zeevrachten zich sterker deed gelden.
De voortgaande verhooging der zeevrachten, welke in Europa
teilcens weder een stijging der tarweprijzen ten gevolge had,
deed den kooplust toenemen en zoowel Engeland als de invoer-
landen van het vasteland traden evenals de vorige week in
ruime mate als koopers op. Nu was ook in België en Nederland,
welke in de vorige week slechts in beperkte mate tarwe kochten,
de vraag beter. Weder was het vooral spoedige tarwe, welke belangstelling wekte en waarin de meeste zaken werden ge-
daan, doch Manitoba’s werden ook op latere verscheping vooral
in Engeland veel verhandeld. Ten slotte vormde de hooge
tarweprijs eenige belemmering der zaken in Engeland, zoodat
bijvoorbeeld op 16 October zeer weinig zaken werden gedaan,
doch elders kon de omzet zich handhaven. Op den 1 8den was
echter in Engeland de vraag levendig in verband met nieuwe
vrachtverhoogingen en minder goede berichten uit Argentinië.
Tot nogmaals aanzienlijk hoogere prijzen werden op dien datum
in Engeland zeer veel zaken gedaan. Behalve de zeevrachten
heeft sedert eenige dagen ook de loop der tarweprijzen aan de
Noord-Amerikaansche termijnmarkten tot de prijsverhooging
medegewerkt. De vaste stemming te Chicago vond weder
eenigen grond in minder gunstige weerberichten uit Canada en
Argentinië. Nieuwe ongunstige rapporten over de Canadeesche
oogstresultaten verschenen tot nog toe echter niet en het is
voornamelijk de zich in Europa afteekenende algemeene be-
hoefte aan invoer van buitenlandsche tarwe, welke de vaste markten teweeg bracht. Door de prjsverhoogingen van deze
week is tarwe te Chicago en Winnipeg weder aangekomen op
het prijspeil van
1
October tot iets daarboven. Tegenover
II October bedroeg de stijging te Chicago 2 h 3, te Winnipeg
voor October 5, en December- 2-1 dollarcent per 60 lbs.
De oogstberichten van het Zuidelijk halfrond blijven bij
voortduring goed. In Australië staat de tarwe er zelfs buiten-
gewoon goed bij, doch uit Argentinië kwamen berichten over
vorstschade. Het overschot van den vorigen Argentijnschen
tarweoogst schijnt volgens officieele opgaven wel grooter te

20 October 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

937

Noteeringen.
Locoprjzen te
Rotterdam/Amsterdam.

Chicago Buenos
Aires
Soorten
18 Oct.
II Oct.
19 Oct.
Data
__________________________
1926 1926
1925
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe Maïs
1
Lnzaad
iJ
Tarwe (Uardwinter II)
.
1
Rogge (No. 2 Western)
.
•1

16,10

15,30

12,25

11,80
15,50
9,75

Dec.
Dec.
Dec.
Nov.
i

Nov. Nov.

10
Oct.’26

141
7571,
43X

12,80 5,85
15,50
Mais (La Plata)

…….. ..176,-
173,- 193,-
9

,,

’26

137′
77*1,
431
12,70 6,05
15,60
Gerst (48 lbs. malting)

.2
225,-

215,-
196,-
16 Oct.’25 1448,
75
399
12,10
8.-
18,80
Haver (Canada 3)……..
1

11,25

11,20
10,75
16 Oct.’24

149*1
8

109k
54i1
15,85
11,60
23,40
Lijnkoeken (Noord-Amen-
16Oct.’23 108K
77
1
18
4271,
12,65
9,90
24,60
kavanLaPlata-zaad)….’
11,80

11,00
13,70
20 Juli’14

82
5671
8

36X
9,40
5,38
13,70
Lijnzaad (La Plata) …..
S
366,-

359,_
1

422,-
1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.

8)
per 1960
KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
10116 Oct.

Sedert

Overeenk.
10116 Oct.

Sedert

Overeenk.
1926

1925
1926

1 Jan. 1926

tijdvak 1925
1926

1Jan. 1926

tijdvak 1925

Tarwe ……………..
38.237 1.318.148 979.017

13.842
20.866
1.331.990
999.883
Rogge

………………8.025
219.777
224.413

1.411
350
221.188 224.763
Boekweit ……………..

16.484
17.806

1.060
150
17.544
17.956
693.804
617.916
950
80.185 58.933 773.989 676.849
Mais ……………….5.920
8.935
293.219
198.681

8.780
9.466
301.999 208.147
aaver ……………..

.

850 157.207
177.939

2.165
(102
159.372
178.541 188.421
188.812
506
174.105
46.894
362.526
235.706

Gerst

……………….

Lijnkoek

………….. …
201.821
155.955

1


201.821
155.955
Lijnzaad

……………1.820
6
..159
5.547
74.353 99.286
616

1
19.997
16.074
94.350
115.360
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
.
425 12.136
7.082

1


12.136
7.082

zijn dan men gemeend had en zelfs grooter dan in het vorige
jaar om dezen tijd, doch de verschepingen blijven bij voort-
during zeer klein en leggen bij de voorziening der invoerlanden
nauwelijks eenig gewicht in de schaal. Voor den Februari-
termijn waren in overeenstemming met de Noord-Amerikaan-sche markten en wegens vorst, waarvan vrees voor schade aan
de nieuwe tarwe het gevolg was, de markten te Buenos Aires
en Rosario in den loop der week hooger. Na eenige fluctuatie
was het slot op 18 October
25 iu 40
centavos per 100KG. hooger
dan een week tevoren en ook nog iets hooger dan op
1
October.
in r o g g e was de markt ook deze week niet levendig.
Duitschiand toonde eenigen kooplust voor Noord-Amen-
kaansche rogge, doch de zaken, welle gedaan werden,
hadden geen grooten omvang. Rogge-zaken uit Oost-Europa
waren klein en het aanbod daarvan is nu zeer gering, terwijl de
gevraagde prijzen als te hoog beschouwd worden in vergelijking
met andere soorten. Ook in Duitsche logge gaat weinig om.
Kooplust daarvoor bestaat hoofdzakelijk in Frankrijk en
België, doch de zaken daarheen zijn niet van veel beteekenis.
Een nieuwe Poolsche officieele oogstraming geeft een veel
kleiner cijfer voor de opbrengst dan eenigen tijd geleden en als
gevolg daarvan zal waarschijnlijk nauwelijks sprake zijn van
verderen Poolschen rogge.uitvoer van eenigen omvang. in
Duïtschland komt de rogge slechts zeer geleidelijk ter markt.
Te Chicago is rogge in de» loop der week 1 k 1 ‘ dollarcent per
56
lbs. gestegen.
Ook m a 1 s was deze week sterk onder den indruk van de
stijgende zeevrachten en de prijzen in Europa ondergingen een daarmee overeenkomende verhooging. Daarbij was de
vraag in Engeland en op verschillende markten van het vaste-
land bevredigend en kon, tot de stijgende prijzen, een flinke
omzet bereikt worden. Spoedige mais bedong daarbij voort-
durend een premie en vooral in Nederland bestond goede
vraag voor aankomende partijen Plata maïs, waarvoor Vrij
wat meer dan voor latere posities werd betaald. Aan het einde
van deze maand en in de volgende zijn echter in vele Euro-
peesche havens groote aanvoeren van Plata maïs te verwach-
ten en de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de markt daarvan
den druk zal ondervinden. De verschepingen van Argentinië
waren wel is waar ook nu weder belangrijk, doch de aanvoeren
in de Argentijnsehe havens waren ook deze week weder zoo
groot, dat zij de verschepingen overtroffen en de voorraden dus
verdere vermeerdering ondergingen. De in de Argentijnsehe
havens beschikbare scheepsruimte is blijkbaar niet voldoende om gehijken tred te houden met de aanvoeren in de havens en evenals dat in de vorige week is geschied, heeft de toeneming
dier voorraden ook de laatste dagen weder tot verlaging der
maïaprij zon in Argentinië geleid. Van 11 tot 18 October be-
droeg die verlaging aan de termijnmarkten te Rosai-io en
Buenos Aires
20 á 35
centavos per 100 KG.
De gemakkelijker houding der Argentijnsche maïsmarkt
liet zich, ondanks de vaste vrachtenmarkt, ook in Europa
gelden, en op
16
en 18 October was Plata mais in Europa wat
goedkooper te koop dan in het eerste gedeelte der week. De
opnieuw vastere vrachteninarkt en toenemende vraag in

Engeland, alsmede de invloed der stijgende tarweprijzen ver-
oorzaakten echter op
19
October ook voor Plata-maïs eenige pnijsverhooging. Een nieuwe raming van den Roemeenschen
maïsoogst spreekt van een opbrengst van
23,7
mullioen qrs.
tegenover 19 millioen in het vorige jaar en bovendien wordt nog steeds bevestigd, dat de kwaliteit buitengewoon goed is
uitgevallen. Toch. blijft het aanbod van nieuwe Donaumaïs ter
verlading in de eerstvolgende maanden schaarsch, wat voor-
namelijk wel het gevolg zal zijn van den loop der vrachten-
markt en het schaarsche aanbod van scheepsruitnte in de Roe-
meensche havens. Eenige uitbreiding der zaken in Donaumaïs,
speciaal naar Nederland, valt echter den laatsten tijd wel te
constateeren. Aan de Noord-Amerikaansche markt was maïs
deze week overwegend flauw. Blijkbaar is de stand van den
oogst in de Vereenigde Staten bevredigend en ofschoon de
laatste raming van de opbrengst een kleine vermindering
vertoonde tcgenover die van
1
September, trad te Chicago nog
al eeiiige verlaging van maïs in. Na een herstel op 18 October
beliep die nog
2 / 2-
dollarcent per
56
lbs.
G e r s t is deze week verder in prijs gestegen. Van Rusland
waren de verschepingen kleiner, doch van den Donau werd
weder een flinke hoeveelheid afgeladen. Voor Donaugerst was nu cle vraag in l)uitschland weder veel beter, en ook in Neder-
land blijft daarvoor goede kooplust bestaan. De stijging der
zeevrachten vormt ook voor gerst een der belangrijkste oor-
zaken voor de prjsverhooging. Tevens blijkt echter, dat on-
danks de groote verschepingen van den laatsten tijd, de aan-
voeren van gerst in West-Europa nauwelijks aan de behoeften
kunnen voldoen, want voor spoedige partijen worden aan-
zienlijke premies boven latere betaald. Zaken in gerst van
Noord-Amerika zijn sterk afgenomen omdat de uit Canada en
de Vereenigde Staten gevraagde gerstpnijzen nu veel hooger zijn
dan clie van Oost-Europa. in Engeland interesseert men zich
weinig voor Donaugerst en gaat de belangstelling voornamelijk
uit naar Russische gerst, waarvan het aanbod niet groot .is,
en waarvoor hoogere prijzen dan voor Donaugerst worden
gevraagd en wegens de goede kwaliteit ook worden ingewilligd.
Voor h a v e r was de markt in Engeland deze week beter
met meer vraag en hoogere prijzen, doch op het vasteland was
dat nauwelijks het geval en over het algemeen blijven de zaken
in deze graansoort daar binnen beperkte grenzen.

SUIKER.

De stemming op de verschillende suikermarkten was in de
afgëloopen week zeer kalm.
in A m e r i k a werden de termijnnoteeningen eenigszins gedrukt door aanbod op de verder verwijderde termijnen en
liquidaties van vroegere leveringen, terwijl raffinadeurs zich
nog van inkoopen onthouden. De loop der noteeringen was als volgt:

Sp. C. Dec. Mrt. Mei Juli
Slot voorafgaande week ……4,65 2.84 2.85 2.78 2.84
Opening verslagweek … …….4,85 2.78 2.73 2.82 2.89
Slot verslagweek …………4,52 2.77 2.72 2.80 2.88

938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

De ontvangsten in de Atlantische havens bedroegen deze
week 61.000 tons, de versmeltingen 61.000 tons tegen 64.000
tons in 1925 en de voorraden 216.000 toris tegen 124.401 tons verleden jaar.
In Cubasuiker werden kleine partijen afgedaan tot 2.13/16
d.c. c. & fr, Met betrekking tot het Decreet van den President
van Cuba is thans zekerheid verkregen, dat er niet voor 1 Januari 1927 mag begonnen worden met ,,malen” en niet,
zooals in sommige kringen beweerd werd, niet het ,,snijden
van het riet”. k
.
. De laatste C u b a-statistiek luidt als vulgt:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 9 Oct… 39.298 24.073 26.369
Totaal sedert 1112 tot 9110 .. 4.358.472 4.772.413 3.841.770
Weekexport 9 October ……107.036 55.943 50.935
Totaleexport sedert 111 t.
9110
3.822.743 4.216.210 3.639.478
Totale voorraad 9 October . . 535.731 562.508 202.292
De ontvangsten der vorige week bedroegen dus 15.000 tons meer dan vorig jaar, en de voorraden in de havens 27.000 tons
minder dan verleden jaar, terwijl deze ook met een kleine
70.000 tons verminderd zijn sedert de voorgaande week.
In E n g e 1 a n d waai de markt eveneens uiterst kalm met
weinig fluctuaties in prijzen. De termijnmarkt in Londen
sloot als volgt:

October ……..Sh. 1417

Maart 1927.. . . Sli. 15 6
3
%
December ……,, 15/1
.
14

Mei

,…..

l5/10′
Aug.

, . . . .

1614f
De Board of Trade Statistiek over September wordt met de
volgende cijfers gepubliceerd:
Sept. 1926

Jan./Sept. 1925

Tons

Tons

Import Ruwsuiker……….101.956

995.956

Bietsuiker ……….163

14.421

(.eraffineerd ……..54.728

527.145

Totaal

………………..156.847
1.537.522
Voorraad in entrepôt

……294.700
raffinaderij

52.650

Ontvangst raffinaderijen . ..

68.046 654.005
Totaal binnen!,

verbruik….146.084
1.263.141
Totale

export …………..3.801
50.901
Voorraad 31 Augustus 1926


318.650
11

30 September 1926


293.450
Niet berek. verlies op raffinade


27.216

De Zichtbare voorraden bedroegen volgens Czarnikow:

1926 1925

1924
Tons Tons

Tons
Duitschland 1 September

187.000
83.000

70.000
Tsjechoslowakije 1 September

104.000
76.000

18.000
Frankrijk 1 September……56.000
55.000

53.000
Nederland 1 September……73.000
39.000

18.000
België 1 September

……..25.000
35.000

15.000
Polen 1 September……….48.000
39.000

30.000
Engeland 1 September ……366.000
301.000

142.000

Europa

859.000
628.000

346.000
V.S. Atlant. havens 13 Oct.

216.000
124.000

66.000
Cuba 9 October

…………536.000
562.000

202.000

Totaal

1.611.000 1.314.000

614.000
Op J a v a vonden geen afdoeningen van eenige beteekenis
plaats. De Visp. verkocht, alleen een partij Melasse No. 10
&/hooger uit oogst 1926 tot
/
8,75.
Het rendement van 148 fabrieken bedroeg op 15 October ca.
15
%
minder dan op dat tijdstip in 1925. De meeste fabrieken
zijn afgemalen.
Ook h i e r t e 1 a n d e verliep de markt
in kalme stemming.
De noteeringen luiden als volgt:
October …..Sh.
17171

Maart ’27
….

Sh. 1813184
December


.

181-

Mei ’27

………

NOTEERINGEN.

limS
er-
Londen
Vew York
White Java s
Cuba
S
Data
dam per
Tates
f.o.b. per
960
c.i.f.
961
en
r-
Ocf./Dec.
Cubes
S
j
uga
No. 1
Sept.IOct.
SepLiOct.
kristalsuiker
811. 811.
bh.
ets.
basis 99°
18 Oct. ’26
f

1771
s

3419
161_
1316
4,52
11

.,

’26
,,

17151
353
161_
139
4,65
18 Oct. ’25
,,

1
5
5
/
s

31,9 12/l3
10/_
3,80
18 Oct.
1
24
,, 22
11
1
421-
20/73.
221-
6,03
ruwsuiker
basis 88°
4
Juli
1
14
[11
18
/
82

181-
– –
3,26
basis 990
1)
Het
verschil tusschen
ruwsuiker
880 en
f
14
18
1
81
1

krist.suik.
99° is
aan
te
nemen
opf3
p. 1001(0.

KATOEN..

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrena & Sons.
Manchester, d.d. 6 October 1926.

Prijzen van Amerikaansche katoen zijn opnieuw gedaald
en liet prijsniveau varieert dagelijks.
i)C oiitv:iug:;tei
lU
de
havens bedragen ruim tien procent meer dan verleden
jaar, .doch versehepingen naar alle markten zijn circa
twaalf en een half procent minder. De Egyptische oogst
maakt goeden voortgang; prijzen zijn echter gedaald en de
ontvangsten in Alexandrië zijn belangrijk niincler dan ge-
durende het vorige seizoen.
Vermeldenswaard is, dat American October futures gis-
teren te Liverpool 6,95 noteerden; dit verschilt slechts wei-
nig met 6,78 op 28 Februari 1921, op welken dag Mid
American spot 6,38 noteerde, het laagste cijfer sinds 1915,
tegen 7,25 gisteren. Liverpool futu.res openden vanmorgen 16 tot 19 punten hooger.
Over de Amer.ikaansche garenmarkt valt veinig te zeg-gen. Gedurende het laatste gedeelte der vorige week heb-
ben enkele spinnei-s en doublers in verband met cle op
handen zijnde verdere inkrimping der productie flinke
orders geboekt. Door de verdere daling van het ruwe inn-
teriaal was er gisteren weinig leven in de markt en zaken
waren beperkt tot kleine hoeveelheden voor prompte leve-
ring. Slechts in enkele gevallen hoorden wij van fabrikan-
ten, die flinke hoeveelheden hadden afgesloten, daar mcii
algemeen geneigd is een afwachtende houding aan te nenieli
totdat de markt zich weer eenigszins hersteld zal hebben.
Men heeft het voorstel, dat men de vorige week op de
algemeene vergadering gedaan heeft, om in de American
Spinning Sect.ion slechts ddn van de dr.ie weken te wer-
ken, niet dusdanig gesteund als men wel verwacht had,
zoodat de Federation gisteren haar leden adviseei’de niet langer dan 24 uur per week te werken. Naar Egyptische soorteu bestaat weinig belangstelling
en er zijn slechts enkele kleine postjes voor direct gebruik
geboekt. De daling -van Amerikaansche katoen heeft liet
prijsverschil tusschen Amerikaansche en Egyptische garens
nog grooter gemaakt en er gaat over het algemeen slechts
weinig om. F. G. F. Sakel spot noteerde te Liverpool 13 cl.
toen Mid-American op 28 Februari 1921 op 6,38 stoud,
als boven reeds vermeld.
Als natucirlijk gevolg van de daling van ruwe katoen,
hebben zaken in de doek.markt aich tot een minimum be-
perkt. Fabrikanten blijven voor alle soorten noteeren, daar
koopers van het nieuwe prijsniveau georiënteerd willen blij-
ven. Dit beteekent echter geen verbetering van de situatie
in Lancashire en er moet noodzakelijk eenige stabiliteit komen, voordat er zaken van ibeteekenis gedaan zullen
kunnen worden. Onder deze omstandigheden is het niet ivel
doenlijk cle aandacht op de vraag van eenige markt in het
bijzonder te vestigen; Indië en De Straits zijn misschien
de minst slechte; China is nog rustig.

Manchester, d.d. 13 October 1926.

De vorige week zijn prijzen in de Amerikaansche katoen-
markt dagelijks gedaald in afwachting van een gunstiger
Bureau Rapport. De cijfers, welke Vrijdag gepubliceerd zijn,
gaven een conditie aan van 61,3% tegen 59,5% op 16 Sep-
tember met een oogstschatting van 16.627.000 balen en
5.639.000 reeds geginde balen. Door deze verhoogde schatting
van 811.000 balen, daalden prijzen zoowel hier als in Amerika
en Liverpool futures noteerden 6,56 voor October. Deze daling
heeft zich echter niet geheel kunnen handhaven; op Zaterdag
bedroeg het laagste punt voor October futures 6,69 en Mid-
American spot noteerde 7 d. per 1h.; zelfs is dit het laagste
punt voor dit seizoen en ook voor de laatste vijf jaren. De
ontvangsten in de havens bedragen thans ongeveer een half
millioen balen meer dan verleden jaar. Egyptische soorten zijn
ook gedaald. Verkoopen in Liverpool bedroegen de vorige
week 41.000 balen.
‘-
,1

De Amerikaansche garenmarkt blijft over het algemeen
rustig. Verkoopen van alle soorten twist en weft beperken zich
hoofdzakelijk tot kleine partijtjes, hoewel in enkele gevallen
flinke hoeveelheden verkocht schijnen te zijn. Producenten
hebben zelfs moeite hun verminderde productie van de hand
te doen. Er zijn er die van. meening zijn dat bij het huidige
prijsniveau van ruwe katoen, indien de markt vast blijft,
zaken zeer zeker zullen herleven. In getwijnde garens worden
enkele zaken voor het binnenland gemeld en hierin kon meer
gedaan worden voor dhooties, als koopers wat toeschietelijker
waren. In Egyptische garens gaat weinig om, hoewel er een
goede vraag bestaat naar medio nummers ringgarens. Terwijl
enkele spimiers erin slagen juist hun productie te verkoopen,
schijnen anderen minder gelukkig te zijn. De cijfers van den
Board of Trade, welke gisteren gepubliceerd werden, toonen,
wat garenexporten gedurende de maand September betreft, een

20 October 1926

ECONOMISCH-STATIS1ISCHE BERICHTEN

939

daling aan van 31 niilhioen lbs. vergeleken bij 1925, doch een
stijging van ruim 800.000 lbs. vergeleken bij 1924. Duitschiand
en Nederland samen hebben twee millioen pond minder afge-
nomen dan een jaar geleden.
De toon in de doekmarkt is iets hoopvoller geweest, dan den laatsten tijd het geval was, doch de positie is niet aan-
merkelijk verbeterd. Deze stand van zaken is voornamelijk een
gevolg van de eenigszins vastere katoenprjzen, waardoor er
meer vraag is gekomen, ten einde van de huidige prijzen ge-
oriënteerd te zijn, doch dit heeft slechts weinig zaken ten ge-
volge gehad. Het vertrouwen is nog niet weer teruggekeerd en
hoewel wij wel vernemen, dat enkele posten standaarddoek
verkocht zijn, gaat er op de overzeesche markten over het
algemeen nog weinig om en schijnt men af te wachten wat
katoenprij’i.en verder zullen doen. Een vaste katoenmarkt zal
ongetwijfeld meer vraag ten gevolge hebben en zaken aan-
moedigen. De berichten van Indië omtrent de Poojah ver-
koopen zijn teleurstellend en er zijn slechts weinig zaken voor
latere levering geboekt. Ook van China luiden de berichten
niet zeer gunstig en de handel op alle markten is slechts
gering.

6Oct. 13Oct. Oost. koersen.5 Oct. 12Oct.
Liverpoolnoteeringen. T.T.opBr.-Indië
115 1/5
F.G.F.Sakellaridis 16,10 15,55 T.T.opllonkong 210k 11ll
G.F. No. 1 Oomra.. 5,35 5,35 T.T. op Shanghai 217 216k

Noteering voor LocoKatoeu.
(Middling Uplands.)


I5OcL
1926
1

8
Oct.
1926
1
Oct.
1926
15
Oct.
1

1925

15
Oct.
1

1924

New York voor
Middling . …
13,60e
13,10e
14,30 c
21,60e
23,40 c
New Orleans voor Middling
13,25 c 12,32 c
13,50 c
20,95e
22,15 c
Liverpool voor
Middling…
7,35 d 7,09 d
7,79 d 11,41 d 13,39 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.
’26
Overeenkonistige periode
tot
8Oct.’26
1

1925

1

1924

Ontvangsten Gulf-Havens.

11

Atlant.Havens
} 2890
2381
1893

Uitvoenaar Gr.Brittannië
327
359 401
‘t Vasteland etc.
1023
980
688
Japan
132
106
77

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
80ct.’26
1925

1924

1568 989 713
860
1128
784
Amerik. havens………….

29
70
Binnenland ……………
New York

……………87
275
331
169
New Orleans ………….
Liverpool

………………
357
149 160

KOFFIE.

De daling, waarvan in het vorige bericht werd gesproken,
hield ook in de afgeloopen week onafgebroken aan. Ook dit-
maal was de loop van den wisselkoers in Brazilië de alles be-
heerschende factor. Kon in het vorige bericht nog gesproken worden, dat de koers na een sterken teruggang op 8 dezer op
71/33 was aangeland en in de daarop volgende dagen weder
was opgeloopen, deze week ging het weder verder in
dalende richting en op 14 dezer was de wisselkoers reeds onder
7 gekomen, om op 16 dezer den stand van 6
1
/ (dus slechts
eene fractie boven 6
1
/) te bereiken. De daarop volgende dagen
trad eene kleine reactie in en werd 6
11
/
16
genoteerd. De aan-
biedingen van Brazilië kwamen, in overeenstemming met den
loop van den wisselkoers, ook telkens lager af en bij het af-
sluiten van dit bericht wordt Santos 4/- á 6/- lager geoffreerd
dan een week geleden, terwijl Rio ongeveer 3/6 á 4/- lager is.
Op de andere soorten, voornamelijk op de gewasschen Centraal
Asnerikaansche koffie’s, was de invloed van dezen gang van zaken eveneens duidelijk merkbaar. Gewasschen Guatemala
bijv. wordt $ 1
1
1
2
per 50 KG. lager aangeboden dan een week
geleden, namelijk ongeveer $ 30 – voor de beste kwaliteit
Januari/Maart verscheping.
De stemming aan de termijnmarkten was natuurlijk onder
deze omstandigheden bepaald flauw en ten onzent liep het
Santos-contract nog ongeveer 1 è 3 ct. terug, terwijl de
noteeringen van het Gemengd contract ongeveer 2 2 ot.
achteruitliepen.

De loco-markt bleef onveranderd kalm gestemd met zeer
weinig zaken in alle soorten.
Volgens dezer dagen ontvangen telegram uit Brazilië be-
droeg de voorraad, in de Gouvernementspakhuizen en de
spoorwegstations in het binnenland van Soa Paulo en
lIinas Geraes teruggehouden, op 30 September 5.255.000
balen, hetgeen tegen 15 September eene vermeerdering aan-
wijst van niet minder dan 729.000 balen.
De voorraad in de haven van Santos, die reeds in den loop
van de vorige week gedaald was tot iets onder de 900.000
balen, is in de laatste dagen nog kleiner geworden en bedraagt
op het oogenblik slechts 821.000 balen. Dit cijfer is voor dezen
tijd van het jaar wel buitengewoon klein en het moet voor den
uitvoerhandel aldaar wel zeer moeilijk geworden zijn om in
deze beperkte hoeveelheid de vele verschillende kwaliteiten
en beschrijvingen, noodig voor de vervulling van alle afge-
sloten contracten, te vinden en verhooging van de limite
der dageijksche aanvoeren uit het binnenland van Sao Paulo
naar Santos kon daarom nu niet langer uitblijven. Heden werd dan ook een officieel bericht uit Brazilië ontvangen, meldende
dat met ingang van 23 dezer de limite verhoogd zal worden
van 26.000 balen op 32.000 balen en dat dit cijcr zal worden
gehandhaafd tot 5 November as., na wellcen datum de dage-
lijksche aanvoeren zullen worden vastgesteld op eene hoeveel. heid, in overeenstemming met den uitvoer gedurende de voor-
afgaande maanden. Hieruit blijkt, dat de bedoeling is om den
voorraad niet verder te laten afnemen, doch zoo mogelijk
wederom iets op te voeren en verdere vermindering in de
toekomst voorloopig te voorkomen.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op
prompte verscheping zijn thans ongeveer 88/6 è. 89/6 per cwt.
en van dito Prime ongeveer 90/- â 91/-, terwijl zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping,
bedragen 70/- & 70/6.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
noteeringen in de eerste hand thans ook lager. Zaken kwamen echter bijna niet tot stand en de prijzen zijn op het oogenblik:
Palembang Robusta, Oct./Nov. verscheping, 401 á 4 I et.
Jan./Pebr.

41 et.
Eenkoelen

Oet./Nov.

4IJ á 42 ct.
Mandheling

Oet./Nov..

43fr 43 et.
alles per i KG. cif, uitgeleverd gewicht, netta contant.
De officieele loco-noteeringen werden ditmaal verlaagd voor
Superior Santos van 62 ct. op 61 et. per KG. en voor Robusta
van 55 ct. op 52 ct.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-cail als volgt:

Santos-contraet

Gemengd Contract
basis Good

11

basia Santos Good

Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.
11
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.

19 Oct.
48
46
455/
8

437/
8

46
44
42
1
1
8

4021
8

12
50
481/
s

46 48
461
4451
42
2
1
2
5

,,
51
y
4

50
y
4

483%
46J/
49
1
1,
47
45y.
431
28Sept.
525/
8

5181,
49J4 48
1
12
49718
471/
8

46
tj
a

44

De slot-noteeringen te New-York
van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Dec.
1

Maart
Mei
1

Sept.

18 Oct.

……..
$

14,51
$ 14,16
$ 13,87 $ 13.10
,,

15,34
,,

15,05
14,72
14.03
11

,
……….
4

..

……..
,,

15,80

.

,,

15,50
15,25
14,63
27Sept ………
.,,

16,10
.
,,

15,77-
15,54 14,93
Rotterdam, 19 October 1926.

(Medecleeliug van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te
Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
Voorraad
1

Prijs Voorraad
1

Prijs
te
Rio
op
Londen
(In Balen)
lNo.7
1
)
(In Balen)
1
No.41)

18 Oct.

1926
303.000
22.525821.000
24.300
6
11
/
ii

,,

1926
291.000
22.275

844.000
i 24.000
7’1
4

1926
281.000
21.850

940.000)
24.000
7
19 Oct.

1925
153.000
24.175 1.218.000
26.000
7
19
1,

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in ]3alen.

te
Rio
1

te Santos
Data

1
Afgeloopen
1

Sedert
lAfgeloopen
Sedert
week
1

1Juli

1

week
1Juli

16 Oct.

1926.. …I
108.000
11
.464.0001
15.000
2.371.000
17 Oct.

1925.. ,..
96.000
1
.
638
.000
152.000
2.818.000
1) In Reis.

940

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 October 1926

THEE.

In de afgeloopen week vond op den 1 4en de Amsterdamsche
theeveiling plaats, omvattende bijna 14.000 kisten Neder-
landsch-Indische thee directen aanvoer.
De stemming te Londen in de voorgaande 3 weken gaf niet
veel uitzicht op een’ goede veiling, daar Londen bijna voort
durend af brokkelende prijzen toezond voor alles, wat ordinair
en inferieur was, en ook de stemming voor de middenkwali-
teiten niet meer dan prijshoudend genoemd kon worden.
Alleen goede theeën waren aan den vasten kant.
In verband met deze stemming viel de afloop der Amster damsche veiling zeer mede en bleek er voor alle kwaliteiten
met uitzondering der ordinaire en inferieure soorten goede
belangstelling te bestaan, terwijl de prijzen 1 tot 5 ets. hooger
waren dan die der vorige veiling. De veiling had een vlot ver-
loop en zoowel het binnenland als het buitenland waren goed
aan de markt. Wel werden er oorspronkelijk nogal wat partijen
opgehouden, doch zooals gewoonlijk het geval is, werd een
zeer groot gedeelte van het opgehoudene onmiddellijk na de
veiling toch weer afgedaan. Het gemiddelde prijsniveau der
veiling beweegt zich thans weder dicht bij de 90 ets. per h. KG. in entrepôt.
Voor de veiling van 4 November zijn voorloopig aangeslagen
ca. 11.000 kisten Nederlandsch-Indische thee.
De statistische toestand van het artikel in Engeland blijft
ook, blijkens de gepubliceerde cijfers over September, gunstig.
Wel toonen de aanvoeren inSeptember wederom een toename
tegenover die van de overeenkomstige maand van verleden
jaar, en wel van 24 miljoen lbs. (59,2 tegenover 56,8 millioen
ibs.), doch daar staat dadelijk tegenover, dat de invoer tot
verbruik, vooral wanneer men daarbij de economische om-
standigheden in het Vereenigd Koninkrijk in aanmerking
neemt, een mooi cijfer te zien geeft en voor de afgeloopen
maand September van dit jaar een hoeveelheid aangeeft van
ruim 33,6 miffioen ibs., welke hoeveelheid ruim 1 millioen lbs
hooger is dan clie van verleden jaar over dezelfde maand.
Engeland blijft dus trots zware economische crisis zijn thee-
verbruik ten volle handhaven!
Het cijfer der uitvoeren beloopt
7
miffioen lbs. tegenover
ruim 8,7 millioen lhs. over September 1925, zoodat tegenover
aanvoeren van 59 millioenlbs. afleveringen staan ten beloope
van bijna 41 millioen lbs. De voorraden in entrepôt zijn dan
ook met 18 millioen lbs. toegenomen en bedroegen op uit°.
September 175 millioen lbs., welk cijfer 5 miffioen lbs. lager is
dan verleden jaar op hetzelfde tijdstip.
Amsterdam, 18 October.

COPRA.

Gedurende de afgeloopen berichtsweek was de markt vaster,

gestemd. Het aanbod van stoomende partijen is voor het
grootste gedeelte opgenomen en drukt niet meer. Indië gaf
deze week bijna niets af.
De slottioteeringen zijn:
Nederi. -Indische fin. stoomend

F1. 32.
Oct./Nov.afl.

32
1
/
Nov/Dec.,,

32/
Dec/Jan.,,

32
1
/

RUBBER.

In de afgeloopen week is de markt zeer stil geweest met
weinig zaken. Koopers zoowel als verkoopers zijn zeer gere-
serveerd in afwachting van eventueele maatregelen der Engel-
sche regeering.
De voorraden te New-York en Londen blijven voorloopig
toenemen.
De slotnoteeringen luiden:

la Sheets:

einde voorafgaandeweek:
October

1.15

……………1.15
Nov./Dec.

1.164

…………..1.164
Jan.fMaart ’27 1.204

…………..1.204
18 October 1926.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De vraag naar tonnage voor graan van Noord-Amerika is de afgeloopen week flink toegenomen en wel voor October
en November verscheping. Bevrachters van Montreal/Quebec
hebben zoolang mogelijk met de bevrachting gewacht in de
‘hoop dat de vrachten zouden zakken, doch waar nu het sluiten
van de St. Lawrence in zicht is werden zij gedwongen naar
tonnage uit te zien. Voor October is naar de Middellandsche
Zee iets meer dan 40 cents per 100 lbs. betaald en voor Ant-
werpen/Rotterdam 30 cents. Voor November is naar Ant-
werpen of Rotterdam 28 cents gedaan, hetgeen kan worden
herhaald, terwijl naar de Middellandsche Zee 35 cents is ge-

daan’ op basis vn één lshaven. Van St. John wordt tonnage
gezocht naar de Middellandsche Zee per Nov/Dec, op basis
van 25 cents. Van de Northern Range wordt tevergeefsch
20 cents geboden voor gerst naar Bremen. Dc Golf van Mexico was zonder zaken.
Voor zwavel was een flinke vraag en een handige boot is
bevracht van Freeport en Texas City naar Marseille ‘of Cette
tegen $ 7,50 per Nov/Dec.
De North Pacific leefde op en er is ix eer vraag voor Novem-
ber verscheping en later tegen 36/3 van Vancouver. De eenige
bevrachting is een 7500 tonner tegen 35/9 van Vancouver,
Portland of Puget, per 20 Nov./10 Dec.
Van de
La
Plata was een flinke vraag naar tonnage voor
alle posities tot eind December. Prompte tonnage was speciaal
in trek en voor deze positie hebben bevrachters 40/- moeten
betalen van de boven La Plata havens naar Antwerpen,
Rotterdam of Amsterdam, optie Londen of Huli tegen 4 1/-.
Voor November belading zijn de vrachten ook opgeloopen en
wel tot 35/- en December 32/6. Ook voor deze posities is niet
veel tonnage voorhanden, en een verdere stijging der v’rachten
wordt verwacht.
De vraag naar tonnage voor chilisalpeter was gering doch
tengevolge van de gereserveerde houding der reeders zijn de
vrachten opgeloopen. Twee partijen van 2000 tons werden
bevracht per 23 Dec./23 Jan. naar Havre/Rotterdam range tegen 27/6, hetgeen kan worden herhaald. Naar Bordeaux/
Antwerpen range is de vrachtvordering der reeders 30/- per
Jan/Febr/Maart. Per Januari is een volle lading aan de markt naar Denemarken/Zweden/Danzig, waarvoor 30/- in uitzicht
gesteld wordt.
Van het Oosten is geen groote vraag naar tonnage doch
niettemin zijn door liet geringe aantal beschikbare booten de
vrachten iets opgeloopen. Australië was niet levendig doch
na de bevrachting van een 6000 tonner van Zuid.Australië
of Victoi-ia per December tegen 44/6, optie Sydney tegen 45/6 en een 7500 tonner van Zuid-Australië of Victoria per Februari
tegen 45/-, hebben bevrachters 47/6 betaald voor een 7000
tonner van dezelfde laadhavens per Jan./Febr. Er is een aan-
zienlijk tekort aan tonnage voor Januari verscheping. Britsch-
indië verschaft nog steeds geen zaken op
d.w.
basis en ‘de
vracht naar de Middellandsche Zee/U.K./Continent is nominaal
ongeveer 25/-. Van Zuid-Afrika werden kolen bevracht naar
Colombo per Oct./Nov. en 10/6 per Nov. en naar Bombay
tegen 13/44 per Nov.
De Donau bleef vast voor October en November en er werd tot 28/. betaald voor handige tonnage. Minder werd er gedaan
van de Zwarte Zee havens. Na een pauze van eenige dagen
toonen bevrachters weer eenig interesse voor Noverhber
booten tegen 21/6 tot 22/..
Van de Middellandsche Zee werd de laatste dagen veel erts
bevracht Twee booten werden gedaan van Bona naar Rotter-
dam tegen 7/9 en Huelva heeft tonnage opgenomen naar
Rotterdam tegen 1 0/6 en
1 1/-
– Vlaardingen
1
2/- en Rieme
10/-.
De Golf van Biscaye gaf een verdere stijging in de vrachten te zien. Twee booten werden bevracht van Bilbao naar Rotter-
dam tegen 6/- hetgeen kan worden herhaald.
De Amerikaansche kolenvrachtenmarkt was tamelijk vast en er was een flinke vraag naar booten voor U.K. Het aantal
bevrachtingen van deze week bedroeg ongeveer 60 booteit
Voor 10 Nov. cancelling werd 26/- tot 27/6 betaald; 30 Nov.
25/- en 10 Dec. 20/- tot 22/..

RIJN VAART.
Week van 10 t/m. 16 October 1926.

De aanvoeren van zeezijde bleven tamelijk levendig.
Scheepsi-uimte, hoewel schaarsch, was voldoende beschikbaar.
De ertsvrachten naar de Rulu’havens bedroegen gemiddeld
f1. 1,40 met
4
en f1. 1,60 met
4
lostijd per last, naar Rhein-
hausen resp. f1. 1,70 en f1. 1,90.
Daghuur voor den Bovenrijn 54 á 54 ets. per ton.
Er werden veel schepen gecharterd op basis van export-
kolenvracht, terwijl verscheidene schepen op eigen risico
ledig opsleepten. De huur voor schepen om in de Ruhrhavens
kolen te laden, bedroeg 5 ets. per dag en per ton.
Het sleeploon varieerde tusschen 50- en 40.cts. tarief.
Op den Bovenrijn bleef het water vallend, terwijl op den
Benedenrjn de waterstand gunstiger werd. Naar den Bovenrijn
werd voortdurend op M. 1,60 en naar den Benedenrijn in het
laatst der week op M. 2,30 afgeladen.
De verschepingen van kolen in de Ruhrhavens bleven onver-
mindei-d druk. Echter onderging de exportkolenvraclit ten
gevolge van het wassende water in het laatst der week een
daling van M. 3,20 tot M. 2,80 per ton
mci.
sleepen.

Auteur