Ga direct naar de content

Hoog ziekteverzuim in quartaire sector

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 25 2002

   
Hoog ziekteverzuim in quartaire sector
De quartaire sector zucht onder een hoog ziekteverzuim. Aanpak hiervan is de sleutel tot verbetering van de productiviteit.
In de afgelop en jaren is er in d e publieke d iscussie nogal b eroering geweest over de matige p restaties v an de publieke d ienstverlening. Ged eeltelijk zou d it toe te schrijv en zijn aan knelp unten in de personeelsv oorziening. In d it artikel wordt belicht hoe ernstig d e personeelsp roblematiek op de q uartaire arb eidsmarkt eigenlijk is.
De gedachte is dat het functioneren van de quartaire sector ernstig wordt gehinderd indien er:
» veel vacatures openstaan;
» sprake is van een hoog ziekte-verzuim ;
» veel personen onder hun niveau werken;
» het werk zich kenm erkt door ongunstige om standigheden, zoals bijvoorbeeld een slechte werksfeer en een hoge werkdruk.
Het merendeel van deze bevindingen is ontleend aan het hoofdstuk arbeid van het onlangs verschenen Sociaal en cultureel rapport 2002 dat in zijn geheel aan de kwaliteit van de quartaire sector is gewijd 1. In de quartaire sector gaat het in grote lijnen om activiteiten die tot de niet-commerciële dienstverlening gerekend kunnen worden. De belangrijkste deelsectoren zijn de zorg, het onderwijs en het openbaar bestuur.
Vacatures
Uit de vacaturecijfers blijkt dat de grootste oververhitting van de quartaire arbeidsm arkt achter ons ligt (zie figuur 1). In het tweede kwartaal van 2002 nam het aantal openstaande vacatures af in vergelijking m et dezelfde periode een jaar daarvoor. Hiermee voegt de quartaire sector zich met enige vertraging bij de m arktsector, die al eerder een daling van de groei van het aantal vacatures liet zien. Binnen de quartaire sector zullen hierdoor de knelpunten in de personeelsvoorziening verm inderen.
Auteur(s ):Dagevos, J. (auteur)De auteur is als senior onderzoeker arb eidsmarkt verbonden aan het Sociaal en Cultureel Plan-bureau. (auteur)j.dagevos@scp.nl
Vers che nen in:ESB, 87e jaargang, nr. 4380, pagina 772, 25 oktober 2002 (datum)
Rubrie k:Monitor
Tre fw oord(e n):productiviteit

Cijfers over de vacaturegraad, (het aantal vacatures per duizend banen) nuanceren de verhalen over gebrek aan personeel in de quartaire sector. In het openbaar bestuur en in het onderwijs is de vacaturegraad in de laatste jaren lager geweest dan in de marktsectoren. Uitzondering is de zorg waar de vacaturegraad in het afgelopen jaar op ongeveer hetzelfde niveau ligt als in de commerciële dienstensector.
Wanneer het gaat om het aandeel moeilijk vervulbare vacatures is het beeld gedifferentieerder. In 2001 is in het onderwijs en in de zorg het aandeel moeilijk vervulbare vacatures voor het eerst in jaren groter dan in de com merciële dienstensector. In het openbaar bestuur is dit aandeel evenwel fors lager. Afgezet tegen de om vang van de werkgelegenheid is het aandeel moeilijk vervulbare vacatures (per duizend banen) in de quartaire sector in vergelijking m et de commerciële dienstensector echter lager (onderwijs en openbaar bestuur) of gelijk (zorg).
Nu zeggen vacaturegegevens overigens niet alles over de ernst van de knelpunten in de personeelsvoorziening. Om dat in de quartaire sector uitstel van levering van diensten vaak niet mogelijk is en alternatieven niet of nauwelijks voorhanden zijn, lijken personeelstekorten in de quartaire sector zwaarder te wegen dan in de m arkt 2. Ondersteuning voor deze gedachte vinden we in de opvattingen van werkenden over de repercussies van personeelstekorten. Werknem ers in het onderwijs en in de gezondheids- en welzijnszorg zijn namelijk vaker dan werknem ers in andere sectoren van m ening dat de personeelstekorten in hun sector tot gevolg hebben dat de kwaliteit van de dienstverlening er onder lijdt 3. Naar verhouding weinig werknem ers in de marktsector vinden dat de bestaande personeelstekorten ongunstige effecten hebben voor de output van hun arbeidsorganisatie. Deze bevindingen ondersteunen de gedachte dat in de quartaire sector in het algem een, en het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg in het bijzonder, personeelstekorten grotere consequenties hebben voor de kwaliteit van de dienstverlening dan in de m arkt. Hiermee hangt sam en dat werken in de quartaire sector doorgaans m ensenwerk is en ‘cliënten’ nauwelijks uitwijkmogelijkheden hebben.
Ziekteverzuim
Knelpunten in de personeelsvoorziening worden niet uitsluitend bepaald door het aantal vacatures en het gem ak waarmee ze vervuld worden. Wanneer het zittend personeel niet optim aal inzetbaar is, komt de dienstverlening eveneens onder druk te staan. In dat opzicht is er binnen de quartaire sector door m iddel van terugdringing van het ziekteverzuim nog een wereld te winnen. Hoewel we enigszins gehinderd worden door afwijkende definities (zie noot a onderaan tabel 1) is het zonneklaar dat het ziekteverzuim in de quartaire sector zeer hoog is. Met name de politie, de gemeenten en het onderwijs scoren slecht. Ook binnen de gezondheids- en welzijnszorg is het verzuim hoog. Binnen de com merciële dienstverlening is het beduidend lager. De secundaire sector (industrie en bouw) neem t een tussenpositie in.
Het ziekteverzuim in de quartaire sector is bovendien in de afgelopen jaren – zowel in absolute als relatieve zin – scherp gestegen. In de marktsector lijkt het ziekteverzuim zich te stabiliseren, terwijl in de quartaire sector, m et uitzondering van de zorg, het ziekteverzuim een overwegend stijgende lijn laat zien.
Onderbenutting van kwalificaties
Wil een arbeidsorganisaties adequaat functioneren, dan is het niet alleen noodzakelijk dat er voldoende aantallen werknem ers zijn – en dus weinig openstaande vacatures en een gering ziekteverzuim – maar ook dat het beschikbare personeel optim aal wordt ingezet. Een van de manieren om dit vast te stellen is de m ate waarin het opleidingsniveau en het beroepsniveau op elkaar aansluiten. Aangenom en mag worden dat in het geval dat veel werknem ers onderbenut zijn, een betere allocatie van werk-nemers m ogelijk is. Door het opleidingsniveau af te zetten tegen het beroepsniveau kan worden bepaald of er sprake is van aansluiting of dat werkenden onder- of
Figuur 1. V acatures naar sector, m utatie t.o.v. hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar in procenten
Tabel 1.Ziekteverzuim-percentages (exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof) naar sector, 1996-2001
                                1996        1997     1998   1999     2000        2001
openbaar bestuurrijk                             5,9         5,7      6,4    7,0      7,7         7,9politie                          7,5         8,0      8,1    8,5      9,4         9,5defensie                         4,8         5,2      5,6    5,8      6,3          nbrechterlijke macht               3,0         2,8      3,7    4,2      4,6         4,7gemeenten                        6,3         6,8      6,6    7,8      8,5         8,4provincies                       5,7         6,0      6,5    7,5      7,6         7,8onderwijsbo, vo en (v)so                  7,2         7,2      7,7    8,4      8,7         8,7hbo                              4,6         5,4      5,2    6,3       nb         nbwo                               3,8         3,8      4,0    4,3       nb         nbgezondheids- en welzijnszorga    6,7         6,9      7,3    7,8      7,8         7,5 ziekenhuizena                    6,3         6,4      6,8    7,2      7,4         7,1verpleeg- en bejaardenhuizena    7,0         7,3      7,8    8,4      8,6         8,2 primaire sectora                 3,4         3,5      3,4    3,6      3,9         3,4secundaire sectora               4,9         5,2      5,7    6,0      6,1         6,1tertiaire sectora                4,1         3,8      4,2    4,6      4,8         4,8
a: De ziekteverzuimpercentages van de m arktsectoren en van zorg en welzijn betreffen verzuim korter dan 1 jaar, voor de andere sectoren is ook verzuim langer dan 1 jaar in de cijfers opgenomen.Bron: cbs ( Statline, Ziekteverzuim binnen de overheid en Ziekteverzuim binnen particuliere bedrij- ven); TK 2001-2002 (28 002), TK 2002-2003 (28 602).

overbenut worden. Tevens is op meer subjectieve wijze het vraagstuk van aansluiting vastgesteld door werkenden te vragen in hoeverre zij van mening zijn dat hun werk aansluit op hun opleidings-niveau en ervaring.
Wat direct opvalt is dat veel werknem ers in de quartaire sector een bij het opleidingsniveau passend beroepsniveau hebben (tabel 2). Dit geldt in het bijzonder in het onderwijs en in de gezondheidszorg. Deze percentages zijn geen toeval. Deze sectoren vertonen sterke trekken van een beroepsdeelmarkt waar entree-eisen in hoge mate (wettelijk) om schreven zijn. Wie als leerkracht, als verpleegkundige of arts aan de slag wil, zal over de daarvoor benodigde papieren m oeten beschikken. Zonder deze kwalificaties komt men er niet in. Ook in tijden van krapte kunnen werkgevers niet besluiten om personen met een ander dan het vereiste opleidingsniveau aan te nem en, hoewel recentelijk onder druk van de omstandigheden wel aan de entree-eisen wordt gemorreld. In het onderwijs bijvoorbeeld zijn de instroommogelijkheden voor niet-gediplom eerden verruim d, maar een groot succes is dit vooralsnog niet.
Typerend voor een beroepsdeelm arkt is verder dat interne doorstroom mogelijkheden relatief beperkt zijn. Dat de gezondheidszorg en het onderwijs ook aan dit kenm erk voldoen, kan worden opgem aakt uit het lage aandeel werknem ers dat boven het opleidingsniveau werkzaam is. Entreefuncties zijn vaak eindfuncties. Op een beroepsdeelm arkt is dus van onderbenutting weinig sprake, maar tegelijkertijd zijn mogelijk-heden tot doorstroom beperkt.
Kenmerken van het werk
Een laatste mogelijke reden voor het m inder functioneren van de quartaire sector zou kunnen liggen in de kenm erken van het werk. In tabel 3 zijn zes kenmerken onderscheiden. Som mige daarvan spreken voor zich, andere verdienen een korte toelichting. Bij vaardigheidsm ogelijkheden gaat het om de mate waarin het werk afwisselend is en ontplooiings- en leerm ogelijkheden biedt. Regel-capaciteit heeft betrekking op de invloed die werkenden hebben op het tem po en volgorde waarin en de wijze waarop ze het werk uitvoeren. Indien het werk zich kenmerkt door een hoge mate van tijdsdruk en een geringe m ate van regelcapaciteit is de kans op werkstress en burn-out groot. Dit laatste komt tot uitdrukking in de mate waarin het werk emotioneel uitputtend wordt gevonden 4.
De gedachte is dat de kwaliteit van de dienstverlening onder druk kom t te staan wanneer er sprake is van slechte arbeidsomstandigheden, een hoge werkdruk, weinig uitdagend werk, enzovoorts.
Tabel 2.Relatie tussen opleidings- en beroepsniveau naar sector, in procenten, 2000
                   Beroepsniveau     Beroepsniveau  Beroepsniveau    werk sluit aan.bij                   Lager dan         gelijk aan     dan opleidings-  opleiding en                     Opleidingsniveau  opl.niveau     niveau           ervaring                   (onderbenutting)  (aansluiting)  (overbenutting)) (subjectief)
quartair                17                69              15               81openbaar bestuur        18                63              19               75onderwijs                8                80              12               85gezondheidszorg         16                74              11               85maatschappelijke dienstverl              18                66              16               85cultuur, recreatie en sport                29                50              21               71primair                 23                46              31               67secundair               21                55              24               70tertiair                30                50              20               68totaal                  24                57              20               73
Bron: cbs (EBB2000), (POLS 2000, subjectieve vaststelling), scp-bewerking
Tabel 3 Kenmerken van werk, gemiddelde scores, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, beroepsniveau, opleidingsniveau en omvang werkweek,2000
                                    arbeidsinhoud        fysieke arbeids-  arbeids-    vaardigheids-   tijds-   regelcapa-    emotioneel         omstandighedena verhoudingena mogelijkhedena  druka     citeita     uitputtendb        (1 = ongunstig)(1 = ongunstig)(1 = gering)   (1 = hoog) (1 = weinig) (1 = hoog)
openbaar bestuur     2,6+            2,8          2,6           2,2         2,5         5,3+onderwijs   2,6+            2,9+         2,7           2,2         2,3-        5,0- zorg        2,4-            2,8          2,8+          2,1-        2,4-        5,1- cultuur,recr., sport2,6+            2,7          2,7           2,3+        2,6+        5,3primair     2,4-            2,8          2,5-          2,4+        2,6+        5,3 secundair   2,4-            2,8          2,6-          2,2         2,5-        5,2 tertiair    2,7+            2,8          2,7           2,2         2,6+        5,3+
a. Schaal loopt van 1 tot en m et 3. b. Schaal loopt van 1 tot en m et 7. + significant hoger dan het gemiddelde; – significant lager dan het gemiddelde. Bron: cbs (pols 2000), scp-bewerking.

tabel 3 laat zien dat dit meevalt.
Werkenden oordelen over het geheel genom en tamelijk gunstig over de kenm erken van hun werk. Wanneer het gaat om de fysieke
arbeidsomstandigheden, de arbeidsverhoudingen, de vaardigheids- en regelmogelijkheden is steeds sprake van hoge gem iddelden. Met
tijdsdruk kampen de meeste werkenden m et enige regelmaat, maar het is niet zo dat hiervan structureel sprake is. Ook is het werk voor de
overgrote m eerderheid niet m entaal uitputtend: hier liggen de scores doorgaans boven de vijf hetgeen betekent dat er wel eens
mom enten zijn dat m en ‘het zat is’, maar dat deze ge- moedstoestand bij de m eesten niet alle dagen van het jaar de boventoon voert. Het
over het geheel genom en gunstige beeld laat onverlet dat het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg minder gunstig scoren.
Naast de fysiek belastende werkzaam heden die in de zorg naar verhouding veelvuldig voorkom en, ervaren werkenden in deze
deelsectoren geringe mogelijkheden om hun eigen werk te organiseren. De regelcapaciteit is beperkt en dit betekent in com binatie met
een hoge tijdsdruk dat de belasting relatief groot is. Dit uit zich in een betrekkelijk groot aantal werkenden in de zorg en in het onderwijs
dat het werk em otioneel uitputtend vindt. V oor hen is het risico op burn-out groot.
Conclusies
Omdat het in de quartaire sector vaak om mensenwerk gaat, is de beschikbaarheid en het optim aal functioneren van personeel van groot
belang. De hier gepresenteerde gegevens laten zien dat de quartaire sector zich vooral door het hoge ziekteverzuim ongunstig
onderscheidt van de marktsector. Hierdoor gaat veel productiecapaciteit verloren en dit legt een grote druk op de rest van het personeel.
Indien de quartaire sector het ziekteverzuim beter onder controle krijgt, zullen knelpunten in de personeelsvoorziening in hoog tem po
verdwijnen, ook omdat op dit moment binnen de quartaire sector het aantal openstaande vacatures aan het dalen is (zie figuur 1). Om dat
in de quartaire sector het ziekteverzuim al jarenlang hoog is, lijkt het geen sinecure om een forse daling te realiseren. Het zal om een brede
en intensieve aanpak moeten gaan, waar aanpassingen van arbeids-inhoud (bijvoorbeeld vergroting van de regelcapaciteit) en
arbeidstijden (mogelijkheden verruim en om arbeid en zorg te com bineren, omdat veel vrouwen in de quartaire sector werken) in de rede
liggen. Daarnaast kan gedacht worden aan de invoering van financiële prikkels, zoals het belonen van werknem ers met een gering
verzuim . Laatstgenoem de maatregel oogst bij werknem ers en bonden geen applaus, m aar ze zijn het experiment waard: werken in een
contex t waar voortdurend collega’s wegens ziekte afwezig zijn, verhoogt evenm in de arbeidsvreugde.
1 Sociaal en Cultureel Planbureau, Sociaal en cultureel rapport 2002. De kwaliteit van de quartaire sector, Den Haag, 2002.
2 Vergelijk m inisterie van BZK, De arbeidsm arkt in de collectieve sector. Investeren in m ensen en kwaliteit (rapport Commissie V an Rijn),
Den Haag, 2001 en Centraal Planbureau, Macro-econom ische verkenning 2002, Sdu, Den Haag, 2001.
3 Bron: scp-enquête kwaliteit van de quartaire sector.
4 Een uitgebreidere toelichting op de inhoud van deze begrippen en de m eting ervan is te vinden in: J. Dagevos, Arbeid in de quartaire
sector, in: Sociaal en Cultureel Planbureau, Sociaal en cultureel rapport 2002. De kwaliteit van de quartaire sector, SCP, Den Haag, 2002.
   
Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur