DEZE WEEK
‘onjimctuur
Hoge groei in
Duitsland
Duitsland
De economische groei in Duitsland
bevindt zich op zeer hoog niveau. In
het westelijk deel groeide de industriele produktie in juni met 2,5% tegenover mei, waarmee de jaarlijkse
stijging 5,8% bedraagt. In mei werd
een daling van 0,9% gesignaleerd.
De groothandelsverkopen stegen
deze maand met liefst 12%, waarmee
de gemiddelde groei op jaarbasis in
de eerste zes maanden uitkwam op
10%. De krachtige binnenlandse
vraag resulteert onder meer in een
groei van de import, terwijl de ruimte voor export beperkt wordt. De
handelsbalans vertoonde in mei wederom een tekort, maar in juni werd
een omslag geregistreerd. In die
maand was wederom sprake van
een overschot van 400 miljoen mark.
In de eerste zes maanden van dit
jaar bedroeg het overschot daarmee
5 miljard mark tegenover nog 64,8
miljard mark vorig jaar (hoewel dit
laatste cijfer alleen het Westduitse
overschot toonde). Overigens wordt
de daling van de exportorders in
veel sectoren niet geheel gecompenseerd door een hogere binnenlandse
vraag, zodat de orderportefeuilles
hier en daar teruglopen. De zwakke
conjunctuur in veel exportlanden is
hieraan debet. Voor het tweede
kwartaal rekent de regering op een
economische groei van 4,8% in de
westelijke deelstaten, hetgeen aanleiding vormde voor het opwaarts bijstellen van de verwachting voor het
eerste halfjaar tot 4,5%. Kohl zei nu
te rekenen op een groei van boven
3% dit jaar, waar men eerder nog uitging van om en nabij 2,5%. De
OESO-voorspelling van 2,8% op jaarbasis lijkt daarmee te pessimistisch.
Algemeen wordt verwacht dat het
disconto in Duitsland zal worden
verhoogd vanuit het huidige niveau
van 6,5%. Rekening wordt gehouden
met een totale verhoging met 1,5%
gedurende de komende twee maanden. De oplopende inflatie vormt
een belangrijke factor. Daarnaast is
het gat tussen disconto en Lombardtarief dat momenteel 9% bedraagt
erg groot. De keerzijde hiervan is
dat een eventuele discontoverhoging niet tot een navenante stijging
van de marktrente behoeft te leiden.
Hilmar Kopper van de Deutsche
Bank stelde recentelijk dat een discontoverhoging deze herfst onontkoombaar is tegen de achtergrond
van de invloed van de scherpe loonstijgingen op het prijspeil. Schlesinger van de Bundesbank stelde dat
de argumenten voor een discontoverhoging duidelijk waren. Zeker toen
het inflatiecijfer over juli bekend
werd, 4,5% op jaarbasis, werd de
markt nog eens met de neus op de
feiten gedrukt.
Verenigd Koninkrijk
In het Verenigd Koninkrijk heeft minister van Financien Lament aangekondigd dat de inflatie voor het einde van het jaar onder de 4% zal zijn
beland. Over juni was nog sprake
Jit
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737
van een stijging van 0,4%, •waarmee
het jaarcijfer onveranderd bleef op
5,8%. Overigens wordt zijn gelijktijdige mededeling dat de economic zich
dramatisch herstelt door verschillende waarnemers weersproken. De Engelse werkgeversorganisatie CBI
stelt dat het producentenvertrouwen
nog steeds afneemt, terwijl de investeringen worden teruggeschroefd.
Ook de BCC (de Engelse kamers van
koophandel) komt na een enquete
onder ruim 7400 bedrijven nog met
een pessimistisch toekomstbeeld. In
de gepubliceerde economische cijfers is in ieder geval van een herstel
nog geen sprake. In juni stegen bijvoorbeeld de detailhandelsverkopen
weliswaar met 1,3% ten opzichte van
mei, op jaarbasis was nog steeds
sprake van een daling met 0,7%.
Ook uit de cijfers voor industriele
produktie en werkloosheid is nog
een negatieve tendens op te maken.
Verenigde Staten
Ook in de VS neemt de inflatie gestaag af, hetgeen leidt tot optimisme
bij Greenspan, de president van de
Fed. Op jaarbasis bedroeg de inflatie
in de eerste zes maanden 2,7%. In
het tweede kwartaal van dit jaar
werd in de VS een economische
805
ECONOMIE
Valutakoersen
1991
hoogste
koers
Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen
1991
laagste
koers
2,07
1,64
3,38
3,26
112,82
135,62
149,04
112,60
128,95
125,36
groei van 0,4% gerealiseerd, na twee
eerdere kwartalen van economische
contractie. Toch viel het groeicijfer
tegen, aangezien een cijfer van 1%
werd verwacht. Voor het tweede
halfjaar verwacht het Witte Huis een
groei van 2,5% tot 3%, maar wel op
Koers
per
5/7
Koers
per
2/8
2,07
3,32
112,60
130,37
149,04
1,99
3,31
112,73
129,29
144,42
gedrukt door de omvangrijke Internationale bijdragen aan de Golfoorlog.
Aan het valutafront Hep de koersstijging van de dollar ten einde. De matige economische groei in het twee-
voorwaarde dat de groei van de geld-
de kwartaal (0,4%) en bij voorbeeld
de werkgelegenheid in juli vielen de
hoeveelheid toeneemt. In dat op-
markt tegen. Eerder hadden interven-
zicht -was de opmerking van Greenspan dan ook zeer welkom. Een
soepel monetair beleid is een wezen-
ties door de centrale banken het vertrouwen in de dollar al aan het wankelen gebracht. Nu blijkt dat de
lijke conditie, daar de groei van de
geldhoeveelheid juist stagneert, niet-
economische groei slechts traag op
gang komt, hetgeen verdere ruimte
tegenstaande de regelmatige renteverlagingen door de Fed.
Uit de stroom economische berich-
biedt voor renteverlaging, en in
Duitsland de rente juist een stijgende tendens vertoont, wordt de dollar
ten blijkt dat de economic zich op
minder aantrekkelijk voor de beleg-
een keerpunt bevindt, hoewel steeds
duidelijker wordt dat het herstel
slechts matig zal zijn. De index van
ger.
Japan
leading indicators blijft bijvoorbeeld
Evenals in Duitsland en Nederland
wel verbeteren, maar de stijging is la-
heeft men ook in Japan zorgen omtrent de inflatie. In juli vond weer
ger dan voorzien. Na een stijging
met 0,3% en 0,8% in april en mei
steeg de index in juni met 0,5%, tegen een verwachte stijging met 0,6%
tot 0,7%. Van de elf samenstellende
deelindicatoren vertoonden er vijf
een daling en vijf een stijging. De orders voor de verwerkende industrie
daalden in juni zelfs met 1,4% terwijl
de eerder gemelde stijging over mei
verd gecorrigeerd van 2,9% naar
2,3%. Eenzelfde beeld toonde de or-
derontvangst voor duurzame goederen, die in juni daalde met 1,6%, tegen een verwachte stijging van 0,4%.
Tegelijkertijd werd het mei-cijfer herzien van 3,4% tot 2%. En ook uit de
ontwikkeling van de werkgelegenheid, in juli verdwenen 51.000 ba-
nen, blijkt nog geen krachtig herstel.
De trager dan verwachte economische groei is overigens van groot belang voor de ontwikkeling van het
begrotingstekort. In plaats van een
geleidelijke afbouw van het tekort
moet volgens de laatste ramingen rekening worden gehouden met een
tekort van 348 miljard dollar in het
per 1 oktober a.s. aanvangend begrotingsjaar. In het lopende jaar zal het
tekort waarschijnlijk uitkomen op
282 miljard dollar. Het bedrag is nog
806 !
een lichte stijging met 0,2% plaats,
waardoor de prijzen gemiddeld 3,7%
hoger liggen dan een jaar geleden.
De detailhandelsverkopen lieten in
het eerste halfjaar een explosieve
groei met 8,3% zien. Toch zijn er tekenen die wijzen op een economische afkoeling. De autoverkopen
staan onder druk en de waarde van
de getekende exportcontracten
loopt terug, hetgeen ook geldt voor
de industriele produktie. Na een daling met 0,1% in het eerste kwartaal
leverde het tweede kwartaal een daling van de industriele produktie
met 0,6% op. Op jaarbasis is nog
sprake van een stijging van ruim 3%.
De Japanse yen stond medio van de
maand onder druk van de financiele
schandalen en verloor in enkele we-
ken 6 cent op/ 1,42 per 1000 yen.
Nederland
De inflatie in Nederland is oplopend
en lag in mei op 3,3%. De in de komende tijd te publiceren cijfers zul-
len nog oplopen. Huurstijgingen,
meer accijns op tabak en benzine en
de hogere ziektekostenpremies spelen hierbij een rol. De loonstijgingen
vormen vooralsnog geen oorzaak, al
ligt het risico van een loon/prijsspiraal wel op de loer. In eigen land
werd melding gemaakt van een negatieve groei van het bnp in het eerste
kwartaal met 0,6% ten opzichte van
het zeer goede vierde kwartaal van
vorig jaar. Ten opzichte van een jaar
eerder was nog sprake van 2,5%
groei. De groei werd volledig gedragen door de consumptie en expor-
ten. De investeringen en overheidsbestedingen lieten het afweten. Van
belang was de invloed van het koude winterweer dat uitmondde in
meer vorstverlet hetgeen ook naar
andere sectoren doorwerkt. Keerzij-
de van het slechte weer was 20%
meer aardgasproduktie. In mei nam
de industriele produktie toe met 2%,
waar die in april nog afnam. Vooralsnog ontwikkelt de Nederlandse economic zich in internationaal perspectief bezien relatief gunstig. De goede
ontwikkeling in Duitsland is daaraan
mede debet.