Ga direct naar de content

Herstel in vijfvoud

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 13 2002

Herstel in vijfvoud
Aute ur(s ):
Deze rubriek w ordt maandelijks samengesteld door Bouke Buitenkamp, Hans Pijl, Maarten van Rooij en Ad Stokman.
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4389, pagina 911, 13 december 2002 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuur

Alle deelindicatoren van de dnb-barometer staan op groen. Er is reden voor enig optimisme, ondanks de nog zeer zwakke
Nederlandse conjunctuur.
Het recente verloop van de dnb-indicator is een schoolvoorbeeld van een weerbarstige voorspelpraktijk (figuur 1). In juli 2002 gaf de
dnb-indicator de eerste prille signalen af van een aanstaand herstel van de conjunctuur. In de daarop volgende maanden werden de
contouren van herstel volgens de dnb-indicator duidelijker en reikt de opgang inmiddels tot april 2003. De feitelijke conjunctuur tot
en met de laatst bekende maand september laat het echter nog volledig afweten.

Figuur 1. De DNB-conjunctuurindicator
Vals signaal?
Is de dnb-conjunctuurindicator te optimistisch of geeft ze misschien een vals signaal af? Dit laatste gaat vaak wel op voor de
beurskoersen. Zo signaleerde Paul Samuelson destijds dat de aandelenkoersen op Wall Street negen recessies voorspelden, terwijl er
slechts vijf zich daadwerkelijk voordeden 1. Vanwege deze overgevoeligheid maken aandelenkoersen geen deel uit van de leading
indicator van de Bank. Drie andere financiële/monetaire grootheden doen dat wel, te weten de reële geldhoeveelheid, de reële korte
eurorente en het verschil tussen de lange en korte rente. Daarnaast maken twee reële grootheden (de verwachte Nederlandse
bedrijvigheid en de Ifo-indicator voor de Duitse industrie) deel uit van de indicator.
Door de tijd heen schommelt de voorspelkracht van de deelindicatoren. Zo is de laatste jaren de voorspellende waarde van het verschil
tussen lange en korte rente teruggelopen. Dit is mogelijk gebeurd door de grote internationale kapitaalbewegingen, zoals ten tijde van de
Azië-crisis, en de wereldwijde hausse en het daaropvolgend inzakken van de beurzen. Maar tegelijkertijd blijken de deelindicatoren elkaar
goed aan te vullen. Dit is een belangrijk voordeel van samengestelde indicatoren. Ter illustratie: over een tijdspanne van dertig jaar is de
correlatie tussen de gerealiseerde conjunctuur en de indicator met een waarde van 0,83 hoog geweest, en interessant genoeg ook hoger
dan die tussen referentiereeks en elk van de deelindicatoren (variërend van 0,48 tot 0,78).
In haar lange bestaan heeft de indicator nog geen vals signaal voor omslagpunten afgegeven. Wel was de signalering soms aan de late
kant. Daar is nu geen sprake van. Eén keer eerder heeft zich een situatie voorgedaan vergelijkbaar met de huidige. Dat was in 1995, maar
achteraf bleek dat de indicator het bij het goede einde had 2. Zowel herzieningen van de cijfers van de productie als bijstellingen van de
onderliggende trend – welke pas na enig tijd nauwkeuriger kan worden vastgesteld (het zogenoemde eindpuntprobleem) – waren hiervoor
toentertijd verantwoordelijk. Daarmee kwam de ultieme wensdroom van de voorspeller uit: de gemeten realiteit voegde zich naar de
voorspelde.
Vijf neuzen in dezelfde richting
Een tweede belangwekkend gegeven is dat sinds kort alle vijf deelindicatoren een stijgende lijn vertonen. In zijn vanaf 1965 alle
tijdvakken gemarkeerd waarin zich iets soortgelijks voordeed. Hieruit kan worden opgemaakt dat een dergelijk signaal in het verleden

altijd samenviel met een periode van opgang, en zo beschouwd kan deze maximale eendracht geïnterpreteerd worden als een krachtig
positief signaal.
Over de duur en kracht van de opleving zegt zo’n signaal overigens weinig. De ene keer doet het zich voor aan het begin van de
opgaande cyclus, de andere keer in het midden of in een rijpere fase van de cyclus. En soms ook tijdens een kleinere subcyclus.
Voorzichtig optimisme
Op grond van het bovenstaande zijn we geneigd de indicator het voordeel van de twijfel te gunnen. Hoe sterk het voorziene herstel in
ons land is, zal moeten blijken. Maar we zullen het om met Albert Einstein te spreken snel genoeg weten: “I never think of the future, it
comes soon enough”

1 Signs and stocks, Newsweek, 19 september 1966.
2 L. de Haan en F.W. Vijselaar, De vernieuwde dnb-indicator, ESB, 4 september 1998,

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs