Ga direct naar de content

Haagse tekortneurose

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 5 2002

Haagse tekortneurose
Aute ur(s ):
Vendrik, K. (auteur)
De auteur is financieel woordvoerder voor de tweede kamerfractie van GroenLinks
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4358, pagina 343, 3 mei 2002 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Het trendmatig begrotingsbeleid dreigt de komende kabinetsperiode in de vuilnisbak te belanden. Er is sprake van opmerkelijke
eensgezindheid bij PvdA, D66, CDA en VVD over de vermeende noodzaak nooit meer een feitelijk tekort op de begroting te accepteren.
Nu de overschotten van Zalm door de reeds uitgedeelde lastenverlichting en de huidige laagconjunctuur vrijwel zijn verdwenen, werpt
deze nieuwe begrotingsnorm al een forse schaduw vooruit. In het laatste Centraal Economisch Plan prognosticeert het CPB bij
ongewijzigd beleid een tekort van 0,5 procent van het bbp in 2003. Nemen de grote partijen hun afschuw voor feitelijke
begrotingstekorten serieus, dan mogen zij de kiezers komend najaar gaan uitleggen dat in weerwil van de brede verontwaardiging
over talrijke publieke tekorten (zorg, onderwijs, veiligheid, natuur en milieu) het dreigende begrotingstekort meteen in 2003 een
bezuinigingsoperatie van ongeveer 2,5 miljard euro afdwingt, waarmee de helft van de financiële wensen van deze partijen al in de
prullenbak ligt. Hebben PvdA en cda in de gaten waar hun nieuwe begrotingsnorm toe leidt?
Inconsistent is het zeker: ten tijde van de start van Paars I en Paars II werd uitgegaan van een feitelijk emu-tekort. Desondanks mocht een
fors deel van de inkomstenmeevallers besteed worden aan lastenverlichting. Het wegwerken van het tekort had kennelijk niet de
allerhoogste prioriteit. Nu ineens wel, terwijl we jaren van feitelijke overschotten achter de rug hebben met een spectaculair daling van de
staatsschuldquote met dertig procent van het bbp als gevolg. Als de grote politieke partijen hun zin krijgen, zal alles moeten wijken voor
een dreigend tekort.
Recentelijk heeft nota bene het imf minister Zalm gewaarschuwd, dat de nieuwe begrotingsregels die op het Binnenhof circuleren voor de
komende kabinetsperiode de werking van de automatische stabilisatoren zullen belemmeren. De ondergrens voor het gehanteerde emusaldo van nul procent is vanuit macro-economische optiek onverstandig, dixit het imf. Het komt niet vaak voor, maar ik geef het imf
volkomen gelijk. Waarom dan toch deze Haagse tekortneurose?
Krap een jaar geleden bepleitte de Studiegroep Begrotingsruimte voortzetting van het trendmatig begrotingsbeleid, waarmee de
conjuncturele invloed op het overheidsbeleid zoveel mogelijk wordt uitgebannen. Zij kwam wel met een aantal pikante wijzigingen: als
basis voor het begrotingsbeleid zou een scenario met een kleinere voorzichtigheidsmarge dan in de era-Zalm moeten worden gehanteerd.
Daarnaast deed de Studiegroep het uitstekende voorstel om
inkomstenmee- en tegenvallers uitsluitend te salderen met de staatsschuld en geen meevallers meer aan lastenverlichting te besteden.
Daarmee maakte zij terecht een einde aan de procyclische lastenverlichting onder Paars. Omdat het feitelijke emu-saldo in een
conjunctuurcyclus sterk kan variëren, stelde de Studiegroep een marge van nul tot drie procent voor, waarbuiten de scheiding tussen het
budgettaire kader aanpassing behoeft.
Wat GroenLinks betreft mag de bandbreedte ruimer zijn en dient deze mee te bewegen met de afspraken over het saldo in het
regeerakkoord. Pas wanneer het feitelijke saldo meer dan 1,5 procent afwijkt van het pad voor het structurele emu-saldo uit het
regeerakkoord, kan aanpassing geboden zijn. Dat structurele overschot moet voldoende positief zijn om de aflossing van de
staatsschuld veilig te stellen 1.
Het cda echter laat in weerwil van het advies van huiseconoom Lans Bovenberg de scheiding tussen inkomsten en uitgaven geheel los
door slechts 75 procent van de inkomstenmeevallers aan de staatsschuld te besteden. Dat betekent dat telkens opnieuw onderhandeld
moet worden over de mix van schuldreductie, lastenverlichting en uitgavenvermeerdering. Ook de PvdA koerst hier op af met een
overschotnorm van één procent, waarboven alles open ligt. Met een smalle bandbreedte van nul tot één procent voor het feitelijk tekort
begraven ook zij de facto het trendmatig begrotingsbeleid. CDA en PvdA keren dus gebroederlijk terug naar de chaos van het kabinet
Lubbers-Kok, toen het feitelijk emu-saldo de maat aller dingen was.
Het hanteren van (strakke) feitelijke saldonormen beperkt de ruimte voor een trendmatig begrotingsbeleid aanzienlijk. Dat is macroeconomisch bezien onverstandig, omdat het leidt tot herhaalde budgettaire operaties met een procyclisch karakter. Een dergelijke
normering leidt in goede en slechte tijden tot budgettair paniekvoetbal, waarvan kwetsbare sectoren als zorg en onderwijs al zo lang te
lijden hebben.
Staatssecretaris van Financiën Bos zei ooit dat de aftrek van de hypotheekrente nooit publiekelijk ter discussie gesteld zal worden (hij
bedoelde natuurlijk door de PvdA), maar op een achternamiddag in een achterkamertje ‘geregeld’ wordt. Deze eerlijke, maar onthutsende
observatie geldt waarschijnlijk ook de Haagse tekortneurose. Doodsbang om als financieel ondeugdelijk te worden weggezet, overbieden

de grote partijen elkaar in verkiezingstijd met absurde begrotingsnormen. Voor het eerst hoop ik op een achterkamertje, waar het
trendmatig begrotingsbeleid gered kan worden

1 GroenLinks komt uit op 0,6 procent in 2006. Hiermee is, onder de veronderstelling van een nominale groei van jaarlijks 4,5 procent, de
staatsschuld in 2030 volledig afgelost.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur