Groeivooruitzichten getemperd
Aute ur(s ):
A.C.J. Stokman (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door (auteur)
Ard den Reijer, Rob ert-Paul Berb en, Ronald Bosman (auteur)
en Ad Stokman van de Nederlandsche Bank a.c.j.stokman@dnb.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4445, pagina 527, 29 oktober 2004 (datum)
Rubrie k :
dnb-indicator
Tre fw oord(e n):
Somberder economisch nieuws uit Europa, gevoed door de zeer sterk opgelopen olieprijs, vormt een risico voor economisch herstel in
Nederland
Tot voor kort leek de oplopende prijs voor ruwe olie de gemoederen niet sterk te beroeren. Economieën zijn tegenwoordig immers een
stuk minder afhankelijk van olie dan ten tijde van de eerste en tweede oliecrisis. Nu de prijs voor ruwe olie enige tijd boven de $50 per vat
ligt, neemt de ongerustheid echter toe. Angst voor aanhoudend hoge olieprijzen tempert de verwachtingen voor doorzettend
economisch herstel in Europa. Volgens de jongste conjunctuurindicator van de oeso zal het herstel in het eurogebied dit najaar alweer
zijn hoogtepunt bereiken. Ook voor Duitsland lijken diverse barometers op mindere tijden of afvlakkende groeiperspectieven te wijzen.
Voor Nederland betekent minder goed buitenlands nieuws per definitie minder goed nieuws voor de binnenlandse economie. Daar komt
bij dat de Nederlandse consument al geruime tijd somber gestemd is, veel somberder bovendien dan in omliggende landen. De
pessimistische houding van consumenten heeft een zichzelf versterkend proces in gang gezet (dnb, 2004). Het slechte nieuws van hoge
energieprijzen komt daar nu bij, waardoor het goede nieuws van een teruglopende werkloosheid naar de achtergrond lijkt te worden
gedrukt. Dit geldt ook voor de feitelijke conjunctuur op basis de productie in de Nederlandse verwerkende industrie, die de eerste
tekenen van herstel lijkt te vertonen
figuur 1.
Figuur 1. Dnb-conjunctuurindicator
In vergelijking tot de economische recessies van de beginjaren tachtig en negentig valt overigens op dat de Nederlandse economie
ditmaal aanzienlijk langer in het dal is blijven steken. Dit hangt voor een deel samen met de uitzonderlijke terughoudendheid van de
Nederlandse consument.
Indicatoren
De onderliggende economische omstandigheden geven aanleiding tot meer optimisme, zoals figuur 2. met samenstellende dnbdeelindicatoren laat zien. Dankzij ruime monetaire verhoudingen, groeiend vertrouwen onder Duitse bedrijven (ifo-index) en Nederlandse
ondernemingen heeft de dnb-leading-indicator al weer geruime tijd de weg omhoog gevonden. Een feitelijk herstel blijft vooralsnog uit.
Overigens lijkt de voorziene opleving volgens de dnb-indicator – in lijn met conjunctuursignalen voor andere landen – aan momentum in
te boeten. Weliswaar zijn de monetaire omstandigheden nog steeds ruim, maar zijn Duitse en Nederlandse ondernemingen minder
positief over hun toekomstige bedrijvigheid.
Figuur 2. Deelindicatoren van de dnb-indicator
Ook de eerder in esb besproken alternatieve bbp-groei-indicator voor Nederland wijst in deze richting (zie Stokman, 2004). Deze indicator
voorspelt de reële groei één (lopend) jaar vooruit. In deze indicator zijn opgenomen de yieldcurve, de reële lange rente, de stijging van de
algemene aandelenkoersindex, de stijging van de huizenprijs en de inflatie. De keuze van deze set is ingegeven door de ruimere
voorspelhorizon en de grote invloed die vermogensprijzen direct dan wel indirect uitoefenen op het economisch gedrag. Deze invloed
loopt via een heel scala aan kanalen (vertrouwen, vermogen, kosten). Met name in periodes van sterke dynamiek blijkt deze indicator
nuttig. Op basis van de beschikbare bbp-cijfers tot en met het tweede kwartaal en prijzen tot en met september van dit jaar, voorziet de
indicator een bbp-groei van 1,2 procent. Dit is de groei voor het lopend jaar eindigend in het tweede kwartaal van 2005 in vergelijking tot
de overeenkomstige periode één jaar daarvoor. Dit ligt in de buurt van het verwachte groeicijfer van 11/4 procent voor 2004 volgens het
cpb. Hanteren we de gemiddelde absolute voorspelfout uit voorgaande jaren, dan komt de groei ergens uit tussen 0,6 en 1,8 procent.
Daarmee lijken de kansen op een krachtig herstel op dit moment niet groot. Veel zal afhangen van de ontwikkelingen op de oliemarkt.
Ad Stokman
Literatuur
De Nederlandsche Bank, De Nederlandse consument: van shopaholic naar enthousiaste spaarder, Kwartaalbericht september 2004, 5970.
A.C.J. Stokman, Financiële waarden voorspellen economie beter, esb 23-7-04, nr. 4438, 338-340.
Copyright © 2004 – 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)