Het aantal faillissementen ligt in Nederland nog altijd vijf procent lager dan voor de coronapandemie. Dit staat in contrast met het Verenigd Koninkrijk, waar het totaal aantal faillissementen al 45 procent boven het niveau van 2019 ligt.
De figuur geeft voor beide landen het geïndexeerde aantal faillissementen weer voor de grootste sectoren in de periode april 2023 tot en met maart 2024, waarbij 2019 op 100 is gesteld. De Nederlandse faillissementsniveaus liggen in de helft van de grootste sectoren nog onder die in 2019 – vooral in de dienstensectoren. Dit contrasteert met de faillissementsontwikkelingen in het VK, waar in alle sectoren sprake was van een stijging met minstens 25 procent.
In Nederland stijgt het aantal faillissementen het sterkst in de meer arbeidsintensieve sectoren Vervoer & opslag en Horeca, sectoren die hard zijn getroffen door de pandemie. De handelssector is ook kwetsbaar voor het verlies van steun, hogere kosten en lagere vraag, maar faillissementen in deze sector liggen nog op een relatief laag niveau.
In het VK heeft de toename van het aantal faillissementen een veel bredere basis. Hoewel de toename daar sneller verloopt, is deze niet geconcentreerd in de sectoren die sterker door de pandemie zijn getroffen. Dit suggereert dat de stijging van het aantal faillissementen in het VK meer verband houdt met de economische zwakte dan met de aanpassingen van na de pandemie.
Verschillende factoren kunnen de hogere faillisementen in het VK verklaren. De overheidssteun tijdens de pandemie werd in het VK al in 2021 afgebouwd, terwijl dat in Nederland pas in maart 2022 gebeurde. Tevens werden de hogere inflatie en arbeidskosten verergerd door de aan Brexit gerelateerde verstoringen van de handel. En de renteverhogingen door de centrale banken zijn vanwege de voorkeur voor bedrijfsleningen met variabele rentes in het VK sneller voelbaar dan in Nederland, waar bedrijven vaker tegen een vast rentetarief lenen.
Auteur
Categorieën