Ga direct naar de content

Financieel bericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 26 1989

nr. 20, oktober 1989
FvanLanschot
Bankiersnv

Financieel bericht

Internationale conjunctuur
Wlsselend beeld inflatiecijfers
Nadat in de eerste maanden van dit jaar de gemiddelde
inflatie in de OESO-landen steeg tot circa 5,3% in mei, is
in de zomermaanden een lichte daling ingetreden tot 5%
in augustus. Inmiddels zijn in een aantal landen de cijfers
over September bekend geworden. In de VS was sprake
van een verdere daling tot 4,3%, waar in mei nog sprake
was van een inflatie van 5,4%. In Duitsland daarentegen
trok de inflatie weer aan van 2,9% in augustus tot 3,1 % nu.
In Nederland was sprake van een zelfde stijging. Bij ons
bedraagt de inflatie nu 1,3%, waarmee internationaal nog
steeds de koppositie wordt ingenomen. Vooral de groothandelsprijzen, die met enige vertraging doorwerken in de
index voordeconsumentenprijzen.lieten in September hier
en daar een opmerkelijke stijging zien. In de VS liepen zij
de afgelopen maand met 0,9% op, waarmee de stijging op
jaarbasis op 4,5% uitkomt. In Duitsland was in September
zelfs sprake van een stijging met 1,1% waardoor de groothandelsprijzen nu 5,5% hoger liggen dan een jaar terug.
Ook het laatste nieuws over de Amerikaanse’ tekorten is
niet erg bemoedigend. Het handelstekort van $ 10,8 miljard
over augustus was een tegenvaller na de voorzichtig dalende tendens in de voorgaande maanden. Daarbij werd
ook het tekort van juli, waarvoor aanvankelijk een bedrag
van $ 7,6 miljard was gerapporteerd, in negatieve zin
bijgesteld tot $ 8,3 miljard. Verontrustend hierbij is dat de
Amerikaanse export nu twee maanden in successie is
gedaald, terwijl de import is gegroeid tot een nieuw record
van $ 41,2 miljard. Deze cijfers wijzen erop dat het met de
vertraging van de groei van de Amerikaanse economie
allemaal niet zo’n vaart loopt. Daarentegen betekent de
stabilisatie van de handelstekorten op een niveau van rond
de $ 9 tot $ 10 miljard wel dat het tekort op de lopende
rekening zal toenemen, daar de last van de rentebetalingen
over de aanzwellende buitenlandse schuld van de VS
gestaag toeneemt.
Geen controle over Amerikaanse begroting
Ook met het begrotingstekort gaat het niet goed. De
noodzakelijke bezuinigingsplannen voorde begroting voor
het fiscale jaar 1990 zijn niet tijdig rondgekomen. Dit is het
startsein voorde automatische bezuinigingsronde uit hoofde van de Gramm-Rudman wet. Hierdoor wordt het tekort
weliswaar alsnog binnen het maximaal toegestane bedrag
van $ 100 miljard gebracht, maar deze gang van zaken is
geen compliment voor de slagvaardigheid van de Amerikaanse politiek. Voor 1990 verwacht het Witte Huis een
tekort van $ 116 miljard, maar het congres gaat uit van $
141 miljard. Voor 1991 wordt op een stijging van het tekort
gerekend. En dit alles terwijl volgens het Gramm-Rudman
pad het tekort na de $ 100 miljard in 1990 verder moet
afnemen tot maximaal $ 64 miljard in 1991. Bezuinigen
blijkt voor de Amerikanen wel een heel zware opgave.
Sparen om het tekort te financieren gaat de Amerikaan
evenmin goed af. De besparingen bedragen vanaf het
begin van de jaren ’80 gemiddeld 3,9%. Dit is minder dan

ESB 25-10-1989

de helft van het gemiddelde van alle OESO-landen en al
helemaal niet te vergelijken met de Japanse besparingen,
die 21,3% van het bnp belopen. Voor investeringen is
hierdoor in de VS maar weinig geld beschikbaar en ondanks het herstel van de laatste jaren komen de investeringen in procenten van het bnp in de VS vanaf het begin
van de tachtiger jaren uit op gemiddeld slechts 5%. Het
fundament van de Amerikaanse economie wordt er daarmee niet veel sterker op hetgeen temeer knelt daar de
buitenlandse schuld een steeds zwaardere wissel trekt op
het produktieve vermogen van de Amerikaanse economie.
Wel is het zo dat dit beeld deels wordt recht getrokken door
toenemende investeringen in de VS vanuit het buitenland,
in de eerste plaats vanuit Japan. Blijkbaar zijn deze investeerders van mening dat er in de VS wel concurrerend
geproduceerd kan worden. Ervan uitgaande dat deze produktie voor een deel in de plaats komt van wat nu nog uit
Japan geTmporteerd wordt, of zelfs kan leiden tot een
export naar Japan, zullen deze investeringen te zijner tijd
een bijdrage leveren aan het zo noodzakelijke verdere
herstel van de Amerikaanse handelsbalans.
Europese Commissie optimistisch
Ondertussen is het met de Europese economie goed
gesteld, zo blijkt uit het economisch jaarrapport van de
Europese Commissie. Ook wat de inflatie betreft is men
positief gestemd. Was men begin dit jaar nog bevreesd
voor een oplopende inflatie, nu constateert de Europese
Commissie dat dank zij vroegtijdig ingrijpen van de monetaire autoriteiten de inflatie alweer over het hoogtepunt
heen is. Voor dit jaar raamt men voor de gehele EG een
inflatie van 5% die volgend jaar zal terugzakken tot 4,5%.
Daarbij zal de prijsstijging in Griekenland en Portugal in de
dubbele cijfers blijven. In Frankrijk daarentegen zal die
onder de 3% belanden, waarmee het verschil met Duitsland volledig zal zijn verdwenen. De economische groei zal
volgend jaar wederom goed zijn. Dank zij groeiende investeringen en exporten raamt de Commissie voor dit jaar een
economische groei van 3,5%. Volgend jaar zal deze licht
dalen, maar nog altijd 3% bedragen. Voor Duitsland rekent
men voor 1990 op een groei van 3,5% en voor Nederland
op 3%. Het Duitse overschot op de handelsbalans groeit
dit jaar naar een recordhoogte, hetgeen vooral ten koste
gaat van de Europese handelspartners.

Valuta’s en rente_________________
Dollar en pond verder omlaag
Aanvankelijk kon de dollar zich herstellen van de acties
van de centrale banken in de eerste helft van de maand
oktober om de koers omlaag te drukken. Na een dieptepunt
rond de / 2,10 herstelde de dollar zich geleidelijk tot tegen

Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.

1061

Valutakoersen
1989

Amerikaanse dollar
Engelse pond

Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen (1 0.000)

1989

hoogste
koers

laagste
koers

2,30

1,99

3,71

3,30

112,95
133,32
165,01

112,57
125,95
147,25

Koers
per
9/10
2,13
3,36
112,95
129,46
149,40

Koers

per
23/10
2,10

3,34
112,94
128,77
147,38

de / 2,15. Een kentering trad in op vrijdag de dertiende
oktober, de dag waarop niet alleen de veel hoger dan verwachte stijging van de groothandelsprijzen werd bekendgemaakt, maar vooral de dag waarop Wall Street onverwacht
een enorme duikeling maakte. De dollar werd in het kielzog
meegezogen en vertoor een stuiver, om in de daarop volgende dagen een dieptepunt van / 2,08 te bereiken.
Een positief vooruitzicht is het feit dat de grote Japanse
brokers van plan zijn de handel in buitenlandse obligaties
flink te stimuleren, waarbij men zich vooral richt op Amerikaanse staatsobligaties. De brokers hebben vertrouwen in
de Amerikaanse dollar en zien de opgelopen inf latie in Japan
als een bedreiging voor de renteontwikkeling. De rendementen in de VS liggen ruim 2,5% hoger dan in Japan en dat is
mooi meegenomen.
Spanning binnen het EMS
Binnen het EMS ontstonden spanningen, waarbij de
Deense kroon uit de boot dreigde te vallen. Minder zuigkracht van de hoge Duitse rente zou de problematiek van
de Deense kroon verlichten, maar het beleid van de Duitse
autoriteiten blijft vooralsnog gericht op een hoge rente.
Hoewel minister Ruding de hoge rente in Nederland niet
terecht acht kan ons land zich naar de mening van de
Nederlandsche Bank niet aan deze ontwikkelingen onttrekken. Ook in Engeland is, na de verhoging van de base rate
tot 15%, wederom door Minister Lawson bevestigd dat de
rente hoog zal worden gehouden in een poging om de
inflatie, die momenteel op 7,6% ligt, te beteugelen. Hoewel
de inflatie in het VK inmiddels over het hoogtepunt heen
lijkt, baart met name de loonontwikkeling nog zorgen.
Ondanks de hoge rente Hep het pond verder terug naar
/ 3,33, gelijk aan het dieptepunt van vorig jaar en bijna 40
cent lager dan de hoogste koers van dit jaar. De markt lijkt
meer en meer te gaan twijfelen aan het Britse beleid, dat
nog niet tot een verbetering van het forse handelstekort
heeft geleid. Daarnaast lijkt met een eventuele toetreding
tot het EMS, met de liberalisatie van het kapitaalverkeer
medio volgend jaar, een laag pond geen slechte uitgangspositie. Voorlopig is het echter nog niet zover. Wel werd er
druk gespeculeerd over een aanpassing binnen het EMS,
waar met name de Bundesbank veel voor voelt. Maar een
revaluatie van de Dmark ten opzichte van alleen de lire en
de Deense kroon levert een onvoldoende bijdrage aan het
terugdringen van het Duitse handelsoverschot. Daarvoor
zou ookde Franse frank bij de Dmark moeten achterblijven.
Minister Beregovoy wil hier echter niets van weten en wijst
op het succes van het anti-inflatiebeleid van de Franse
regering, dat niet door een devaluatie van de frank doorkruist mag worden. Daarmee lijkt op korte termijn een
aanpassing binnen het EMS politiek niet haalbaar.

Rente in Nederland flink in beweging
Net als de ontwikkelingen op de andere financiele markten, vertoonden de ontwikkelingen op de Nederlandse
rentemarkten een grillig verloop. Met een dollar die aan
kracht won liep de rente bij ons aanvankelijk fors op.

1062

Directe aanleiding waren uitspraken van Fed-voorzitter
Greenspan dat een versoepeling door de Fed voorlopig
niet aan de orde is. Parallel aan de geldmarktrente in
Duitsland liepen ook bij ons de tarieven op de geldmarkt
snel op, waarbij het tarief voor deeenmaands interbancaire
deposito’s zelfs op een niveau van 8,35% terecht kwamen.
De obligatiemarkt, die na het succes van de staatslening,
die tegen een rendement van 7,37% / 4,4 miljard heeft
opgebracht, vriendelijk was begonnen, werd meegesleept
doorde oplopende geldmarktrentes. De rendementen voor
de langstlopende leningen stegen hierdoor tot net boven
de 7,5%. Met de koersval op de aandelenbeurzen sloeg de
stemming om als een blad aan een boom. De snoekduik
van de Amerikaanse beurs leidde tot een run op vastrentend papier, waarbij harde valuta’s als de Dmark en de
gulden favoriet waren. Op de geldmarkt leidde het aanbod
van middelen direct tot een daling van de tarieven tot 8%.
De obligatiemarkt opende met een koerswinst van 1,5 punt,
waardoor de rendementen voor de langste staatsleningen
onder de 7,35% belandden. Dit was echter maar van korte
duur, want naarmate men zich realiseerde dat de enorme
koersval op de aandelenbeurzen een niet door economische feiten gerechtvaardigd incident was, moestde obligatiemarkt terrein prijsgeven. Later in de week kon de stemming, mede door de zwak blijvende dollar, toch weer
verbeteren, waarmee genoemde rendementen op 7,41
kwamen.

Internationale beurzen
Mini-crash snel teniet gedaan
De afgelopen weken hebben zich hectische taferelen
afgespeeld op de internationale aandelenmarkten. Niet
alleen vielen de koersen tijdelijk scherp terug, maar daarnaast functioneerden de beurzen soms slecht doordat
computersystemen niet berekend waren op het grote aantal transacties.
Nadat de Dow Jones dagen rond het niveau van 2770 had
geschommeld vond op 13 oktober in het laatste uur van de
beurshandel een plotselinge val met 191 punten plaats tot
2569. Grote fondsen zoals Citicorp, Hilton Hotels, Ramada
Inc en Owens-Corning daalden met maar liefst 16% of meer.
Na de opening op maandag 16 oktober viel de index aanvankelijk met nog eens 60 punten terug, maardaarna volgde
een goed herstel van bijna 150 punten, zodat per saldo 88
punten hoger werd gesloten. In de daarop volgende dagen
werd verder terrein teruggewonnen, terwijl de omzet weer
naar een normaal niveau terug viel.
Voorzieningen drukken winst Amerikaanse banken
De derde kwartaalberichten van het bedrijfsleven beginnen inmiddels ook op gang te komen, maar de invloed
hiervan op de koersvorming bleef relatief beperkt. Een
aantal banken maakte melding van nieuwe afboekingen op
leningen aan de derde wereld, hetgeen de resultaten over
het derde kwartaal negatief bemvloedde. Ook zonder een
dergelijke afboeking moest de grootste commerciele bank
in de VS, Citicorp, al een met 9 cent tot $ 0,99 gedaalde
winst per aandeel rapporteren. Een hogere belastingdruk
was de belangrijkste boosdoener. Het achterwege blijven
van belangrijke voorzieningen op vorderingen op de derde
wereld door Citicorp lijkt slechts uitstel, daar de voorzieningen slechts 29% van de vorderingen uitmaken. Voor de
andere grote Amerikaanse banken liggen deze percentages flink hoger: voor Chemical Bank op 41 %, Chase Manhatten 46%, Bank of New York 65% en voor J.P. Morgan
op 68%. Door de laatstgenoemde bank werd hiervoor in
het derde kwartaal wel $ 2 rpiljard aan de voorzieningen
toegevoegd, waardoor het derde kwartaal uitkwam op een

Amsterdamse beurs

Beursindices
1989

1989

Koers

Koers

hoogste
koers

laagste
koers

per
9/10

per
20/10

VS (Dow Jones)
Engeland(FT-IOO)

2791
2381

2145
1783

2791
2247

2689
2179

Duitsland (Dax)

1658

1272

1640

1524

Nederland(CBS-koersindex)
211
Tokio (Nikkei)
35.690

167

208

199

30.184

35.376

3.8
546

1413

1772

1672

Australia (All Ord)

1782

verlies van $ 1,8 miljard. Manufacturers Hanover doteerde
in het derde kwartaal $ 950 miljoen aan de voorzieningen
voor de vorderingen op de derde wereld en dit resulteerde
in een kwartaalverlies van $ 789 miljoen. Toch belopen de
voorzieningen hier nog maar 36% van de vorderingen van
de bank op derde wereld landen. Dat percentage steekt
schril af tegen de 85% die Bankers Trust inmiddels heeft
voorzien. Al met al ziet het er naar uit dat er bij de banken
flinke potten zijn gevormd waaruit eventuele stroppen met
derde wereld leningen kunnen worden bestreden.

Sterke derde kwartaalcijfers farmacie
Na de eerdere waarschuwingen kwam IBM met een
30% lagere winst van $ 877 miljoen. Per aandeel kwam de
winst uit op $ 1,51. Valuta!luctuaties en de introductie van
nieuwe produkten waren van invloed. Daarnaast heeft de
verschuiving van verkoop naar lease consequenties voor
de winstontwikkeling. Overigens moet worden gevreesd
datde resultaten bij de meeste andere computerproducenten zich ongunstiger ontwikkelen dan bij IBM. De koers van
IBM handhaaft zich na de eerdere daling net boven het $
100 niveau. Pepsico rapporteerde over het derde kwartaal
een 12% hogere winst en verwacht voor het hele jaar een
15% hogere winst. In de chemie moest Dow Chemical een
7% lagere winst melden, ondanks dat de verkopen nieuwe
records boekten. Monsanto publiceerde daarentegen een
flinke vooruitgang met 13% voor de winst per aandeel tot
$ 1,86. Merck, het grootste farmacieconcern ter wereld,
publiceerde een 20% hogere winst. De aardbeving in Californie zette tijdelijk de koersen van verzekeringsaandelen
onder druk, maar ook deze negatieve factor schudde de
beurs snel van zich af.
Grootste klap voor Duitse beurzen
De Duitse aandelenmarkt moest op maandag 16 oktober
de grootste klap incasseren. Na de meevallende reactie
van Tokio op de eerdere ontwikkelingen in Wall Street was
de verwachting dat de schade in Europa mee zou kunnen
vallen, hetgeen echter een te optimistische veronderstelling bleek. Dat Duitsland met een daling van 12,8% de
grootste terugval uit haar geschiedenis doormaakte houdt
echter mede verband met een aantal technische factoren.
Op de eerste plaats sluit de handel in Duitsland erg vroeg.
In tegenstelling tot de andere Europese beurzen kon daardoor niet worden geprofiteerd van het herstel dat in de loop
van de middag werd ingezet. Daarnaast werd de Duitse
markt door verschillende beleggingsfondsen gebruikt als
bron voor liquiditeiten, die men achter de hand wilde hebben voor het geval beleggers hun ingelegde gelden zouden
terugvragen. Daarde afhandeling van transacties in Duitsland relatief snel plaatsvindt werd de Duitse markt als de
aangewezen plaats gezien voor het vrijmaken van gelden.
De vraag is overigens wel of de enorme koersdreun op de
Duitse beurzen geen blijvende schade zal hebben aangericht aan de interesse van vooral de Duitse particuliere
beleggers.

ESB 25-10-1989

Beurscomputer kan aanbod niet aan
De scherpe koersval op maandag 16 oktober en het
daarop volgende krachtige herstel bepalen ook het beeld van
de Amsterdamse effectenbeurs in de afgelopen weken.
Daarnaast heeft ook hier het falende computersysteem tot
veel problemen geleid. Het relatief nieuwe Handel Ondersteunend Systeem (HOS) bleek de orderstroom niet te kunnen verwerken en ging tot overmaat van ramp door met het
uitvoeren van orders nadat de beurs al was gesloten. Het
aantal van 32.000 transacties op 16 oktober was dan ook wel
erg hoog en leidde ertoe dat soms meer dan 12.000 orders
in de pijplijn zaten. Met een geeffectueerde omzet van / 2,8
miljard lag de handel op maandag 16 oktober op een vier
maal zo hoog niveau als normaal. Vooral clienten van banken die hun eigen computersysteem aan het beurssysteem
hebben gekoppeld werden hierdoor met foutieve uitvoeringen geconfronteerd. Het verlengen van de beurshandel op
maandag 16 oktober moest tijd opleveren om de achterstand
in de afwikkeling van orders in te lopen. Het latere sluitingsuur
had als bijkomstigheid dat langer kon worden geprofiteerd
van het herstel in Wall Street.
De beleggers die, waarschijnlijk met pijnlijke herinneringen aan twee jaar terug, hun aandelen maandag 16 oktober
van de hand wilden doen zijn er dikwijls bekaaid vanaf
gekomen. Gedurende de dag werden bij gebrek aan een
tegenpartij soms excessief lage prijzen genoteerd. Wat te
denken van bij voorbeeld Fokker dat met een koers van / 31
even 33% omlaag was. Stork moest tijdelijk met 19% omlaag
en KLM, KNP, Philips en Daf met 16%. Locaal was hetdrama
soms nog groter. Bos Kalis, Neways en Content boekten
even een verlies van meer dan 30% ten opzichte van het slot
van de vrijdag ervoor, terwijl Multihouse met een daling van
ruim 60% het record hield. Amsterdam kreeg een harde klap,
maar meer dan de helft van het aanvankelijke verlies kon nog
dezelfde dag worden goedgemaakt. In de volgende dagen
zijn de verliezen verder verkleind. Er moet echter rekening
mee worden gehouden dat rond de recente hoogtepunten
weer wat aanbod zal loskomen.

Krach blijkt mini-krach

___

Aanleiding voor daling
Aan de maand oktober zullen de beleggers met steeds
minder genoegen terugdenken. De Europese beurzen werden maandag geconfronteerd met koersdalingen die de val
van 19 oktober 1987 zelfs overtroffen. En toch was de
aanleiding van dien aard dat een dergelijke reactie op geen
enkele manier goed te praten is.
Het begon in Wall Street waar de beurs zich teleurgesteld toonde over de weer opwaartse tendens in de groothandelsprijzen. De logische reactie was een daling van de
Dow Jones met circa dertig pu nten. Later kwam daar echter
overheen het bericht dat de financiering van de management buy-out van United Airlines niet rond kwam. De koers
van UAL kwam hierdoor onder druk, spoedig gevolgd door
die van andere overnamekandidaten. De computers namen vervolgens het initiatief over en de daling met bijna
200 punten was een feit.
De overige beurzen werden geconfronteerd met de
vraag of zich een herhaling van 1987, en vooral de dreun
die op maandag volgde op de slechte vrijdag, zou voordoen. ledereen was het er over eens dat hiertoe geen
aanleiding bestond. Weliswaar verschilde de stand van de
Dow Jones niet substantieel van die van twee jaar terug,
maar gemeten in koers-winstverhoudingen was de waardering nu veel realistischer. Daarnaast waren de beleggers
1063

nu veel meer liquids. De enige twijfels die er waren betrof
de wetenschap dat zij, die twee jaar terug de beurs in een
vroeg stadium vaarwel hadden gezegd, per saldo beter af
waren dan zij, die nog vier weken van afbrokkelende koersen over zich heen kregen.
De ontwikkelingen in het Verre Oosten bevestigden het
vermoeden dat het in Europa wel mee zou vallen. De
beurzen van Australie en Singapore daalden weliswaar
met 9% en 11%, maar de koersen op de beurs van Hong
Kong, die twee jaar terug halveerden, daalden nu met
slechts 6%. De veel belangrijker beurs van Tokio hield zich
zeer goed en toonde een daling van nog geen 2%.

het niveau van tegen de 60 naar onze maatstaven nog
steeds hoog. Wel is, net als twee jaar terug, internationaal
de rente de laatste tijd gestegen, maar in de VS heeft dit jaar
juist een daling plaatsgevonden van ruim 9% aan het begin
van dit jaar tot 8% op dit moment. Ondanks het vergelijkbare
koersniveau bevond de Amerikaanse aandelenmarkt zich in
een andere situatie. In 1987 ging een zeer scherpe koersstijging aan de crash vooraf. Deze keer was de stijging veel
minder sterk en veel geleidelijker.

Slagveld in Europa
Onverwacht werd het op de Europese beurzen desondanks een behoorlijk slag veld. De Britse beurs, die toch al
een aantal slechte weken achter de rug had, opende als
eerste met een daling van 157 punten, om vervolgens fors
verder weg te zakken. Ook op de andere beurzen kwam in
de loop van de morgen een enorm aanbod los van vooral
de particuliere beleggers. De Duitse beurzen stortten
ineen. In Belgie bezweek het computersysteem terwijl het
in Amsterdam in al zijn voegen kraakte. Om dezelfde reden
moest de Franse beurshandel tot een klein aantal fondsen
worden beperkt. Het resultaat waren koersdalingen die
vrijwel overal in Europa opliepen tot gemiddeld 13%. Daarbij was voor de beleggers de grote vraag wat Wall Street
‘s avonds zou gaan doen. De indicaties waren een daling
voor de Dow Jones met ongeveer 100 punten, maar de
herinnering aan 1987, toen een daling op vrijdag met 108
punten werd gevolgd door de klap van ruim 500 punten op
maandag, zat menig belegger blijkbaar nog te vers in het
geheugen. De opening van Wall Street was weinig bemoedigend, met een daling van 60 punten en het leek erop dat
de geschiedenis zich zou herhalen. Deze keer volgde
echter al snel een herstel en binnen een uur was de Dow
Jones alweer in de plus beland. Dit ondersteunde het
herstel op de Europese beurzen. In Londen, waar institutionele beleggers in een gezamenlijke actie al tot aankopen
waren overgegaan, kon het verlies hierdoor beperkt worden tot 3%. Bij ons bedroeg het verlies, ondanks een uur
extra handel, toch nog bijna 6%. De Duitse beurs kon van
dit herstel niet meer profiteren en viel met een daling van
12% dan ook flink uit de toon. Wall Street sloot uiteindelijk
met een winst van 88 punten.

Lering getrokken
Een groot verschil met 1987 is dat de vrees dat de
koersval een recessie zou uitlokken nu achterwege bleef.
Tegenover de negatieve scenario’s die twee jaar geleden
opgang deden heeft de wereldeconomie zich, mede dank
zij de verruiming van de monetaire autoriteiten, krachtiger
ontwikkeld dan daarvoor. Daarbij zaten de centrale banken, die in 1987 hun beleid nog moesten formuleren, nu in
het weekend al in de startblokken om liquiditeiten aan de
markt ter beschikking te stellen wanneer dit nodig zou zijn.
Nu van een vrees voor een recessie dan ook geen sprake
was, leek de aanleiding voor een sneeuwbaleffect zoals in
1987 ook minder aanwezig. Van belang zal ook zijn geweest dat sommige marktpartijen zich realiseerden hoe
krachtig de aandelenmarkt zich na een aanvankelijk terugzakken na de crash van 1987 had hersteld. De herinnering
aan deze koerswinst zal veel partijen ertoe hebben gebracht tot aankoop over te gaan zodra er enige bodem in
de markt kwam.
Een verschil met de crash van 1987 vormde ook het
achterwege blijven van paniekreacties van beursbesturen
zoals in Hong Kong, waar indertijd werd besloten de handel
een aantal dagen stil te leggen. Daartegenover stond dat een
draaiboek gereed lag dat ertoe moet bijdragen dat een al te
groot drama wordt voorkomen. In dit verband kan worden
gedacht aan het verbieden van bepaalde vormen van computerhandel wanneer de koersen te scherp schommelen,
terwijl de handel tijdelijk wordt stilgelegd wanneer de koersen
scherp zijn teruggevallen, zodat de markt even op adem kan
komen. Niet alleen voor de effectenbeurs gelden dergelijke
maatregelen (bij een val van de Dow Jones met 250 punten),
maar ook voor de futuresmarkten in Chicago. Op vrijdag
werd een kwartier voor het einde van de beurstijd de handel
in de S&P futurescontracten stilgelegd, daar de maximaal
toegelaten val van 30 punten was bereikt.

Vergelijking met 1987
Vergelijken we de situatie met die van twee jaar geleden
dan valt op dat net als toen de financiele markten nu
gestuurd werden door de monetaire autoriteiten. Hoewel
hiermee stabiliteit wordt nagestreefd, leidt dit vaak toch tot
een kwetsbare situatie op de markten. Twee jaar geleden
vond daarbij een publieke woordenwisseling plaats tussen
de Amerikaanse minister Baker en zijn Duitse ambtgenoot
over het te voeren f inancieel-economische beleid. Nu lijken
de autoriteiten minder verdeeld, hoewel Greenspan recent
vanuit Moskou Net blijken weinig heil te zien in de interventies van de G-7. Opmerkelijk is dat de gecomputeriseerde
arbitrageprogramma’s, die twee jaar geleden als de grote
zondebokken zijn aangewezen, de laatste tijd weer van
grotere invloed zijn geworden.
De aandelenmarkten bleken deze keer minder kwetsbaar
dan twee jaar geleden. In fundamenteel opzicht kan worden
gewezen op een gemiddelde koers-winstverhouding op de
Amerikaanse aandelenmarkt die dank zij de gestegen winsten is gedaald van ruim 20 twee jaar terug tot rond de 13
nu. Ook elders in de wereld liggen de koers-winstverhoudingen minder hoog. In Engeland bedraagt de kw nu 13 tegenover 19 in 1987 en in Durtsland ligt die nu eveneens op 13
tegenover 16 twee jaar terug. In Nederland is het verschil
overigens bescheiden, hetgeen ook geldt voor Japan, al is

De gevolgen
Nu ook de feitelijke ontwikkeling van de koersen ons
leert dat de vergelijking met 1987 niet mag worden getrokken blijft de vraag welke de consequenties zullen zijn van
deze mini-crash. Afgaande op het onverwacht snelle herstel van de koersen bestaat de neiging de zaak af te doen
als een incident zonder verdere gevolgen. Gewaakt moet
echter worden voor een te groot optimisme. In de eerste
plaats betekenen de financieringsproblemen rond de buyout van United Airlines dat een stukje overnamespeculatie
uit de koersen op Wall Street moet verdwijnen. Daarnaast
kan men zich afvragen of de particuliere beleggers, die hun
belangen hebben teruggebracht, de beurs voorlopig niet
de rug zullen toekeren. Evenzo kunnen de scherpe fluctuaties de beleggers aanzetten tot een lets voorzichtiger beleggingsbeleid, met bij voorbeeld wat meer liquiditeiten.
Ten slotte zou de toegenomen beweeglijkheid van de
beurzen zich moeten vertalen in een hogere risicopremie
voor het aanhouden van aandelen. Bovenstaande wil niet
zeggen dat de aandelenbelangen nu overhaast teruggebracht moeten worden. Wel lijkt het na het onverwacht
snelle herstel realistisch voor de komende weken op een
consolidatie te rekenen, in plaats van erop te vertrouwen
dat de stijgende lijn weer wordt opgepakt alsof er helemaal
niets is gebeurd.

1064