Ga direct naar de content

Financieel bericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 29 1989

nr. 13, juni 1989
FvanLanschot

Bankiersnv

Financieel bericht

Internationale conjunctuur
Japan en West-Europa nemen Amerikaanse fakkel over
Tegenover de afvlakkende groei van oververhitte economieen zoals die van de VS en Engeland ontwikkelt de
economische groei zich elders in de wereld over het algemeen boven verwachting. In Japan groeide het bruto nationaal produkt in het eerste kwartaal ten opzichte van het
vierde kwartaal met 2,2% hetgeen overeenkomt met een
groei op jaarbasis van circa 9%, duidelijk hoger dan de
groei van circa 5% in de voorgaande twee jaar. De groei is
geheel te danken aan een zeer ievendige binnenlandse
vraag. Deze werd overigens extra gestimuleerd door de invoering van 3% omzetbelasting per 1 april. Daarbij blijkt de
aanvankelijk terughoudende opstelling als gevolg van het
overlijden van de Keizer ook meer dan gecompenseerd te
zijn. De handelsbalans leverde een negatieve bijdrage aan
de groei van 0,2%. Indien de vooral ten opzichte van de
yen gestegen Amerikaanse dollar standhoudt, zou de Japanse exportindustrie echter wel weer eens voor een nieuwe impuls voor de economische groei in Japan kunnen
gaan zorgen. Vooralsnog is het echter niet zover. De Japanse handelsbalanscijfers over de maand mei doen de
hoop herleven dat de haperende dalende tendens in de
overschotten weer is hervat. In mei werd een overschot van
$ 3,8 miljard geboekt, een daling ten opzichte van de voorgaande maand van 27%. Daarbij liep het overschot met de
Verenigde Staten met ruim $ 1 miljard terug. Overigens zijn
afnemende overschotten uiterst welkom tegen de achtergrond van de weer toegenomen spanning tussen de VS en
Japan over de handelsproblematiek, die in de VS regelmatig de discussie over vergeldingsmaatregelen doet opleven.
Amerikaanse groei vlakt af
Nadat de stijging van de Amerikaanse consumentenprijzen in april 0,7% bedroeg, kwam deze in mei uit op 0,6%.
Ten opzichte van mei vorig jaar is nu sprake van een inflatie van 5,4%. De financiele markten reageerden teleurgesteld en de dollar moest terrein prijsgeven. In de zeswekelijkse rapportage van de FED, het zogeheten ‘tan book’,
wordt echter gesteld dat er weinig signalen zijn van aanwakkerende inflatie in de nog steeds groeiende economie.
De groei in de industriele sector vlakt overigens af, terwijl
de vastgoedmarkt zich moeizaam ontwikkelt, aldus het tan
book. De bouw, de wapenindustrie en de autoproduktie zijn
momenteel zwakke sectoren binnen de economie. Afgezien van de autoverkopen ontwikkelt de detailhandet zich
nog goed en ligt de orderontvangst in de kapitaalgoederenindustrie op een hoog niveau, terwijl de bezettingsgraad
binnen de meeste sectoren van het bedrijfsleven hoog blijft.
Het overheidstekort komt weer wat meer in de belangstelling, nu het voorlopige akkoord dat medio april werd bereikt nader moet worden uitgewerkt. De uitgangspunten
zijn inmiddels achterhaald. Een lagere rente en 3,5% economische groei lijkenteoptimistisch. Daartegenovervormt
de hoger dan verwachte inflatie een stimulans voor de be-

ESB 28-6-1989

lastingopbrengsten. De meercomplexe problematiek voor
1991 komt inmiddels ook scherper in zicht. Forse belastingverhogingen zijn volgens de voorzitter van de begrotingscommissie van het Congres noodzakelijk. De uitvoering van de begroting van het lopende begrotingsjaar,
waarvoor aanvankelijk niet of nauwelijks een verbetering
werd verwacht, verloopt bevredigend. Dank zij het sterk
meevallende overschot in april bedraagt het tekort over 7
maanden nu $ 87 miljard tegen $ 106 miljard over dezelfde periode vorig jaar.
Britse inflatie stijgt verder
In Engeland heeft de inflatie in mei de 8,3% bereikt, het
hoogste niveau sedert juli 1982 en 0,3% hoger dan een
maand eerder. De geldontwaarding ligt hiermee, afgezien
van Griekenland en Portugal, hoger dan in de andere EGlanden. Het Britse inflatiecijfer van mei kwam niet onverwacht. Hier en daar was reeds uitgegaan van 8,5%. Maar
het einde van de stijging is nog niet in zicht en voorlopig
blijft het monetaire beleid dus krap. Overigens heeft het
krappe monetaire beleid ook een negatief effect op de inflatie. De hypotheekrente is in Engeland namelijk gekoppeld aan de korte rente die in een jaar met 7% is gestegen.
De kosten van een hypotheek zijn hierdoor scherp opgelopen en bei’nvloeden op hun beurt de kosten van het levensonderhoud.
De maand mei heeft in Australie een verdere verslechtering van de lopende rekening opgeleverd tot een tekort
van Aus $ 1,83 miljard tegenover Aus $1,13 miljard in de
voorgaande maand. Over de eerste 11 maanden van het
begrotingsjaar is het tekort inmiddels met 41% toegenomen tot Aus $ 15,99 miljard. De handelsbalans, die vorig
jaar nog fractioneel in de plus was, vertoont inmiddels een
tekort van Aus $ 3,94 miljard. Een scherpe groei van de import is vooral de boosdoener. Reeds geruime tijd tracht de
regering de te snelle groei van consumptie en investeringen af te remmen door een krap-geldpolitiek, hetgeen tot
zeer hoge rentetarieven leidt. Voorlopig wordt dat beleid
voortgezet, ook al draagt dit het risico in zich dat een recessie teweeg wordt gebracht.
In eigen land lag in april de groei van de invoer hoger
dan die van de export. De groei van de export liep iets terug tot 13%, terwijl de import met 14% toenam. Het overschot op de handelsbalans, dat in de eerste drie maanden
van het jaar uitkwam op gemiddeld circa / 1 miljard per
maand, daalde in april tot / 0,2 miljard. Voor een deel is dit
een gevolg van de stijging van de invoerprijzen die in het
eerste kwartaal met 9% op jaarbasis opliepen, terwijl het
uitvoerprijspeil steeg met 6%. In de inflatie die in mei een
fractie terugliep tot 1,0% komt de stijging van de invoerprijzen nog niet tot uiting, maar het zal duidelijk zijn dat waakzaamheid geboden is.

Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.

633

Valuta’s en rente
Dollarstijging ten einde
De Amerikaanse dollar, die van de Chinese onrust in de
voorgaande verslagperiode nog een flinke steun ondervond, moest nu terrein prijsgeven en belandde weer onder
het niveau van / 2,20. Na de eerdere stijging van de dollar
was de zorg toegenomen over een mogelijke vertraging in
het herstel van het evenwicht op de Amerikaanse betalingsbalans. Van de zijde van het Ministerie van Financien
werd daar ook officieel op gewezen. De FED en ook de andere centrale banken intervenieerden dan ook veelvuldig,
zij het dat ze zich niet rechtstreeks tot de valutamarkt wendden maar via banken opereerden, waarmee men het idee
wil geven dat de markt zelf een lagere dollar wenst en de
omvang van de interventies moeilijker is te achterhalen.
Opmerkelijk was dat ook op het meevallende handelstekort over de maand april van $ 8,26 miljard een koersdaling voor de dollar volgde. Tegelijkertijd werd echter het tekort over de maand mei naar boven bijgesteld van $ 8,8
miljard tot $ 9,5 miljard.

Pond blijft zwak
Rond het pond bleef er sprake van een vertrouwenscrisis, die onder meer tot uiting komt in het renteverschil tussen Engeland en de VS. Vorig jaar lag de korte rente in beide landen ongeveer op hetzelfde niveau. Inmiddels is hier
een verschil van 5 procentpunten tussen gegroeid, maar
het lijkt nog steeds niet voldoende. Minister Lawson pleit
nu voor deelname aan het EMS medio volgend jaar, in de
hoop dat op die wijze het pond weer aan vertrouwen kan
winnen. In hoeverre premier Thatcher hier achter staat zal,
met de Europese top net achter de rug, inmiddels duidelijk
zijn geworden.
De weer afgenomen vlucht in dollars leidde tot een lichte stijging van de rentetarieven in de VS, waar het tarief
voor het dertigjarig overheidspapier na een dieptepunt van
8,1 % weer iets opliep tot 8,3%. In Europa daarentegen zette de daling van de kapitaalmarktrente zich voort. In Duitsland en Nederland daalde de lange rente met circa 0,1%
tot respectievelijk 6,8% en 7,15%. De kapitaalmarktrente
in Japan zet zijn stijgende tendens voort en is voor de 10jarige obligaties inmiddels beland rond de 5,5%. De toetreding van Spanje tot het EMS had een toevloed van buitenlands kapitaal tot gevolg, omdat tegenover de hoge rente
aldaar nu een beperkter koersrisico staat. Het gevolg hiervan was dat de koers opliep terwijl de rentetarieven terugvielen.
Staatslening brengt / 3,2 miljard op
In Nederland heeft de laatste 7,25% Staatslening een bedrag van / 3,2 miljard opgebracht. De uitgiftekoers is daarbij vastgesteld op 100,80% waarmee het rendement is uitgekomen op 7,14%. De Nederlandsche Bank heeft in deze
lening voor / 200 miljoen meegedaan. Exclusief de inschrijvingen van de Nederlandsche Bank, waar aflossing
Valutakoersen
1989

1989

hoogste

laagste
koers

koers
Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen (10.000)

634

2,30
3,71
112,93
133,32
165,01

1,99
3,42
112,57
125,95
152,11

Koers
per
12/6

Koers
per
26/6

2,29

2,20
3,42

3,50
112,64
129,85
153,45

112,67
131,00
157,00

van kortlopend schatkistpapier tegenover staat, heeft de
staat met deze lening dit jaar al voor een bedrag van ruim
/ 23 miljard uit de markt gehaald. Daarnaast is door de
agent van Financien op de onderhandse markt voor een
bedrag van bijna/ 8 miljard opgenomen, terwijl via devoorinschrijfrekening van het ABP / 2 miljard ter beschikking
is. Volgens de voorjaarsnota bedraagt de financieringsbehoefte voor 1989 / 43,4 miljard. Nu de minister van Financien hiervan reeds / 33 miljard bijeen heeft, bevindt hij zich
op dit moment in een comfortabele positie.

Internationale beurzen
Europese beurzen vast
In Brussel komt het Generale-aandeel weer terug op de
beurs. Na een felle strijd was deze in de Belgische economic alom vertegenwoordigde gigant vorig jaar bijna van de
beurs verdwenen. Naast de slechts ca. 2% van het kapitaal dat nog vrij circuleert wordt nu een pakket van 7,5 mln.
aandelen op de beurs gemtroduceerd, waarvoor internationaal een overweldigende belangstelling bestaat. In het algemeen doet de aandelenmarkt van Brussel het recentelijk iets rustiger aan na de opmerkelijke stijging van vorig
jaar, die sterk verband hield met de strijd rond de Generale. De laatste weken is het de beurs van Kopenhagen die
de show steelt, terwijl ook Milaan weer terug is in de race.
De Duitse beurs liet zich duidelijk van zijn goede kant
zien en toonde verschillende vaste dagen. Nieuwe records
werden gebroken en de omzet was ruim met volumes van
meer dan DM 10 miljard. Naast binnenlandse vraag ondersteunden ook buitenlandse aankopen de hausse. ‘Blue
chips’ als Siemens, Mannesmann en Daimler deden het
goed.
De beurs van Londen bewoog zich eerder zijwaarts. De
fraaie winstcijfers van British Steel (plus 42%) vormden een
goede steun. De brouwerij-aandelen die eerder onder druk
hadden gestaan herstelden zich, nu het rapport van de Monopolies and Mergers Commission mogelijk wordt verzacht, hetgeen onder meer zou kunnen inhouden dat het
voorgestelde maximale aantal pubs van 2000 dat een brouwerij mag bezitten niet doorgaat.
Tokio aarzelt
De beurs van Tokio laat het de laatste tijd wat afweten
en moest zelfs de grootste daling van dit jaar incasseren.
Op 15 juni daalde de Japanse index met bijna 490 punten
nadat de dollar ten opzichte van de yen was gestegen tot
meer dan yen 150. Het vertrouwen in de beurs wankelt ook
enigszins nu de verkiezingen van juli dichterbij komen. Verkiezingen, waar de regerende liberate partij mogelijk een
flink verlies zal moeten incasseren. Uiteindelijk veerden de
koersen toch weer op toen beleggingsfondsen aankopen
verrichtten ten einde de waarde van hun portefeuilles te
herstellen, terwijl de brokers hun inspanningen opvoerden
om het publiek tot meer aankoopactiviteiten te bewegen.
Het Japanse beleggerspubliek is van toenemend belang
voor de markt, nu de instituten zich door de rentestijging
en de politieke ontwikkelingen behoedzameropstellen. Het
zijn ook de particuliere beleggers geweest die er direct na
de crash toe hebben bijgedragen dat de Japanse beurs
zich snel herstelde. Met de privatisering van NTT kregen
veel nieuwe Japanse beleggers de smaak van het aandelenbezit te pakken. Daarnaast heeft de tot voor kort pjjlsnel
stijgende onroerend-goedmarkt ertoe bijgedragen dat de
Japanse particulier bereid was een dee) van de hoge besparingen meer risicodragend te investeren. De afschaffing van belastingvoordelen voor bepaalde spaarrekeningen vormde ten slotte ook een stimulans voor beleggingen
in effecten.

Beursindices
1989

Duitsland (Dax)
Nedertand(CBS-koersindex)
Tokio(Nikkei)

Australia (All Ord)

Koers

laagste

per

per

koers
VS (Dow Jones)
Engeland(FT-IOO)

1989

hoogste

Koers

koers

9/6

23/6

2519
2205

2145
1783

2513
2142

2514
2168

1491
196
3.6
427
1583

1272
167
30.184
1413

1437
193
33.640
1544

1491
195
33.531
1510

‘- .

De Amerikaanse beurs zakte in de verslagperiode aanvankelijk geleidelijk weg van het niveau van rond de 2520
voor de Dow Jones tot het niveau van 2470. Het verlies
werd uiteindelijk royaal goedgemaakt toen gedaalde orders voor duurzame consumptiegoederen de kans op een
rentedaling weer deden toenemen en Wall Street een stijging van bijna vijftig punten boekte. De transportaandelen
ontwikkelden zich erg krachtig. Niet in de laatste plaats kon
dit worden toegeschreven aan de overnamestrijd rond
NWA waar KLM en haar partners als overwinnaars uit naar
voren zijn gekomen. De beurs hoopt nu dat de verliezers
een andere luchtvaartmaatschappij in het vizier zullen krijgen. De automobielwaarden stonden tijdelijk onder druk
ten gevolge van fors omlaag bijgestelde winstverwachtingen voor 1990. Ook de farmacie had het moeilijk nadat Pfizer voor hettweede kwartaal een winstdaling met 30-40%
in het vooruitzicht had gesteld.

De Amsterdamse beurs
Vaste stemming
De Amsterdamse beurs vertoonde de afgelopen weken een vaste stemming. Over een breed front stegen de
koersen. Aan het einde van de verslagperiode leverde de
lagere dollarkoers enige druk op voor Kon. Olie en in mindere mate Unilever, maar dit werd gecompenseerd door
de opleving van Wall Street. De financiele waarden vertoonden over een breed front stijgingen, waarbij de
AMRO voor dit jaar een nieuw hoogtepunt registreerde.
De voedingsmiddelensector, die eerder wat was achtergebleven, deed het uitstekend met forse winsten voor
Bols, CSM, Wessanen en Heineken. De koersstijging
voor Heineken speelde zich binnen enkele dagen af,
waarin de koers met 10% steeg. Het warme zomerweer
zal, al dan niet terecht, hebben bijgedrp.gen aan de extra
belangstelling. De uitgevers deden in bescheiden mate
mee. AKZO kon aanvankelijk minder goed meekomen,
maar zette later ook de stijgende trend in. Philips wist zich
boven de / 40 te nestelen.
De koers van Hoogovens maakte een nieuwe spurt
door waarbij het niveau van / 120 werd doorbroken. Op
dinsdag 20 juni was de belangstelling voor opties Hoogovens dermate groot dat de openingsprijzen pas tegen
12 uur tot stand konden worden gebracht. Geruchten
over een winst voor dit jaar van / 1 miljard (inclusief een
boekwinst van / 300 op de verkoop van Cemij), tegenover / 300 mln. vorig jaar, speelden een belangrijke rol
bij de koersstijging.

Nieuwe dimensie voor KLM
KLM, een van de internationals op de Amsterdamse
beurs heeft dit begrip een extra dimensie gegeven. Reeds
geruime tijd beraadde de onderneming zich op de weg die
bewandeld moest worden om zich voor de lange termijn zo

ESB 28-6-1989

goed mogelijk te positioneren in de internationale luchtvaart. “ledereen spreekt met iedereen”, was inmiddels een
veel gehoorde uitspraak. Met de realisatie van een tweetal
deelnemingen in Sabena en het Amerikaanse Northwest
Airlines lijkt KLM op een aantal collegae nu een voorsprong
te hebben genomen. Om precies te zijn gaat het om Sabena World Airlines waarin de luchtvaartactiviteiten van Sabena worden ingebracht. De maatschappij krijgt drie aandeelhouders: de Belgische staat met 60% en als nieuwe
aandeelhouders British Airways en KLM, ieder met 20%.
Voor Belgie betekent dit waarschijnlijk dat Brussel zich zal
kunnen ontwikkelen tot een belangrijk knooppunt van intercontinentale vluchten van waaruit pendeldiensten op nationaal en regionaal niveau plaatsvinden. De deelneming in
NWA, de op drie na grootste luchtvaartmaatschappij in de
VS, werd een dag eerder bekendgemaakt na de acceptatie door het management van het verhoogde bod van de
Checchi-groep, waarin KLM deelneemt. KLM heeft hierdoor een economisch belang van 20% verkregen bij een
aandeel in de zeggenschap van 8,4%. Door deze deelnemingen heeft KLM haar internationale betrokkenheid belangrijk vergroot, waardoor zij niet alleen beter bestand lijkt
tegen de te verwachten toenemende concurrentie in Europa na 1992 maar bovendien haar positie elders in de wereld heeft versterkt. Het is nog niet bekend welke bedragen
gemoeid zijn met de beide deelnemingen, maar de deelneming in NWA gaat alleen al richting / 1 miljard. Wel moet
worden verwacht dat deze investeringen in eerste instantie een lage rentabiliteit zullen afwerpen. Toch reageerde
de beurs enthousiast op de berichten en vloog de koers
van KLM omhoog. Inmiddels heeft KLM ook een hoger dividend van / 1,80 ten opzichte van / 1,60 in de voorgaande jaren aangekondigd.
Enthousiaste reacties
KLM-buurman Fokker deed het ook goed na berichten
over nieuwe orders. De produktie moet worden opgevoerd
wil Fokker voor 1994 nog nieuwe vliegtuigen kunnen aanbieden. Een verlenging van de produktietijd en het in dienst
nemen van nieuw personeel wordt daarom overwogen.
Een nieuwe produktielijn voor de F-100 lijkt daarbij onontkoombaar. Ook voor de F-50 blijft goede belangstelling bestaan. Het orderboek is inmiddels op 105 toestellen gekomen, terwijl ook nog 19 opties uitstaan. De koers van Fokker, die geruime tijd rond de / 42 hing, school in enkele dagen naar bijna / 47.
Getronics kon een aantal belangrijke transacties melden. Allereerst boekte het de opdracht voor het computeronderhoud bij de belastingdienst. Daarnaast werd de overneming van Modem Hardware gemeld, een bedrijf dat ook
actief is op het gebied van ‘third party maintenance’, een
terrein waar Getronics in Nederland marktleider is. De
koers van Getronics belandde met / 27 dicht bij het hoogtepunt van begin dit jaar.
Grote belangstelling bestond ook voor Center Pares.
Met verschillende partijen wordt onderhandeld over de verkoop van het 60%-belang waar de stichting Levend Water
over beschikt. Sommigen hopen dat een verkoop van dit
belang ook gepaard zal gaan met een bod op de andere
aandelen van deze exploitant van recreatieparken.
Na de succesvolle beursintroducties van DSM en Daf en
het kleinere Flexovit lijkt de introductie van Pirelli de volgende nieuwkomer te zijn, die met grote belangstelling
door beleggers wordt opgewacht. In bankkringen wordt
verwacht dat als ook deze introductie slaagt, meer buitenlandse concerns Amsterdam zullen uitkiezen als plaats
voor de introductie van hun aandelen, hetgeen het aanzien
en gewicht van onze beurs uiteraard ten goede komt. Aan
de koersontwikkeling in de afgelopen weken zal het niet
gelegen hebben, want daarmee onderscheidde Amsterdam zich in positieve zin van veel andere beurzen.

635

Peseta in EMS en ecu
Hoewel de Spaanse minister van Financien Carlos Solchaga enkele weken terug al had laten weten dat Spanje
zich voorbereidde op een deelname aan het EMS, was de
toetreding op 19 juni voor de markt een volslagen verrassing. De doortastendheid van de Spaanse autoriteiten leidde tot een grote belangstelling voor de Spaanse peseta,
die de voorgaande maand juist in koers was weggezakt,
zodat de Spaanse centrale bank direct al moest intervenieren om een te sterke koersstijging te voorkomen.
In de financiele wereld staat de Spaanse peseta al langer in de belangstelling en ten opzichte van de gulden
steeg de Spaanse peseta vorig jaar met 10% tot meer dan
/ 1,80 (per 100) begin dit jaar. De Spaanse economie
groeit in hoog tempo. De levendige binnenlandse vraag
heeft een nieuwe stimulans gekregen na de toetreding van
Spanje tot de EG, hetgeen onder meer tot uiting komt in
een zeer hoog investeringsniveau. De groei van de industriele produktie benadert de 10% op jaarbasis. Dit heeft
inmiddels de nodige spanningen binnen de Spaanse economie teweeggebracht, niet in de laatste plaats aan het
loonfront, hetgeen tot uiting is gekomen in een reeks van
stakingen en politieke spanning. Ook de inflatie loopt snel
op en steeg in april tot 6,7% op jaarbasis. Daarnaast verslechtert de handelsbalans in snel tempo en lag het tekort
over de eerste vier maanden ruim 50% hoger dan vorig
jaar. Het beleid van de Spaanse regering is erop gericht
om met een krap monetair beleid de economie te laten afkoelen. De hoge rente trekt daarbij buitenlands kapitaal
aan, waardoor de peseta ondanks een tekort op de lopende rekening zich goed houdt. Om het anti-inflatiebeleid
kracht bij te zetten en de peseta sterk te houden heeft de
Spaanse regering nu besloten snel tot het EMS toe te treden. Ongetwijfeld heeft daarbij ook meegespeeld dat nu tijdens de door premier Gonzales voorgezeten Europese
Raad nog meer druk op premier Thatcher uitgeoefend kan
worden om mee te doen met een verdere monetaire integratie in Europa. Wel is bij de toetreding tot het EMS overeengekomen dat de peseta voorlopig een grotere bewegingsvrijheid houdt. Rond de spilkoers van 133 peseta’s
per ecu (en 57,69 peseta’s per gulden) mag de peseta net
als de Italiaanse lire fluctueren binnen een marge van naar
beide zijden 6%. Voor de andere EMS-valuta’s geldt zoals
bekend een marge van 2,25%.

Herschikking ecu
Naast de toetreding tot de EMS zal de peseta ook worden opgenomen in het valutamandje van de ecu. Op 21
September a.s. vindt een algehele herschikking plaats,
waarbij zowel de Spaanse peseta als de Portugese escudo in de ecu worden opgenomen. Zo’n herschikking van de

Gewichten samenstellende valuta’s in de ecu in %
13/3/79 14/9/84 17/9/84 20/6/89 21/9/89
Duitse mark
Franse frank
Gulden

Belgische frank
Luxemburgse frank
Deense kroon
Italiaanse lire
lers pond
Brits pond
Drachme

Peseta
Escudo

636

33,0
19,8

36,9
16,7

10,5
9,1
0,4
3,0
9,5
1,1
13,6

11,3
8,1
0,3
2,7

32,0
19,0
10,1
8,2
0,3
2,7

7,9
1,0
15,1

10,1
1,2
15,0

1,3

34,7
18,6
11,0
8,6

0,3
2,7

9,3
1,1
13,0
0,7

30,1
19,0
9,4
7,6
0,3
2,45
10,15
1,1
13,0

0,8
5,3
0,8

ecu vindt iedere vijf jaar plaats, ten einde net uit de pas lopen van individuele valuta’s onder invloed van devaluates
en revaluaties te corrigeren. Zo moet het gewicht van de
sterke valuta’s zoals Duitse mark en gulden regelmatig
worden teruggebracht. De Duitse mark had bij de instelling
van de ecu een gewicht van 33%. Vlak voor de aanpassing
in September 1984 was dit gestegen tot bijna 37%. Vervolgens werd dit toen met de aanpassing teruggebracht tot
32%, maar inmiddels is het gewicht al weer opgelopen tot
bijna 35%. In September a.s. zal dit aandeel weer worden
teruggebracht tot 30%.
De nieuwe gewichten van de verschillende valuta’s bij
de vijfjaarlijkse aanpassingen van de ecu worden bepaald
op basis van een formule, waarin onder meer de omvang
van het bruto nationaal produkt, het aandeel in de intracommunautaire handel en de bijdrage aan de EG-begroting
een rol spelen.
Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van de gewichten van de verschillende valuta’s en de wijzigingen bij
de vijfjaarlijkse aanpassingen. De laatste twee kolommen
geven daarbij de wijzigingen van de komende aanpassing
van September a.s. weer.
Het gewicht van de sterke valuta’s, zoals de Duitse mark
en de gulden zal teruggebracht worden van 46% naar
39,5%. De hoogrentende valuta’s, zoals de drachme, peseta, escudo, lire en Franse frank worden sterker vertegenwoordigd. Ook het pond moet bij deze laatste groep worden ingedeeld, maar daarvan blijft het gewicht onveranderd 13%. De aanpassing heeft onder meer tot gevolg dat
met de nieuwe wegingen en het zwaardere gewicht voor
de hoogrentende valuta de ecu-rente ook omhoog zal
gaan. Voor het driemaands-tarief laat dit effect zich berekenen op een verhoging in de orde van 0,3%. De markt
loopt hier overigens al op vooruit, want direct na de aankondiging van de nieuwe gewichten steeg de rente voor
ecu’s.
Bezien wij bovenstaande gewichten dan valt niet alleen
het grote gewicht van de Duitse mark op. Opvallend is dat
het Britse pond genoegen moet nemen met een gewicht
van slechts 13% en daarmee nog geen 3 procentpunten
zwaarder meeweegt dan de lire. De oorzaak moet gezocht
worden in het relatief beperkte aandeel in de intracommunautaire handel en de financiering van de EG. Het relatief
hoge gewicht van de gulden is uiteraard meer ingegeven
door de omvangrijke buitenlandse handel dan door de omvang van het nationaal produkt, waarbij de kracht van de
gulden er de oorzaak van is dat na een aanpassing het gewicht van de gulden geleidelijk weer omhoog kruipt.
De rol van de ecu als rekeneenheid of betaalmiddel is in
ons land minder sterk ontwikkeld dan in sommige andere
landen. In de zuidelijke EG-landen wordt door bedrijven
vaak in ecu gefactureerd of geeft de overheid regelmatig
schatkistpapier uit dat luidt in ecu. Zo gaf de Franse staat
enkele maanden geleden nog een obligatielening uit van
een miljard ecu. Dit bedrag moet worden gezien tegen de
achtergrond van een totaal aan ecu-emissies van ecu 9,2
miljard in 1988, waar dit in 1983 nog slechts ecu 2,5 miljard bedroeg.
De nieuwe samenstelling van het ecu-mandje heeft veel
onzekerheid voorde markt weggenomen. De effecten blijven beperkt. Dit leidde al snel tot een toegenomen belangstelling, waardoor de aanvankelijke opwaartse druk op de
rente voor een deel weer teniet werd gedaan.