Ga direct naar de content

Maak economen populair en bestrijd zo het populisme

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 11 2021

Populisme bestrijd je door te werken aan de populariteit van economen. Natuurlijk klinkt dit wat vergezocht – meten wij economen ons geen al te grote broek aan? – maar leest u even mee.

Het succes van populistische partijen heeft onthuld dat een grote groep kiezers sceptisch is geworden over de ‘mainstream politiek’. De verklaringen hiervoor zijn legio. Politicologen schrijven de opkomst van populisten toe aan het verwateren van de religieuze en ideologische verbindingen tussen elite en volk, waardoor de partijen ‘op de flanken’ meer kans krijgen om zich te onderscheiden (Keman en Pennings, 2006). Sociologen interpreteren populisme als een uitwas van de groeiende kloof in de waarden van hoger- en lageropgeleiden, bijvoorbeeld als het gaat om Europa en immigratie (Lampert en Blanksma Çeta, 2017). En bezien door een genderbril zijn de successen van populistische partijen de stuiptrekkingen van een patriarchaat in verdrukking (De Swaan, 2019).

Economen, op hun beurt, wijzen op de toenemende economische kwetsbaardheid van huishoudens. Zo floreerden populisten in regio’s die hard waren geraakt door importconcurrentie vanuit China (Autor et al., 2020), was de Brexit-stem extra succesvol in regio’s waar er voordien relatief flink bezuinigd werd (Fetzer, 2019), en brengt de Nederlandse beleidseconoom populisme in verband met alles wat er mis is met de Nederlandse economie. Met een disfunctionele huizenmarkt, segmentatie op de arbeidsmarkt en de groeiende verschillen in de vermogenspositie van huishoudens is het niet zo gek dat het volk op een gegeven moment rebelleert (Baarsma en Parlevliet, 2020).

Welke verklaring de meeste zeggenschap heeft, is nog lang niet bepaald. Duidelijk is wel dat voor kiezers het economische verhaal slechts een van de overwegingen is. Zelfs in een tijdperk waarin de staat weer in een positief daglicht staat, stemden kiezers bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen overwegend op rechtse partijen, omdat ze over culturele thema’s – immigratie, integratie en identiteit – rechtse opvattingen hebben (Otjes, 2021). Het ligt uiteraard voor de hand dat economische en culturele zorgen elkaar beïnvloeden. Een invloedrijke stelling is dat mensen door het toenemen van economische onzekerheid in de afgelopen decennia vatbaarder zijn geworden voor autoritaire en xenofobe denkbeelden (Inglehart en Norris, 2017). Dat zou betekenen dat het versterken van economische zekerheden de onderliggende oorzaak van onvrede op andere vlakken deels zou kunnen verhelpen.

Oplossingen bedenken om kwetsbare huishoudens weerbaarder te maken, dat kan een econoom wel, zou je zeggen. Ware het niet dat veel van de oplossingen die economen aandragen op zich al niet zo makkelijk landen. De kans op een vast contract willen we verbeteren door het vaste contract minder zeker te maken; de betaalbaarheid van woningen gaan we vergroten door fiscale subsidies te beperken; en om vermogensongelijkheid tegen te gaan, denken we aan hogere vermogensbelastingen, waaronder die op erfenissen. Die communicatieve uitdaging wordt des te groter in een ­klimaat waarin kiezers met argusogen kijken naar de oplossingen die worden aangedragen door de elite, waaronder zij ook de economen scharen (Merkley, 2020). In recent werk laat ik zien dat de houding richting elites een van de belangrijkste drijfveren is voor (gebrek aan) steun voor hervormingen (Parlevliet, 2021).

Om de acceptatie van de voorstellen van economen te verhogen – én het signaal af te geven dat economie geen ­elitaire aangelegenheid is – mogen we als beroepsgroep best wat meer gaan investeren in onze eigen populariteit bij sceptische kiezers. Bijvoorbeeld de impact van pijnlijke maatregelen overtreffen met een forse zak geld. Uitgekiende framing van hoe beleidsvoorstellen Henk en Ingrid ten goede komen. ­Creatief op zoek naar maatregelen met een hoge symbolische waarde – een beloningsplafond voor economen? Denkt u mee?

Literatuur

Autor, D., D. Dorn, G. Hanson en K. Majlesi (2020) Importing political polarization? The electoral consequences of rising trade exposure. The American Economic Review, 110(10), 3139–3183.

Baarsma, B. en J. Parlevliet (2020) Gebrek aan grip maakt ontevreden en voedt het populisme. ESB, 105(4786S), 35–38.

Fetzer, T. (2019) Did austerity cause Brexit? The American Economic Review, 109(11), 3849–3886.

Inglehart, R. en P. Norris (2017) Trump and the populist authoritarian parties: the silent revolution in reverse. Perspectives on Politics, 15(2), 443–454.

Keman, H. en P. Pennings (2006) Competition and coalescence in European party systems: social democracy and Christian democracy moving into the 21st century. Swiss Political Science Review, 12(2), 95–126.

Lampert, M. en A. Blanksma Çeta (2017) Why elites are failing and people revolt: cross-Atlantic survey on anti-establisment revolts. Rapport Motivaction, te vinden op www.motivaction.nl.

Merkley, E. (2020) Anti-intellectualism, populism, and motivated resistance to expert consensus. Public Opinion Quarterly, 84(1), 24–48.

Otjes, S. (2021) Waarom is links zo klein? Artikel op stukroodvlees.nl, 12 januari.

Parlevliet, J. (2021) Contested reform in the European Monetary Union: lessons from the Netherlands. Proefschrift, Universiteit van Amsterdam.

Swaan, A. de (2019) Tegen de vrouwen. Amsterdam: Prometheus.

Auteur

Categorieën