Ga direct naar de content

Optellen en wegcijferen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 10 2004

Optellen en wegcijferen
Aute ur(s ):
Fieke van der Lecq (auteur)
fieke.vanderlecq@economie.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4448, pagina 579, 10 december 2004 (datum)
Rubrie k :
van de redactie
Tre fw oord(e n):

De registeraccountants sloegen vorige week alarm: hun boekencontroles zijn te goedkoop. Volgens nivra-voorzitter Van der Wel ligt dit
aan de markt. Het instituut stuurde de 13.000 leden een enquête, die een respons van dertien procent opleverde. Volgens 65 procent van
de respondenten zijn de controlecliënten niet bereid een honorarium te betalen dat een ‘vaktechnisch volkomen controle’ mogelijk maakt.
Simpel gezegd: de klanten betalen dermate weinig dat een goed stuk vakwerk er bij de geldende uurtarieven niet in zit. Ook de natuurlijke
adviesfunctie die nauw samenhangt met de boekencontrole, loopt gevaar door de krappe budgetten. Opmerkelijk is dat in beide gevallen
vooral de overheidssector op de budgetten beknibbelt. Is dit het innovatieve aanbesteden waar de overheid prat op gaat?
Een probleem ontstaat wanneer de overheid een dermate grote vrager is, dat accountants in de verleiding komen elkaar te onderbieden
om de opdrachten te krijgen. De vrije toetreding op deze markt ontstaat doordat er steeds nieuwe register-accountants bij komen en de
vrije uittreding hebben we sinds de grote boekhoudschandalen in werking gezien. Nu aan de voorwaarde van vrije toe- en uittreding is
voldaan, kan vrije prijs-zetting heilzaam werken (Kahn, 1979). Naast de prijzen vormt de kwaliteit van de controle een variabele waarmee
kantoren zich kunnen onderscheiden. Deze komt in gevaar als de controle in te weinig tijd moet gebeuren en daardoor ondeugdelijk is. In
dat geval is goedkoop bij nader inzien duurkoop.
De vraag is hoe de overheid moet bepalen welke prijs de juiste is, dat wil zeggen met beperkte winstmarge en behoud van kwaliteit.
Hierbij kan lering worden getrokken uit het notariaat. Ook deze sector kenmerkt zich door een domeinmonopolie en een sterke
informatieasymmetrie tussen koper en verkoper van de dienst (Mulder en Baarsma, 2004). Vertrouwen en reputatie zijn dan van belang.
Sinds notarissen transparanter moeten werken, zijn de prijzen gedaald en is de kruissubsidiëring er goeddeels uit. Notarissen kunnen
minder op transportaktes concurreren dankzij marges op testamenten en accountants kunnen een goedkope boekencontrole niet meer
goedmaken met een dure adviesopdracht.
De vraag om kwaliteitsstandaarden en het toezicht daarop zullen zich dan ook het meest doen gevoelen bij de marktsegmenten waarin het
sterkste wordt geconcurreerd. Dit zijn de diensten die enigszins gestandaardiseerd zijn, zodat de klant relatief gemakkelijk van kantoor
kan wisselen. Overstappen blijft echter prijzig, want de nieuwe accountant moet de situatie van de nieuwe cliënt leren kennen. De kosten
van de controle nemen hierdoor per overstap met 22,5 procent toe (Roos, 2004). Disciplinering kan eenvoudiger via het nivra, dat de
kwaliteitscontrole op het werk van de leden kan versterken, met als ultieme sanctie het schrappen uit het register, zoals advocaten van
het tableau kunnen worden geschrapt. Andere voorstellen voor krachtiger toezicht worden ook overwogen (Vergoossen en Wallage,
2004).
Nu komt echter dezelfde overheid met een tegengestelde prikkel: alles wat naar samenspanning ruikt, is verdacht. Kartelwaakhond NMa
spitst ongetwijfeld de oren nu de voor-zitter van het nivra de leden oproept de rug recht te houden in onderhandelingen met de klant
(Van Wijnen, 2004). In feite is hier sprake van een gevangenendilemma en kan de voorzitter slechts hopen dat de meeste collegae voor
het coöperatieve evenwicht kiezen. Het alternatief wordt een felle prijsconcurrentie, zoals de supermarkten die momenteel voeren. Daarbij
speelt de reputatie als aanvulling op de eenzijdige informatie een bescheiden rol. Een boekencontrole die is verricht door een kantoor met
een goede naam zegt in subjectieve zin meer dan een verklaring van een kleine firma. Niettemin kan een goede reputatie van
accountantskantoren niet altijd opwegen tegen de prijsprikkel. Dit doet vermoeden dat de aanbieders en vragers op de markt voor
boekencontrole een verschillende perceptie van de kostenfunctie hebben, waardoor de klant meent dat voor minder geld dezelfde
kwaliteit kan worden geleverd.
Natuurlijk is het goed als de overheid ons gemeenschapsgeld zorgvuldig besteedt. Een bijdrage aan eventuele overwinsten in de
accountantsbranche zou hier niet onder vallen. Een zuinige overheid als grote klant kan de x-inefficiëntie omlaag brengen en de branche
dwingen genoegen te nemen met normale marges, dan wel kostenverlagingen door te voeren. Als de kwaliteit wordt gehandhaafd en de
prijs voor een opdracht omlaag gaat, verdienen de accountants minder per feitelijk gewerkt uur. Geen wonder dat veertig procent van hen
in genoemde enquête meent dat vakkennis te weinig in het salaris wordt verdiscon-teerd. Saillant is dat 23,4 procent van de
respondenten niet opnieuw voor het vak van registeraccountant zou kiezen. Geen sigaren met confrères meer, maar agressieve
concurrenten en je klem werken voor zuinige opdrachtgevers met een hijgende kartelwaakhond in de nek: de hedendaagse
registeraccountant maakt zware tijden door.
Fieke van der Lecq
fieke.vanderlecq@economie.nl

Literatuur
Kahn, A.E., 1979, Applications of Economics to an Imperfect World, American Economic Review, 1-13.
Mulder, J.D.W.E. en B.E. Baarsma, Transparantie leidt tot samenspanning van notarissen, ESB, 5 maart 2004, 118-120.
nivra, Trends in accountancy, brancheverkenningen 2004-2005, www.nivra.nl.
Roos, R., 2004, Roulatie van accountantskantoor of interne roulatie?, mab, november 2004, 472-478.
Vergoossen, R. en Ph. Wallage, 2004. Toezicht op het accountantsberoep, mab, december 2004, 542-553.
Van Wijnen, J.F., Accountant komt niet uit, Het Financieele Dagblad, 2 december 2004.

Copyright © 2004 – 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur