Ga direct naar de content

Ceteris paribus

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 2 2016

ESB Ceteris paribus
192Jaargang 101 (4729) 3 maart 2016
Ceteris paribus
Eelke de Jong
Eelke de Jong bestudeert sinds vijftien jaar de
invloed van normen en waarden (samengevat
onder het begrip cultuur) op economische ver –
schijnselen.
Waar werkt u op dit moment aan?
“Momenteel werk ik aan een herziening van een paper. Dit paper gaat
over hoe centrale bankiers denken over de noodzakelijke onafhanke –
lijkheid van centrale banken en de rol van beleidsexperts in crisistijd.
Een eerder onderzoek leverde grote verschillen op tussen met name
de Fransen en de Duitsers. Een nadeel van dat onderzoek was dat het
gebaseerd was op de culturele dimensies van Hofstede. Deze dimensies
proberen de centrale tendens in een land te meten. Maar het is hier
niet van belang wat de gewone man vindt, maar wat de mening is van
degenen die de beslissingen nemen. In het huidige onderzoek proberen
we die meningen te achterhalen door speeches van centrale bankiers
te analyseren. We construeren cognitive maps. Deze geven een idee van
de denkbeelden van de spreker. De analyse heeft betrekking op Axel
Weber (Duitsland), Jean Jacques Trichet (ECB), Christian Noyer (Frank –
rijk), Miguel Ángel Fernández Ordóñez (Spanje) en Patrick Honohan
(Ierland). Daarnaast ben ik bezig een studie op te zetten naar de ver –
schillen tussen Europese landen wat betreft de mate waarin marktwer –
king en concurrentie geaccepteerd zijn.”
Wat zijn uw bevindingen?
“Voor veel van de onderzochte items vinden we dat de mening van de
centrale bankiers overeenkomt met hetgeen we op grond van de natio –
nale cultuurverschillen verwacht hadden. Axel Weber heeft een sterke
voorkeur voor een onafhankelijke centrale bank en hecht aan checks en
balances . De mening van Trichet zit vaak tussen die van Noyer en We –
ber in. Wij concluderen daaruit dat hij in zijn functie als president van
de ECB probeert een bemiddelende rol te spelen. Wat het marktwer –
kingproject betreft is veel nog in opbouw. Wel is er al een voorstudie
gedaan naar de markt voor energie. Daaruit blijkt dat Frankrijk (en Italië) energiebedrijven als nationale kampioenen zien en niet gemak

kelijk van zin zijn de energiemarkt voor buitenlandse concurrentie
open te stellen.”
Wat kan de beleidsmaker leren uit uw onderzoek?
“Beleidsmakers dienen zich te realiseren dat binnen Europa de denk –
beelden sterk verschillen over hoe een economie in elkaar zou moeten
zitten. Dit betekent dat gemeenschappelijk overeengekomen regels
heel verschillende uitwerkingen in de landen kunnen hebben en dat
het beleid van een Europese instelling mede afhankelijk is van de na –
tionaliteit van de leidende figuur. Wil men dat niet, dan moet men
vooraf de bevoegdheden inperken, bijvoorbeeld stemmen bij gekwa –
lificeerde meerderheid. In het geval van de energiemarkt betekent het
dat het streven naar one level playing field lang niet door iedereen wordt
gedragen. Dan kan het verstandig zijn om niet voorop te lopen met
het introduceren van marktwerking , want dat kan de eigen markt en
nationale aanbieders kwetsbaar maken.”
HET WOORD AAN…
UIT DE OUDE ESB-DOOS
ETHIEK?
Het Journaal gisteren: “werkloosheid gedaald
naar 189.000”. Doe daar maar een paar honderd
bij, namelijk al die economen die, net als ik, elke
keer weer worden ingehaald door de werkelijk –
heid die we niet begrijpen en altijd weer ver –
keerd inschatten. Wij moeten weg. Wij moeten
ontslagen worden. Sluit de tent, het geklungel heeft nu wel lang ge –
noeg geduurd. Er is geen econoom in Nederland die ook maar in de
verste verte de werkgelegenheidsgroei van de laatste twee jaar heeft
zien aankomen. Sla de MEV erop na: in 1999 zouden er 95.000 ba –
nen bij komen. Het zijn er 163.000 geworden, bijna twee keer zoveel
ofwel een voorspelfout van 100%.
Stelder, D. (2000) Afscheid van de somberologie. ESB, 85(4242), 107.

Auteur