Ga direct naar de content

EICIE voorspelt 1% groei

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 22 2005

EICIE voorspelt 1% groei
Aute ur(s ):
E.A. de Groot en P.H.B.F. Franses (auteur)
De auteurs zijn b eiden verb onden aan het Econometrisch Instituut van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. De auteurs willen Randstad
b edanken voor het ter b eschikking stellen van de gegevens. Dit artikel is geb aseerd op De Groot en Franses (2005b ). Een versie van het paper is
b innenkort beschikb aar op www.few.eur.nl/few/research/pub s/ei onder ‘pub lications’ of op de ESB-web site www.economie.nl. edegroot@few.eur.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4458, pagina 179, 22 april 2005 (datum)
Rubrie k :
Conjunctuur
Tre fw oord(e n):

De op data van uitzendwerk gebaseerde Econometric Institute Current Indicator of the Economy (EICIE) voorspelt een groei van het
bbp van 1,0% in het eerste kwartaal 2005 ten opzichte van het eerste kwartaal 2004.
In de ESB van 14 januari 2005 werd de EICIE voor het eerst gepresenteerd (De Groot & Franses, 2005a). Met ingang van deze publicatie
zal een update van de EICIE ieder kwartaal in ESB worden gepubliceerd. Dit biedt tevens gelegenheid om verdere ontwikkelingen van het
model te presenteren.
Modelontwikkeling
De EICIE is de afgelopen tijd gepresenteerd aan experts. Een suggestie die naar voren kwam, is de mogelijkheid om verschillende
modellen toe te staan: een model voor een opgang in uitzendwerk en een in geval van een neergang. Hiermee zou mogelijk een niet-lineair
model gevonden kunnen worden dat de data beter representeert. We hebben onderzocht of dit zo is.
Perioden van positieve en negatieve groei in uitzendwerk wisselen elkaar af. In perioden van negatieve groei blijkt uitzendwerk zich
sneller dan gemiddeld te corrigeren naar het langetermijnevenwichtsniveau dan voor het bbp het geval is. Bij positieve groei vindt deze
correctie naar het evenwichtsniveau langzamer plaats. Bij de toename van de economische groei zullen als eerste vooral uitzendkrachten
aan het werk gaan. De werkgelegenheid neemt toe, maar deze toename is niet direct zichtbaar in termen van afname van de werkloosheid.
Pas als de economische groei doorzet, zal de werkloosheid afnemen, omdat meer vaste contracten worden aangeboden (zie voor een
uitgebreidere achtergrond De Groot & Franses, 2005b). Uitzendwerk groeit in een opgaande fase snel en zal na een aantal jaren afvlakken,
alsof een natuurlijke ‘grens’ aan het aantal uitzendkrachten dat aan het werk is wordt bereikt. Bij een economische crisis volgt dan een
correctie waardoor veel minder uitzend- en vaste banen worden vervuld. Nadat het economisch dieptepunt is bereikt, begint de cyclus
weer van voren af aan. Omdat uitzendwerk zich in een neergaande fase anders ‘gedraagt’ dan in een opgaande fase, is het
gerechtvaardigd om het model te verfijnen met twee aparte modellen die hiermee rekening houden. Daarom hebben we de EICIE
uitgebreid met twee niet-lineaire modellen.
Niet-lineaire modellen
Vanuit de literatuur is bekend dat een langetermijncoïntegratierelatie zal blijven bestaan, ook al wordt toegestaan dat de parameters in de
modellen veranderingen ondergaan. Het uitgangspunt blijft het gebruik van dezelfde modellen zoals die gepresenteerd zijn in De Groot
en Franses (2005a). Deze modellen worden nu herschat, waarbij wordt toegestaan dat de modelparameters in perioden van negatieve
groei in uitzendwerk verschillend zijn ten opzichte van de parameters in perioden met positieve groei. Voor een uitgebreide bespreking
verwijzen we naar De Groot en Franses (2005b). Statistisch gezien is de bijdrage van de extra variabelen significant.
De eerder ontwikkelde lineaire modellen, die worden aangevuld met de niet-lineaire modellen, blijven het uitgangspunt van de EICIE. We
maken een samengestelde indicator, waarbij verschillende gewichten aan de modellen wordt gegeven. De twee lineaire modellen (een
model voor kwartaal-op-kwartaal-groei, en een model voor de jaar-op-jaar-groei in een kwartaal) krijgen een gezamenlijk gewicht van 80%
(elk 40%) en de twee niet-lineaire modellen van 20% (elk 10%). Vanaf heden zullen de schattingen van EICIE worden bepaald met een
combinatie van lineaire en niet-lineaire (switching) modellen.
Schattingen CBS en EICIE
Een nieuwe methode van de EICIE, maar ook de nieuwste cijfers van het CBS die worden verwerkt in de EICIE, maken dat de gegevens
voor het vierde kwartaal van 2004 opnieuw moeten worden vastgesteld. In tabel 1 worden de oude en nieuwe uitkomsten gepresenteerd.
tabel 1

Tabel 1. Verloop van de (herziene) schattingen van CBS en EICIE, groei bbp ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar
eerder, in procenten

schatting groei bbp
jaarschatting
vierde kwartaal 2004
2004
februari 2005
april 2005
februari 2005
april 2005
CBS
1,4 (flash)
1,6
1,3 (flash)
1,4
EICIE
1,1
1,2
1,2
1,2
EICIEa 1,2
1,3
1,3
1,4
a EICIE aangevuld met twee niet-lineaire modellen.

Bbp-schatting eerste kwartaal
We gebruiken de hierboven beschreven combinatie van modellen om de EICIE voor het eerste kwartaal 2005 te schatten. We gebruiken
de data tot en met het derde kwartaal van 2004 en gebruiken een AR(2) model om de kwartalen Q4 2004 en Q1 2005 voor uitzendwerk te
voorspellen. Op basis hiervan komt de EICIE uit op een schatting van 1,0 % voor de groei in het bbp in het eerste kwartaal van 2005 ten
opzichte van het eerste kwartaal in 2004.
Bert de Groot en Philip Hans Franses
Literatuur
Groot, E.A. & P.H.B.F. Franses (2005a) Een real time indicator voor het bruto binnenlands product. ESB, 14 januari.
Groot, E.A. & P.H.B.F. Franses (2005b) Real Time Estimates of GDP Growth, while allowing for switching regimes. Intern rapport,
Econometrisch Institute, Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs