De wereldhandel zit al jaren in het slop. De groei was in 2016 de laagste sinds de financiële crisis, en dit leidt al lange tijd tot grote onrust bij internationale organisaties als het IMF en de WTO. De droge statistieken worden weerspiegeld in het faillissement van de Koreaanse containergigant Hanjin Shipping. Neem daarbij de toenemende weerstand tegen handelsverdragen, de aanstaande Brexit en de tweets van Trump: het slachten van de kip met de gouden eieren lijkt al te zijn begonnen. Dat dit moet worden gestopt, is dan al snel de conclusie.
Er is een hoge correlatie tussen handel en groei in de economische geschiedenis. Het is dan ook verleidelijk om handel te zien als de aanjager van de wereldeconomie. Standaard economische theorieën verklaren dit bovendien goed: handel vergroot de mogelijkheden voor specialisatie. Het uitbuiten van comparatieve voordelen is een krachtige bron van welvaart – de verheffing van honderden miljoenen Chinezen uit de armoede onderstreept dit.
Maar, zoals vaker zijn oorzaak en gevolg niet makkelijk te onderscheiden. In recent onderzoek komen wij tot de verrassende conclusie dat een deel van de handelsstagnatie juist te wijten is aan economische groei (Timmer et al., 2016). Het mechanisme is simpel: als landen rijker worden dan verschuift de consumentenvraag naar goederen, zoals voedsel en kleding, naar diensten, zoals scholing en medische zorg. Consumptie van goederen gaat gepaard met veel meer handel dan die van diensten. Diensten zijn vaak plaatsgebonden, terwijl goederen makkelijk over grenzen kunnen gaan. Bovendien worden veel goederen in een mondiale waardeketen met bijbehorende handelsstromen geproduceerd.
Groei leidt in dit geval dus tot minder, en niet meer, handel. Zo heeft een rijker wordend China steeds minder importen nodig om aan zijn consumentenvraag te voldoen. Bovendien ontwikkelt China de kennis om zelf geavanceerde onderdelen te vervaardigen, in plaats van deze te betrekken uit andere landen. Dit alles leidt tot een afnemende Chinese importintensiteit (figuur 1).
Op basis van een studie van 41 landen komen we tot de conclusie dat de wereldhandelsintensiteit (gedefinieerd als wereldwijde importen per bbp) al sinds 2011 stagneert. Dit in contrast met de gestage groei in de periode vóór de handelscrash in 2008 (Baldwin, 2016). Het verschil is voor ongeveer de helft te verklaren door veranderingen in de samenstelling van de consumptievraag, en de andere helft wordt verklaard door stagnering in internationale productie-fragmentering. Het opknippen van productieketens in een zoektocht naar kostenbesparingen lijkt zijn hoogtepunt te hebben bereikt. Zo beschouwd was de periode voor 2008 uniek en is tragere handelsgroei het ‘nieuwe normaal’.
Er zijn veel ontwikkelingen in de huidige wereldeconomie waarover economen zich druk zouden moeten maken. De dalende groei van de wereldhandel hoort daar niet bij. Handel is geen doel op zich, maar een mogelijke bron van welvaart. Dat betekent overigens niet dat het verstandig is bestaande handelsverdragen op te zeggen, want deze zijn instrumenteel in het plukken van de specialisatievoordelen. Maar de meeste voordelen lijken al te zijn gerealiseerd. Dat betekent dat we terughoudend kunnen zijn met onderhandelingen over verdergaande verdragen, zoals TTIP. Het is te betwijfelen of strengere supranationale bescherming van investeringen en van intellectueel eigendom welvaartsverhogend zijn. Dit nog los van de inbreuk op de soevereiniteit van landen die ermee gepaard gaat (Rodrik, 2016).
In plaats daarvan zou ik willen pleiten voor aanpassing van bestaande verdragen ten gunste van de nu achterblijvende landen. Die hebben ruimte nodig voor het voeren van industrie- en innovatiebeleid en zullen profiteren van het opheffen van resterende belemmeringen, bijvoorbeeld in de handel van landbouwproducten. Armoede heerst nog in grote gebieden in Zuid-Azië en Afrika. Mammoetschepen vol containers zijn een betere oplossing voor dit probleem dan gammele rubberbootjes vol migranten. Dit is iets waar economen zich wél druk om zouden moeten maken.
Literatuur
Baldwin, R. (2016) The great convergence. Cambridge, MA: Harvard University Press.
Rodrik, D. (2016) Straight talk on trade. Project Syndicate, 15 november.
Timmer, M., B. Los, R. Stehrer en G. de Vries (2016) An anatomy of the global trade slowdown based on the WIOD 2016 Release. GGDC research memorandum, 162. Rijksuniversiteit Groningen.
Auteur
Categorieën