Ga direct naar de content

De man van twee miljoen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 5 2002

De man van twee miljoen
Aute ur(s ):
Butter, F. den (auteur)
De auteur is hoogleraar algemene economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsb eleid.
(auteur)
fb utter@feweb .vu.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4387, pagina D19, 5 december 2002 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Duitsland
Tre fw oord(e n):
commentaar

De commissie-Hartz werd begin 2002 ingesteld, nadat de Duitse rekenkamer had vastgesteld dat de Bundesanstalt für Arbeit minder
werk maakte van de arbeidsbemiddeling dan uit de cijfers bleek. Het gerucht gaat dat een student die op voorspraak van deze Duitse
arbeidsdienst tien keer voor kerstman speelde, in de statistieken terecht kwam als tien geslaagde bemiddelingspogingen.
Het is opmerkelijk hoe de nieuwe regering-Schröder de plannen van de commissie-Hartz omarmt en er in de regeringsverklaring van
29 oktober 2002 uitgebreid naar verwijst. Werd in de Nederlandse regeringsverklaring een wrr-rapport maar eens zo prominent in
beeld gebracht!
De meeste aanbevelingen van de commissie zijn krachtdadig geformuleerd, maar er is nauwelijks sprake van een degelijke economische
analyse en uitwerking. Zoals Hassink ook opmerkt, lijken financiële prikkels te ontbreken. Waar de plannen wel financiële gevolgen
hebben, wordt geen inschatting gegeven van de financiële consequenties. De analyse besteedt geen aandacht aan de dynamiek op de
arbeidsmarkt, terwijl het toch essentieel is hiermee bij de beoordeling van de effectiviteit van arbeidsmarktbeleid rekening te houden. Een
voorbeeld is het voorstel om bedrijven een bonus te geven bij uitbreiding van de werkgelegenheid. Wat betekent dat voor de krimpende
bedrijven? Krijgen die dan een boete? Dat zou een ernstige verstoring betekenen van de voor de economische dynamiek zo
noodzakelijke processen van baancreatie en -vernietiging. Indien de regeling daarentegen asymmetrisch is ten opzichte van uitbreidende
en krimpende bedrijven is er evenzeer sprake van een allocatieve verstoring en tevens van een open einde ten aanzien van de
financiering.
Activerend arbeidsmarktbeleid is moeilijker vorm te geven dan het op het eerste gezicht lijkt. Dit wordt nog eens bevestigd door een
recente empirische evaluatie van het activerende arbeidsmarktbeleid in Zwitserland 1. Tekenend is ook het commentaar dat zes Duitse
economische onderzoeksinstellingen in hun diagnose van de toestand van de economie op de Hartz-plannen geven 2. De instellingen
wijzen erop dat de voorgestelde nieuwe regelingen voor werkloosheidsuitkeringen en werkloosheidsbemiddeling wel eens zouden
kunnen leiden tot een vermindering van de prikkel om lager betaalde arbeid aan te nemen.
In ieder geval is de inefficiënte arbeidsbemiddeling slechts voor een klein deel debet aan de hoge werkloosheid in Duitsland. Het Institut
für Arbeidsmarkt- und Berufsforschung heeft berekend dat een verkorting van de vacatureduur hooguit een toename van de
werkgelegenheid met 120.000 personen zou betekenen. Tot slot noemen de zes instituten nog de transitiekosten bij de overgang naar de
nieuwe regelingen en het gevaar van concurrentie-vervalsing bij vermenging van private en door de staat gefinancierde
arbeidsbemiddeling.
De Duitse arbeidsmarkt verschilt flink van de Nederlandse. Zo zijn in Duitsland de werkgelegenheid en de instituties nog sterk op de
industriële productie gericht. Het probleem hierbij is dat de Duitse producten zich in een late fase van hun levenscyclus bevinden. Dit
betekent dat de vraag naar deze producten inelastisch is, zodat met het stijgen van de welvaart de vraag ernaar minder toeneemt dan de
arbeidsproductiviteit. Het gevolg is een daling van de werkgelegenheid in de industrie 3. De Duitse economie wordt echter steeds meer,
in navolging van de Nederlandse, een diensten-economie. Het is daarom van belang ook de inrichting van de arbeidsmarkt daaraan aan
te passen. Naast het in de hand houden van de loonkosten moet het beleid vooral gericht worden op loondifferentiatie en flexibilisering
van de arbeidsmarkt. De aard van de arbeidsverhoudingen in Duitsland verschilt van die in Nederland, zodat ons poldermodel daar nooit
helemaal te kopiëren valt. Toch zou een betere organisatie van de samenspraak van de sociale partners in Duitsland behulpzaam kunnen
zijn bij het terugdringen van de werkloosheid.
Het is opmerkelijk dat de beleidsdiscussie in Duitsland volledig gericht is op de werkloosheid en dat er niet tot nauwelijks aandacht is
voor de arbeidsparticipatie als belangrijke doelvariabele. Toch is de vergrijzingsproblematiek in Duitsland nog groter dan in Nederland.
Net zoals in Nederland is het ook in Duitsland van het allergrootste belang dat de ouderen aan het werk blijven. De aanbeveling van de
Hartz-commissie om ouderen de mogelijkheid een financieel aantrekkelijke vervroegde uittreding te bieden, staat haaks op een dergelijke
beleidsopgave.
Mede dankzij de belofte dat de plannen van de Hartz-commissie de werkloosheid in Duitsland in drie jaar van vier naar twee miljoen
zullen terugdringen, heeft kanselier Schröder de verkiezingen nipt gewonnen. Gezien deze plannen moeten dan wel heel veel additionele

‘Hartz-banen’ geschapen worden.

Dossier Duitsland
D.J. Bruinsma: Buren
C.W.A.M. van Paridon: Herenigd en verstard
M. Schramm: Matigen loont niet, individualiseren wel
S. Brakman, J.H. Garretsen: Wordt de economische Muur geslecht?
H.A.M. van Lieshout: Duale stelsel is Tantaluskwelling
A.H. Kleinknecht: ‘Made in Germany’:ieder nadeel heb z’n voordeel
R. Inklaar, J. Sleifer, B. van Ark: Innovatie en productiviteit
W.H.J. Hassink: Hartz en Donner: efficiënte onderhandelingen?
F.A.G. den Butter: De man van twee miljoen
E.W. Mehring: Vertrouwen is goed, controle is beter
E.M. Valke: Arbeidsmarkt cruciaal
J.J.A. Eggelte: Stroomopwaarts het Rijnland in
A.L. Bovenberg: Werk aan de winkel voor nieuw kabinet
H. Maarse: Tussen wachtlijst en waslijst
K.G. Okma: Duitse zorg op een kruispunt-hoezo?
A.Bocker, D. Thranhardt: (Waarom) integreert Duitsland beter?
W. Jonkhoff: Land van de rijzende zon?

1 M. Gerfin en M. Lechner, A microeconometric evaluation of active labour market policy in Switzerland, Economic Journal, jrg. 112, 2002,
blz. 854-893.
2 Herbstgutachten 2002, op basis van http:/www.diw-berlin.de/deutsch/publicationen/wochenberichte/docs/02-42-1.html
3 U. Blien en F.A.G. den Butter, Spielraum zu politischen und institutionellen Reformen für deutsche und niederländische Arbeitsmärkte einige Konsequenzen aus dem Ländervergleich, in: U. Blien en F.A.G. den Butter (red.), Institutionelle Rahmenbedingungen für
Beschäftigungspolitik in den Niederlanden und in Deutschland, BeitrAB 262, Bundesanstalt für Arbeit, Neurenberg, 2002, blz. 141-160.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur