Ga direct naar de content

De financiële sector

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 1 1991

De financiele sector
Lange tijd was de financiele dienstverlening een sterk
gereguleerde, besloten, tamelijk gezapige bedrijfstak.
Nu is het een sector die als geen ander bloot staat aan
stormachtige veranderingen. Drie aardverschuivingen
hebben de sector op zijn kop gezet: de deregulering
en liberalisering van de kapitaalmarkt, de technologische ontwikkeling en de internationalisering. Zij hebben het beschermde wereldje van de financiele instellingen opengebroken en blootgesteld aan het gure
klimaat van de internationale concurrentie. Dat heeft
de hele sector in rep en roer gebracht.
De financiele sector is van oudsher sterk gereguleerd. Dat is verklaarbaar vanuit de cruciale rol die
‘vertrouwen’ in het financiele verkeer speelt. In de
markt zijn de regels echter in toenemende mate ervaren als beperkingen voor het tot stand komen van
een efficiente allocatie van kapitaal. Marktpartijen
zijn op zoek gegaan naar nieuwe produkten en diensten waarmee zij de bestaande regelgeving konden
omzeilen en him afnemers beter bedienen. Met de
heropleving van het vrije-marktdenken zijn veel regels afgeschaft. De traditionele schotten tussen de
aanbieders van verschillende diensten op de financiele markt zijn grotendeels verwijderd. Handelsbanken, beleggingsinstellingen, spaarbanken, hypothec kverstrekkers, effectenmakelaars, verzekeraars
en andere financiele instellingen zijn zich steeds
meer op elkaars markten gaan begeven. Bovendien
hebben nieuwkomers zich met nieuwe produkten
in de concurrentiestrijd gemengd.
Deze ontwikkeling is deels ge’mitieerd, deels verder
gestimuleerd door de vernieuwingen op het terrein
van de informatietechnologie. Die hebben de doorzichtigheid van de kapitaalmarkt enorm vergroot.
Tegelijkertijd hebben zij een sterke daling van de
kosten van financiele transacties bewerkstelligd. Als
gevolg daarvan is het volume van deze transacties
stormachtig gegroeid. De omzet op de financiele
markten is al een veelvoud van die op de goederenmarkten en het verschil wordt alleen maar groter.
De omwenteling op het gebied van de informatietechnologie heeft ook tal van nieuwe produkten
doen ontstaan en traditionele handelsgebruiken en
distributiewijzen veranderd. Steeds sterker gelden
op de financiele markt de woorden van een Amerikaans bankier: “Money is information on the move”.
Tegelijk met de deregulering van de binnenlandse
markten is ook het internationale kapitaalverkeer geliberaliseerd. De ontwikkelingen op de financiele
markten hebben daardoor een internationale dimensie gekregen. Belangrijke delen van de van oudsher
sterk nationaal georienteerde markten zijn opgegaan in de wereldmarkt voor kapitaal.
Het resultaat van deze verschuivingen is een geweldige toename van de concurrentie in vrijwel alle segmenten van de financiele markt. De druk van deze
concurrentie heeft de spelers in de markt gedwongen zich grondig op hun positie en strategieen te
herbezinnen. Als resultaat van die exercitie is een
grootscheeps herstructureringsproces op gang gekomen. En het eind daarvan is nog niet in zicht.
Dit roept de vraag op naar de merites van de huidige fusie- en overnamegolf. Leidt het concentratieproces inderdaad tot efficientere aanbieders van financiele diensten? Uit diverse studies blijkt dat

ESB 1-5-1991

omvang in de financiele sector in elk geval geen garantie voor succes is. Zodra een instelling de bescheiden omvang van $ 100 mln. balanstotaal heeft
overschreden, is er weinig bewijs voor ‘economies
of scale’ in het bankwezen . Nog onduidelijker zijn
de synergie-effecten wanneer ongelijksoortige instellingen zoals banken en verzekeraars tot krachtenbundeling besluiten.
Voor een goede beoordeling van het concentratieproces is het van belang om zich te realiseren dat
het dienstenpakket van een normale handelsbank
zo’n 150 verschillende diensten omvat, die op uiteenlopende wijzen worden gedistribueerd. Slechts
voor een zeer beperkt aantal financiele instellingen
zal het weggelegd zijn om over zo’n breed scala van
produkten een concurrentievoordeel op de markt te
behalen en vast te houden. Nog moeilijker wordt
het wanneer die uitdaging op internationale schaal
moet worden waargemaakt, bij voorbeeld in een
Verenigd Europa. De nationale markten vertonen immers grote verschillen in consumentenvoorkeuren,
afzetkanalen, financiele gebruiken e.d. en vergen
daarom sterk uiteenlopende benaderingswijzen.
Schaalvoordelen zullen daarbij dan ook niet eenvoudig te behalen zijn.
Voor veel financiele instellingen lijkt specialisatie een
meer voor de hand liggende optie. Maar ook de moeilijkheden daarvan moeten niet worden onderschat.
Aanbieders die zich werkelijk willen specialiseren
moeten zich vaak ingrijpend herstructureren en de activiteiten waarin zij geen marktleider kunnen of willen zijn afstoten. Anders leidt dat onvermijdelijk tot
versnippering en verlies aan slagkracht in het kernbedrijf. Dat is de les uit andere bedrijfstakken die een ingrijpend herstructureringsproces hebben doorgemaakt. Tegelijkertijd moeten de gespecialiseerde
instellingen de toegang tot hun markten zien open te
houden. In veel gevallen spitst de concurrentiestrijd
zich daarom op de distributiekanalen toe. Hiervoor
kan het noodzakelijk zijn samenwerkingsovereenkomsten met andere marktpartijen aan te gaan. Ten
slotte zal de toegenomen concurrentie verstrekkende
gevolgen hebben voor de interne organisatie van financiele instellingen. De huidige, veelal nog hierarchische en bureaucratische organisatiestructuren zullen moeten worden omgevormd tot slanke, marktgerichte produktie-eenheden met duidelijk afgebakende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Deze interne herstructurering is bij veel instellingen
nog lang niet voltooid.
De financiele sector heeft veel weg van een rondtollende caroussel. Daarin is het moeilijk de richting te
bepalen. Daarom verheugt het de redactie dat een
aantal prominente inzittenden bereid is gevonden
om in deze ESB zijn visie op de achtergronden en
strategische aspecten van de herstructurering in de
financiele sector te geven2.
L. van der Geest
1. What is a bank? A survey of international banking, The

Economist, 7-13 april 1990, biz. 16.
2. Onze dank gaat ook uit naar het bestuur van de Kring
van Amsterdamse Economen (KAE), dat ons toestond gebruik te maken van de inleidingen voor haar 62e dies over
“Fusies in de financiele sector”, Amsterdam, 19 april 1991.

Auteur