column
Coen Teulings
Corporaties gaan in ziekenzorg
Minister Wijn heeft zijn aarzelingen over het nieuwe
aandeelhoudersactivisme nog niet wereldkundig
gemaakt, of een nieuwe overnamegolf lijkt de Nederlandse kapitaalmarkt te overspoelen. Dit keer is het
niet het particuliere bedrijfsleven, ABN AMRO of KLM,
dat het overnamepad inslaat. Evenmin gaat het om
partijen als KKR, Knight Vinke of AlpInvest die de
leiding van VNU en nu Ahold de stuipen op het lijf hebben gejaagd. Dit keer gaat het om twee Amsterdamse
woningcorporaties, het Oosten en De Key, die samen
met de zorginstelling Cordaan hun zinnen hebben gezet
op het Slotervaartziekenhuis. Al jarenlang verkeert het
ziekenhuis in financiële problemen.
Als zorginstelling is Cordaan uitstekend geëquipeerd
om het ziekenhuis te exploiteren. Corporaties zijn
vermogend en kunnen dus makkelijk het benodigde
kapitaal fourneren. Bovendien hebben zij verstand van
vastgoed. Het deel van het ziekenhuis dat leeg staat,
willen zij herbestemmen, en dat is precies hun expertise. Na glasvezelnetten en woningbouw in Luik betreden corporaties nu dus de gezondheidszorgmarkt.
Op het eerste gezicht is daar weinig mis mee. Zorg en
vastgoed lijkt een logische combinatie voor het beheer
van een ziekenhuis. Als corporaties op gelijke voorwaarden als andere partijen mee willen bieden op een
ziekenhuis, dan valt daar misschien een wereld aan
synergievoordelen te winnen. Niks mis mee, dus? Toch
wel. Het probleem zit in die paar woorden, op gelijke
voorwaarden. Corporaties bieden niet mee op gelijke
voorwaarden. Door de omvangrijke objectsubsidies die
zij in het verleden van de overheid hebben ontvangen
voor de bouw van woningen, beschikken zij nu over een
fors vermogen. Dat gigantische vermogen kan dienen
als onderpand voor het lenen van een oorlogskas met
een lage rendementseis. Het lage benodigde rendement verschaft corporaties een concurrentievoordeel
boven commerciële partijen die marktconform moeten
lenen.
voor een schaars goed, namelijk risicodragend kapitaal.
Woningcorporaties kunnen slechts genoegen nemen
met die lage rendementseis, omdat er bij hen geen
vermogensverschaffer op de stoep staat die waar voor
zijn geld wil zien. Die vermogensverschaffer is er wel,
namelijk de belastingbetaler, maar die heeft zichzelf
juridisch buiten spel gezet.
Hoe gaat dat nu in het particuliere bedrijfsleven? Wie
ziet er daar op toe dat het vermogen daar wordt ingezet waar het het hoogste rendement oplevert? Dat is
de aandeelhouder. Een CEO die het vermogen over de
balk gooit aan te dure overnames, krijgt te maken met
bloeddorstige aandeelhouders. Die dreiging houdt de
CEO scherp. Juist daarom is er steeds meer nadruk
komen te liggen op het creëren van aandeelhouderswaarde, zeg maar het werk van Tabaksblat en Frijns. Is
dat rendement vies en kapitalistisch? Wel, AlpInvest,
één van die bloeddorstige aandeelhouders, is eigendom van het ABP. Met dat rendement wordt dus later
mijn pensioen betaald, en met mij dat van één miljoen
anderen.
Het zou dus wenselijk zijn dat ook woningcorporaties
aandeelhouders krijgen, liefst zelfs kritische aandeelhouders. Die kunnen bewerkstelligen dat corporaties
hun overtollige vermogen daar aanwenden waar het
hoogste rendement wordt behaald, ten bate van de
aandeelhouders. En wie zijn die aandeelhouders? Dat
zijn uiteindelijk de Nederlandse belastingbetalers.
Deze lage rendementseis wordt soms als een efficiencyvoordeel gezien. “Corporaties zijn maatschappelijke
ondernemingen. Zij kunnen efficiënter werken, omdat
zij een lagere rendementseis kunnen hanteren.†Dit
is zoiets als de zwartwerker die beweert dat hij efficiënter is omdat hij geen btw in rekening hoeft te
brengen. Rendement heeft nog steeds een negatief
aureool, maar in feite is het niets anders dan de prijs
ESB
8 september 2006
447