Conjunctuurindicator
augustus 1990
Conjunctuur in internationaal perspectief
Volgens de DNB-conjunctuurindicator blijft de conjunctuur tot en met oktober aanstaande op een hoog niveau,
met slechts een heel bescheiden verval vergeleken met
oktober 1989, ziefiguur 1. Dit betekentdatdeconjuncturele
component van de groei geleidelijk zal verdwijnen en de
groei terug zal keren naar het trendmatige tempo.
Alle componenten waaruit de indicator is opgebouwd
geven aan dat de conjunctuur over zijn hoogtepunt is.
Sinds mei jl. duidt ook de IFO-conjunctuurindicator voor de
Duitse industrie op een conjuncturele afvlakking, zie figuur
2. Deze component representeert de invloed van de Duitse
economie op de Nederlandse uitvoer. Uit de figuur blijkt dat
Nederland in de beschouwde periode 1980-1990 globaal
gezien dezelfde conjuncturele ontwikkeling heeft doorgemaakt als Duitsland, hetgeen zeker niet alleen is toe te
schrijven aan het feit dat de IFO-indicator een component
is van de DNB-indicator.
De Westduitse conjunctuurprognose staat thans voiledig in het teken van de komende Duitse economische,
monetaire en sociale unie (DEMSU). De gevolgen daarvan
zijn echter nog onzeker. De operatie zal waarschijnlijk
aanleiding geven tot enige overgangsproblemen. Verwacht wordt dat het gezamenlijke begrotingstekort van de
beide Duitslanden na de eenwording zal toenemen tot
3,5% van het bruto nationaal produkt in 1991, hetgeen een
conjuncturele impuls betekent. Ondanks de voortzetting
van de al sterke economische groei met 4% in 1990, de
hoge bezettingsgraad van de produktiecapaciteit en de
toenemende roep om hogere lonen, rekent de OESO,
blijkens haar pas verschenen jaarlijkse Economic Survey
over de economie van Duitsland, erop dat de inflatie door
de monetaire autoriteiten in loom wordt gehouden. Voorde
conjunctuur is dan vooral van belang of en in welke mate
een eventueel anti-inflatoir beleid van de Duitse monetaire
autoriteiten de groei af zou kunnen remmen. De OESO
wijst er dan ook op dat het voor een probleemloze groei
noodzakelijk is dat de Oostduitse lonen zich parallel aan
de arbeidsproduktiviteit blijven ontwikkelen. Door de lonen
op te trekken zonder dat er rekening wordt gehouden met
de achterstand in de arbeidsproduktiviteit in de meeste
Oostduitse ondernemingen kan de concurrentiepositie ver-
Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
slechteren, zodat de werkloosheid stijgt en het minder
aantrekkelijk wordt om in Oost-Duitsland te investeren.
Maar als bovengenoemde beleidsaanbevelingen worden
gevolgd, gaat van de DEMSU een positieve invloed op de
Duitse economie uit, aldus de OESO, en dat is ook goed
voor Nederland.
Voor de prognose van de Nederlandse conjunctuur is
het ook van belang om te kijken naar de economische
ontwikkeling in andere landen dan alleen Duitsland, met
name die in de Verenigde Staten. De invloed hiervan wordt
niet rechtstreeks maar indirect gemeten door de componenten van de DNB-indicator. De conjunctuur in de VS
vertoont al enige jaren een beloop dat tegengesteld is aan
dat van de conjunctuur in Nederland en Duitsland, zie
figuur 2. Weliswaar is in de VS nog geen sprake van een
recessie, maar dat neemt niet weg dat de economische
groei al sinds 1987 afzwakt. Voor 1990 houdt de Amerikaanse regering het op een economische groei van 2%. In
het eerste kwartaal heeft de groei evenwel 1,7% bedragen,
en deze is in het tweede kwartaal verder ingezakt tot 1,2%.
De ‘composite index of 11 leading indicators’ duidt niet op
een conjunctuurversnelling in de tweede helft van 1990. De
VS-economie blijft kwetsbaar voor rentestijging, vanwege
de hoge schuldposities van de overheid, gezinnen en
bedrijven. Ook zijn er problemen bij het spaarbankwezen,
die hun weerslag hebben op de overheidsfinancien.
Conclusie______
Figuur 2. Conjunctuurindicatoren voordrie landen
De Internationale conjunctuur laat een divers beeld zien,
met aan de ene kant de Verenigde Staten waar sprake is
van een groeivertraging en aan de andere kant Duitsland
waar de krachtige expansieve ontwikkeling aanhoudt. De
DNB-conjunctuurindicator voorspelt een conjunctuurbeloop dat, zoals verwacht mocht worden, dichter bij de
Duitse dan bij de Amerikaanse ontwikkelingen aansluit,
namelijk een voortzetting van de huidige groei met slechts
een bescheiden afvlakking.
80
736
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90