Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht februari 1985

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 27 1985

Conjunctuurbericht
centraal bureau voor de statistiek*

februari 1985

Het volume van de industriele produktie steeg in december, vergeleken met november, terwijl de orderpositie licht daalde. De
ondernemers in de Industrie verwachtten in december een lichte
toeneming van de werkgelegenheid.
Het volume van de invoer en uitvoer van goederen steeg in
november ten opzichte van november 1983.
De consumptie van gezinshuishoudingen, gecorrigeerd voor
prijsveranderingen, daalde in december vergeleken met december
een jaar daarvoor, Ook voor hetjaar 1984 als geheel bleef net
consumptievolume onder het niveau van 1983.
Het volume van de bruto-investeringen in vaste activa bleef in
het derde kwartaal van 1984 gelijk aan het niveau van hetzelfde
kwartaal in 1983.
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie daalde injanuari
1985 licht ten opzichte van december 1984.
Het aantal geregistreerde werklozen (seizoengecorrigeerd) nam
injanuari, vergeleken met december, toe; dit vooral als gevolg van
de abnormale weersomstandigheden.
Het ANP-CBS beursindexcijfer steeg injanuari vergeleken met
december. Aan de stijgende trend kwam in de eerste weken van
februari nog geen einde.

trie, en in het vierde kwartaal door een verminderde bedrijvigheid in de aardolie-industrie en de chemische industrie.
Voor hetjaar 1984 als geheel steeg het produktievolume in
de industrie met 6% in vergelijking met 1983.

Dit blijkt uit gegevens die media februari 1985 beschikbaar
waren.
Het volume van de industriele produktie steeg in december,
seizoengecorrigeerd, met 1% in vergelijking met de daaraan
voorafgaande maand. Een belangrijke bijdrage aan deze groei
werd geleverd door de basismetaalindustrie.
Gemiddeld over het vierde kwartaal van 1984 steeg de bedrijvigheid in de industrie met 1% ten opzichte van het daaraan
voorafgaande kwartaal. Een zelfde stijgingspercentage werd gemeten in het derde kwartaal. In de eerste twee kwartalen van
1984 was de mutatie ten opzichte van het voorafgaande kwartaal groter. De afzwakking van de groei in het derde kwartaal
van 1984 werd onder meer veroorzaakt door een afneming in
het produktievolume van de voedings- en genotmiddelenindus-

Produktie industrie (volume)
no (A)

Indexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maandcijfers

100
90
80

’75

no

’85

(B)

Voor het eerst sinds het voorjaar van 1984 verwachtten de
ondernemers in de industrie een lichte toeneming van de werkgelegenheid. Dit blijkt uit de conjunctuurtest van december. Het
indexcijfer van de orderpositie van de industrie daalde licht in
december vergeleken met november. Vergeleken met december
1983 was er sprake van een toeneming van 8%. De bezettingsgraad van de produktie-installaties liep in het vierde kwartaal
1984 ten opzichte van het derde kwartaal enigszins terug. Van
de ondernemers achtte 11% de produktiecapaciteit in het vierde
kwartaal te groot. In het derde kwartaal was 7% deze mening
toegedaan.
Het volume van de invoer van goederen steeg in november
met 10% ten opzichte van november 1983, nadat in november
eveneens een grote stijging was gerealiseerd. Volumetoenemingen traden in oktober en november op bij de invoer van
grondstoffen en halffabrikaten, consumptiegoederen en investeringsgoederen. De invoer van personenauto’s daalde in november echter sterk.
Het volume van de uitvoer van goederen steeg in november
met 7% in vergelijking met dezelfde maand een jaar daarvoor.
In oktober was de stijging veel groter (18%). In beide maanden
traden volumestijgingen op bij onder-meer de onbewerkte agrarische produkten, voedingsmiddelen, textiel en kleding, chemische produkten en metaalprodukten. In november daalde
het uitvoervolume van delfstoffen en aardolieprodukten.
Volgens voorlopige gegevens blijkt dat de waarden van inen uitvoer in december op ongeveer hetzelfde niveau liggen als
in december 1983, hetgeen voor deze maand waarschijnlijk
duidt op volumedalingen. Voor 1984 als geheel namen de invoer en de uitvoer, in waarde gemeten, toe met respectievelijk
15% en 14% ten opzichte van 1983.
De consumptie van gezinshuishoudingen, gecorrigeerd voor
prijsveranderingen, daalde in december met 3% in vergelijking
met dezelfde maand een jaar daarvoor. Vooral de aankopen van
voedings- en genotmiddelen daalden. De cijfers voor de maand
december kunnen zijn bei’nvloed door verschillen in aantal
koopdagen in vergelijking met december 1983. Gemiddeld over
het vierde kwartaal bedroeg de dating in het consumptievolume
ruim 0,5% ten opzichte van het vierde kwartaal in 1983.
Voor hetjaar 1984 als geheel daalde het consumptievolume
met bijna 0,5% in vergelijking met het niveau van 1983. De
bestedingen aan voedings- en genotmiddelen daalden in volume met 4%. Een dermate grote daling in de consumptie van
deze bestedingscategorie heeft zich in de na-oorlogse jaren nog
niet voorgedaan.

100
90

I

I

I

I

I I

I I

I

I I

F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J
1983
1984
1985

212

Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
* Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
van het CBS.

De ontwikkeling in het volume van de bruto-investeringen

De aankopen van duurzame goederen lagen in 1984 1,5%
onder het niveau van het voorgaande jaar. Bij deze bestedings-

in Nederland komt globaal overeen met die in de Bondsrepu-

categorie traden volumedalingen op in de eerste drie kwartalen

bliek Duitsland. Na volumedalingen in 1981 en 1982 stegen de

van 1984. In het vierde kwartaal bleven de aankopen op het

investeringen in dat land (evenals in Nederland) weer met

niveau van hetzelfde kwartaal in 1983.

ingang van het tweede kwartaal van 1983. De daling in het
tweede kwartaal van 1984 is bei’nvloed door de omvangrijke

Consumptie van gezinshuishoudingen (volume)

namen de investeringen in het tweede kwartaal van 1983 weer

stakingen in de metaalindustrie. Ook in de Verenigde Staten

1. Tolaal

100

toe. De groei tot en met het derde kwartaal van 1984 was aanzienlijk. In Frankrijk en Italie daalden de investeringen tot en
met het eerste kwartaal van 1984.

90

groei in het investeringsvolume. Ook de meest recente cijfers
tonen een sterke stijging (zie tabel 4).

110

Indexcijfers 1980 – 100

(A)

(A) = voorlschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = procenluele mulaties t.o.v. vorig jaar

In Groot-Brittannie was al in 1982 sprake van een duidelijke

I

I

I

I

I

I

’75

I I

I

I

’80

I

I

Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie daalde in januari,
vergeleken met december, met 0,1%. Gemeten ten opzichte van
dezelfde maand in het voorgaande jaar was er sprake van een

’85

stijging van 2,4%. In het jaar 1984 was het stijgingspercentage

(B)

in april het hoogst (3,9% in vergelijking met dezelfde maand in

r L

” LTLi_P-‘

F M A M J J A S O N D

1983

1983). Daarna daalde dit percentage tot en met September 1984.
In oktober nam het stijgingspercentage toe, om vervolgens weer

J F M A M J J A S O N D J
1984
1985

verder te dalen tot on met de meest recente maand.

Prysindex gezinsconsumptie
125
110

Indexcijfers 1980 – 100

(A)

(A) = voonschrijdend 12-maandsgemiddelde

05578.4

Indexcijfers 1980 – 100

(A)

(A) = voonschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = procentuele mutataties t.o.v. vorig jaar

2. Consumptie voedings- en genotmiddelen
100

(B) = procentuele mutaties t-O.v. vorig jaar

100

’80

’75

90
80

cbs

I

I

I

I

’75

I

I

I

’80

’85

(B)

I

’85

3 2 –

LT^-nj- _T
-10

F M A M J J A S O N D
1983

J

j
J F M A M J

F M A M J J A S O N D

j

J F M A M J J A S O N D
1984
1985

J A S O N D J

1984

1983

1985

Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde aantal geregistreerde werklozen is in januari 1985 gestegen ten opzichte van decem-

ber 1984. Van invloed op deze stijging waren de extreem koude
Het volume van de bruto-investeringen in vaste activa bleef
in het derde kwartaal van 1984 gelijk aan het niveau van hetzelfde kwartaal in 1983. Wanneer de investeringen in schepen,

vliegtuigen en veestapel, die het beeld sterk wisselend hebben
bei’nvloed, buiten beschouwing worden gelaten, stegen de investeringen in het derde kwartaal met ongeveer 5% (in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 1983).
In het derde kwartaal van 1984 namen vooral de investerin-

gen door de nijverheid toe (13%). In de twee daaraan vooraf-

weersomstandigheden in januari, die afweken van het patroon

waarop de seizoencorrectie is gebaseerd.
Het ANP-CBS beursindexcijfer steeg in januari 1985 tot ge-

middeld 191 (1970=100). Na een snelle stijging van dit indexcijfer vanaf September 1982 tot en met januari 1984, trad een
enigszins dalende trend op tot medio 1984. Daarna steeg de
index weer, in januari zelfs in sterke mate. In februari heeft de
dagindex de 200-grens overschreden.

gaande kwartalen was er ook al sprake van een toeneming van

een dergelijke omvang. De groei vond evenwel plaats vanaf een
relatief laag niveau.
De investeringen van de overheid namen in het derde kwartaal in volume gemeten toe. Vooral de uitgaven voor aanleg en
(groot) onderhoud van wegen en voor de Oosterscheldewerken
namen toe. In de eerste twee kwartalen van 1984 nam het investeringsvolume van de overheid nog af.
Van de verschillende typen investeringen gaven de investeringen in machines en overige uitrustingsstukken in de eerste
drie kwartalen van 1984 een stijging te zien. In het derde kwartaal bedroeg de stijging 11% ten opzichte van hetzelfde kwartaal
in 1983. De investeringen in grond-, water- en wegenbouw-

ANP-CBS beursindex
200

Indexcijfers 1970 – 100
(A) = voonschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = maandcijfers

(A)

150
100
50

I

I

’75

I

I

I

I
’80

I

I

I

I

I

I

’85

kundige werken (voornamelijk door de overheid) namen in het
derde kwartaal aanzienlijk toe. De grote daling in het investeringsvolume van externe vervoermiddelen in het derde kwartaal werd vooral veroorzaakt door de geringe investeringen in
schepen. (Steeds gemeten ten opzichte van dezelfde kwartalen

in het jaar daarvoor.)
ESB 27-2-1985

L
F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D j
1984
1985
1983

213

Tabel L

Kerngegevens recente ontwikkelingen
1984

cbs
1984

Gemidd.
jaarmutatie
1978/1982
1. Hoeveelheidsgegevens

1983

%

% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor

Gemiddelde dagproduktie
in de nijverheid

Nijverheid
Delfstoffenwinning

Industrie

-4

2
8
0
1
-3
0
8
9
6
-1

1

-2

-1
-6

1

Voedings- en genotm. ind.
Textiel-, kledingindustrie
Papierind., uitgeverijen

3
-4
1

Aardolie-industrie
Chemische Industrie
Rubberindustrie

-8
2
2

Bouwmaterialenind.
Metaalindustrie

Basismetaalindustrie
Overige metaalindustrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: aantalten

0
1
1

begonnen woningen
Buitenlandse Handel

0

Invoer, totaal
Grondst. en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totaal

0
0
2
-2
7
2

Onbewerkte agrar. prod.
Delfstoffen

6
-7

Fabrikaten, totaal
voedings- en genotmidd.

textiel en kleding
aardolieprodukten
chemische produkten
metaalprodukten
overige fabrikaten
Consumptieve bestedingen van
de Nederlandse bevolking
Totale consumptie
Voedings- en genotmidd.
Duurz. Consumptiegoederen
Ov. goederen en diensten

3
7

0
-2
4
3
3
1
1
-3
2

Bruto invest, in vaste activa
Bedrijven
Nijverheid
Andere bedrijven
Woning-exploitatie

-3
-2
-4

1983

1985

3ekw. 4e kw. le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. juli

3
19
0
-1
-3
1
3
14
9
1
-4
18
-6
4

5
8
4
3
4
6
14
16
8
3
2
29
-1
9

8
14
6
3
-1
5
20
12
8
5
5
37
2
4

6
5
9
6
4
9
21
8
2

3

18

5

9

-1

4

5
6
4
5
5
7
-1
15
8
3
2
18
16
2
3

3
2
-5
21
3
6
-1
4
8
6

12
16
5
30
-15
9
-1
16
9
2

6
11

5
-1

7
14

7
7
14
-10

17
8
6

14
7
8

13
10
13

0
0
-1
0

-1
-2
-1
0

0
-2
-2
2

-1
-5
-1
1

-1
-5
-2
1

-2
14
1
5
-8
3

-6
0
4
0
0
0

10
12
4
8
-2
7

13
-6
-2
0
-3
0

0
2
-1

2
26
10

-1

-8
12

2,8
4
3
-1

3,6
7
8
1

3,8
7
10
3

2,9
5
7
2

0,3
1
0

2,1
9
-1

5,5
9
0

6,4
5
0

6,0
2
0

6

13
14

1

3

dec.

5
0
6

3
-8
6

1

1
8
2

4
3

4

13

Jan.

3
-21
11

2,5
1
1
0

10

nov.

0

-5
39
5

7
-7
10

okt.

-13

4

3
1

10
5
6
2

3
7
6
0
8
12
4

5

0
0
0
0

0

-4
-1
1

-7
6
1
1

3
0
5
10
5

9
7
9
6
15
9
-3
3
8
10

0
2
6
6

3
9
20

4
1

2
5
1
-2
-11
0
6
7
6
-9

9
13
2
19
-12
3
7

5
10
7

6
1

sept.

-17

8
-3
3

5
2
6
3

4
-5
7

aug.

7

3
-8
6
4
3

7

2
12
17
11
9

2

4
-14
5
0
-11

4

4

13
18
6
18
-9
7
14
-6
7

-7

4
6

5

18
-5
12
9
21

5

4
-1
5
32

13

6
7
3
18
31
16

9

8

12

12

6

0

7
10
1

7
11
-1
23

13
15
17
34
-17
18
27
8

6

10
10
13
9
5
7

17

-9
4

6
4

5
3
-3
3
3
11
2

-16
-1
3
-14
1

17

20
21
8

8
5
2
-6
0
0

23
22

14

14

-8
8
10
13
-2
11
10
7

]
1

-1
-4
0
0

-2
-10
-4
1

0
2

-1
-6
-2
1

0
-2
3
0

3
1

2,9

3,1
6
9
3

2,8
5
5
1

2,8
4
6
1

3,1
5
7
2

3,0
4
6
2

2,8

2,4

0

6,5
8
0

5,8
2
0

5,6
-4
0

5,2
-1
0

0

0

0

1
1

-3
-9
-5
0

13
2
-1
7

Totaal bedrijven
Overheid

-3
-4

Naar type
Bouwwerken
Vervoermiddelen
Machines e.d.

-3
-3
-1

-3

5,6
8
8
0

2,8
1
-1
-1

8,0

3

5

0,4
2
1

-3

-5

-6

-5

-4

-3

-2

2
22

7
-11

8
-14

10
-29

11
-19

7
-24

8
-19

-14

-19

-11

-26

4

-22

-24

-2

Totaal

-3

2

0
17
-1

2. Prijzen

Prijsindex gezinsconsumptie,
reeks voor werkn. gezinnen
Invoer (unit value)
Uitvoer (unit value)
Ruilvoet
Producentenprijzen, binnenl.
afzet nijverh. (excl. bouw-)

Idem afzet land- en tuinbouw
Indexcijfers regelingslonen

3. Sotiale indicatoren
Werkz. pers. in de delfst.w.,
Industrie en openbaar nut
Produktie per werkn. in de
nijverheid (excl. bouw-)
Uitgesproken faillissementen

3,3

0

-19

aantallen (x 1 000)

Openstaande aanvragen ‘
Werklozen ‘

9
801

15
822

10
817

11
830

13
839

14
839

16
821

18
791

15
819

16
828

16
815

17
803

17
793

18
777

21
780

Werklozen in % v.d. afhankelijke beroepsbevolking

17,1

17,6

17,2

18,0

17,8

17,0

17,3

16,7

17,1

17,5

17,2

16,8

16,7

16,6

16,5

-4
15
4

-14

22
5

2
26
5

19
27
2

21

14

9

14

18

12

13

13

5,8
8,3

5,8
8,0

5,9
7,6

5,6
7,3

5,6
7,3

5,8
7,2

% mutaties t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor

4. Geld- en kredietwezen
Consumptief krediet (verstr.)
ANP-CBS beursindex
Geldhoeveelheid

Spaartegoeden
Dollarkoers contante notering

Daggeld rente
Rendement op staatsobligaties
1

Seizoengecorrigeerde cijfers.

214

-3
0
4

12
2

-2

44
11
1
7

27

5,3
8,2

5,8
8,0

3
12

0
61
9
8

-5
49
11
0
10

4
48
4
2
14

24
3
3
9

5,5
8,7

5,7
8,4

5,9
8,3

5,7
8,3

0

4
11

4
15

-9
11
3
4
11

5,9
8,3

5,7
7,4

6,0
8,6

-9
16
4

25

Tabel 2. Conjunctuurtest bij de Industrie

cbs
1984

1983
le kw.

2e kw.

3e kw.

4e kw.

99

okt.

nov.

dec.

99

98

100

99

le kw.

2e kw.

3e kw.

4e kw.

103

108

108

okt.

108

nov.

dec.

109

108

September 1982=100
Nederitnd’
Indexcijfer orderpositie

95

97

108

saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
Orderontvangsten binnenland3
Orderontvangsten buitenland2
Stemmingsindicator3

-6
4
-11

-4
3
-8

-6
1
-7

79

80

1

-6
1
-6

81

Bezettingsgraad

-2
5
-4

-2
-4

15
-3

1

4
1
-1

0

3
4
– 2 – 1
-1
-3

82

83

-5

80

4
-4

2
6
-1

-2

-2

79

1

0
-2

84

-4

5

– 1 1
-9
0

-3

83

79

saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
Enropese Gemeenschap
Stemmingsindicator3

-14

-11

-9

-4

76

76

77

78

Bezettingsgraad
1
3
3

-6

-4

-3

M.j.v. September 1982 is een bestandsaanpasslng doorgevoerd.
De vraagstelling heeft betrekking op de ontwikkeling t.o.v. de voorgaande periode.
Dit is een gemiddelde van de antwoorden op de vragen: beoordeling van de voorraden eindprodukten en de bedrijvigheid in de komende maanden; seizoengecorrigeerde
gegevens (bron: Eurostat).

Tabel 3. Produktie nijverheid buitenland. Volume-ontwikkelingen
Gemidd.

1983

1984

1983

cbs

1984

%

-1
1
-3
2

Groot-Brittannie
Verenigde Staten
Japan
Buitenland (gewogen) ‘

-0,4
0,1
3,8
0,5

3
6
3
0

1

11
11

Nederland

-0,6

2

5

5

sept.

okt.

nov.

dec.

4

0
3
6
10

8
6
3

4
2
0

2

3
9
1
0
9
11
4

0
7
8
4

0
6
11
7

-1

-1
6
9

2

9

7

5

3

juli

% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor

0,5
0,6
1,7
0,5

aug.

13
6

4ekw. le kw. 2e kw. , 3e kw . 4e kw. juni
.

1978/1982

Bondsrepubliek Duitsland
Frankrijk
Italic
Belgie

4

6
2
2
4

6
3
1
6

0
2
7
5

4

4

15
9
5

15
11
5

1
13
12
3

0
9
11

8

4

6

-5
1
11
4

8
3
6

-1

4

6
10

12
12
1

-1
11

3

4

6

5

3
7
3

4

3

7
11
4

1

‘ Een gemiddelde van de 9 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandelen in de Nederlandse export in 1980.

Tabel 4. Bruto-investeringen buitenland in vaste activa. Volume-ontwikkelingen
1980

1981

1982

1983

1982
2ekw.

cbs

1983
3ekw.

1984

4e kw.

le kw.

2ekw.

3e kw.

4e kw.

lekw.

2e kw.

3e kw.

1

% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
Bondsrepubliek Duitsland
Frankrijk
Italic
Groot-Brittannie

Verenigde Staten
Japan
Nederland

3
3
9

-4
-2
1

-5
-1
-5

3
-2
-5

-7
1
-6

-6
0
-5

0
-1
-5

0
0
-9

3
-4
-7

3
-2
-4

6
-1
-1

5
-3
-1

-2

-5
-7
1

-9
4

7
-7
2

4
10
0

6
-7
2

10
-9
2

8
-6
3

8
-2
1

3
7
-1

1
14
0

5
20
1

10
22
3

10
21
6

17
-2

1

-11

-4

0

-4

-4

-1

-3

2

3

0

7

1

0

3

0
1

Bron: OECD.

ESB 27-2-1985

215