november 1987
Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek
Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
Op 19 oktober kende de beurs van New York zijn ‘zwarte maandag’. De beurs van Amsterdam gaf in de
laatste twee weken van oktober een koersval van 20% ten opzichte van de eerste helft van deze maand
te zien. In de eerste tien dagen van november zette de dalende tendens zich voort. De koers van de
Amerikaanse dollar bereikte op 10 november een na-oorlogs dieptepunt (fl 1,86). Ook de renteontwikkeling was in de afgelopen weken opmerkelijk. Op 19 oktober werd de hoogste stand van het
rendement op staatsobligaties van dit jaar tot nu toe gemeten (7,4%). Amper twee weken later was
deze rente al weer met 1%-punt gedaald. Door de timelags van vrijwel alle in het Conjunctuurbericht
opgenomen indicatoren kunnen deze recente ontwikkelingen en de effecten daarvan maar beperkt
zichtbaar zijn.
Het volume van het Bruto Binnenlands Produkt is in het tweede kwartaal met 0,6% gestegen ten
opzichte van het tweede kwartaal van 1986. Voor het eerste halfjaar kwam de economische groei
daarmee op 1,4%. Het volume van de industriele produktie was in September, voor seizoeninvloeden
gecorrigeerd, 2% kleiner dan in augustus. Vergeleken met de overeenkomstige maand van 1986 lag
de industriele produktie in September van dit jaar nagenoeg op hetzelfde niveau; de nijverheidsproduktie (excl. bouwnijverheid) nam met 4% af. Het volume van de invoer van goederen was in
September 10% groter dan in dezelfde maand van 1986; de uitvoer groeide met 3%. De binnenlandse
consumptie door gezinnen nam in September met 1% toe. Het volume van de totale bruto investeringen in vaste activa was in het tweede kwartaal van dit jaar 4% groter dan een jaar eerder.
Dit blijkt uit gegevens die tot en met 13 november beschikbaar waren. In de focus wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van de nationale economie in het eerste halfjaar 1987.
Produktie
Het volume van de industriele produktie was in September,
voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 2% kleiner dan in
augustus. Mede als gevolg van de sterk teruggelopen produktie in de delfstoffenwinning (-12%) nam – ten opzichte
van augustus – de bedrijvigheid in de nijverheid (exclusief
de bouwnijverheid) in September met 4% af. Vergeleken
met de overeenkomstige maand van 1986 lag de industriele
produktie in September van dit jaar nagenoeg op hetzelfde
niveau. Bij deze wijze van vergelijken nam de nijverheidsproduktie echter ook met 4% af. De produktie in de delfstoffenwinning daalde aanzienlijk (-24%). Over het gehele
derde kwartaal genomen steeg de industriele produktie met
1% ten opzichte van de overeenkomstige periode van 1986.
Binnen de Industrie nam in het derde kwartaal de produktie
in de chemische industrie en in de basismetaal het meest
Produktie industrie (volume – seizoengecorrigeerdl
toe (8%). Ook in de papier- en grafische industrie en in de
rubber- en kunststofverwerkende industrie en in mindere
mate in de hout- en bouwmaterialen industrie werden positieve mutaties gemeten. In de voedings- en genotmiddelenindustrie en in de metaal (met uitzondering van de basismetaal) werden negatieve mutaties geregistreerd.
Volgens de kwartaalresultaten van de conjunctuurtest over
September verwachtten de ondernemers in de industrie dat
het aantal werknemers in hun bedrijfstak in het komende
halfjaar met bijna 1% zal dalen. De afneming van de personeelssterkte zal naar verwachting het grootst zijn in de
investeringsgoederensector. Het indexcijfer van de orderpositie, dat een beeld beoogt te geven van de ontwikkeling
van de orderportefeuille, daalde van 103 in augustus naar
102 in September (1984=100).
Uitvoer van goederen naar categorie (volumel
I n d e x c l j f e r s 1980 = 100
1 1
[
N
D
J
F
M
1965
FISH 1R-11-19R7
A
M
J
J
1966
A
S
O
N
D
J
F
M
A
M
J
J
1987
A
S
O
IV
I
! 1 1
1
1
1
II III IV I
II III IV I
II III IV I
1961
1982
1983
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
II III IV I II III IV I II III IV I II III
1984
1986
1985
1987
1101
Prijzen
Buitenlandse goederenhandel
Met volume van de invoer van goederen was in September
10% groter dan in dezelfde maand van 1986; de toename
van de uitvoer (3%) was kleiner. De invoer steeg in het derde
kwartaal ten opzichte van de overeenkomstige periode
vorig jaar met 7%. Oit is een duidelijk hoger groeicijfer dan
in het tweede kwartaal van dit jaar toen de invoer met 2%
groeide. In het eerste kwartaal van 1987 werd eveneens een
groei van 7% geregistreerd.
vergelijken) het afgelopen jaar werd gemeten.Vergeleken
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden September en midden oktober met 0,5% gestegen. Dit
is het hoogste stijgingspercentage dat (bij deze wijze van
met midden januari zijn de consumptieprijzen met 1,7%
toegenomen. Zelfs ten opzichte van midden december
1986, toen de tarieven voor gas en elektriciteit aanzienlijk
hoger lagen, zijn de prijzen ge’stegen. Vergeleken met
De uitvoer van goederen nam in het derde kwartaal met 3%
dezelfde periode vorig jaar was het prijsindexcijfer in okto-
toe. In het tweede kwartaal kwam de groei op 2% uit, terwijl
in de eerste drie maanden van 1987 de export met 4%
steeg.
De groeicijfers van de uitvoer (en invoer) vertonen op
maandbasis een sterk fluctuerend verloop (zie tabel 1). Een
beter beeld van de ontwikkeling wordt verkregen door deze
gegevens over een langere periode te vergelijken. In graf iek
2 is hiertoe het voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
gegeven. Het laatste 12-maandsgemiddelde bereikte een
niveau van 123 (1980=100). De uitvoer van goederen wordt
ingedeeld naar bedrijfsklasse van herkomst. Veruit de
grootste uitvoercategorie wordt gevormd door de fabrikaten. Het voortschrijdend gemiddelde van deze categoric
(130) lag op een hoger niveau dan dat van de totale export.
ber 0,1% hoger.
gemiddelde over 1982 was nog 104 (1970=100), daarna
nam het indexcijfer per jaar met ongeveer 50%-punten toe.
In de loop van dit jaar steeg de index in hoog tempo verder.
In augustus werd de hoogste waarde bereikt (346). Grafiek
3 geeft het verloop van de index in de maand oktober en in
de eerste weken van november van dag tot dag weer. Na 16
oktober viel het indexcijfer snel terug. Ten opzichte van de
eerste helft van oktober deed zich in de laatste twee weken
van deze maand een koersval van 20% voor. In de eerste
Binnen de fabrikaten hebben zich bij de verschillende
tien dagen van november zette de dalende tendens zich
groepen uiteenlopende ontwikkelingen voorgedaan. Hierbij
lag het indexcijfer van deuitgevoerdechemischeprodukten
in September het hoogst (145); die van de aardolieprodukten het laagst (111). Opvallend is de forse dating van het
exportvolume van de delfstoffen. Vanaf het topniveau in
februari 1981 tot September 1987 is het volume van de uitgevoerde delfstoffen met 36% gedaald. Het waarde aandeel van de delfstoffen in de totale uitvoer is dan ook aanzienlijk afgenomen.
voort. Het meest recente minimum is van 10 november.
Beurswaarde-index
Vanaf eind 1982 heeft de ‘beurswaarde-index algemeen’
voortdurend zeer forse stijgingen te zien gegeven. Het jaar-
Geld en krediet
Het verstrekt consumptief krediet gaf een voortzetting van
de stijgende tendens van de laatste twee jaar te zien. De
groeicijfers ten opzichte van de overeenkomstige maanden
Consumptie
van vorig jaar waren in juli en augustus 11% respectievelijk
12%.Nadat in het eerste kwartaal van 1987 een hoog groeicijfer werd geregistreerd (18%) viel dit in het tweede kwartaal enigszins terug (8%). Het jaargemiddelde van 1986 lag
12% boven dat van 1985.
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
Het officieel wisseldisconto werd door De Nederlandsche
was in September 1% groter dan in dezelfde maand van
1986. Een sterke dating werd gemeten bij de duurzame goederen (-4%).Binnen deze categoric liepen met name de
aankopen van kleding en schoeisel terug, terwijl ook de
afneming van de verkopen van nieuwe personenauto’s
opmerkelijk was (-13%). Hierbij moet bedacht worden dat
deze in September vorig jaar op een hoog niveau lagen,
waarschijnlijk omdat auto-aankopen op grond van de BTWverhoging per 1 oktober 1986 waren vervroegd.
Gemiddeld over het derde kwartaal nam de consumptie met
1% toe. De groeicijfers van de drie onderscheiden bestedingscategorieen waren nagenoeg gelijk.
Bank op 4 november met een W/o-punt naar beneden bijgesteld en gebracht op 4,25%. Vanaf maart 1986 is dit percentage 4,5% geweest.
Het rendement op staatsobligaties, indicator voor de ontwikkeling van de rente op lange termijn, gaf een opmerkelijk
verloop te zien. Nadat in mei de laagste gemiddelde maandstand van dit jaar was gemeten (6,1%), liep de rente in
September op naar een maandgemiddelde van 6,7%. Grafiek 4 geeft de ontwikkeling in oktober en in de eerste weken
van november weer. Tot 19 oktober liep de rente snel op. Op
deze dag werd de hoogste stand van dit jaar gemeten
(7,4%). In hoog tempo daalde de rente daarna met meer
dan 1%-punt. Op 10 november werd het meest recente
Investeringen
Het volume van de totale bruto investeringen in vaste activa
was in het tweede kwartaal van dit jaar 4% groter dan een
jaar eerder. De bedrijfsinvesteringen namen met 4% toe,
terwijl voor de investeringen door de overheid een geringere stijging werd gemeten (2%). Ook in het eerste kwartaal
namen de overheidsinvesteringen toe (5%). In 1986 en
1985 daalden de investeringen door de overheid nog fors
met -8% respectievelijk -9%.
Dollarkoers
BeursMaarde–index. aJgemeen
minimum geregistreerd (6,3%). De rente-daling die in oktober inzette wordt ook weerspiegeld in de rente percentages
van de staatsleningen van 7 oktober (7%) en 11 november
(6%%).
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
Pendement op staatsobligaties
7 . 5 ————————————————————————————
MM
2 5
1102
9112
16 19
23 25
30
2
6l9
13
1 2 l 5
9 112
IBl 13
23l 26
30
2
6
Tabel 1.
Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daacvoor, tenzij anders aangegeven
1986
gemidd.
1986
1987
4e kw
1980/’84 1985
1 e kw.
0
-8
1
2
-2
2
5
9
3
-3
5
-5
6
34
2
8
-1
-1
Trend21
1987
2 e kw.
3e kw.
aug.
juli
sept.
okt.
-4
-24
0
VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
DeHstoffenwinning
0
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
4
-4
9
2
2
-2
0
2
7
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
Buitenlandse handel (goederenl
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
8
-4
2
4
0
1
0
1
1
-1
4
-2
3
5
-8
4
Uitvoer. totaal
Onbewerkte agrarlsche produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
2
2
2
1
6
1
-2
4
4
0
-6
1
2
-1
4
-1
7
5
-4
2
0
4
5
-10
15
7
4
4
13
22
4
3
9
13
-9
4
5
6
9
4
-15
5
2
1
3
1
3
6
2
2
8
2
2
5
5
11
5
2
2
3
5
-4
-1
6
3
2
-3
2
-5
7
-3
7
7
3
12
8
11
33
6
-7
4
6
4
5
-14
5
9
-17
7
0
-7
2
2
0
5
13
7
5
7
-2
-4
1
-8
2
1
8
2
-1
2
4
-1
-11
1
2
-2
3
0
-1
-1
8
11
6
6
-15
4
13
5
1
8
0
8
0
-6
5
3
14
1
9
5
7
-11
1
14
1
4
0
-4
-1
3
6
-9
0
1
2
1
7
7
15
1
8
3
11
-18
2
-19
1
1
1
3
I-H1+
|
|
11
0
-1
1+
1+
-13
7
8
13
-2
6
1
1
-1
1
I
1
1+
I++
4
10
9
17
5
9
3
11
-34
4
l-t-f
1+
I++
I++
-1
1+
I++
—1
1+
Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten
Investeringen in vaste active
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Nijverheid
Exploltatie van woningen
Overige bedrijven
0
1
-3
-4
-4
0
-4
1
2
0
4
1
-3
_1
-3
-2
-8
7
10
12
5
12
-9
0,6
2,4
2,9
2,7
2,3
1,7
3,3
-2
-2
-1
Overheid
Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen
0,6
0,9
5
8
20
8
2
1
5
3
6
8
7
1
2
2
3
4
-1
4
4
7
6
4
3
8
0
3
-2
2
4
10
13
8
2
9
3
2
2
1
6
8
11
10
5
5
2
3
1
2
1
2
1+
1+
-4
l-t-f
1+
I++
+
+
2
4
4
I++
I-M-
12
I++
I++
I-H-
5
20
5
2
2,3
2,2
2,8
0,8
-0,7
0,6
0,6
-0,9
-9
2,9
-1
1+
1+
PRIJZEN
Producentenprijzen landbouw, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering
4
4,9
6,5
1
6
7
4,7
3,7
-0,6
1,4
13
-2
1,0
0,3
1
1
2
2,3
1,3
-1,0
-0,1
4
-21,7
2
-9
-12,3
-21,5
-4
-17
-17
-16
0.2
-20
-0,2
1,1
-7
-12,0
1,4
0,6
0,1
-26
-22
-5
-7,1
-13,1
-5
-13
-18
-1,2
0,8
1,2
0,6
-22
1,8
0,2
—
—
—
-2
-2,5
-4,2
-5
-6
-11
1,2
0,8
0,8
0,8
-4
0
0
-3
-3
-4
-2
-3
-5
0,2
-7
-4
-4
0.1
0.2
0.2
0,2
1,6
—
—
0,1
-1,0
0,3
1,2
0,6
-20
0,2
1,4
0,2
1,2
0,5
-12
0,5
-14
0.2
1,2
0,5
-10
-5
18
1
12
-6
4
-26
-10
-20
103
-20
3
102
-16
3
0,5
-11
-10
OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen ‘ ‘
Beurswaarde-index, algemeen
Uitgesproken faillissementen
26
-14
9
15
-17
4
13
-11
8
6
-6
-1
9
-23
-3
16
-13
-6
19
-3
85
105
-9
4
84
108
-13
6
84
105
-16
5
84
103
-14
84
103
-16
3
104
-13
5
84
102
-16
4
-3
2
1
1
1
1
6
-4
8
6
11
6,9
8,1
9,6
5
6
8
7
10
3
12
6
8
5
13
6
8
4
5
18
4
7
0
4,5
5,6
6,1
(in %)
-4
18
5
Conjunctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten 1 ‘
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1′ (in %)
Arbeidsmarkt
Werkzame personen in de Industrie
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Oaggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
21
(in %)
(in %)
(in %)
5,3
6,3
7,3
4
4,6
5,8
6,3
4,5
5,7
6,2
2
4
11
5
7
5
5.2
6,1
1
-I
1
8
3
7
-1
4,5
I++
—1
4,5
5,0
6.5
2
4,5
5,2
6,3
4
12
1+
4
7
-1
4,5
4,5
4,5
4,8
6,5
4,9
6,7
5,3
6,9
I-H1+
I++
|
—|
—— 1
“‘
Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: grater dan 5%.
ESB 18-11-1987
1103
Tabel 2.
Recente ontwikkelingen in het buitenland
1980/-84 1985
1986
1986
gemidd.
e
4 kw.
1 kw.
Trend21
1987
1987
e
e
2 kw.
e
3 kw.
juli
aug.
sept.
okt.
% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
Produktie nijverheid,
excl. bouwnijv. (volume)
0
0
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italic
1
-2
0
2
4
0
-2
1
3
1
-1
5
2
2
4
-3
1
4
2
3
4
0
4
5
2
5
1
1
1
1
1+
1+
3
2
1
1
3
6
2
1
0
1
-1
Verenigde Staten
Japan
3
4
4
1
0
1
-1
2
1
3
1
Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)’1
Nederland
0
0
0
3
4
4
2
1
1
0
1
0
0
2
1
2
0
-2
-2
-1
0
1
3
3
3
1
4
3
1
1
2
4
2
2
5
6
1
2
2
7
-1
-2
2
5
4
7
1+
1
-1
2
2
4
1
-1
0
!
3
2
-4
1
Bruto investeringen in
vaste activa (volume)
Bondsrepubliek Duitsland
Frankrijk
Italie
Verenigd Koninkrijk
Verenigde Staten
Japan
Europese Gemeenschap
Nederland
1+
1+
2
0
1
1
6
-2
-2
8
4
10
3
8
0
-1
I++
1+
4
I-H-
Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
11
Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1985.
21
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
— I: kleiner dan -5%; -I: tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: grater dan 5%.
Focus: Nationale economie in eerste half jaar 1987
Volgens de jongste cijfers uit de kwartaalrekeningen bedroeg de economische groei (gemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands produkt) in het eerste halfjaar van 1987 1,4% ten opzichte van het eerste halfjaar van
1986. Deze groei was kleiner dan die voor het jaar 1986 als
geheel (2,3% t.o.v. 1985). Vergeleken met de overeenkomstige kwartalen van 1986 lieten het eerste en tweede kwartaal van dit jaar toenames zien van respectievelijk 2,2% en
Hierbij werd de hoogste groei gemeten bij de investeringen
in vaste activa door bedrijven: 6,0% ten opzichte van het
eerste halfjaar van 1986. De consumptie door gezinnen
nam in volume met 2,3% toe en de uitvoer van goederen en
diensten met 3,5%. De overheidsconsumptie lag in het
eerste halfjaar op vrijwel hetzelfde niveau als in de overeenkomstige periode van 1986.
Van onze belangrijkste handelspartner de Bondsrepubliek
0,6%. Bij de interpretatie van deze kwartaalcijfers is het
Duitsland (BRD) zijn ook de cijfers van het eerste halfjaar
goed te bedenken dat het BBP in het eerste kwartaal van
1986 relatief laag en het tweede kwartaal van dat jaar rela-
van de Nationale rekeningen beschikbaar. Een vergelijking
met Nederland toont een vrijwel gelijke volumegroei van het
tief hoog was. De toename van het bruto binnenlands produkt in het eerste halfjaar van 1987 kwam tot stand door
produktiestijgingen in vrijwel alle bedrijfstakken. Een groei
BBP. De groei van de totale consumptie (gezinnen en over-
hoger dan het gemiddelde werd geregistreerd bij de delfstoffenwinning, de openbare nutsbedrijven, de bouwnijver-
heid) is in Nederland geringer dan in de BRD, het accres van
de totale investeringen (bedrijven en overheid) in vaste
activa daarentegen hoger. De grote voorraadmutatie in de
BRD is opmerkelijk. In Nederland was de voorraadmutatie
heid en het verkeer en vervoer.
vrijwel even groot als in het eerste halfjaar van 1986. De
Samen met een groei van het volume van de invoer van
goederen en diensten van 5,6% resulteerden deze ontwikkelingen in een groei van de totale bestedingen van 2,8%.
invoer nam in beide landen sterker toe dan de uitvoer. Het
verschil in groeipercentages tussen in-en uitvoer was in de
BRD echter groter dan in Nederland.
Bruto Binnenlands Produkt (volume!
Volume-ontwikkelingen
BBP
I
I
IV
I
I
II
[
III
1984
1104
1
IV
I
1
II
III
1985
1
i
IV
I
1
II
III
1986
1
1
IV
I
i
II
III
1987
consumpti
1
-j Bondsrepubliek DuitslanrJ