Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 25 1994

Figuur 2. Consumentenvertrouwen, saldo van positieve en negatieve antwoorden, in % van het totaal

Conjunctuur

10

De in het Conjunctuurbericht opgenomen indicatoren hebben lange tijd
een somber beeld gegeven van de
ontwikkeling van de conjunctuur. De
eerste signalen van herstel kwamen
uit de CBS-enquêtes over verwachtingen van ondernemers en gezinnen.
De gegevens in dit Conjunctuurbericht laten nu ook voor andere indicatoren een ombuiging of een omslag
van de ontwikkeling zien. Welke betekenis hieraan toegekend moet worden, is niet met zekerheid te zeggen
omdat het om maandcijfers gaat waarin ook toevallige omstandigheden
een rol kunnen spelen. In dit Conjunctuurbericht wordt wat dieper ingegaan op de meest recente produktiecijfers van de industrie, waar
eveneens van herstel sprake is. De
economische groei, afgemeten aan
het volume van het bruto binnenlands produkt, ligt volgens de meest
recente cijfers nog steeds bij de nullijn.
Figuur 1. Bruto binnenlands produkt,
produktie industrie en beoordeling
orderpositie industrie, 12-maands voortschrijdend gemiddelde
6

-5

(;,1

I.’,
,” ….

-10

\

•• \ • produktie industrie .. \\ :
•• ,.,
% jaarmutaties
\

o

linkenlchaal

‘I

-15

‘,’
,

\

,

-2

I
J

,'”,
\

….

1\

.1\

” ‘…. ‘.I’

, ..”.
,

,

-20

-30

‘”
,’,”
0″”

.;

-40
-50

..

” ..

‘.

;,

…….
, :
, “
‘,’

consumentenvertrouwen

,

.

….

kan worden toegeschreven aan de
ontwikkeling van de deelindicator
van het economisch klimaat. Deze
bestaat uit de beantwoording van
twee vragen naar de algemeen economische situatie. De verwachtingen
van de consumenten over de economische situatie voor de komende
twaalf maanden zijn na april 1990
niet meer zo gunstig geweest. De
deelindicator van de koopbereidheid, die gebaseerd is op twee vragen naar de eigen financiële situatie
en de vraag of de consumenten de
tijd gunstig achten grote aankopen te
doen, is in de eerste maanden betrekkelijk stabiel.

I

,”,1″”,
beoonIeIing ordelpositie industrie’,
saldo pos. en neg. aotwoonlen
rechtersehaal

-20
;

‘ “

Consumentenvertrouwen
Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek is het vertrouwen van
de consumenten in de ontwikkeling
van de economie weer toegenomen.
Op de vijf vragen die aan de indicator van het consumentenvertrouwen
ten grondslag liggen, werden in mei
per saldo 8% meer negatieve dan positieve antwoorden gegeven. In april
was dit nog 11%. Vanaf het begin
van dit jaar is het consumentenvertrouwen voortdurend verbeterd. Dit

Figuur 3. Procentuele volumegroei industriële produktie per bedrijftklasse
voedings-,

geootmidd.

textiel-, kleding-.
lederwaren
hout- en

bouwmat.

papier- en grafische
chemie. robber- en

lrunststofverw.
w.v.chemie
metaalindustrie

INDUSTRIE

Herstel industriële produktie

,: ,

/

\

o

…..

,..

…….. ….
‘,

o

het eerste kwartaal is hoopgevend.
In januari daalde de produktie met
1%. In februari was het volume nagenoeg even groot als een jaar eerder.
Maart geeft een groei van 2% te zien,
het hoogste groeicijfer na juli 1992.
In de grafiek is de ontwikkeling Over
een langere periode weergegeven als
procentuele jaarmutatie van het
voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde. Hierbij is dat gemiddelde geplaatst aan het eind van de periode.
De teruggang in de jaren 1982 en
1987 is goed herkenbaar. De laatste
top werd bereikt in januari 1990
(4,7%). Hierna zijn de groeicijfers
voortdurend afgenomen. Het meest
recente dieptepunt ligt in november
vorig jaar. Het is opmerkelijk dat de
periode van teruggang langer is geweest dan eerder in de jaren tachtig.

De meest recente cijfers over de industriële produktie duiden op een
opmerkelijk herstel. In het eerste
kwartaal van 1994 is het produktievolume groter dan in de overeenkomstige periode van vorig jaar. Dit
betekent dat voor het eerst na het
derde kwartaal van 1992 er weer
sprake is van groei, zij het dat deze
groei nog zeer bescheiden is (0,2%).
In 1993 daalde het produktieniveau
met 1,5%. Ook de ontwikkeling van
de maandelijkse groeicijfers binnen

4

~

~

111993 t.O.V. 1992
11 eente kwartaal 1994

~
t.O. V

0

2

4

eente kwartaal 1993

Evenals in 1982/1983 werd het dieptepunt bereikt met een daling van 2%. De meest recente ontwikkelingen geven een betrekkelijk snel
herstel aan. De positieve ontwikkeling in het eerste kwartaal van dit
jaar wordt met name veroorzaakt
door de gunstige gang van zaken in
de chemische industrie en in de metaalnijverheid. De voedings- en genotmiddelenindustrie,
die het minst
deelde in de malaise van vorig jaar,
blijft zich positief ontwikkelen. De
hout- en bouwmaterialenindustrie
hebben te lijden onder de gemelde
forse daling van het volume van de
produktie in de bouw in de eerste
maanden van dit jaar.

Deze bijdrage is ontleend aan het Conjunctuurberichtvan mei 1994, dat is
samengesteld door de hoofdafdeling
Nationale Rekeningen van het CBS

Kerngegevens recente ontwikkelingen, procentuele mutaties t.O.V.hetzelfde jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1987r91
gemidd.

1992

2,9
4,0
~,4
3.4
4.4
3,3
1,0

1,4
0,9
0,1
0.8
3.1
~.O
0,6

I
3

0
0
3
-8
-I

1993

1993
2ekw.

3ekw.

40 kw.

0,2
6,7
-~,9
-0,7
2,~
~,I
0,3

0,9
3,3
-I,~
0,6
3,6

9
-I
I
7

lekw.

1994
jan.

Trend 2)

0,3
~,3
-0,0
-~,8
1,8
2,3
0,3

-6

-.!22L

feb.

maart

april

VOLUMEGEGEVENS
ProduIaie (K_..-Jngen)
Bndo_,,-(m.p.)
Landbouw en visserij
Nijverheid
Handel. hote1- en restaurantw .• rep. bede.
Transport. opslag- en communicatiebedr.
Overige dienstverlening (exel. overit.)
Algemeen overbeidsbestuur. enz.

ProduIaie (maandindicatonm)
Delfstoffenwinning
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-. kIeding- en lederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemische industrie
Robbcr- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
BasismetaaJindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare
nutsbedrijven
Bouwnijverheid

~

I
4
3
6
3
4
0
3
I

Cauwnplie

~

4
3

I
I
3

~

-m-t-.in vaste

-~
0
0
0
-I
0
3

3

1IinnenLmrIwt:.. I
… o•..,do
Voeding.- en genotmi_1en
Duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en diensten

~ringen

~

activa

Bedrijven

~
~

Ovedleid

3

BuitenIondse hondel
Invoer
Uitvoer

(goedenm)

6
6

intemalionoal
Verenigde Staten
Duitsland
Verenigd Koninkrijk
Japan

O,~
4,3
-1.6
-1.5
~,3
~.O
0,3

~

-~

-~

I
I
1
-3
-5

0
-5
1
-6
-7
0
6
-5
-4

-~
4
-I
-4
-I
-3

I
0
-3

~

-3
-3
-I

~
~

~.~

O.~

~

-5
-5
0
4
0
-3

-~

-~

-3

-3

~
I
0
3

~
~
~

0

-~
-~

I
0

I
-I

3
0

-~

-3
3
0
-5
0
-4

-4
3

-6

-5

-I~

1+
I
I
1
1
-I
-I
I
1+
I
-I
I
-I

0
-I
-5

-~
8

3
I
4
3

I
I
I
1+

6
-I
I
6
0
0

~

-5
-I

-~

~

~

~

-I
-I
I

-6
-7
0

-3

-I
-I

I
1+
I
I
1+
1+
I

~
3

BBP

~,O
3.8
~,O
4,9

2,6
1.2
-0.6
1,4

3,~

~,6

~,4

~,8

~,7

3,0

3,0

3,0

~,9

~,8

19,00

-I,~
-3,1
19,3~

-1,9
-3.6
17,~4

-~,4
-4,5
18,54

-1,8
-3,3
16,69

-1,4
-~,7
15,4~

-0,9
-1.3
13,74

-0,8
-1.2
14,00

-0,7
-1,4
13,74

-1,0
-1,3
13,48

14,97

1.8
2,0
~.I

4.3
3.~
4,0

3,2
~.5
3.7

3,4
1.7
4,8

~.7
1,5
2.8

2.8
~,4
2,8

~.3
1,6
~,4

2,4
1,7
2.5

2,4
1.7
2.4

~,3
1,6
~,4

1,8
I,~
0,4

1,96
1,127
3,37
1,43

1.76
1,1~6
3,10
1,39

1,86
1,1~3
2,79
1,68

1,81
1.1~2
~,79
1,65

1,89
1,124
~,84
1,79

1.89
1,In
~,8~
],74

1,93
1,122
2,88
1,80

1,95
1,120
~,91
1,75

1,95
I,I~I
~,88
1,83

1,90
1,1~4
~,84
1,81

1,91
1,1~3
2.83
1,84

1++
I
–I
1++

1
-4
5
4

-14
-36
I
5
24

-50
-4
16
27

-25
-56
-5
5
31

-19
-46
~I
33

-~3
-47
-8
36
12

-16
-36
-3
37
13

-18
-4~
-I
44
18

-16
-36
-3
39
16

-14
-U
-4
~8
7

-11
-~3
-3
U
-2

1++
1++

-16
115
83

-22
Im
81

-24
Im
81

-~O
101
81

-~~
100
80

-I~
IO~
83

-14
IO~

-13
101

-9
103

-36
-11
-12

-26
-~I
-14

-51
-29
-18

-44
-15
-11

-~

5551
67
336
5.3
587
-6

5545
39
415
6.5
660
-10

5580
44
394
6,~
634
-9

5566
34
4~1
6,6
654
-10

5487
3~
453
7,1
7m
-I~

6

7

9,0
7

2,9
7

~.8
7

3.0
-1.9
1,9
0,1

~,9
-~,4
1,8
-0,1

2,8
-1,4
~,I
0,2

3,1
-0,9
~,3

3,6

1+
I
1+
I

~,6

-o,~

PRIJZEN
Consumentenprijsindex
~rijun
indu.stIW
Af_
VeIl>ruik
Aanlolie, Nonh Sea B … nl (in $ per barrel)
Regelingslonen
Particuliere bedrijven
Overheid
Gepremieerde en gcsubsieerde
sector
Wis_lkoenen (in gld.)
Amerikaanse dollar (I)
Duitse mark (I)
Engelse pond (I)
Japanse yen (100)
OVERIGE

1+
I
-I
–I
1+
1+
1+

INDICATOREN

~I)(ID%)
Economisch

klimaat

Koopben:idheid
Koersindex voor aandelen. algemeen
Uitgesproken faillissementen

-~

-~~

-I

Conjunctuul’test

Beoordeling orderpositie I) (in %)
Orderposilie (40 kw. 1993~100)
Bezettingsgraad (in %)

z.keIQke -..-..
Beoordeling orderposilie I) (in
Computer servicebureaus
Ingenieurs- cn architcctenbur.
Economische adviesbureaus

-7
116
85

–I
-I

%)

5
-13

ArbeWmarla

Aantal banen van werknemers
(x )000)
(x 1000)
vacatures
(x 1000)
Geregistreerde werklozen 3)
Idem. in % van de totale beroepsbevolking
Aantal werkloosheidsuitkeringen (x 1(00)
Aantal uren uitzendkrachten

5206

Aantal

Geld en Iawliet
Spaartegoeden
Binnenlandse liquiditeitenmassa

4.7
8

5~0
8,1
769
-I

495
7,7
758

520
8,1
776

500
7,8
774

3,~

~,7
9

3,5
9

3,3

1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal;
2) Trend: procentuele jaannutatie van het meest recente voortschrijdende
–I, kleiner dan -5%; – I,tussen -5% en -2%; I, tussen -2% en +2%; 1+, tussen 2% en 5%; 1++, groter dan 5%. 3) Driemaandsgemiddelden
opgenomen
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd.

ESB 25-5-1994

I
–I
1++
1++
1++
–I

1++

12-maands gemiddelde;
onder de middelste