Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
Indicator
Realisatie
Conjuncturele
neergang
duurt lang
SO
De DNB-conjunctuurindicator duidt
tot eind mei aanstaande op voortzetting van de huidige conjuncturele afzwakking (zie figuur 1). Ook de
realisatie-index, de conjuncturele
component van de produktie in de
verwerkende Industrie, is neerwaarts
gericht. Tabel 1 geeft de bijdragen
van de vijf samenstellende componenten aan de conjuncturele ontwikkeling. De grootste bijdrage aan de
groeivertraging wordt geleverd door
de IFO-indicator van de Duitse Industrie. Dit benadrukt de invloed van de
Duitse conjunctuur op de Nederlandse. De een na grootste bijdrage is afkomstig van de CBS-conjunctuuren-
quete naar verwachte bedrijvigheid
en de twee na grootste van de reele
geldhoeveelheid. De meest erratische reeks, de verwachte omzet van
81
89
82
NCM-polishouders, geeft geen duidelijke indicatie.
De huidige conjuncturele afzwakking is er een van lange duur. Gemeten vanaf de, overigens relatief lage,
conjuncturele top in juli 1989 is er
eerst anderhalf jaar sprake van een
min of meer op dat niveau gelijkblijvende conjunctuur. Vanaf december
1990 zet een duidelijke conjuncturele
neergang in die tot op heden voortduurt, dat wil zeggen reeds twee
jaar. Volgens de indicator zal de conjuncturele afzwakking nog zeker een
half jaar aanhouden.
In figuur 2 is de huidige conjuncturele fase vergeleken met het gemiddelde van de laatste zes perioden
van conjuncturele teruggang. Vijf
keer is daarbij gemeten vanaf de conjunctuurtop, een keer is – net als bij
de huidige conjunctuurbeweging begonnen bij de laatste subtop. In
het verleden vond de omslag van
neergang naar herstel tussen 12 en
22 maanden na de top plaats, gemiddeld na 16 maanden. De conjunctuurindicator voorspelt momenteel tot en
met 29 maanden na de laatste (sub-)
top geen omslag.
Tabel 1. Bijdragen van de componenten aan de mutaties in de conjunctuurindicator
jun92/aug
Component
IFO-indicator Duitsland
Verwachte bedrijvigheid
industrie
Orderontvangst Industrie
Verwachte omzet nieuwe
NCM-polishoiicfefS
Regie geldhoeveelheid
Indicator
•
sep/nov
dec/feb
mrt/mei93
-6l
-130
-131
-85
-50
9
-124
-58
-94
-106
-77
-65
-5
-63
-77
-129
78
-77
-518
-329
91
92
93
94
Figuur 2. Conjuncturele neergang,
nu en in bet verleden
huidige ontwikkeling
pragnose o.b.v. de
DNB-conjunctuurindicator
gem. ontwikkeling bij zes
vorige perioden van conjunctuurafzwakking
1
6
II
16
21
26
31
Overigens is de neergang van de
conjunctuur gemeten van top tot dal
nog niet groter dan die bij vorige perioden van groeivertraging, het duurt
alleen twee keer zo lang voor het dal
bereikt is. Een belangrijk aspect hierbij is dat de huidige trendmatige
groei met 2,4% hoger is dan gemiddeld in de voorgaande perioden van
groeivertraging. Er wordt nog steeds
geen negatieve groei voorzien.
Conclusie
De DNB-conjunctuurindicator duidt
tot eind mei opnieuw op conjuncturele afzwakking. Daarmee duurt de
huidige conjunctuurfase van neergang langer voort dan ooit in de afgelopen 25 jaar is waargenomen. Het
gaat hierbij overigens om een vertraging van de groei en nog steeds niet
om negatieve groei.
10
-48
-171
9O
-264
De bijdragen zijn genomen ten opzichte van de direct voorafgaande driemaandsperio
de en luiden in eenduizendste eenheden van de grootheden in figuur 1, dat wil zeggen
in genormaliseerde waarden.
ESB 3-3-1993
r