Ga direct naar de content

Ceteris paribus

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 21 2013

.

ESB Ceteris paribus
128 Jaargang 98 (4654) 22 februari 2013
Ceteris paribus
Vrije factorverschuiving
Een vrijhandelszone zorgt ervoor dat landen zich meer
specialiseren door productiefactoren te concentreren in
enkele sectoren. Uit eerder onderzoek blijkt dat een vrijhandelszone
leidt tot een betere binnenlandse allocatie
op sectorniveau. Het dataonderzoek van Bos en Zhang
naar veertien EU-landen in de periode 1997–2006 toont
aan dat de allocatie in sommige sectoren meer verbetert
dan in andere. De sectoren waar een grotere efficiëntieslag
plaatsvindt groeien sneller, wat resulteert in verplaatsing
van productiefactoren naar deze sectoren.
Bos, J.W.B. en L. Zhang (2013) Room to move: why some industries
drive the trade-specialization nexus and others do not. METEOR
Research Memorandum, 003.
Uitgelicht
Opmars der zelfbediening
De moderne super market biedt de klant, naast een
volledig assortiment van levensmiddelen, ook talrijke
huishoudelijke artikelen en traditionele consumptiegoederen,
die met grote frequentie in kleine hoeveelheden
worden gekocht. Kenmerkend is hierbij dat in vrijwel
alle afdelingen van de super market het beginsel der zelf
bediening is toegepast. Daar het personeel op de aankopen
van de klant geen invloed uitoefent, worden vooral
geadverteerde en gestandaardiseerde produkten, waaraan
gewoonlijk een hoge omzetsnelheid is verbonden,
verkocht. (…) Naar schatting vindt de afzet
van voeding en genotmiddelen thans
voor 70 pCt. plaats via deze super markets,
tegen nog slechts 30 pCt. in 1947.
Wortmann, H.R. (1960) Het grootbedrijf in de detailhandel.
ESB, 45(2231), 442–445.
Uit de oude ESB-doos
Dit is meer de vraag van het jaar – de NMa heeft vorige week
een onderzoek aangekondigd – maar hier zijn acht mogelijke
antwoordrichtingen. Ten eerste, de Nederlandse hypotheekmarkt
heeft recent een bad rap: price bubble en funding gap – zie
IMF en DNB. Ten tweede, de incumbent banken hebben een informatievoordeel.
Ten derde, Nederlanders hangen nogal aan de nationale
merkbanken: je eerste huis kopen is al eng genoeg, en daarna is switchen
duur vanwege boeteclausules, taxatie- en notariskosten. Ten vierde,
een groot deel van de Nederlandse hypotheken heeft, aangemoedigd
door de hypotheekrenteaftrek,
LTV’s van boven de honderd procent.
Buitenlandse banken kunnen zover niet gaan, vanwege regelgeving of
aandeelhouders thuis. Ten vijfde, de grootbanken hebben, als systeembanken,
een financieringskostenvoordeel. Ten zesde, de zogenaamde
prijsvechters van vóór de crisis – buitenlands gefinancierde uitdagers die
hier kort een voet aan de grond kregen – moeten, mede van de Europese
Commissie, eerst thuis orde op zaken stellen. Ten zevende, de reactie van
de incumbents op die ‘prijsvechters’ was aggressief: om maar marktaandeel
vast te houden zouden ze verlieslatend mee omlaag zijn gegaan. Dat
zou kunnen duiden op een limietprijsstrategie die toetreders afschrikt.
Ten achtste, ons uitgebreide intermediarsysteem nodigt mogelijk niet
uit tot toetreding als het meeprofiteert van upstreamwinsten.
Vraag v/d week
Aan Maarten Pieter Schinkel, hoogleraar aan de Universiteit van
Amsterdam.
Waarom betreden
buitenlandse hypotheekverstrekkers
de Nederlandse
markt nauwelijks?


De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteur