Brede basis
Aute ur(s ):
Fieke van der Lecq
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4462, pagina 241, 3 juni 2005 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
Direct bij haar aantreden presenteerde nieuwe voorzitter van de FNV een royaal gevulde agenda. Agnes Jongerius wil de bond het
karakter geven van een brede emancipatiebeweging, die uitdrukkelijk niet alleen de belangen van de eigen leden behartigt. Het gaat haar
evenzeer om het verbinden van groepen in de samenleving (NRC, 2005).
Het uitgangspunt van een brede emancipatiebeweging komt in diverse voorstellen van de voorzitter terug. De breedte moet zichtbaar zijn
in het ledenbestand. Jongerius wil meer jongeren bij de bond betrekken en de verhouding tussen vrouwen en mannen en die tussen
allochtonen en autochtonen bijstellen. Ze beoogt een nog bredere basis door zich niet alleen te richten op hen die werk hebben of werk
zoeken, maar ook op de armen in de samenleving. De nieuwe voorzitter pleit zelfs voor een basisloon voor iedere burger. Dit wordt door
de werknemers aangevuld met inkomsten uit salaris, waarbij ze zelf zorgen voor een werkloosheids- en
arbeidsongeschiktheidsverzekering.
De vakbond als brede maatschappelijke organisatie is amper meer te onderscheiden van een politieke partij. Diverse politieke partijen
komen voort uit emancipatiebewegingen, zoals die van arbeiders, socialisten, kleine luyden en gelovigen. De ontwikkeling in het ledental
van deze partijen stemt echter niet hoopvol. Hoe breder de partij, hoe meer deze een encompassing institution is geworden. De
intrinsieke motivatie van leden maakt plaats voor extrinsieke motivatie, waarbij leden extra’s bij het lidmaatschap verlangen om lid te
blijven en zich voor de bond in te zetten (Olson, 1965). Dit is precies wat vorige week tijdens het vierjaarlijkse federatiecongres bleek,
toen diverse FNV-bonden gunstiger arbeidsvoorwaarden voor de leden bepleitten. Hiermee werd en passant een bommetje geplaatst
onder het algemeen verbindend verklaren van cao’s, zodat twee taboes tegelijk werden geslecht. De tweedeling tussen leden en nietleden werd echter niet door alle bonden gesteund en stond bovendien lijnrecht tegenover de brede benadering van de nieuwe voorzitter.
Die zal echter wel een keuze moeten maken. Zoals Olson al aangaf, leiden brede organisaties tot uitsluitingsmechanismen als extrinsiek
motiverend element voor leden. Voor instrinsieke motivatie werken single issue-bewegingen beter. Dit is te zien bij de milieuorganisaties
en diverse andere ngo’s, maar ook politieke partijen als de SP die qua ledental blijven groeien. De kracht van een vakbond ligt in zo’n
single issue-benadering, zoals ook bleek op het Museumplein.
Als de vakbond terug gaat naar de kerncompetenties, hoeft niet alle ledenservice te sneuvelen. Ondersteuning bij juridische geschillen
met de werkgever, loopbaanbemiddeling en andere zaken passen prima bij het concept van de bond als ‘ANWB voor de werkvloer’. De
leden herkennen dit en de genieter betaalt. Dat geldt niet voor het basisloon. In het voorstel van Jongerius ontvangt iedereen dit
‘loon’ (FD, 2005). Men moet zich weliswaar inspannen voor werk, maar dit wordt slechts licht getoetst. Nog niet duidelijk is wat er gebeurt
met degenen die zelfs de lichte toets niet doorstaan. Als zij geen basisloon ontvangen, waarvan gaan zij dan leven? Het is van tween
ŽŽn: een basisinkomen is voor iedereen, of er zit nog een inkomensvangnet onder om creperen te voorkomen.
Het plan voor een basisinkomen is zeker behulpzaam voor het witten van zwart werk. Vele hulpen in de huishouding, bijklussers en
thuiskappers verdienen nu ongeveer evenveel als de beoogde Û 350 tot Û 400 per maand en kunnen voortaan hun arbeidsaanbod
afstemmen op wat ze hier legaal bovenop willen verdienen. De informele economie wordt formeler en de arbeidsparticipatie van
eerdergenoemde nieuwe doelgroepen van de bond neemt toe. Dat is dubbele winst voor de bondsvoorzitter. Zij motiveert haar plan
echter met een verwijzing naar bureaucratisch gedoe. In deze tijden waarin alles per computer wordt berekend en bestanden in
toenemende mate worden gekoppeld via het sofinummer of het nieuwe identiteitsnummer, maakt dit argument gelukkig niet meer zoveel
indruk. De transactiekosten worden reeds vanzelf lager, tot het minimum waarbij je slechts periodiek je handtekening voor alle
sociaalwettelijke en fiscale transacties hoeft te zetten.
De grote nadelen van het basisinkomen blijven echter onbenoemd: het gaat ook naar wie het niet nodig hebben en naar wie er niets voor
doen. Over het eerste bezwaar hebben economen al veel opgeschreven. Niet voor niets wordt sociaal beleid veelal gefiscaliseerd
uitgevoerd via belastingvrije voeten en heffingskortingen, al dan niet geleidelijk uitfaserend met het arbeidsinkomen (eitc). Zelfs de
kinderbijslag moet hier mogelijk aan geloven, al is het laatste woord hierover nog niet gezegd. Wat het tweede bezwaar betreft is het op
zijn minst opmerkelijk dat een bond zich sterk maakt voor een inkomen voor hen die geen moeite doen om werk te vinden. De
specificaties van de lichte toets van Jongerius moeten wellicht nog nader worden uitgewerkt, maar van een vakbond die onderhandelt
over cao’s en arbeidsvoorwaarden, met stakingen als ultieme pressiemiddel, is aldus weinig meer over. De traditionele arbeider zal niet
gemotiveerd zijn te werken voor het inkomen van iemand die met een basisloon en wat bijbeunen wel rondkomt.
De dubbele verbreding die de nieuwe FNV-voorzitter voorstaat, is dan ook een riskante strategie. Het verbreden van de doelgroepen zal
alleen lukken als men zich kan herkennen in een duidelijke boodschap. Dit vereist focus en een versmalling ten opzichte van de agenda’s
van de grote politieke partijen. Terug naar de kernactiviteit is dan het credo.
Fieke van der Lecq
fieke.vanderlecq@economie.nl
Literatuur
Het Financieele Dagblad (2005) Jongerius: basisloon voor iedere burger. 25 mei.
NRC Handelsblad (2005) FNV is er niet alleen voor leden. 26 mei.
Olson, M. (1965) The Logic of Collective Action. Harvard University Press.
Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)