Het kabinet Rutte II heeft een regeerakkoord geproduceerd. Hoopgevend is dat de mannetjesputter Martin van Rijn de nieuwe staatssecretaris langdurige zorg wordt en dat er op dat gebied na jarenlang voortmodderen eindelijk doorgepakt lijkt te worden. Maar op het gebied van de curatieve zorg lijkt het regeerakkoord op een cryptogram voor gevorderden. Uit alles blijkt dat de voorstellen een onmogelijke compromis zijn tussen VVD en PvdA.
Laten we eens bezien wat er staat:
“Binnen het stelsel van curatieve zorg gaan we nieuwe accenten leggen op meer samenwerken in plaats van enkel concurreren, op het wegnemen van perverse volumeprikkels en de introductie van inkomensafhankelijke financiering. De sleutelrol van verzekeraars blijft in stand. In 2015 zijn zij volgens plan volledig risicodragend.”
Let wel er staat de sleutelrol van de verzekeraars blijft in stand. Dat lees ik als dat er geen stelselwijziging komt en dat verzekeraars derhalve om klanten blijven concurreren. Dat zou ook logisch zijn want de inkooprol van de verzekeraars komt dit jaar eindelijk op stoom zodat de premies dit jaar voor het eerst sinds tijden niet stijgen.
Maar dan:
“Financiering van zorg wordt in hoofdzaak inkomensafhankelijk. De zorgtoeslag verdwijnt. Voor 2017 gaan we uit van een nominale premie van 400, daarna blijft de verhouding tussen de nominale en inkomensafhankelijke premie constant. Het bestaande eigen risico wordt budgettair neutraal omgezet in een inkomensafhankelijk eigen risico. De zorgkosten blijven gelijk verdeeld tussen werkgevers en werknemers.”
Hoe gaat dat werken? De overheid bepaalt nu plotseling de premie? En ook hoe de premie naar inkomen stijgt? Dan kun je de verzekeraars net zo goed opdoeken, want dan kun je de zorg beter via de belasting – die immers ook inkomenafhankelijk is – organiseren.
Hoe deze kwadratuur van de cirkel uitpakt, leren we pas bij de doorrekening van het CPB. Op zich al een curiosum dat je naar het CPB moet gaan om te snappen wat er in het regeerakkoord staat, maar goed.
Hieruit blijkt onder meer dat de premie inderdaad ‘gefiscaliseerd’ wordt en trouwens nominaal niet op 400 euro uitkomt zoals in het regeerakkoord staat maar op 255 (??!).
Wat blijkt? Rutte II claimt dat de regierol voor verzekeraars blijft maar heeft feitelijk de grondslag van het stelsel weggeslagen. Lees maar wat het CPB schrijft:
“In 2014 wordt de premie voor de zorgverzekeringswet nagenoeg helemaal gefiscaliseerd. Dat wil zeggen dat de nominale premie omlaag gaat van gemiddeld 1280 euro per jaar per volwassene naar gemiddeld 255 euro. Daartegenover verdwijnt de zorgtoeslag die huishoudens met een laag inkomen ontvangen en komt er een nieuwe inkomensafhankelijke premie van 11,1%. Dat laatste percentage is zo gekozen dat gezinnen er gemiddeld niet op vooruit of achteruit gaan. Voor individuele gezinnen heeft het wel effect, gezinnen met een laag inkomen gaan er op vooruit, gezinnen met een hoog inkomen achteruit. Voor verzekeraars betekent het dat 85% van hun inkomsten afkomstig zal zijn van inkomensafhankelijke premies, feitelijk zijn dat belastingen. Slechts 15% van hun inkomsten innen ze zelf bij de verzekerden.”
Met andere woorden, de verzekeraars zijn gedegradeerd tot betaalkantoren, waardoor de prikkels om scherp in te kopen verdwijnen. We gaan de facto naar een Duits systeem, waar de Duitsers zelf niet zonder reden zeer ontevreden over zijn. Het CPB is opmerkelijk scherp in zijn negatieve oordeel over dit gedrocht van Rutte II.
En wat doet Rutte II verder in de curatieve zorg?
“Met behulp van convenanten houden we het zorgstelsel binnen maatschappelijk en politiek wenselijke bandbreedtes. Met verzekeraars sluiten we een convenant over preventie en het bevorderen van een gezonde levensstijl. Na 2014 zetten we het hoofdlijnenakkoord voort met instellingen voor medisch specialistische zorg, vrijgevestigde medisch specialisten, huisartsen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Daarbij wordt de kostenstijging verder gedrukt van 2,5 naar 2 procent (huisartsen naar 2,5 procent). We willen de kans op inzet van het macro beheersingsinstrument zo klein mogelijk maken en bekijken daarom of het mogelijk is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vooraf te laten toetsen of het door de verzekeraars gecontracteerde volume past binnen het begrotingskader zorg.”
Vertaling: pappen en nathouden. De populariteit in Den Haag met convenanten in de zorg blijft kennelijk onveranderd hoog, ondanks het bewezen gebrek aan effectiviteit van zulke vrijblijvende afspraken.
Concluderend, Rutte II verdient een pluim dat ze een zwaargewicht op de langdurige zorg zetten en daar eindelijk gaan doorpakken, maar een hele dikke onvoldoende voor het om zeep brengen van het nieuwe zorgstelsel juist op het moment dat het een beetje ging draaien.
Auteur
Categorieën