Ga direct naar de content

Beter af met de fles?

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 25 1981

Beter af met de fles?
Eenmalige versus meermalige melkverpakking
ING. F. CHRISTEN — DRS. L. NAGELSMIT*

De keuze van de verpakking van levensmiddelen is een zaak waarover detailhandelaar en winkelier
allang niet meer beslissen. Grootschalige produktie en distribute hebben de wegwerpverpakking tot
norm verheven. Vanuit milieu-oogpunt wordt echter de retourverpakking aangeprezen, in het
bijzonder de statiegeldfles. In dit artikel worden de voor- en nadelen van de eenmalige en de
retourverpakking van melk tegen elkaar afgewogen. De schrijvers stellen dat flessenmelk ten minste
11,5 cent per liter duurder is dan melk in kartonverpakking. Duidelijke voordelen van de glazen fles
op energie- en milieugebied, wat betreft de kwaliteit van het produkt en in de sfeer van de
werkgelegenheid zien de auteurs niet, eerder is het tegendeel het geval. Het van overheidswege
uitbannen van de kartonnen melkverpakking achten zij dan ook onverstandig.

Inleiding
Het gebruik van verpakkingen is om hygienische en distributieve redenen niet uit onze samenleving weg te denken. Dit
gebruik van verpakkingen in het algemeen is dan ook nooit
ter discussie gesteld. Dat geldt niet voor de aard van de
verpakking. Mede door het verschijnen van de eenmalige
verpakking, in het bijzonder in de drankensector, is een aantal
vragen op milieugebied gerezen, zoals:
— wat betekent de eenmalige verpakking voor het gebruik
van schaarse grondstoffen?
— welke gevolgen heeft de eenmalige verpakking voor het
energieverbruik?
— wat is de betekenis van de eenmalige verpakking voor de
hoeveelheid afval?
De voorstanders van retourverpakking wijzen op de nadelen van wegwerpverpakking en omgekeerd. De vraag naar de
voor- en nadelen van beide systemen dringt zich daardoor op.
In dit artikel zal een poging worden gedaan op basis van
recent materiaal enig licht te werpen op het vraagstuk van de
eenmalige/meermalige verpakking vanuit verschillende invalshoeken. Het verpakkingsvraagstuk zal hier worden onderzocht binnen het raam van de markt voor melk en
melkprodukten.
De produktgroep melk- en melkprodukten is in dit verband
interessant omdat binnen deze produktgroep beide verpakkingssystemen voorkomen. De zuivelindustrie neemt binnen
de levensmiddelenindustrie in Nederland een belangrijke
plaats in naar produktieomvang, omzet, werkgelegenheid,
bijdrage aan nationaal inkomen en bijdrage aan de betalingsbalans. De melkproduktie in Nederland is sinds 1960 enorm
gestegen van 6,8 mrd. kg tot ca. 12 mrd. kg in 1979. Van deze
totale melkplas wordt ca. 1,6 mrd. kg verwerkt tot consumptiemelk en consumptiemelkprodukten.

uitmaakte, is vrijwel verdwenen. Door de toenemende melkverkoop via winkels, momenteel reeds meer dan de helft van
de totale afzet, is de eenmalige verpakking op grote schaal
toegepast voor deze zuivelprodukten. Tabel 1 laat duidelijk
zien dat de verschuiving van de meermalige verpakking naar
de eenmalige zich na 1970 versneld is gaan aftekenen. Tot
1974 was de glazen melkfles de belangrijkste verpakkingsvorm, maar in 1974 zien wij een omslag ten gunste van de
eenmalige verpakking. Tegenwoordig wordt 30% van de
consumptiemelk in retourverpakking verkocht, en 70% in
eenmalige verpakking.
Tabel 1. Het aandeel van de drie verpakkingssystemen inprocenten van de totale afzet van melkprodukten
Jaar

Onverpakt

1960 . . . . . . . . . . . .

4

1974 . . . . . . . . . . . .

0,9

Wegwerpverpakking

38

1970 . . . . . . . . . . . .

Retourverpakking

2

26
58
46

1976 …………

0,4

1978 …………
1979 . . . . . . . . . . . .

0,6
0,3

40
52,1
56,3
56,1

40,7

59

34 5

65,2

TT O

Bron: Produktschap voor Zuivel.

Binnen de groep eenmalige verpakkingen is het aandeel van
de kunststofverpakking stabiel. Zowel in 1970 als in 1980
bedroeg dit 12%. Voor karton gold een percentage van 14 in
1970 en 55 in 1980. Blijkbaar moet de toeneming van de
eenmalige verpakking vooral worden toegeschreven aan de
relatief sterke opmars van de kartonverpakking. Het is dan
ook in het bijzonder deze verpakkingsvorm waardoor het

De ontwikkeling van de melkverpakking
Door de technische ontwikkeling zijn verschuivingen in de
verpakkingsvormen opgetreden. De losse melk die in 1960
bijna een aandeel van 40% van de drie genoemde groepen
1194

*De auteurs zijn respectievelijk als beleidsmedewerker en als direc-

teur werkzaam bij de Vereeniging voor Zuivelindustrie en Melkhygiene.

uk eenmalige/ meermalig een heet hangijzer in de poli._._; werd. De in dit verband meest besproken onderwerpen
zijn:energie, milieu, consumentenkostprijs, werkgelegenheid,
de afvalberg, smaak- en andere kwaliteitsaspecten. In het verloop van dit artikel wordt getracht een zo volledig mogelijk
beeld te geven van de aspecten die betrekking hebben op deze
veel besproken onderwerpen, waarbij de auteurs zich beperken tot de glazen retourfles en de eenmalige kartonverpakking, zijnde de twee belangrijkste en kwantitatief sterkst
veranderende verpakkingsvormen.
Energieaspecten
,,E6nmalige verpakking vergt meer energie dan retourver-

pakking” is een dikwijls geponeerde stelling, die zeker in
deze tijd van bewustwording van energieproblematiek en
energiebesparing opgang doet. Om deze stelling al dan niet te
kunnen rechtvaardigen is het noodzakelijk het energieverbruik gedurende de gehele keten, van grondstof tot afval, te

onderzoeken. Deze keten kan worden opgesplitst in de
volgende energieprocessen:
— energie van de grondstof;
— energie van de grondstofverwerking;
— energie voor de fabrikage van verpakkingsmateriaal;
— energieverbruik in de zuivelindustrie;

De glazen retourfles heeft bij 30 trips een energiebehoefte
van 0,49 kWh/1 zowel bij storten als verbranden. De energiebehoefte is sterk afhankelijk van het aantal trips. De figuur
laat het verband hiertussen zien.

Figuur. Verband tussen het aantal retourtrips en het energieverbruik van de glazen retourfles met een inhoud van een liter

y Energieinput
in kWh/liter
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3

— energieverbruik tijdens distributie;

— energieverbruik bij de consument;
— energieverbruik bij de afvalverwerking.

Van de grondstoffen die benodigd zijn voor de produktie
van glas (zand, soda en kalk) wordt slechts voor het produceren van soda een substantiele hoeveelheid energie gebruikt.
Voor eenmalige kartonverpakking is de grondstof voor het
overgrote deel hout. De meningen zijn verdeeld of de primaire
energie van hout in de energie-analyse moet worden betrokken. Sundstrom 1) is van mening dat dit niet moet worden
gedaan. De economische waarde van hout als energieproducent staat in geen verhouding tot de waarde voor de produktie
van papier en andere produkten waarbij hout als grondstof

0,2
0,1

10

20

30

Aantal trips
40
50

Bron: Gustav Sundstrom, Milk containers and energy.

Wij menen uit het bovenstaande te mogen afleiden dat de
stelling ,,eenmalige verpakking vergt meer energie dan retour-

verpakking” ongenuanceerd en overdreven is.

wordt gebruikt. Bovendien is hout zoals hij dat uitdrukt ,,a

renewable raw material”. Indien men deze benadering volgt is

Milieu-aspecten

de consequentie dat de energie die vrijkomt bij de afvalver-

branding en afkomstig is van het hout in de verpakking niet
dient te worden meegenomen in de energiebeschouwing.
Wat betreft het energieverbruik bij de consument, blijkt het
ondoenlijk betrouwbare gegevens te verkrijgen. Dat energieverbruik kan worden verdeeld in:
— transportenergie;
— koelenergie;

— energie benodigd voor het voorspoelen van de retourfles.

,,Eenmalige verpakking is slecht voor het milieu” is ook
zo’n slogan die te pas en te onpas wordt gebruikt. Om een

objectief en genuanceerd inzicht te verkrijgen in de verschillende milieu-aspecten van de onderscheiden verpakkingsmaterialen lijkt een verdeling in de hiernavolgende stadia zinvol;
— milieuproblemen bij de produktie van het verpakkingsmateriaal;
— milieuproblemen bij het gebruik;
— milieuproblemen in de afvalfase.

De transportenergie bestaat hoofdzakelijk uit brandstofverbruik voor het transport tussen verkoopplaats en huis.
Afhankelijk van het gebruikte vervoermiddel en de afstand

Milieuproblemen bij de produktie van het verpakkingsmateriaal

zal dit van consument tot consument verschillen. De energie

Bij de produktie van glas worden hoofdzakelijk zand (50%),

die gebruikt wordt voor het voorspoelen van de retourfles is

kalk (16%) en soda (12%) gebruikt benevens 2% chemicalien

eveneens sterk afhankelijk van de individuele consument.
Onderstaand voorbeeld geeft een indicatie dat de gebruikte
energie in ieder geval niet verwaarloosbaar is. Als gesteld
wordt dat een 1 liter fles wordt omgespoeld met 2 liter water van
40° C, dan ligt het energieverbruik in de orde van grootte van
0,1 kWh/liter melk. Ondanks het feit dat het niet mogelijk

ten einde het glas te ontkleuren. Door de hoge temperatuur
(ca. 1.400°C) waarbij de produktie plaatsvindt, heeft de
glasindustrie te maken met grote hoeveelheden koelwater.

blijkt de hoeveelheid benodigde energie bij de consument te

bepalen lijkt het gerechtvaardigd te veronderstellen dat de
glazen retourfles aldaar een grotere energiebehoefte heeft dan
de eenmalige kartonverpakking.
Sundstrom concludeert dat de benodigde energie voor
eenmalige kartonverpakking varieert tussen 0,51 kWh/1
(excl. primaire energie van hout) bij 100% vuilstorting en

Andere milieuverontreinigingen bij de glasfabricage zijn stof,
zwaveldioxide en een aanzienlijke hoeveelheid calciumchlo-

ride dat bij het produktieproces achterblijft.
De papierindustrie zelf is vrij schoon, doch de pulpindustrie
veroorzaakt een niet onbelangrijke milieuverontreiniging.
Voor de produktie van papier zijn o.a. nodig zwavel,

natriumsulfaat, kalk, aluin, soda, pigmenten, bindmiddelen
en conserveringsmiddelen. In het bijzonder van de anorganische verbindingen komt een aanzienlijk gedeelte in het water
terecht. Daarboven bevat hout slechts circa 50% celluloseve-

0,46 kWh/1 (excl. primaire energie van hout) bij 100%

vuilverbranding, aangezien de verwerking van het huisvuil
tussen 100% vuilverbranding en 100% vuilstorting ligt.
ESB 2-12-1981

1) Gustav Sundstrom, Milk containers and energy, Malmo, 1979.
1195

zels, de rest (o.a. lignine) wordt bij het fabricageproces
gedeeltelijk verbrand, doch een deel komt in het afvalwater

Smaak- en andere kwaliteitsaspecten

terecht. De biologisch afbreekbare stoffen kunnen in zuive-

ringsinstallaties worden verwijderd. Sommige bestanddelen
zoals lignine zijn echter niet afbreekbaar. De laatste jaren
wordt intensief getracht de milieuproblemen van de pulp- en
papierindustrie op te lossen, hetgeen reeds tot hoopvolle
resultaten heeft geleid. In verband met de papierproduktie
wordt vaak beweerd dat papier ontbossing veroorzaakt. Dit

,,Melk in de fles is lekkerder” wordt vaak beweerd. Nu valt
over smaak niet te twisten. Desondanks is wel onderzoek
verricht naar de juistheid van de bewering. Een van de
factoren die de smaak be’invloeden is zonlicht. Prof. dr.
Edmund Renner 2) heeft het effect van licht op de voedingswaarde, de smaak en het vitaminegehalte tussen glazen flessen
en kartonverpakking bestudeerd. Testen hebben uitgewezen

hoeft echter helemaal niet het geval te zijn, met name niet in de

dat na twee uur reeds smaakverschillen begonnen op te treden

commercieel houtproducerende landen van Noord-Europa,
de Verenigde Staten en Canada. De aanplant verloopt daar in
hetzelfde tempo als het kappen waarbij kan worden opge-

bij de melk in de glazen fles terwijl dit pas na twaalf uur het
geval was in de kartonverpakking.
Een andere smaakbeinvloeding zou door migratie van

merkt dat jonge aanplant veel kooldioxide verbruikt en veel

bepaalde stoffen uit de verpakking naar de melk kunnen

zuurstof produceert.

optreden. Dr. E. W. Wartenberg 3) heeft onderzoek naar dit

kratten hebben vroeger veel geluidhinder veroorzaakt, doch

verschijnsel verricht. Migratietesten zijn uitgevoerd onder
dezelfde omstandigheden — tien dagen op 40°C — tussen de
glazen melkfles en de kartonverpakking. Hierbij is geconstateerd dat ± 0,3 mg per liter melk aan migrerende stoffen is
gevonden in de kartonverpakking tegen ± 2,5 mg per liter
melk in de glazen retourfles. Het glas dat voor de (melk)fles-

dank zij de ontwikkelde en op de markt gebrachte kunststof
melkkrat is dit bezwaar grotendeels ondervangen. Retourver-

tot kwartsglas (hetwelk inert is) dat voor laboratoriumglas-

pakking heeft het voordeel dat, naarmate er meer gebruik van

werk wordt gebruikt. Aangezien de migratie uit de glazen fles

wordt gemaakt, de hoeveelheid te verwerken afval kleiner

absoluut gezien gering is, levert deze geen gevaar voor de
volksgezondheid op. Dr. Wartenberg heeft echter aange-

Milieuproblemen bij het gebruik

Karton levert bij toepassing als verpakkingsmiddel geen
bijzondere problemen op. Glazen flessen in houten of metalen

wordt. Een nadeel is echter dat retourverpakkingen moeten

sen wordt gebruikt is het z.g. ,,soft-glas”, dit in tegenstelling

worden gereinigd, wat de waterhuishouding belast met
reinigingsmiddelen en melkresten.
Een ander nadelig aspect is de factor transport. Per liter
produkt wordt bij de glazen retourfles meer massa vervoerd

toond dat de uitspraken dat glas een beter verpakkingsmiddel

dan bij het gebruik van eenmalige kartonverpakking het geval

vitamine-C-gehalte onder invloed van licht in een koelvitrine.

is dan karton uit oogpunt van migratie volkomen uit de lucht
zijn gegrepen.

Er is ook onderzoek gedaan naar het verloop van het

is. Vervolgens moeten de lege flessen weer naar de fabriek

In de glazen fles bleek een snelle afbraak van vitamine C opte

worden vervoerd. Het brandstofverbruik van de transport-

treden gedurende de eerste paar uur welk proces zich daarna

middelen ligt daardoor hoger dan bij het gebruik van eenmalige verpakking, hetgeen extra milieuvervuiling met zich
brengt.

Milieuproblemen in de afvalfase
Van alle milieu-aspecten is het afvalprobleem wel het punt

waar de gemoederen zich het intensiefst mee bezighouden.
Sommige groeperingen doen het voorkomen alsof de eenmalige melkverpakking de grote vervuiler van Nederland is die zo
snel mogelijk dient te worden uitgebannen door overschake-

ling op retourverpakking. Om hoeveel afval gaat het nu
eigenlijk?
De ,,afvalberg” aan huisvuil is ca. 3,5 mln. ton per jaar. Dit

is slechts 16% van de totale hoeveelheid afval. Het huishoudelijk afval bestaat voor ca. 25% uit verpakkingsafval. Hieraan
draagt de eenmalige melkverpakking slechts 0,7% bij.
Bij de verwerking van het afval veroorzaakt karton nauwelijks problemen. Als het afval gestort en gecomposteerd wordt
geschiedt biologische afbraak relatief snel, zeker indien het
afval door een ,,shredder”-installatie wordt versnipperd. Bij

de afvalverbranding worden zowel het papier als de po-

voortzette. In de kartonverpakking bleek dat na zestien uur
blootstellen aan licht slechts ± 10% van de hoeveelheid
vitamine C was afgebroken. Gesteld kan dus worden dat de

afbraak in de glazen fles sneller geschiedt dan in de kartonverpakking wanneer ze zonder voorzorgsmaatregelen in een
verlichte (koel)vitrine worden geplaatst.
Een betrouwbare test voor vitamine-B2-verlies is nog niet

ontworpen. De afbraak is echter een van de neveneffecten van
de chemische reactie die smaakafwijkingen onder invloed van
licht veroorzaakt. Aangezien deze smaakafwijkingen eerder
optreden bij toepassing van de glazen fles lijkt het gerechtvaardigd te veronderstellen dat de afbraak van vitamine B2

sneller geschiedt in glas dan in karton.
Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd
dat toepassing van karton strikt genomen geen smaakafwijkingen kan veroorzaken. Uit hygienisch oogpunt is deze
verpakking bovendien te verkiezen boven retourglas. De

melkfles kan in de huishouding voor allerlei doeleinden
worden gebruikt (b.v. opslag van petroleum en andere sterk

ruikende produkten) alvorens ze in de fabriek terugkomt.
(Bovendien is nog nooit een dode muis in een pak melk
gevonden.)

lyetheencoating tot kooldioxyde en waterdamp verbrand. Als

de glazen fles in de afvalfase terechtkomt veroorzaakt zij
zowel bij vuilstorting als bij vuilverbranding restafval.
Een ander milieu-aspect waaraan veel aandacht wordt
besteed — en niet ten onrechte — is het probleem van zwerfvuil. Uit esthetisch oogpunt bezien worden weggegooide

kartonverpakkingen als hinderlijker ervaren dan weggegooid
glas. Uit oogpunt van volksgezondheid levert glas echter meer
problemen op. Een Zweeds onderzoek heeft in een zomer
25.000 gewonde personen plus 3.500 gewonde honden geteld als gevolg van glasscherven. Feitelijk is het probleem
van zwerfvuil niet toe te rekenenaan verpakkingen, maaraan
de mentaliteit van de consument. Het lijkt overigens niet aannemelijk dat de melkverpakkingen (zowel glas als karton)
veel bijdragen tot het zwerfvuil, aangezien melk typisch een

produkt is dat overwegend in de huishouding wordt gebruikt
waarna de verpakking in het huisvuil terechtkomt.
1196

Consumentenkostprijs en economische consequenties

Een veel gehoord argument waarmee de gepropageerde
overschakeling van eenmalige naar retourverpakking wordt
verdedigd, luidt dat eenmalige verpakkingen duurder zijn
voor de consument. Voor bij voorbeeld bier gaat deze constatering wel op, maar het is de vraag of dit ook het geval is voor

2) E. Renner, Examinations of the nutritive value of pasteurised
milk, 1981.

3) E. Wartenberg, 1st Glas gesund? Die Molkerei Zeitung Welt der
Milch, 1981.

melk. Meestal wordt slechts naar de produktiekosten van
melk gekeken. Het blijkt dat deze produktiekosten voor melk
in glas 2,5 cent per liter lager liggen dan voor melk in karton
(zie label 2).
Tabel 2. Produktiekosten in guldens van 100 liter melk in

literflessen en van 100 liter melk in literkartons, 1980
Kosten
ties

Afschrijvingen/rente …..

karton

4,90
13,20

3,70
11,00
8,00

Kostenveischil
fles
karton
goedkoper
goedkoper
1,20
2,20

8,00

Reparatie en onderhoud .

0,30
0,30
0,30
0,25
1,45
4,10

0,15

26,90

Brandstoffen (olie/gas) . .

1,00
0,40
0,45
0,40
0,50
0,40
1,70
3,95

29,40

8,15

1,00
0,40
0,15
0,10
0,20
0,15
0,25
5,65

Bron: Produktschap voor Zuivel.

Als men echter de totale kosten van de fabriek beschouwt,
dus tot aan leverantie aan de detaillist, dan blijkt de glazen fles
0,5 cent per liter duurder te zijn. De oorzaak is gelegen in
hogere distributie- en afvoerkosten.
De vraag kan gesteld worden of in de schakel detaillistconsument nog verschil in kosten optreedt. Retourflessen

brengen in vergelijking met eenmalige verpakking extra
kosten met zich, zoals loonkosten in verband met het in
ontvangst nemen, sorteren en verzendgereed maken van
retouren alsmede de extra administratie- en huisvestingskosten, en diverse kosten waaronder extra vermogensbeslagende
kosten van breuk en lekkage. Voorts dient rekening gehouden te worden met een uitbreiding van de aan het koelen
verbonden kosten. Op basis van diverse onderzoeken is een
calculatie gemaakt m.b.t. de extra kosten die toe te rekenen

zijn aan de glazen retourfles. Deze calculatie is weergegeven in
tabel 3.
In deze calculatie van tabel 3 is een aantal factoren niet
meegenomen, aangezien de daaruit voortvloeiende kosten
niet nauwkeurig genoeg kunnen worden berekend. Wij zullen

volstaan met een tentatieve opsomming:
— bij een aantal winkels zal de extra ruimte die er is voor

de retouremballage onvoldoende zijn. Het is duidelijkdat

Tabel 3. Extra kosten van retourflessen
Kosten in verband met

centen/liter
0,2

0,3
0,2
2,0
1,0
0,9

— koelvitrine plus koeling

1,5
11,0

Bron: Produktschap voor Zuivel. Melkverpakking en milieu.

hiervoor zonder kosten geen oplossingen kunnen worden
gevonden;

— een zelfde probleem zal zich bij vele consumptiemelkondernemingen voordoen;
— er treedt aanzienlijke kapitaal vernietiging op door afstoot

van kartonverpakkingslijnen;
— aanschaf flessenlijnen en spoelmachines; deze vergen
bovendien meer ruimte die in veel gevallen moeilijk gecree’erd zal kunnen worden.
De integrale kosten overziende kan worden gesteld dat

melk in retourverpakkingen ten minste 11,5 cent per liter
duurder is dan melk in kartonverpakking. Bij een totale
omschakeling van eenmalige naar meermalige verpakking zal

de consument bij gelijkblijvende afzet f. 120a 140 mln. perjaar
meer moeten gaan betalen. Tegenover deze kosten staan ook

baten. De hoeveelheid afval die verwerkt moet worden
vermindert met ± 0,5%. Dit levert volgens een onderzoek van
prof. Lidgren van de Universiteit van Lund 4) een bedrag op
in de orde van grootte van f. 1 mln.
In het rapport Melkverpakking en milieu van het Produktschap voor Zuivel wordt eveneens aandacht besteed aan de
kosten voor de afvalverwerking, als een van de zogeheten

,,maatschappelijke kosten”. Onder afvalkosten wordt verstaan de kosten welke gemaakt moeten worden om het
huishoudelijk afval te verzamelen en te verwerken. Het is

gebleken dat de ophaalkosten van huishoudelijk afval ruwweg zijn te schatten op gemiddeld f. 80 per ton. De verwerkingskosten lopen sterk uiteen, namelijk van ca. f. 30 per ton tot
f. 130 per ton afhankelijk van de gevolgde methode van verwerking:
storten (gemiddeld)
f. 30 per ton
VAM (gemiddeld)
f. 50 per ton
verbranding (gemiddeld) f. 80 per ton
AV Rijnmond (gemiddeld) f. 130 per ton
De gewogen gemiddelde kosten van afvalverwerking kunnen gesteld worden op f. 80, zodat de totale maatschappelijke
kosten uitkomen op f. 160 per ton. Als nu volledig o vergescha-

keld zou worden op retourverpakking zullen hierdoor, als gevolg van een vermindering van de hoeveelheid afval, de maatschappelijke kosten met ca. f. 4 mln. gulden verminderen. Een
vraagteken kan echter worden gezet bij het gedeelte dat
betrekking heeft op de vermindering van ophaalkosten. Het is
op zijn minst twijfelachtig of een vermindering van ± 0,5%
van het huisvuil invloed heeft op de totale kosten van de
vuilophaaldienst.

Het doorvoeren van een dergelijk systeem, dat voor een
besparing aan afvalverwerkingskosten van f. 1 mln. (Lidgren)

4) Karl Lidgren, Beverage containers and public intervention, University of Lund, 1980.
1197

a f. 4 mln. (Produktschap voor Zuivel) de consument ca.
f. 120 a f. 140 mln. meer kost, kan ons inziens nauwelijks
verantwoord genoemd worden.
Werkgelegenheidsaspecten
,,Overschakeling van mono naar retour is goed voor de
werkgelegenheid” is een veel gebruikte kreet. Met evenveel
recht is het tegendeel te beweren. Er blijkt nog te weinig

onderzoek naar de totale kwantitatieve effecten op de werkgelegenheid te zijn gedaan. Wij zullen ons dan ook moeten
beperken tot een globale kwalitatieve benadering van dit
aspect.
In het winkelbedrijf zullen arbeidsplaatsen worden gecreeerd evenals in de disbtributie bij de zuivelfabriek. Echter,
de kwaliteit van de arbeidsplaatsen is van dien aard dat
betwijfeld moet worden of ze kunnen worden vervuld.
Uitzoeken van verschillende grootten (lessen en het sjouwen
van (zware) kratten behoren nu niet tot de aantrekkelijkste
banen. Het moet niet uitgesloten worden geacht dat als gevolg

van het niet vervulbaar zijn van deze arbeidsplaatsen een
verregaande automatisering van de distributie noodzakelijk

zal zijn. Uit onderzoek is gebleken dat bij overschakeling naar
retourverpakking de verpakkingsindustrie gevoelige omzet-

verliezen zal lijden, hetgeen ongetwijfeld gevolgen voor de

werkgelegenheid in deze industrie zal hebben.
De stelling ,,retour is goed voor de werkgelegenheid” lijkt

op zijn zachtst gezegd voorbarig en ongenuanceerd.
Slotopmerkingen

Uit energie-oogpunt is de overschakeling van de eenmalige

melkverpakking op meermalige nauwelijks interessant. Uit
milieu-oogpunt zijn de te behalen voordelen niet geheel

duidelijk. Uit economisch oogpunt is deze overschakeling
zeker niet te rechtvaardigen. Uit oogpunt van werkgelegenheid

is het netto resultaat zeer onduidelijk en vraagt het verpak-

kingsvraagstuk gedegen onderzoek.
Enige tijd geleden heeft de Vereniging Milieudefensie een
enquete onder melkhandelaren gehouden met als thema de
problematiek van de eenmalige/meermalige verpakking. Uit
deze enquete Week dat 90% van de ondervraagden van

mening was dat het gebruik van statiegeld moet worden
gestimuleerd. Wij hebben de indruk dat de vereniging aan een
belangrijk motief van de handelaren voorbij gaat: iedere
teruggebrachte statiegeldfles betekent een klant in de winkel.

De vraag kan worden gesteld of de detaillist gebaat is als de
overheid retourverpakkingen gaat stimuleren, hetzij door een

heffing, hetzij door een verbod op eenmalige verpakking. De
grootwinkelbedrijven kunnen het zich niet veroorloven melk
uit hun assortiment te stolen, dus zullen ook zij, ondanks de
problemen, waarschijnlijk de retourverpakking weer invoe-

ren. Die concurrence zullen de melkhandelaren niet aankun-

nen. Het lijkt voor hen beter dat de grootwinkelbedrijven de
eenmalige verpakking in het assortiment houden en zijzelf de

retourfles. De klant die perse melk in een glazen fles wil gaat
dan naar de melkslijter.

Onze conclusies rechtvaardigen ons inziens dat het even-

tuele overschakelen op retourverpakking zeer zorgvuldig
bestudeerd moet worden, alvorens stappen in die richting

worden gezet. Het lijkt voor een rationale beslissing ongewenst dat deze vraag in een politick en/of emotioneel
touwtrekken ontaardt tussen voor- en tegenstanders. Voor
een onjuiste beslissing wordt vroeger of later de rekening

gepresenteerd. Immers, het enige dat je weggooit is niet altijd
de verpakking.
F. Christen
L. Nagelsmit
1198

Auteurs