Ga direct naar de content

AOW koppelen aan uurloon van 16 euro brengt solidariteit uit balans

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: september 18 2023

De FNV stelt een verhoging van het wettelijk minimumuurloon naar 16 euro voor en roept politieke partijen op om hen te volgen. Niet alleen is de verhoging niet wenselijk volgens de modaal-loon-norm van de FNV zelf, maar door de koppeling van de uitkeringen, waaronder de AOW, is deze verhoging desastreus voor de arbeidsmarkt en de intergenerationele solidariteit.

Koopmans heeft een reactie geschreven op dit blog.

Gradus en Koning hebben een naschrift geschreven naar aanleiding van deze reactie.

 

In augustus van dit jaar berichtte de FNV dat een verhoging van het wettelijk minimumuurloon (WML) naar 16 euro noodzakelijk is in de strijd tegen armoede. Tegenover een WML van circa 13 euro per uur dat gaat gelden per 1 januari 2024 is dit een verhoging van 22 procent. Tevens wil de FNV dat de AOW en alle andere uitkeringen gekoppeld worden aan dit nieuwe niveau. Op basis van eerdere doorrekeningen van het CPB zal dit voorstel circa 15 miljard euro per jaar kosten (in constante prijzen). Veel partijen willen het WML verhogen. GroenLinks-PvdA en SP willen het minimumuurloon verhogen naar 16 euro per uur. De ChristenUnie wil over vier en half jaar uitkomen op 18 euro per uur.

Overheidsbudget volledig uit balans

Deze voornemens van partijen zijn moeilijk te verenigen met de aanbevelingen van het recent uitgebrachte rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte (SBG), dat aangeeft dat de vergrijzingsgevoelige overheidsuitgaven na 2030 sowieso al sterk zullen stijgen en daarom bezuinigingen of lastenverzwaringen nodig zijn. Op basis van berekeningen van het CPB zou volgens de SBG de overheidsschuldquote in 2060 uitkomen op 151 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 92 procent bbp die het CPB eerder raamde bij de start van het kabinet Rutte IV en daar zijn twee redenen voor. Ten eerste de stijging van de nominale rente (op tienjarige staatsobligaties) van 0 procent naar bijna 3 procent. Ten tweede de verhoging van de AOW met 10 procent per 1 januari 2023.

Een verhoging van de AOW met 22 procent die de FNV voorstelt is zeer kostbaar voor de overheid, in 2024 gaat het hier om een bedrag van 10 á 11 miljard euro. Dit zal als gevolg van de vergrijzing de komende jaren fors oplopen. Eerder hebben wij in een blog op deze site berekend dat een verhoging van 7,5 procent tot een 14 procentpunt hogere overheidsschuldquote zal leiden in 2060. Nu is de verhoging drie keer hoger dan deze 7,5 procent, en zal de overheidsschuldquote in 2060 van 151 procent bbp stijgen naar maar liefst 192 procent bbp.

Het moge duidelijk zijn dat het overheidsbudget daardoor volledig uit balans raakt, dat er op enig moment zal moeten worden ingegrepen en dat jongeren niet hoeven te rekenen op een dergelijke ruime oudedagsvoorziening. De AOW zal andere overheidsuitgaven zoals zorg en onderwijs gaan verdringen. En bovendien slaat de intergenerationele solidariteit van jong naar oud door. Ouderen zullen direct profiteren van een forse hogere AOW zonder premies te hebben betaald, terwijl jongeren dubbel betalen.

Minimumloon is al hoog genoeg

Maar eveneens voor de Nederlandse arbeidsmarkt heeft een verhoging van het WML naar 16 euro per uur buitenproportionele gevolgen. Het FNV hanteert een norm voor het WML van 60 procent van het mediane loon. Het WML per maand bedraagt met ingang van 1 juli 2023 1.995 euro, hetgeen correspondeert met 61 procent van het mediane maandloon van 3.258 euro. Door invoering van een verhoging tot 16 euro per uur zal een toename tot 75 procent van het mediane loon tot stand komen.

Een dermate grote verhoging van het WML zal forse effecten hebben op het loongebouw. Afgaand op berekeningen van het CPB (2020) zal een opwaartse loondruk zich gaan uitstrekken tot aan de lonen die 66 procent hoger liggen dan het huidige WML (de zogenoemde ‘overloopeffecten’). Dit komt er dus op neer dat de loonkosten van ongeveer de helft van alle werknemers in Nederland zullen stijgen. De gevolgen hiervan laten zich raden. Enerzijds zal een loon-prijs spiraal van ongekende proporties in gang worden gezet. Anderzijds zal de arbeidsmarkt voor de minder productieve werknemers onbereikbaar worden. Extrapolatie van de CPB doorrekening komt neer op een uiteindelijke daling van de werkgelegenheid met circa 120 duizend personen.

Vergrijzing vraagt juist om andere oplossingen

Uit een nieuwe prognose van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) blijkt dat het aantal ouderen dat recht heeft op een AOW-uitkering in 2040 met een miljoen zal toenemen tot 4,6 miljoen. De SVB wijst erop dat meer AOW’ers meer berekeningen en meer werk betekent. Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt vreest de SVB dat werk niet aan te kunnen.

Daarom pleit de SVB voor een vereenvoudiging van het AOW-systeem: eenzelfde bedrag voor iedereen, ongeacht of iemand samenwoont, gehuwd is of alleenstaand. Dit voorkomt een onverkwikkelijke discussie over de controle op het samenwonen en leefvormen en neemt de prikkel tegen samenwonen door AOW’ers weg waardoor het woningtekort afneemt. Ook draagt het bij aan het in de hand van houden van de kosten van de AOW. Wel zal een dergelijk voorstel tot individualisering stapsgewijs dienen plaats te vinden (zie ook Gradus en Koning, 2022).

Commissie sociaal minimum

De recente oproep van de FNV past binnen een frame waarin alle ouderen kwetsbaar zouden zijn en de armoede onder hen zou zijn toegenomen. Het laatste is feitelijk onjuist, zo gaf ook onlangs de commissie sociaal minimum aan. Volgens daarin opgenomen budgetberekeningen hebben AOW’ers overschotten. Daarom stelt de commissie voor om de AOW te ontkoppelen bij extra verhoging van het WML van 7 procent.

Helaas lijkt deze notie niet of nauwelijks bij de FNV en in haar kielzog diverse politieke partijen door te dringen, net zomin als de omvang van de consequenties voor de rijksbegroting en de arbeidsmarkt dat doen. In een eerder blog stelden wij dat de discussie over een verhoging van het WML en de ontkoppeling van de AOW lijkt te verzanden in symboliek en af te drijven van de feiten. Dit dreigt ook nu weer het geval te zijn en de intergenerationele solidariteit zal volledig ontsporen. Daarom hopen we dat de door ons aangedragen feiten en economische effecten zullen resoneren bij politieke en maatschappelijke partijen.  

Literatuur

Gradus, R. en P. Koning (2023) Oudedagsvoorziening is uit balans Beleid & Maatschappij 50:1, 46-53.

Auteurs

  • Raymond Gradus

    Hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam

  • Pierre Koning

    Hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Categorieën

Plaats een reactie