Ga direct naar de content

Accommodeer de revolutie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 3 2001

Accommodeer de revolutie
Aute ur(s ):
Hinloopen, J. (auteur)
Universiteit van Amsterdam en Technische Universiteit Delft.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4307, pagina D11, 3 mei 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Informatiegoederen en marktw erking
Tre fw oord(e n):
statisch/dynamisch

In zijn bijdrage brengt Jules Theeuwes de begrippen statische en dynamische efficiëntie in verband met de steeds verder gaande (r)
evolutie in informatie- en communicatietechnologieën (ict). Hij komt tot de conclusie dat op de markt voor informatiegoederen de
overheid het juiste midden moet weten te vinden tussen het opgeven van statische efficiëntie in ruil voor dynamische efficiëntie. In dit
korte betoog wil ik echter aangeven dat de ict-evolutie zowel de statische als de dynamische efficiëntie dient.
Als overheidsbeleid erop gericht is om de welvaart te vergroten, dan zou dit beleid er voor moeten zorgen dat de marktprijs dichter in de
buurt komt van de marginale productiekosten. Een manier om dit te bewerkstelligen is om de concurrentie-intensiteit aan te wakkeren. Dit
heeft tot gevolg dat prijzen onder druk komen te staan. In reactie hierop kunnen producenten hun producten gaan differentiëren;
verschillende serviceniveaus worden aangeboden, het productassortiment wordt breder, enzovoort, met als gevolg dat het aanbod
structureel beter aansluit op de vraag. En hoewel door de doorgevoerde productdifferentiatie de neerwaartse druk op prijzen zal afnemen
(deze kunnen zelfs gaan stijgen) mag verwacht worden dat per saldo het consumentensurplus door de hogere concurrentie-intensiteit en
resulterende productdifferentiatie is toegenomen. Ziehier het argument voor het najagen van statische efficiëntie in een notendop. Het
gebruik van ict in tal van geledingen binnen de economie kan dit proces versnellen en daarmee de statische efficiëntie vergroten. Door
ict worden markten immers doorzichtiger waardoor de concurrentiedruk kan toenemen. Maar, zoals Jules Theeuwes terecht opmerkt,
schiet het najagen van statische efficiëntie alleen, tekort. De voortdurende zoektocht naar nieuwe technologieën die uiteindelijk
resulteren in efficiëntere productieprocessen, is wat de welvaart op de langere termijn in belangrijke mate bepaalt. Het is, kortom, de
toekomstige efficiëntie (of dynamische efficiëntie) die van belang is. Onder economen begint er consensus te ontstaan omtrent de
omstandigheden waaronder deze zoektochten vooral worden gemaakt. Dat is ten eerste wanneer er sprake is van een lage concurrentieintensiteit (in deze situatie zijn de opbrengsten van een efficiëntiewinst in het productieproces erg hoog; vanwege de lage
concurrentiedruk kan een innoveerder zich het grootste deel van de efficiëntiewinst toe-eigenen) en ten tweede in situaties waarin de
concurrentiedruk hoog is (in dit geval is permanent innoveren van levensbelang voor een onderneming). Schumpeter heeft dus altijd
gelijk.
De inzet van ict-producten, bij de verwerving van nieuwe kennis, kan de effectiviteit van het kennisverwervingsproces verhogen 1.
Creatie van nieuwe kennis is bij uitstek gebaat bij een snelle uitwisseling van nieuwe ideeën, raadpleging van bestaande kennis en, in
sommige gevallen, bij enorme computerberekeningen (denk aan het Human Genome project). In dit laatste geval is de effectiviteit van het
kennisproductieproces direct toegenomen door gebruik van ict producten. In de eerste twee situaties is het de toename in
technologische ‘spill over’ door ict, die de effectiviteit bevordert. En omdat bedrijven door de verhoogde concurrentiedruk sowieso meer
innovaties moeten (gaan) doorvoeren, zal het permanente niveau van effectieve kennisproductie toenemen. Dit beïnvloedt weer de
toekomstige efficiëntie. Zodoende heeft het bevorderen van statische efficiëntie ook een gevolg voor de dynamische efficiëntie.
De overheid staat voor de moeilijke opgave om de mogelijkheden die de ict-revolutie biedt, zoveel mogelijk te benutten. Zoals gesteld
kan door deze revolutie zowel de statische als de dynamische efficiëntie autonoom toenemen. Het beleid van de overheid moet er dan op
gericht zijn deze ontwikkeling zoveel mogelijk te accommoderen. Tegelijkertijd wordt op bepaalde markten het marktfalen versterkt door
de mogelijkheden van ict. De markt voor informatiegoederen is hier een voorbeeld van. Door de opkomst van ict zijn de marginale
productiekosten van informatie nihil geworden en is illegaal kopiëren aan de orde van de dag. Met andere woorden: de statische
efficiëntie wordt bedreigd door het wegvallen van de prikkel om überhaupt iets te doen. Theeuwes concludeert in dit verband dat het
najagen van statische efficiëntie, vrij hopeloos is en dat we ons moeten concentreren op het bevorderen van dynamische efficiëntie.
Deze conclusie is evenwel aanvechtbaar, is het voor de dynamische efficiëntie echt nodig om een octrooi te verlenen op een
(geprogrammeerde) wiskundeformule? Er zijn genoeg studies die laten zien dat juist in de industrieën waar het meest in onderzoek en
ontwikkeling wordt geïnvesteerd de technologische ‘spill overs’ het grootst zijn. Met andere woorden, het al dan niet kunnen
beschermen van nieuw ontwikkelde kennis is van ondergeschikt belang bij de beslissing om te investeren in kenniscreatie. Het
verminderen van de statische efficiëntie is derhalve niet noodzakelijk voor de bevordering van dynamische efficiëntie. Zo heb ik niet de
indruk dat door de introductie van onbespeelde cassettebandjes de hoeveelheid muziek wezenlijk is afgenomen.

Dossier Informatiegoederen en Marktwerking
J.W. Oosterwijk, ten geleide: Ordening in een virtuele wereld

D.A. Blokland en M.A. Feenstra: Beheerst interveniëren
E.E.C. van Damme, reactie: De weg tot stimulering
E. Hordijk: De aanbieder betaalt!
J.J.M. Theeuwes: Voorrang voor innovatie
J. Hinloopen, reactie: Accommodeer de revolutie
A.J.M. Kleijweg: Mededingingsweg ict-proof?
Y. Hiemstra: De relatie-economie
S.R. Maltha: Gratis download of betaald ‘Duet’?
N.M. Wijnberg: Reproductie: een muziekgeschiedenisles
R. Towse: Sterker auteursrecht niet zinvol
R. Bilderbeek, Uitgevers onbedreigd door internet
E.J. Dommering: Hoe lang laat ik mij op internet verlinken?
S.A. van der Geest en M. Varkevisser: Geen lagere prijs voor software
B.G.C. Dellaert: Hoe zorg je dat de bron niet opdroogt?
A.M. Reitsma, epiloog: Uitweg uit het spiegelpaleis

1 Zie E.C.Bartelsman en J. Hinloopen, De verzilvering van een groeibelofte, in L. Soete, (red.), Ict en de nieuwe economie; pre-adviezen
van de Koninklijke Vereniging van Staathuishoudkunde, Lemma, Utrecht, 2000, blz. 61-82.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur