Ga direct naar de content

Redactioneel: Baten-baten analyse van het basisinkomen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 12 2015

.

445Jaargang 100 (4715) 13 augustus 2015
Redactioneel ESB
A
ls Jetta Klijnsma in de Partici-
patiewet de ruimte vindt voor
experimenten met een basisin –
komen, dan gaat Nederland los in 2016.
Utrecht, Tilburg , Groningen, Wagenin –
gen en nog negen gemeenten hebben al
plannen klaar of zijn ermee bezig.
Burgers zijn en masse aangestoken door
het enthousiasme van een groep opinie –
makers, een econometrist en een enkele
econoom over een onconditioneel ba –
sisinkomen. Een basisbedrag voor iedere
Nederlander, ongeacht of die nou werkt,
studeert of thuis voor de tv zit. Alle andere
vormen van inkomensondersteuningen
komen te vervallen. De meeste economen
zien vooral bezwaren. Het is het meest on –
doelmatige beleid denkbaar om inkomen
te herverdelen, aldus economen. En het
is onbetaalbaar omdat het arbeidsaanbod
flink zal afnemen. Als een werkende een
additioneel basisinkomen krijgt, dan zal de neiging groot zijn om
minder te gaan werken en meer vrije tijd te genieten. Het basis-
inkomen zal dan door steeds minder werkenden moeten worden
opgebracht.
De heren opiniemakers, de politiek die hen noodgedwongen
volgt en de enthousiaste burgers blijven er echter van overtuigd
dat het mogelijk is omdat mensen onverwachte gedragseffecten
zullen vertonen, die baten teweeg gaan brengen waarmee de re –
kenmeesters bij het CPB geen rekening houden. Deze discussie
verdient een serieus experiment.
Gemeenten hebben echter geen experiment met een basisinko –
men voor ogen, maar een onconditionele bijstandsuitkering. Dat
is iets fundamenteel anders. Het is een verzet tegen het participa –
tiebeleid van Klijnsma dat geframed wordt als een basisinkomens-
experiment.
Het doel van een basisinkomen is een heroverweging van tijds-
besteding. Volgens de voorstanders ervan begrijpen sommige
economen dat niet. Het basisinkomen hérverdeelt niet maar vér –
deelt, en wel in gelijke mate. Het doel is een liberale samenleving
waarin geen appèl meer wordt gedaan op tanende inkomenssoli-
dariteit, omdat inkomensondersteuning los van inkomen of ver –
mogen staat. Het idee is dat iedere burger vrij is om zonder over –
heidsdwang of existentiële financiële druk zijn tijdsbesteding te
(her)optimaliseren. Hoe je dat basisinkomen bekostigt is volgens
opiniemakers als Bregman en Hoeijmakers een ‘hele andere vraag’.
Het gaat om een flinke heroverweging van tijd. Stel, het basisin –
komen wordt netto 960 euro. Stel ook dat er alleen baten zijn en geen kosten. We verdienen in Nederland
gemiddeld netto 13 euro per uur. Dat
geeft ons dus bijna 74 uren per maand.
We kunnen blijven werken en het geld
besteden, sparen of investeren. We kun

nen ook minder tijd besteden aan arbeid
in loondienst en meer mantelzorg verle –
nen, vrijwilligerswerk doen of een bedrijfje
starten. De maatschappij staat daardoor
op z’n kop en er zullen onverwachte effec-
ten optreden. Mensen zouden gezonder
kunnen worden (minder stress), er zijn
wellicht minder markttransacties en er is
meer liefdadigheid. De voorstanders van
het basisinkomen zijn ervan overtuigd dat
mensen hun tijdsbesteding zodanig zul –
len optimaliseren dat hun (breed gedefi-
nieerde) productiviteit zal toenemen, dat
hun maatschappelijke kosten voor zorg en
welzijn zullen afnemen en dat hun gedrag
positieve externaliteiten zal genereren.
Deze baten zullen in hun ogen een deel van de exorbitante kosten
dekken, maar dat is van latere zorg. Los van de zorg om de bekos-
tiging , is het relevant voor de discussie om te weten welke keuzes
mensen zullen maken met extra geld of tijd op zak. Veel onzekere
aannames die het CPB hanteert bij het uitrekenen van de haal –
baarheid van een basisinkomen kunnen met experimentele data
worden aangescherpt.
Maar dit is geenszins het experiment waar Klijnsma gevraagd is
ruimte voor te maken. Wat de gemeenten willen is het oncondi-
tioneel maken van de voorheen conditionele bijstandsuitkering.
En dat is iets fundamenteel anders. Door werkenden niet te be –
trekken, omzeilen gemeenten de boeiende vraag of mensen fors
minder zullen gaan werken als ze een basisinkomen krijgen.
Daarbij zijn de experimenten wellicht overbodig. Om te leren
over het effect van een conditionele uitkering die onconditioneel
wordt, kun je ook naar het tegenovergestelde kijken: een oncon –
ditionele bijstand die conditioneel wordt. En die kennis ligt voor
onze voeten. Jarenlang hebben we uitkeringsgerechtigden ‘met
rust gelaten’. Pas sinds enkele jaren wordt er meer gecontroleerd
of uitkeringsgerechtigden wel echt zoeken naar werk – en zo niet,
dan zijn er sancties. Sinds kort worden er zelfs tegenprestaties ver –
wacht. Laat Jetta Klijnsma eerst maar eens kijken naar de inzich –
ten die daaruit voortkomen. En als het kabinet (of D66) serieus is
over een onderzoek naar een basisinkomen, laat het dan investe –
ren in een experiment met een representatieve steekproef waarin
alle Nederlanders vertegenwoordigd zijn die samen voor de baten
van het experiment moeten gaan zorgen.
Baten-baten analyse
van het basisinkomen
SANDRA PHLIPPEN
Hoofdredacteur ESB
sandra.phlippen@economie.nl

Auteur