Ga direct naar de content

Nog steeds niet van ons allemaal

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 29 2002

Nog steeds niet van ons allemaal
Aute ur(s ):
Molle, W. (auteur)
Voorzitter van ecorys-holding en hoogleraar Europese integratie aan de Erasmus Universiteit Rottterdam. (auteur)
willem.molle@ecorys.com
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4386, pagina 859, 29 november 2002 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Enige tijd geleden hielp ik een wat oudere Amerikaanse toeriste in Nederland bij een aankoop. Toen ik haar de prijs in guldens
noemde vroeg zij me: “How much is that in money?” Zij bedoelde dollars en stelde daarmee de eigen valuta ook in het buitenland
gelijk met geld. Dit voorval staat niet op zichzelf. Het is een aspect van een breder fenomeen, waarbij de Amerikaanse burger de eigen
instituties, zowel normen en waarden alsook principes en de wijze van bedrijfsbestuur, niet ziet als cultureel specifiek maar als
universeel en daarmee maatgevend voor de rest van de wereld. Ik heb in mijn leven al aardig wat gereisd maar het is nooit in mij
opgekomen om onze nationale valuta te zien als universeel geld.
Zolang alleen Amerikanen denken dat hun instituties universeel zijn, is het probleem in de meeste gevallen nog te overzien. Het wordt
echter vervelend als de denkwijze ook aan niet-Amerikanen wordt opgedrongen. Toch is dat precies wat gebeurt op de gebieden waar
de Verenigde Staten een dominante positie innemen. Heel helder is dat te zien op financieel gebied. In de afgelopen jaren zijn de
financiële markten zowel geglobaliseerd als gepopulariseerd. Daarmee is de dominante valuta op deze markten, de Amerikaanse
dollar, ook in de dagelijkse beleving van de burgers van de rest van de wereld doorgedrongen. U slaat een willekeurige krant open en
ziet op de eerste pagina de koers van de euro in dollars uitgedrukt staan, in plaats van andersom. Dat is niet alleen in Nederland zo,
ook in buitenlandse kranten volgen de redacties zonder meer het dominante gedrag van de handelaren op de financiële markten. En
niet alleen in kranten: op een aantal radiostations begint het nieuws met de beursberichten en de koers van de euro (in dollars).
Velen zullen zich afvragen of dit nu een onderwerp is om ons zorgen over te maken. Het antwoord is ja. Ik heb hierover nog geen
onderzoek gezien, maar rondvragen bij mensen uit mijn omgeving leert dat de psychologie hier wel zeker ter zake doet 1. Immers, als in de
media gesproken wordt over een aanhoudende zwakte van de euro, denkt de burger dat er iets mis is met zijn munt. Door het
opgewonden karakter van de berichtgeving vanuit de financiële markten heeft de burger al gauw het gevoel dat er voortdurend iets ergs
kan gebeuren. Eigenlijk dringen de media de burgers het gevoel op, dat de waarde van zijn munt op dezelfde manier kan veranderen als
de waarde van aandelen.
Hier zit iets fundamenteel fout. Voor ons is de euro de maatstaf en dus zouden de media ook vanzelfsprekend uit moeten gaan van prijzen
in euro. De dollar is een vreemde valuta en heeft dus een prijs (koers) in euro, niet omgekeerd. Als de koers van de dollar verandert,
zullen alleen diegenen die veel buiten Europa reizen of in termen van dollars handelen daar het effect van ondervinden. Voor de meeste
Europese burgers hangt de waarde van de euro slechts af van de koopkracht. Zolang de inflatie onder controle is, is er geen reden tot
zorg.
De invoering van de euro is naar ieders waarneming vlekkeloos verlopen. Het bovenstaande geeft aan dat er toch een enkel punt over
het hoofd is gezien. De euro is nog niet echt van ons allemaal. Het lijkt me tijd dat de oorzaak van de ongerechtvaardigde onderhuidse
onzekerheid over de betrouwbaarheid van onze munt wordt weggenomen. De politieke en monetaire autoriteiten moeten actie
ondernemen om de Europese media ervan te overtuigen dat ze hun berichtgeving moeten aanpassen aan de Europese realiteit, in plaats
van het jargon van de financiële wereldmarkten slaafs te volgen. Dat vraagt een Europese aanpak waaraan zowel de Commissie als de
Europese Centrale Bank, de nationale regeringen en de nationale centrale banken elk hun bijdrage zullen moeten leveren.
Het spreekwoord zegt “Verbeter de wereld, begin bij jezelf”. Een kleine steekproef leert dat de diverse hoeders van de euro zich dit
spreekwoord dienen aan te trekken. Het jaarverslag van de Europese Centrale Bank, het kwartaalbericht van De Nederlandse Bank, het
blad European Economy van de Europese Commissie en tenslotte diverse publicaties van Eurostat spreken (nog) alle over de
wisselkoers van de euro (in dollars) 2. Deze organisaties zouden een begin kunnen maken met en juiste beeldvorming door in hun eigen
publicaties voortaan de juiste voorstellingen te geven. De media, die vaak gemakzuchtig zijn, zullen dan geneigd zijn om te volgen.
Mocht dat te lang duren, dan kan een gerichte en gecoördineerde actie van de diverse hoeders in de richting van de media worden
ingezet. Ik neem aan dat de diensten die belast zijn met externe communicatie van de genoemde organisaties heel goed weten hoe ze dat
aan moeten pakken.
Hopelijk kunnen we dan over enige tijd tevreden vaststellen dat de euro nu echt van ons allemaal is

1 In een jaar waarin de Nobelprijs is toegekend aan twee economen die met name het psychologische element hebben benadrukt, zou er

reden zijn om hier eens wat meer onderzoek naar te doen. Het zou me niet verbazen als dergelijk onderzoek mijn zorg bevestigt.
2 Europese Centrale Bank, Annual report 2001, Frankfurt, 2002, blz. 54;

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur