Ga direct naar de content

Internationale marktwerking

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 5 2002

Internationale marktwerking
Aute ur(s ):
Vught, F., van (auteur)
De auteur is rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Twente
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4359, pagina D22, 9 mei 2002 (datum)
Rubrie k :
Kiezen in het onderw ijs
Tre fw oord(e n):
reactie

In zijn boek ‘The Rise of the Network Society’ biedt Manuel Castells ons een aantal belangrijke inzichten aangaande de manier
waarop wereldwijde marktwerkingsprocessen – die worden beïnvloed door informatie- en communicatietechnologie – ons sociale,
politieke en economische leven aan het veranderen zijn. Deze veranderingen spelen mijns inziens ook in het hoger onderwijs 1.
Castells beargumenteert dat de wereldwijde productie- en communicatiestromen een ontwikkeling teweegbrengen van de ‘nationale
staat’ naar de ‘netwerkstaat’. Deze laatste wordt binnen zijn grenzen gekenmerkt door processen van decentralisatie, deregulering en
privatisering, en over zijn grenzen heen door bi-nationale, multinationale en transnationale verbanden zoals bijvoorbeeld de Europese
Unie en de Wereldhandelsorganisatie. De uitdaging voor de netwerkmaatschappij is, aldus Castells, om institutionele arrangementen
te ontwerpen en te implementeren die in de nieuwe nationale en internationale contexten levensvatbaar en succesvol zijn.
Canton en Venniker constateren terecht dat er ten aanzien van het Nederlandse hoger onderwijsbeleid verbeteringen mogelijk zijn en dat
die met name liggen op het gebied van de institutionele vormgeving. Hun suggesties voor mogelijke verbeteringen aangaande
studiefinanciering, bekostiging, kwaliteitszorg en selectie zijn het overwegen waard, vooral wanneer ze worden geplaatst in het kader van
de door Castells geschetste wereldwijde marktwerking.
In het hoger onderwijs zet de globalisering immers verder door. In de gats-onderhandelingen van de wto staat het hoger onderwijs
nadrukkelijk op de agenda. Er liggen recente voorstellen van Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten om de hoger
onderwijsmarkten wereldwijd open te breken. Nationaal protectionisme van hoger onderwijsinstellingen ligt onder vuur. Bestaande en
nieuwe aanbieders, waaronder virtuele en private universiteiten, eisen vrije toegang tot de tot nu toe voornamelijk nationaal bediende
markten 2.
Institutionele arrangementen
De internationale competitie zal verder toenemen, ook voor de Nederlandse hoger-onderwijsinstellingen. Kan het Nederlandse hoger
onderwijsbeleid daarbij een zinvolle rol spelen? Welke institutionele arrangementen zijn van belang?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden is enig zicht nodig op de (toekomstige) internationale marktstructuur. Recente analyses van de
Amerikaanse markt voor hoger onderwijs kunnen mijns inziens daarbij behulpzaam zijn. Deze studies laten zien dat in de afgelopen vijftig
jaar deze markt in de Verenigde Staten is veranderd van een verzameling locale en regionale monopolies tot een nationale geïntegreerde
markt, met een sterke concurrentie om staf en studenten 3. Het gedrag van de instellingen voor hoger onderwijs wordt in deze nieuwe
marktstructuur gedreven door veronderstelde investeringen in prestige en reputatie, die onder meer tot uiting komen in strengere
ingangsselectie en een toename van het aantal instellingsbeurzen voor getalenteerde studenten.
Verwacht mag worden dat zich vergelijkbare ontwikkelingen zullen voordoen in de toekomstige internationale hoger-onderwijsmarkt.
Rijkere universiteiten zullen zich beter weten te positioneren dan armere instellingen. De roep om selectie aan de poort zal toenemen. Er
zal sprake zijn van meer aanboddifferentiatie, zowel in termen van kosten als kwaliteit.
Nederland
Het Nederlandse hoger onderwijsbeleid zou zich, met het oog op deze ontwikkelingen, ten eerste moeten richten op de ondersteuning
van de onderwijsvragenden. Van de overheid mag een goed functionerend accreditatiesysteem worden verwacht, waaraan zowel
bestaande als nieuwe aanbieders zich zullen moeten onderwerpen. Daarnaast zijn vormen van vraagbekostiging, inclusief
studiefinanciering, te overwegen, die erop gericht zouden moeten zijn de soevereiniteit van de consumenten te vergroten. Ten tweede
zou het Nederlandse overheidsbeleid betrekking kunnen hebben op het scheppen van condities voor een gelijk speelveld voor de
Nederlandse universiteiten op de wereldmarkt. De uitgangspositie voor de Nederlandse en vele andere Europese instellingen is immers
niet bepaald sterk, met name vanwege een geringe kapitaalkrachtigheid en een klein taalgebied.
De institutionele arrangementen van het toekomstige Nederlandse hoger onderwijsbeleid moeten mijns inziens in deze richtingen worden
gezocht. Slechts zo zullen we ervoor kunnen zorgen dat het Nederlandse hoger onderwijs in de nieuwe nationale en internationale

contexten zijn maatschappelijke functies zal kunnen blijven vervullen.

Dossier Kiezen in het onderwijs
H.J.E. Bruins Slot en J.W. Oosterwijk: Kiezen in het onderwijs
J.M. Pomp: Marktwerking in het onderwijs
C.N. Teulings: Investeren in onderwijs
R. Bosker: Reactie: Onderwijskundige aspecten van transparantie en kwaliteitsborging
O.C. McDaniel: Vouchers en leerrechten
M. van Dyck en S. Schenning: De leerling centraal
F.J. de Vijlder: Maatwerk gevraagd
R.M. Ulrich en M.D.L. Veraart: De school als onderwijsproducent
E.J.F. Canton en R.J.G. Venniker: Prikkels in het hoger onderwijs
F. van Vught: Reactie: Internationale marktwerking
E. Frinking en E. Horlings: Reactie: De prijs voor onderwijs
C.J. van der Haven: Studenten tegen marktwerking
J. Zondag: De student aan zet
H.J.M. Adriaansens en R.J. in ‘t Veld: Bama: kansen en bedreigingen
M.C.E.J. Bronckers en G.A.V.C. Desmedt: De invloed van de wto op het onderwijsbestel
S.G. van der Lecq: De markt voor onderwijs

1 M. Castells, The rise of the network society, Blackwell, Oxford, (enlarged edition, origineel 1996), 2000.
2 F.A. van Vught, M.C. van der Wende and D.F.Westerheijden, Globalisation and internationalisation: policy agendas compared, in: J.
Enders en O. Fulton (red.), Higher education in a globalising world, Kluwer, Dordrecht, 2002.
3 C.M. Hoxby, How the changing market structure of US higher education explains college tuition, NBER working paper nr. W6323,
Harvard University, 1997; D. Brewer, S.M. Gates en C.A.Goldman, In pursuit of prestige: strategy and competition in US higher
education, Transaction Press, New Brunswick NJ, 2002

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur