Ga direct naar de content

Boeken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 15 2006

Boeken
De redactie nodigt lezers
uit boeken te recenseren
voor deze rubriek

382

ESB

Het boek, Managing Cities in
de urbanisatiegraad wereldwijd
Developing Countries, heb ik
zo’n zestig à zeventig procent.
gelezen tijdens een reis naar
Hoe komt dat en is er een grens
een van de landen in Middenaan de omvang van steden? In
Amerika, waar de urbanisatie
de jaren zeventig van de vorige
nog maar pas is begonnen. Het
eeuw stelde Bill Alonso reeds
grootste deel van het land is nog
de vraag over stadsomvang:
ruraal van karakter, en men krijgt
“How big is big enough?†en
al gauw het idee dat de geschie“How big is too big?†En meer
denis hier heeft stilgestaan, een
recentelijk stelde Ed Glaeser de
idee dat hoogstens weersproken
vraag: “Are cities dying?†Het
wordt door de buiten gestalde
antwoord op die vragen is mijns
tv’s, het overmatig gebruik van
inziens ondubbelzinnig: er is
mobiele telefoons, en de neoneconomisch gezien geen enkele
verlichte internetcafés.
natuurlijke grens aan de omvang
Ik heb me afgevraagd wat ik wijzer
van een stad, althans zolang de
was geworden door het lezen van
positieve agglomeratievoordelen
genoemd boek. Deze publicatie
maar groter zijn dan hun tegenvan Meine Pieter van Dijk is een
deel. Werden steden van twintig
bijzonder boek, want het omspant Meine Pieter van Dijk (2006)
miljoen inwoners zo’n vijftig jaar
Managing Cities in Developing
zo ongeveer de gehele aarde. Het
geleden nog bijna voor onmoCountries; The Theory and
brengt ons naar Addis Abeba,
gelijk gehouden, thans spreekt
Practice of Urban Management.
Bangalore, Nanjing, Deventer(!),
men over mega-cities van vijftig
Cheltenham: Edward Elgar.
de Yangtze River, Gajurat, Kaya,
miljoen inwoners, en is dan
Porte Alegre, Villavicencio, Dakar
het eindpunt bereikt? Stedelijk
en vele andere steden in ontwikkelingslanden. Centraal
beleid doet er verstandig aan zich voor te bereiden
voor hem zijn urban competitiveness (een begrip
op supra-cities van honderd miljoen inwoners binnen
geleend van Michael Porter) en met name de zogeéén generatie, met name in de ontwikkelingslanden.
naamde new public management theorie. Dat laatste
In de tweede plaats dient de vraag gesteld te worden:
begrip is cruciaal voor goed stedelijk beheer en gaat
is er sprake van marktfalen en/of overheidsfalen bij
uit van vier pilaren: autonomie op een zo laag mogelijk
stedelijke ontwikkeling en stedelijk beleid? Inderdaad,
beleidsniveau, verantwoordingsrelatie ten aanzien van
veel mensen op een kluitje kunnen last van elkaar
de inzet en het gebruik van schaarse publieke midhebben (congestie, lawaai-overlast, criminaliteit),
delen, klantgerichtheid in lokaal opzicht (met name
maar ze kunnen ook veel plezier van elkaar hebben
de burgers), en marktgerichtheid op basis van concur(schaalvoordelen in het aanbod van voorzieningen,
rentie (bijv. bij openbare dienstverlening). Deze laatste
zoals theaters, openbaar vervoer, gemeenschappelijke
vier begrippen zullen wellicht door sommigen als een
infrastructuur). Overheden zouden via een uitgeopen deur worden beschouwd, maar de auteur legt
kiend marktgeoriënteerd beleid daar slim op kunnen
hier terecht de vinger op de zere plek in het beleid van
inspelen, maar dat veronderstelt wel dat stedelijke
veel steden in ontwikkelingslanden, waar het stedelijk
overheden hun eigen verantwoordelijkheid nemen en
gouvernement vaak eerder haar bestaansrecht aan
zich niet door de waan van de dag (inclusief corrupzichzelf ontleent dan aan publieke dienstverlening. De
tie) laten meeslepen. Het zou inderdaad interessant
auteur bespreekt vele issues en situaties in steden in
zijn te zien in hoeverre de new public management
ontwikkelingslanden om het door hem gepropageerde
theorie hierin behulpzaam zou kunnen zijn. En ten
new public management model te toetsen. Hij doet
derde dient de vraag te worden gesteld in hoeverre
dat met vele overtuigende voorbeelden, ook al had ik
methodologisch uit een grote veelheid van buitengepersoonlijk liever een meer analytisch georiënteerd
woon interessante casestudies (met veel deskundigtoetsingskader gezien om ook de algemene geldigheid
heid beschreven) meer algemene conclusies kunnen
en transferabiliteit van zijn vindingen beter in het vizier
worden getrokken. Er is immers een rijk scala aan
te krijgen. Het blijft nu af en toe gissen in hoeverre de
kwantitatieve empirische studies voorhanden, en het
gehanteerde voorbeelden representatief zijn voor stezou logisch lijken daarop moderne technieken voor
delijke ontwikkelingen in alle ontwikkelingslanden. Het
vergelijkend empirisch onderzoek (zoals meta-analyse)
bovenstaande neemt niet weg dat de studie van Meine
los te laten. Dat zou ook erg interessant zijn voor de
Pieter van Dijk veel nieuwe inzichten bevat en een bron vraag in hoeverre vindingen en lessen overdraagbaar
van inspiratie is voor een ieder die de stedelijke prozijn op andere cases. De auteur zou de wetenschapsblematiek in de Derde Wereld ter harte gaat. Na lezing
en beleidswereld dienen met een tweede boek over
van zijn opus kwamen bij mij drie vragen op.
zo’n ambitieuze onderzoekstaak.
In de eerste plaats, wat zegt ons de economische theorie over de grootte van steden? Twee eeuwen geleden PETER NIJKAMP
Hoogleraar aan de Vrije Universiteit
waren de grote steden nauwelijks bekend, en thans is

15 juni 2007

Auteur