Ga direct naar de content

Consumptie in de regio

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 16 2000

Consumptie in de regio
Aute ur(s ):
Eding, G.J. (auteur)
Vet, B. de (auteur)
werkzaam bij resp. TNO Inro te Delft en het CBS.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4243, pagina 147, 18 februari 2000 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
economie, samenleving

Tussen provincies in Nederland bestaan naast inkomensverschillen ook verschillen in de bestedingen van huishoudens. Met de
onlangs beschikbaar gekomen Regionale Input-Output Tabellen 1992/97 kan een beeld van deze verschillen in consumptief gedrag
voor de Nederlandse provincies worden gegeven. Bij de consumptie van huishoudens zijn er, naast de spaarquote, twee belangrijke
aspecten die bepalen hoeveel een consument in zijn eigen regio besteedt aan consumptiegoederen. Het betreft het beschikbare
inkomen per hoofd van de bevolking en de openheid van de regionale economie. Voor deze twee aspecten zijn enkele gegevens op een
rijtje gezet.
In figuur 1 wordt voor iedere provincie in percentages weergegeven hoeveel het beschikbaar inkomen per hoofd afwijkt van het
overeenkomstige nationale gemiddelde (Æ’ 25.900). Daarnaast laat de figuur ook de afwijking zien van de consumptieve bestedingen per
hoofd van de bevolking in iedere provincie, ten opzichte van het nationale gemiddelde (Æ’ 22.500).

Figuur 1. Beschikbaar inkomen en consumptieve bestedingen van huishoudens per hoofd van de bevolking; Nederland = 100%s
Friesland heeft een beschikbaar inkomen per hoofd dat acht procent onder het nationale gemiddelde ligt, maar ook de consumptieve
bestedingen door huishoudens uit deze regio liggen op een dergelijk niveau onder het nationale gemiddelde. De ‘Randstad’-provincies
Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht zitten boven het nationale gemiddelde. Bij een aantal provincies, zoals Limburg, Gelderland en
Drenthe zien we dat de consumptieve bestedingen dichter bij het nationale gemiddelde liggen dan het beschikbare inkomen. In deze
provincies is de spaarquote lager dan gemiddeld in Nederland. De provincies Flevoland, Zeeland en Groningen laten juist een
tegenovergesteld beeld zien.
Provincie overschrijdende consumptie
De hoogte van de consumptieve bestedingen van huishoudens in een regio zegt echter nog niet alles over de plaats waar gezinnen deze
goederen en/of diensten kopen. figuur 2 laat voor de twaalf provincies zien welk deel van de binnenlandse vraag van huishoudens uit
andere provincies dan de eigen komt. Een hoger aandeel betekent dat huishoudens, die in de betreffende provincie wonen, een geringere
invloed hebben op de bedrijven in de eigen provincie. Tevens laat de figuur zien welk deel van de productie van locale bedrijven,
bestemd voor de consumptie van gezinnen, naar andere provincies wordt uitgevoerd. Dit geeft aan in hoeverre de bedrijven in een regio
ook afhankelijk zijn van huishoudens in de andere provincies. De omvang van de ballen in figuur 2 geeft de absolute omvang van
consumptieve bestedingen door huishoudens in de provincie weer.

Figuur 2. Openheid van provincies in Nederland
Utrecht springt eruit als een provincie met een zeer open economie. Mede door haar centrale ligging verkopen bedrijven in deze
provincie, relatief veel aan huishoudens buiten de regio. Daarnaast is er een aantal provincies waar huishoudens een groot deel van hun
consumptieve bestedingen betrekken uit de rest van Nederland. Flevoland heeft in dit opzicht de meest open economie: iets meer dan
veertig procent van de goederen gekocht voor consumptieve doeleinden komt niet uit de eigen provincie. Noord-Holland en ZuidHolland zijn, qua inkoop en verkoop van consumptiegoederen het minst open. Uiteraard spelen facetten als omvang van de regio en de
economische structuur hierin een belangrijke rol.

Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (

www.economie.nl )

Auteur