mening
De Wet schuldsanering en
economische dynamiek
W
ie in een ver verleden niet in staat was haar schulden
in te lossen, kon rekenen op de doodstraf of werd
slaaf van de schuldeiser. De situatie nu in Nederland
is niet veel beter. Natuurlijke personen kunnen in
principe failliet gaan volgens de faillissementswet, maar in de
praktijk komt dat zelden voor: een ieder moest op eigen houtje
zien te komen tot een minnelijke schikking. Sinds in 1998 de Wet
schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) in werking is getreden,
kunnen personen bij de rechter vragen of hun schulden gesaneerd
kunnen worden. Weliswaar kan een rechter het nodige gewicht
in de schaal leggen, maar hij of de bemiddelaar die hij aanstelt,
kan crediteuren niet dwingen in te stemmen met een voorstel tot
schuldsanering. Een evaluatie van de Wsnp (Jungmann et al., 2001)
was dan ook niet bepaald positief.
Gevolg is dat vele Nedelanders jaarlijks in een financiële noodtoestand geraken waar zij niet zelf uit kunnen komen. In de eerste zes maanden van 2006 werd in 7.600 gevallen door de rechter besloten tot schuldsanering. In hoeveel gevallen de rechter
anders besliste is onduidelijk; hoeveel van deze 7.600 personen
daadwerkelijk aan een moderne vorm van schuldenslavernij ontkomen, moet nog blijken. Er is echter geen enkele morele grond
om deze mensen hun autonomie te ontnemen (Kilpi 1998). Zo
is zelfs in de meest liberale economie op aarde, de Verenigde
Staten, slechts in minder dan 2½ procent van de gevallen
fraude aan de orde. Persoonlijk faillissement overkomt zeker niet
alleen de zieken, werklozen, of laagopgeleiden (Zywicki 2005;
Sullivan et al., 1989).
Daarnaast is het in het geheel geen prikkel tot economische
activiteit om te weten dat elk bedrag dat verdiend wordt boven
de beslagvrije voet direct ingeleverd moet worden. Mensen in
dit traject zien een langdurige periode in ons stelsel van sociale
zekerheid tegemoet. De lethargie die hen daar overvalt, gecombineerd met het trauma van faillissement betekent dat zij waarschijnlijk economisch afgeschreven kunnen worden. Terwijl de
middelen die crediteuren verkrijgen door
de regeling beperkt blijven, blijkt dat
Vele duizenden
de directe aanleiding voor de financiële
problemen externe ontwikkelingen zijn
van de gevallen
(Zywicki 2005).
van persoonlijke
Vele duizenden van de gevallen van
schuldsanering die persoonlijke schuldsanering die toegewezen worden betreft ondernemers van
toegewezen worden bijvoorbeeld eenmanszaken. De neiging
hen
te
betreft ondernemers omvalseonbarmhartig aandat pakken in
de
veronderstelling
een bankvan bijvoorbeeld
roet aan iemand zelf te wijten is, leidt
ertoe dat “er in Nederland geen ondereenmanszaken
nemersklimaat [is]. Mensen vertonen
teveel risicomijdend gedrag. Men is bang
om Âfailliet te gaan, want dat is een schande. Terwijl succesvolle
ondernemers eerst drie keer failliet gaan en vier keer opnieuw beginnen voordat ze echt succesvol zijn…â€, aldus Gerard Kleisterlee
in Het Financieele Dagblad van 17 april jongstleden.
Om dergelijk ondernemerschap eindelijk de ruimte te geven, maar
ook om consumenten niet de stimulans te ontnemen om nieuwe
producten en diensten te durven kopen, zou het Nederlandse faillissementsrecht meer op de Amerikaanse
leest geschoeid moeten worden. Naast
de mogelijk voor het treffen van een
Een persoonlijk
schuldsanering, vastgelegd in de wet, in
faillissement
de Verenigde Staten wel bekend als een
Chapter 13-regeling, zou er een Chapter
kan iemands
7-regeling moeten komen waarbij direct
kredietwaardigheid
liquidatie intreedt. Een persoonlijk faillissement kan iemands kredietwaardigheid
niet langer dan tien
niet langer dan tien jaar beïnvloeden
jaar beïnvloeden in
in de Verenigde Staten. Vergelijk dat
eens met het BKR. Omdat de Verenigde
de Verenigde Staten
Staten een veel dynamischer financiële
markt kent, kunnen mensen die een
persoonlijk faillissement aanvragen al weer snel een nieuw krediet
krijgen, zelfs voor de aanschaf van een huis. Economisch en dus
sociaal herwinnen zij hun autonomie en kunnen zij volwaardig
deelnemen in de hedendaagse dynamiek van consumeren, werken
en ondernemen. Immers, “a man must be perfectly crazy who,
where there is tolerable security, does not employ all the stock
which he commands, whether it be his own or borrowed of other
peopleâ€, aldus Adam Smith.
Niet alleen zal het makkelijker maken van persoonlijk faillissement
de economische dynamiek ten goede komen, de financiële wereld
wordt ook opgeschud doordat ruimte om de ‘hold-up’ optie in te
zetten beperkt wordt. Als dit sommige onbarmhartige calvinisten
te ver gaat, overweeg dan dat bekend is dat een derde van alle
Amerikanen zou winnen bij het aanvragen van een faillissement
– iets waarvoor in de Verenigde Staten een aparte industrietak is
ontstaan – maar dat toch niet doet. Waarom dan kredietverstrekkers niet wat meer op hun rol als ondernemer aanspreken?
Literatuur
N. Jungmann, E. Niemeijer & M.J. ter Voert (2001) Van schuld naar een schone lei –
Evaluatie Wet Schuldsanering natuurlijke personen. Den Haag: WODC.
J. Kilpi (1998) The Ethics of Bankruptcy. London: Routledge.
T.A. Sullivan, E. Warren & J.L. Westbrook (1989) As We Forgive Our Debtors:
Bankruptcy and Consumer Credit in America. Oxford University Press.
T.J. Zywicki (2005) “An Economic Analysis of the Consumer Bankruptcy Crisisâ€
Northwestern University Law Review 99(4): 1463-1541.
Wilfred Dolfsma
Erasmus Universiteit, Rotterdam School of Management en Universiteit
Maastricht, UNU-MERIT.
ESB
25 augustus 2006
411