Ga direct naar de content

Zwartwerk in het uitgebreide Europa

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 28 2005

Zwartwerk in het uitgebreide Europa
Aute ur(s ):
P. Renooy, O. van der Wusten Gritsai en R. Meijer (auteur)
De auteurs zijn werkzaam b ij Regioplan Beleidsonderzoek. Van der Wusten Gritsai is ook verb onden aan de Universiteit van Amsterdam, afdeling
Geografie van de faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen. renooy@regioplan.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4451, pagina 39, 28 januari 2005 (datum)
Rubrie k :
Europa
Tre fw oord(e n):

Met de uitbreiding van de Europese Unie is ook de Europese informele economie gegroeid. Een aanzienlijk deel van de economie van de
nieuwe lidstaten speelt zich af buiten het zicht van belastingen of nationale rekenmeesters. Dit betekent een verlies aan
belastinginkomsten, het ondergraaft concurrentieverhoudingen binnen de eu en sociale cohesie en het staat op gespannen voet met de
Lissabon-doelstelling om te komen tot volledige werkgelegenheid in 2010.
Zwartwerk is “productieve arbeid die op zich legaal is, maar die niet wordt gemeld bij de daarvoor bestemde autoriteiten” (oecd,
2002). 1 Schattingen voor de eu-15 komen zelden boven de 5 procent van het bnp, met uitzondering van de landen rond de Middellandse
Zee (Pedersen, 1998; 2003).
In de nieuwe lidstaten is het afgelopen decennium in het kader van de toetreding veel energie gestopt in het op orde krijgen van de
Nationale Rekeningen. Eurostat, met name het Europese Statistisch Agentschap, heeft de statistische bureaus in de nieuwe lidstaten
begeleid bij het verbeteren van de nationale rekeningen. Ook grote delen van het zwarte circuit moesten hierbij in de rekeningen worden
opgenomen. Door deze zogenaamde exhaustiveness-exercities zijn in bijna alle nieuwe lidstaten recente schattingen van het zwarte
circuit beschikbaar. Tabel 1 inventariseert de uitkomsten van deze schattingen. tabel 1

Tabel 1. Omvang en ontwikkeling van zwart werk in de nieuwe landen van de eu, als percentage van het bnp

Land
Estland
Tsjechië
Slowakije
Polen
Litouwen

Omvang
(% bnp)

jaar van
meting

8-9
9-10
13-15
14

2001
1998
2000
2003

15-19

2003

Slovenië

17

2003

Hongarije

18

1998

Letland
Roemenië
Bulgarije

18
21
30

2000
2000
2003

dynamiek

methode
van meting

afnemend
afnemend
stabiel
afnemend

labour input
labour input
labour input
directe
methoden
afnemend
labour input en
experts interviews
afnemend niet gecontroleerd
overheidscijfer
afnemend
bedrijfsonderzoek,
expert interviews
afnemend
labour input
groei
labour input
groei
labour input

Roemenië en Bulgarije zijn als kandidaat-lidstaten meegenomen in de analyse. Voor Cyprus en Malta waren geen betrouwbare gegevens
voorhanden.
Veel van het zwartwerk in de nieuwe lidstaten is te vinden in sectoren die ook in West-Europa zwartwerk kennen: de agrarische sector, de
bouw, de horeca, persoonlijke dienstverlening en de detailhandel.
Zwartwerk heeft in een aantal sectoren een bufferfunctie. Direct na de introductie van een vrije markt, zijn in veel Oost-Europese landen
veel kleine bedrijfjes, winkeltjes en dergelijke ontstaan. Soms waren die initiatieven verbonden met de kleinschalige landbouw en werden
in kraampjes en langs de weg agrarische producten aangeboden. Ook andere kleine bedrijfjes, bijvoorbeeld in de bouwsector, kwamen
op. Niet zelden fungeerden (en fungeren) zij als onderaannemer voor grotere bedrijven, zo een flexibele buffer vormend voor deze
ondernemingen in een markt die nog volop in ontwikkeling is.
Opvallend is ook het (voort)bestaan van een uitgebreide kleinschalige landbouw, die veelal gericht is op zelfvoorziening in plaats van op
productie voor de markt. In verschillende landen is deze vorm van landbouw scherp toegenomen toen de werkloosheid opliep als gevolg

van het sluiten van de staatsindustrieën. Letland bijvoorbeeld telt rond de zestigduizend van dit soort boerenbedrijfjes. De kleinschalige
landbouw vormt dan de buffer waarmee de werklozen kunnen overleven. n
Piet Renooy, Olga van der Wusten Gritsai en Remco Meijer
Literatuur
oecd (2002) Handbook for measurement of the non observed economy. Parijs.
Pedersen, S. (1998) The shadow economy in Western Europe. Measurements and results for selected countries. The Rockwool
Foundation Research Unit, Study 5, Copenhagen.
Pedersen, S. (2003) The Shadow Economy in Germany, Great Britain and Scandinavia. A measurement based on questionnaire
surveys. Rockwool Foundation Research Unit, Copenhagen.
Renooy, P., S. Ivarsson, O. van der Wusten-Gritsai & R. Meijer (2004) Undeclared work in an enlarged union. An analysis of
undeclared work: an in-depth study of specific items. European Commission, DG Employment and Social Affairs, Brussel (zie ook
http://europa.eu.int).
Smekens, M. & M. Verbruggen (2004) De illegale economie. esb, 17 september 2004, 446 – 450.

1 In tegenstelling dus tot de illegale economie zoals besproken door Smekens & Verbruggen (2004).

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs