Ga direct naar de content

De milieu-Kuznetscurve blijft bestaan!

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 11 1997

De milieu-Kuznetscurve blijft bestaan!
Aute ur(s ):
Folmer, H. (auteur)
Komen, M.H.C.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4110, pagina 475, 11 juni 1997 (datum)
Rubrie k :
Naschrift
Tre fw oord(e n):
milieu

Met één punt in het betoog van Opschoor zijn wij het grondig eens: verbetering van de milieukwaliteit komt niet zomaar tot stand.
Hiervoor is adequaat milieubeleid nodig, zoals wij in ons artikel stellen. In tegenstelling tot Opschoor gaan wij een stap verder en
geven (beknopt) aan dat ook milieubeleid niet zomaar tot stand komt. Allereerst dient een milieuprobleem als zodanig herkend te
worden en is inzicht nodig in de aard ervan teneinde gepaste beleidsmaatregelen te ontwikkelen. Dergelijke kennis vereist onderzoek,
en zoals bekend, bestaat er verband tussen inkomen en middelen voor onderzoek 1. Ook gaat Opschoor voorbij aan het feit dat in een
democratie een draagvlak nodig is voor milieubeleid. Uit waarderingsstudies blijkt keer op keer dat de bereidheid om te betalen voor
milieukwaliteit toeneemt met het inkomen. Nieuw is dit niet. Bertold Brecht zei het reeds: ”Zuerst kommt das Fressen und dann
kommt die Moral”. De betalingsbereidheid houdt ook verband met bewustwording en kennis van de bevolking van milieuvraagstukken.
Wederom speelt het inkomen een belangrijke rol, ditmaal via onderwijs en voorlichting. Tenslotte speelt bij internationaal
milieubeleid inkomen een rol in de vorm van compensatie aan ontwikkelingslanden 2.
Ook met diverse andere punten in de reactie van Opschoor hebben wij moeite. Zo merkt hij op dat er sprake zou zijn van ” … een verloop
waarbij na ontkoppeling van het verband tussen groei en vervuiling, later weer een herkoppeling plaatsvindt”, en dat ” … we op de VU dit
herkoppelingsmechanisme ook empirisch [hebben] vastgesteld in een aantal landen”. De door Opschoor reeds in 1990 gesuggereerde Ncurve heeft echter geen empirische steun gekregen in de internationale literatuur over het verband tussen groei en milieukwaliteit, die
sterk gedomineerd wordt door de Kuznetscurve 3.
Verder gaat Opschoor voorbij aan de voorwaarden die wij hebben geformuleerd voor het bestaan van een Kuznets-verband. Wij hebben
nadrukkelijk gesteld dat er geen sprake is van een algemeen geldende wetmatigheid. Voorwaarden voor het Kuznets-verband zijn dat de
vervuiling sterk voelbaar moet zijn, en/of tegen niet al te hoge kosten bestreden kan worden. Maar elders geldt het verband wel: zo komt
een zeer recent research memorandum van de VU tot de conclusie dat er een Kuznets- verband bestaat tussen SO2 en inkomen 4. Verder
blijkt dat in Nederland de emissies van een groot aantal stoffen vanaf 1985 een dalende tendens vertonen. Belangrijke uitzonderingen
vormen CO2 en NO2, die op dit moment slechts tegen hoge kosten bestreden kunnen worden 5.
Een soortgelijk verhaal geldt voor afval, wat een belangrijke indicator is van het metabolisme van een economie. Inderdaad neemt met
groei ook de hoeveelheid afval toe. Echter, ook recycling, hergebruik en dematerialisatie (vermindering van grondstofgebruik) nemen
hand over hand toe. Dat dit nog steeds in onvoldoende mate het geval is, is eerder het gevolg van het ontbreken van integraal en
effectief afvalbeleid, dan van economische groei, zo blijkt uit een recente studie op dit gebied 6.
Maar het belangrijkste bezwaar tegen het artikel van Opschoor gaat over de rol van het milieubeleid. Terwijl aan het slot een pleidooi
voor gericht milieubeleid wordt gehouden, wekt het begin van het artikel de indruk dat milieukwaliteit slechts verkregen kan worden door
beperking van de economische groei. Dit laatste betekent een ontkenning van de mogelijkheden tot ‘fine tuning’ van het beleid waarbij de
oorzaken van vervuiling bestreden worden met zo weinig mogelijk ongewenste verstoringen. Wellicht de belangrijkste verworvenheid
van de milieueconomie zijn juist beleidsinstrumenten die een dergelijke fine-tuning mogelijk maken, in plaats van de botte bijl van
algehele groeibeperking. Met zijn pleidooi voor beperking van de economische groei als remedie ontkent Opschoor belangrijke
verworvenheden van de milieueconomie.
Zie ook het artikel
De milieu-Kuznetscurve bestaat! van H. Folmer en M.H.C. Komen
Bestond de milieu-Kuznetscurve? van J.B. Opschoor
Milieu en economie verzoend? van H. Verbruggen
De ontkoppeling ontmaskerd van S.M. de Bruy

1 Zo vinden R. Komen, S. Gerking en H. Folmer (Income and environmental R&D: empirical evidence from OECD-countries, te
verschijnen in Environmental and development economcis, 1997) een inkomenselasticiteit van bijna één voor publieke uitgaven voor
milieuonderzoek.
2 M.H.C. Komen en H. Folmer, Economische groei, inkomen en milieukwaliteit, Maandschrift Economie, te verschijnen.
3 Opgemerkt zij dat de door Opschoor bepleitte derdegraads vergelijking in de meeste studies naar het verband tussen groei en
milieukwaliteit daadwerkelijk gebruikt wordt (zie o.a. K.E. McConnell, Income and the demand for environmental quality, te verschijnen in
Environmental and Development Economics, 1997). Ook bij deze algemene specificatie die de door Opschoor veronderstelde ‘zwaai
omhoog’ toelaat, wordt in diverse gevallen het Kuznets-verband gevonden.
4 S.M. de Bruyn, Explaining the environmantal Kuznets curve. The case sulphur emissions. VU Research Memorandum 1997-13, maart
1997.
5 Centraal Planbureau, Economie en milieu: op zoek naar duurzaamheid, Den Haag, 1996.
6 R.K. Turner, Waste managment, in: H. Folmer, H.L. Gabel en H. Opschoor, Principles of environmental and resource economics, a
guide for students and decision makers, Edward Elgar, Aldershot, 1995.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur