Statistiek
Stagnerende arbeidsmarkt in
1993
Uit de resultaten van de Enquête Beroepsbevolking blijkt dat de totale
werkgelegenheid in 1993 iets is toegenomen, hoewel veel minder dan
in voorgaande jaren (figuur 1). Het
aantal mensen dat minstens twaalf
uur per week werkte, is in 1993 gemiddeld 40 duizend hoger dan een
jaar eerder. In de periode 1989-1992
Figuur 1. Groei van de werkgelegenheid
naar geslacht, x 1000
100
•
mannen
G]l vrouwen
75
gistreerde werklozen gerekend: de
bij een arbeidsbureau ingeschreven
mensen van 16-64 jaar die niet meer
dan twaalf uur per week werken en
beschikbaar zijn voor twaalf uur of
meer. In de tabel is de reeks voor het
aantal werkloosheidsuitkeringen
opgenomen. Hiertoe behoren uitkeringen op basis van de Werkloosheidswet (WW), de Rijksgroepregeling
Werkloze Werknemers (RWW) en de
Wet Inkomensvoorziening
Oudere
en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte
Werkloze Werknemers (IOAW). Het
aantal werkloosheidsuitkeringen
was
in november vorig jaar bijna 100 duizend hoger dan een jaar eerder. Dat
is gelijk aan de stijging van de geregistreerde werkloosheid. De stijging
van de werkloosheidsuitkeringen
en
die van de geregistreerde werkloosheid loopt in geheel 1993 gelijk op:
in het begin van het jaar 60 duizend
hoger dan een jaar eerder en op het
eind van het jaar 100 duizend.
ven een forse stijging te zien. Een
deel hiervan, grote werken ten behoeve van de off-shore en energiesector, heeft een betrekkelijk incidenteel karakter. Hetzelfde geldt voor de
investeringen in vliegtuigen die net
als in het tweede kwartaal sterk positief bijdragen aan de investeringen in
vervoermiddelen.
Bruto binnenlands produkt
Het volume van het bruto binnenlands produkt (bbp) in het derde
kwartaal van 1993 is 0,8% groter dan
in dezelfde periode van 1992. Voor
de eerste drie kwartalen van 1993 te
zamen resulteert daarmee een groeicijfer van 0,2%. Dit accres is laag in
vergelijking met voorgaande jaren.
Deze conclusie voor de totale toege-
Investeringen
-25
Het volume van de bruto investeringen in vaste activa in het derde kwartaal van 1993 door bedrijven en over1988
1989
1990
1991
1992
1993
was de toename gemiddeld 125 duizend per jaar. Omdat de groei van
het aantal werkenden vorig jaar sterk
terugviel, nam de werkloosheid fors
toe. Het aantal geregistreerde werklozen in het laatste kwartaal van vorig
jaar is 100 duizend hoger dan een
jaar eerder. In het vierde kwartaal
werd een niveau bereikt van 453 duizend geregistreerde werklozen (figuur 2). Dat is het hoogste niveau in
ruim vijfeneenhalf jaar.
Volgens de definitie die per 1 januari 1994 geldt, worden tot de gere-
Figuur 3. Bruto bedrijfsinvesteringen in
vaste activa, volume, procentuele kwartaalmutaties, t.o.v. voorgaand jaar
12
9
6
-9
I nmN
1990
I
Figuur 2. Werkloosheid, x duizend
475
715
• 700
ESB 26-1-1994
voegde waarde geldt ook voor de belangrijkste bedrijfstakken: de nijverheid (29% van het totaal), de handel
06% van het totaal) en de overige
dienstverlening (excl. overheid 31%
van het totaal). In de nijverheid en in
de handel is de in de eerste negen
maanden van 1993 gevormde toegevoegde waarde zelfs lager dan een
jaar eerder. Het hoogste groeicijfer
laat de landbouw zien (bijna 5%).
Doordat de prijzen van veel landbouwprodukten
sterk zijn gedaald, is
de inkomensontwikkeling
in de landbouw veel minder rooskleurig.
heid te zamen is 4% groter dan in hetzelfde kwartaal van 1992. Het is voor
het eerst na het eerste kwartaal van
1992 dat het groeicijfer positief is (figuur 3). De bedrijfsinvesteringen in
vaste activa geven in het derde kwartaal een sterkere groei (4%) te zien
dan de overheidsinvesteringen
(2%).
De investeringen in woningen en gebouwen en in grond-, water- en wegenbouwkundige
werken, blijven in
het derde kwartaal achter bij het gemiddelde. De investeringen in machines en overige uitrustingsstukken ge-
Figuur 4. Procentuele groei bbp naar
bedrijfstakken
landbouw,
visserij
nijverheid
handel, hotel- en
rest., rep. bedr.
transport,
opslag-
en
communicatiebedr.
overige dienstverl.
(exel. oveIbeid)
alg. overheidsbestuur
bbp (marktprijzen)
-3
.1992
t.o.v.
-2 -I
1991
0
.I.m
1
2
3
4
5
1993t.o.v. I-m
1992
:
C ::0
/N
J
KerngegeL’ens recente ontll’ikkelingen, procentuele
U
B
R
U
E
R
I
C
H
T
hetzelfde jaar daarl’Oor, tenzij anders aangegel’en
mutaties L.O,L’.
1992
1991
19861’90
T
C
N
U
Trend
‘993
1993
1992
Je
lekw.
lekw.
4ekw.
gemidd.
2)
deç.
okt.
sep’.
kw.
VOLUMEGEGEVENS
Produktie (kwartaalrelceningen)
Bndo
rep. bedT.
Algemeen overhcîdsbestuur,
produJuîe
enz.
1,4
0,4
-0,5
0,2
0,8
3,1
1,0
0,.
0,1
-5.3
-1,1
4,.
-2,2
6,7
-2.9
3,4
-1.3
]
3,3
0,’
-0,2
-3,1
-0,7
0.5
5,0
2.8
3,1
2,0
2,7
1,1
1,5
2,2
1.4
2,1
3.6
2,2
0.2
0,6
-0,6
0,4
0,3
0,2
.2
Handel, holel~ en restaurantw.,
Transport. opslag- en çommunicatiebedr
Overige dienstverlening (ellcl. overh.)
2,1
1.3
(m.p.)
I
3,1
5,2
2,4
produkt
binnenlands
Landbouw en visserij
Nijverheid
“
0
-,
-I
-2
-,
-6
0
-3
-2
-I
0
0
0
.5
0
7
-I
3,’
3,.
3,4
(moondindicaJoren)
Delfstoffenwinning
……….
3
Voedings- en genotmiddelenindustrie
TClItiel-, kleding- en lederinduslrie
Papier- en grafische industrie
4
Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
0
3
3
0
3
7
-.
-,
1+
]
1+
]
]
•
-,
‘4
I
-I
.1
]
]
7
.2
0
I
I
3
.2
.1
18
-I
-7
.7
-6
.6
.3
.7
I
.,
-6
.5
.5
Houl- en bouwmaterialeninduslrie
0
-4
-3
0
0
Basisrnetaalindustrie
Elckuutechnische
industrie
0
0
.1
2
0
.5
.1
4
.4
.3
-1
.8
-2
.2
-I
14
0
.1
..]
..]
-2
3
.3
Rest met.aal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
.5
-I
5
-13
.7
Cum”””””
……………………………
I
]
.]
.3
.]
-,
]
.1
-12
0
-I
-1
]
.1
.4
]
.3
I
-.
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame consumpliegoederen
1+
I
Overige goederen en diensten
Investeringen in l'(lSteu£1iWJ
I
-7
.7
-2
.1
.1
-6
-4
-2
.1
0
8rutoin”estertnaeo,totaa1
Bedrijven
Overheid
Builetl1undse handel (goederen}
Invoer
.1
Uitvoer
BBP inlemationaal
Verenigde Slalen
2,7
-0,7
2,6
3,.
3,2
2.9
Duilsland
Verenigd Koninkrijk
3,4
3.3
4,6
-2,2
1,2
-3_0
1,6
Japan
4,6
4,0
1.5
0,5
-0,1
-0,5
0,7
3_9
3.7
2,.
2,4
2.2
1+
-2.4
-0.4
0,0
0,1
2,’
]
]
I,.
I
PRUZEN
Prijzen gezinsconsumplie (werknemers)
ProduamJellprif”Jll indu.ttrie
0.5
-4.2
17,88
-0.9
-3,3
19.32
19.30
20.0\
1,7
-1,2
I
-3,6
15,56
..]
-2.0
-1,5
-1,6
-1.3
-4,0
18.30
-1,8
-1,7
-1.6
Afzet
Verbruik
Aardolie, North Sea Brent (in $ per barrel)
I,.
1.8
2,0
18.54
-3.1
16.69
-3.8
16,34
16.93
-1.5
-4,0
-3,2
Regefingsfonen
-3,4
].
J.7
.]
1,4
3,5
4,3
4,3
3,.
3,5
2.7
2.7
2,’
2.8
2,8
1+
1.5
1.5
3,1
3,1
3,2
4,0
3,4
4.5
4,7
4,4
1,7
4,6
1,5
2,5
1,6
2.7
2,4
2.8
2,4
2.8
2,4
2.8
I.
2,08
1,127
1,87
1,127
1,76
1,75
1.125
1.84
1.125
1,81
1,122
1.89
1,124
1.82
1.123
1.84
1.124
1,91
1.126
1,122
1,91
1,121
3,43
3.30
3.10
2.75
2.71
2.79
2,84
2,78
2.77
2.83
2.86
Engelse pond (I)
1,40
1.39
1,42
1.52
1.65
\,80
1.72
1.77
1.74
1.44
1.76
Japanse yen (100)
Particuliere
bedrijven
Overheid
Gepremieerde
en gesubsieerde
seclor
Wisselkoersen (in gld.}
Amerikaanse dollar (1)
Duilse mark (I)
OVERIGE
1+
l++
I
.1
]-
INDICATOREN
Economisch
I)
.”
. 13
(in%)
klimaal
-14
-I.
-22
.1 •
-16
-26
-35
Conmmentenwrtrouwen
-36
-45
-53
-56
-46
-36
-50
-1
21
-3
..
-21
-23
-42
-7
-4′
.7
3.
.,
3
5
-2
0
-0
3
-5
5
37
24
21
38
31
33
“
33
16
14
-0
28
-7
.10
.16
.”
-22
-24
.20
-20
-23
-25
.3
85
.5
84
.3
83
88
82
85
SI
82
SI
82
SI
SI
82
‘0
Computer servicebureaus
-36
-1.
Ingenieun-
-11
-7
Koopbereidheid
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken
faillîssemenlen
……….
4
6
I
\
,
]l++
Conjunctuurtest
Beoordelingorderpositie
1) (in %l
Orderposilie (4e kw. 1990=100)
Bezettingsgraad (in %)
Beoordeling
Zak
orderpositie
I) (in
%)
en architectenbur.
Economische
.\2
adviesbureaus
-14
.”
.5]
-11
-2.
.]
.15
-13
-18
.. I
-11
-45
Arbeidsmarlct
Aantal banen van werknemers
(x 1000)
Idem, in
‘* van de totale
Venlrekl
Binnenlandse
krediet
liquidileitenmassa
5,3
5,6
3.’
6.1
.. I
44
394
34
421
438
6,2
6,6
453
6.’
44′
7,0
65.
677
701
2,’
2,7
563
-6
(x 1000)
,
,
4,2
consumptief
47
5,4
Aantal uren uitzendkrachten
Ge/denlcredkt
Spaartegoeden
45
353
96
beroepsbevolking
Aantal werkloosheidsuitkeringen
5539
67
336
5551
546.
I
5590
5523
334
5083
(x 1000)
Aantal vacatures
(x 1000)
Geregistreerde: werklozen 3)
587
-6
605
.3
652
-10
628
653
-11
7,1
7,4
•• 5
•• 1
.,0
2,9
11
10
7
-4
.\
-1
-2
7
7
7
6
7,1
6
6
6
-.
4)
1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden
in procenten van het totaal; 2) Trend: procentuele
îaarmutatie van het meest recent voortschrijdende
12-maands gemiddelde;
I ++: groter dan 5%. 3) Driemaandsgemiddelden
opgenomen
onder de middelste
__ I : kleiner dan -5%; – I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en +2%; I +: tussen 2% en 5%;
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd;
4) Reeksbreuk;
– : gegevens nog niet beschikbaar.
l++
..
l++
l++
l++
I
l++