Vier scenario’s voor de
wereldeconomie tot 201 5
B. Geurts, A. de Jong en G. Zalm*
ier toekomstscenario ‘s passeren de revue. Het eerste veronderstelt een vrije
wereldmarkt en een dynamische technologische ontwikkeling. Hierdoor
verschuift het economische zwaartepunt naar de landen rond de Stille Oceaan.
Alternatieve scenario’s komen op basis van andere veronderstellingen tot andere
uitkomsten; een Europese wedergeboorte, een wereldwijde recessie en wereldwijde
evenwichtige groei.
V
Figuur 1.
Wereldscenario’s gebaseerdop een
meervoudige
benadering
stellen, en te helpen bij het vormen van eigen visies
over mogelijke toekomstige ontwikkelingen.
Zoals in de voorafgaande artikelen al werd betoogd,
is de toekomst in grote mate onvoorspelbaar. Om
recht te doen aan de grote onzekerheden die aan lange-termijnverkenningen
verbonden zijn, zijn vier scenario’s voor de wereldeconomie ontwikkeldl.
De scenario’s zijn gebaseerd op drie invalshoeken.
Ten eerste werd gebruik gemaakt van de welvaartscirkel, die in het eerste artikel werd beschreven. De
hierop gebaseerde sterkte/zwakte-analyse
van regio’s van de wereldeconomie vormt de tweede invalshoek. De inventarisatie van lange-termijntrends
en uitdagingen, die in het tweede artikel werd samengevat, vormt de derde invalshoek, zie figuur 1.
Door de informatie uit deze drie bronnen te combineren zijn vier toekomstscenario’s geconstrueerd.
Steeds moet men echter bedenken dat, hoe consistent en plausibel deze scenario’s ook mogen lijken,
het vier betrekkelijk willekeurige verhalen over de
toekomst blijven. Ze moeten dan ook niet geïnterpreteerd worden als voorspellingen. Het doel van het
maken van scenario’s is het stimuleren van mensen
om over hun (impliciete) toekomstvisies na te denken, gevestigde ideeën (opnieuw) ter discussie te
Sterkte-zwakte
Regio’s
Fundamentele
analyse
achter economische
van de wereldeconomie
Fundamentele Krachten
NAM
Natuurtij” hulpbronnen
WEU
Global shift
Een zich versnellende technologische ontwikkeling,
met name in Oost-Azië, Japan en de Verenigde Staten, vormt de belangrijkste drijvende kracht achter
dit scenario. Creatief ondernemerschap,
sterke concurrentie en krachtige ‘incentive’-structuren
zijn essentiële voorwaarden voor deze snelle technologische dynamiek. Gevestigde belangen en gevestigde
marktposities staan permanent onder druk. Marktstructuren zijn zeer competitief, een ontwikkeling
die versterkt wordt door een vergaande liberalisatie
van de internationale handel. Op wereldniveau over-
• De auteurs zijn werkzaam bij het Centraal Planbureau.
Dit artikel is een beknopte samenvatting van hoofdstuk 5
van Scanning the /uture.
1. Drie van deze scenario’s zullen in het tweede deel van
de lange-termijnstudie,
dat over Nederland handelt, verder
worden uitgewerkt. Deze studie zal in juni 1992 onder de
titel ‘Nederland in drievoud’ worden gepubliceerd.
JAP
1.
0
hulpbronnen
3.
0/+ .
Inventlee/lnnovatl_
0
Milieuproblemen
4.
0
Incenttves
Autonomie
Wereldvoedselvoorziening
5. Technologie
0
6.
Ind. _nptWSlngsverm.
Internationalisatie
7. Marktstructuren
Coli. _npaealngsverm.
8.
samenwerking
POlitieke en sociale
9_ Internationale
0
Infraatruotuur
0
-/+
Scenario’s
472
Demografie
2.. Natuurlijke
Prijsmechanisme
OncterWtJa
I trends
voor de wereldeconomie
ontwikkeling
Spaarquote
Kwaliteit vld ove~.1d
Uitdagingen
krachten
trends
samenwerking
heerst dan ook in dit scenario het vrije-marktperspectief.
Onder druk van Japan en de opkomende dynamische aziatische economieën (Dae’s) laat Amerika
zien dat in het vrije-marktperspectief nog steeds de
kracht van de Verenigde Staten ligt. De Amerikaanse
bedrijvensector weet zich zodanig te hervormen en
te vernieuwen dat een herstel van concurrentiekracht en produktiviteitsgroei plaatsvindt. Amerika
blijkt in staat om de positie als sterkste economie in
de wereld te herbevestigen; er ontstaat een substantieel overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans; mede door de hernieuwde groei wordt
het overheidstekort weggewerkt en ontstaat er ruimte voor de noodzakelijke verbetering van het onderwijs en de infrastructuur.
Japan pakt de diverse interne en externe uitdagingen met onverminderd enthousiasme en flexibiliteit
aan. Door de economie opener te maken en de
dienstensector te liberaliseren treedt in de afgeschermde sectoren een sterke produktiviteitsgroei
op die er toe bijdraagt dat het probleem van de
snelle vergrijzing van de bevolking en de krapte op
de arbeidsmarkt verlicht wordt. Er vindt daardoor
een verschuiving plaats in de richting van het vrijemarktperspectief. In 2015 zijn de welvaartsniveaus
van Japan en de Verenigde staten vrijwel volledig
geconvergeerd.
Profiterend van het meer open karakter van de Japanse economie, zet ook de opkomst van de Dae’s
door. Er komt een Aziatische vrijhandelszone tot
stand, die ook een uitstraling heeft op de andere landen in de regio. Ook India en China voeren verdere
economische hervormingen door en worden meegezogen door de positieve ontwikkelingen in de regio. In de gehele ‘Asian-Pacific’-regio werken de
marktkrachten aldus in de richting van internationalisering, waarin concurrerende marktstructuren innovaties en diffusie van technologie stimuleren.
Ondanks de stappen in de richting van het voltooien van de interne markt blijkt Europa niet bestand
tegen de innovatieve en concurrerende krachten die
door de landen rond de Stille Oceaan worden ontketend. Onder andere door tegenwerking van belangengroepen worden concurrentie-bevorderende hervormingen niet of halfhartig uitgevoerd, terwijl ook
de noodzakelijke verbetering van de werking van
de arbeidsmarkt achterwege blijft. De Europese
hang naar zekerheid, stabiliteit en risicomijdend gedrag heeft de overhand. Als gevolg blijft de economische groei achter, loopt de werkloosheid weer op
en verliezen belangrijke industriële sectoren snel terrein. Een aantal Westeuropese landen vlucht in protectie en omvangrijke financiële steun aan de betreffende industrieën, andere landen verzetten zich
daar echter tegen. Hierdoor raakt de EG verdeeld,
stagneert het integratieproces en ontstaat een tendens naar ‘Fort Europa’.
De relatieve teruggang van West-Europa heeft een
zeer negatieve uitstraling naar de economische ontwikkeling van Afrika en Oost-Europa hetgeen versterkt wordt door het onvermogen van West-Europa
om financiële steun te verlenen en handelsbarrières
weg te nemen. In Afrika neemt de honger toe hetgeen gepaard gaat met politieke instabiliteit en geweid. In Oost-Europa ontstaat grote sociale onrust
als gevolg van de sterke daling van de levensstan-
E5B 13-5-1992
Tabel la. Het ‘global shift’-scenario
. vrije markt
Dominant perspectief
Regionale ontwikkelingen
• Verenigde Staten
• West-Europa
sterk herstel
terugval in Eurosclerose
doorbraak na 2000-2005
voortgaande opkonlSt
start van een Aziatisch tijdperk
gestage groei
vrije val
falen van economische reconstructie
politieke terugval in GOS
• Japan en Dae’s
• Rest Azië
• Latijns-Amerika
• Mrika
• Oost-Europa
Trends
sterke dynamiek
snelle daling fertiliteit Azië
migratie van Oost en Zuid naar
West-Europa en Verenigde Staten
alleen om werking marktkrachten
te bevorderen
onbetwist leiderschap van de VS
economische ontwikkeling
topprioriteit
geen mondiale samenwerking; geen
mondiale terugkoppelingen
grote lokale problemen
verschuiving naar kernenergie
Afrika continent van honger
snelle globalisering
zeer competitief
• Technologie
• Demografie
• Samenwerking
• Milieu/energie
• Voedselvoorziening
• Internationalisering en
marktstructuren
Tabel Ib. Kerngegevens ‘global shift’, 1991-2015
N.W.Eur.a Am. Jap.
0.Eur. Dae
Mutatie in procenten perjaar, 1990-2015
Beroepsbevolking
0,3 1,0 0,2 0,6
Bbp
1,9 3,4 4,3 0,2
Export van goederenb
3,4 6,5 7,5 1,7
Energievraag
0,5 1,8 2,4. -0,5
Percentage, 2015
Aandeel in tot. produktie
Aandeel in tot. export
20
23
29
20
Index 2015, 1990 – 100
Energie-intensiteit, 2015 72 68
C02-emissies,2015
108 144
16
13
64
156
5
5
Derde
wereld Tot.
1,6
7,3
9,7
2,2
5,0
6,6
4,3
1,7
3,4
5,9
22
15
100
100
8
24
2,4
84
76
79
88
216
163
a. Bij de beroepsbevolking alleen de EG-landen.
b. Inclusief energie, inclusief intra-handel.
daard waar geen eind aan lijkt te komen, hetgeen in
diverse staten aanleiding geeft tot de opkomst van
populistische leiders, staatsgrepen en autoritaire regimes. De hopeloosheid van de situatie in Afrika en
Oost-Europa veroorzaakt een omvangrijke migratie,
vooral in de richting van West-Europa, waardoor de
als gevolg van de economische stagnatie toch al
sterk opgelopen sociale en politieke spanningen verder worden versterkt, vooral in stedelijke agglomeraties.
Tabel2a. Het ‘Europese renaissance’-scenario
Dominant perspectief
Regionale ontwikkeling
coördinatie
• Verenigde Staten
economische neergang tot 2000-2005
Fort Amerika
verlies van leiderschap
nieuw decennium van crisis
gunstige ontwikkeling
door beleid gestuurd integratieproces
EG breidt uit met EFTA en Centraal
Europa
doorbraak eind jaren negentig
profiteert van Europese ontwikkeling
opkomst zet door
• Latijns Amerika
• West-Europa
• GOS
• Afrika
• Azië
Trends
schaalvoordelen dominant
multipololaire wereld
intensieve regionale samenwerking
gespannen relaties met de VS
geen mondiale aanpak;
geen mondiale terugkoppelingen
escalerende lokale problemen
uitzondering: Europa inclusief
Centraal en Oost-Europa
Europese Energie Gemeenschap:
verschuiving naar aardgas
. ‘eilanden’ van honger
strategische handels- en
industriepolitiek
ontwikkelt zich in minder
competitieve richting
• Technologie
• Samenwerking
• Milieu en energie
• Wereldvoedselvoorziening
• Internationalisering en
marktstructuren
Tabel2b. Kerngegevens Europese renaissance,
W.- N.Eur.a Am.
Mutatie in procenten perjaar,
Beroepsbevolking
Bbp
Export van goederenb
Energievraag
Jap.
1991-2015
O.Eur.
Dae
Derde
wereld
Tot.
1990-2015
0,4
2,8
5,1
0,8
0,8
1,8
3,1
0,5
0,1
3,7
6,5
1,8
0,6
2,3
5,1
-0,4
1,7
6,2
8,3
2,2
3,9
4,9
3,6
2,7
2,9
5,4
1,8
28
38
22
10
16
11
9
13
6
19
19
10
100
100
62
103
74
116
63
138
52
81
Percentage, 2015
Aandeel in tot. produktie
Aandeel in tot. export
Index 2015, 1990 – 100
Energie-intensiteit,
C02-emissies,2015
2015
82
189
75
143
a. Bij de beroepsbevolking alleen de EG-landen.
b. Inclusief energie, inclusief intra-handel.
Het duurt tot in het midden van het volgende decennium, voordat de neerwaartse spiraal door onvermijdelijke harde maatregelen wordt doorbroken, en allerlei rigiditeiten worden weggevaagd.
Daarna herstellen de Westeuropese economieën
zich geleidelijk en wordt ook het integratieproces
hervat.
Op milieuterrein wordt weinig vooruitgang geboekt. Het afhaken van Afrika en Oost-Europa impli-
ceert een voorzetting van de negatieve milieu trends
in deze regio’s. In West-Europa, Azië en rond de Stille Oceaan beperkt de aandacht zich tot lokale milieuproblemen. Alhoewel mondiale terugkoppelingen van uit het milieu op de economie in de
scenarioperiode
uitblijven, vormt de erfenis van een
verwaarloosd milieu potentieel een ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van de wereldeconomie
na 2015 .
Europese renaissance
In Europese renaissance is de technische ontwikkeling minder dynamisch en meer geleidelijk dan in
het bovengenoemde
scenario. Er zijn zeer omvangrijke investeringen nodig in R&D met grote risico’s
en onzekerheden.
Toenemende schaalvoordelen in
financiering, produktie, marketing en R&D impliceren grote toetredingsdrempels
voor nieuwe ondernemingen. Hierdoor leidt mondiale concurrentie tot
het ontstaan van wereldwijde oligopolies en strategische allianties. Deze conglomeraten zoeken steun
bij overheden ten einde onzekerheden te verminderen, terwijl overheden met elkaar concurreren om
transnationale ondernemingen
aan te trekken. Strategische technologie-, industrie-, en handelspolitiek
winnen aan belang. In deze omgeving is een accent
op het coördinatieperspectief,
dat in Japan en Europa sterk vertegenwoordigd
is, een voordeel terwijl
in global shift een accent op het vrije-marktperspectief was vereist.
Amerika’s huidige onvermogen tot samenwerking
wordt opnieuw geïllustreerd doordat de Amerikaanse politiek er niet in slaagt het begrotingstekort onder controle te brengen en het bedrijfsleven niet in
staat is de succesformules uit het verleden aan te
passen. De negatieve trends van de jaren tachtig ten
aanzien van de arbeidsproduktiviteitontwikkeling,
betalingsbalanstekorten,
achteruitgang van de menselijke en fysieke infrastructuur, de verloedering van
de binnensteden, enzovoort zetten zich door. Het
handelstekort wakkert het protectionisme aan, ook
op het gebied van technologische kennis.
De economische ontwikkeling in Azië wordt geremd door de geringe groei van de Amerikaanse afzetmarkt en het opkomende Amerikaanse protectionisme. Als reactie hierop heroriënteert men de sterk
op de VS gerichte export op andere regio’s, met
name Europa, en op elkaar.
West-Europa ontwikkelt zich gunstig in dit scenario.
Europa ’92 wordt volledig uitgevoerd en voldoet
aan de verwachtingen en de EMU komt nog voor de
eeuwwisseling tot stand. Het integratieproces is een
belangrijke stimulans om de werking van produkten arbeidsmarkten te verbeteren. Met name in
Noordwest-Europa wordt een vergaande hervorming van de welvaartsstaat in gang gezet waarbij
geprobeerd wordt de Europese traditie van sociale
gelijkheid te combineren met een toegenomen gevoeligheid voor economische prikkels. Al voor 2000
zijn de EFTA-landen volwaardig lid van de EG, terwijl de Centraal-Europese landen een speciale status
hebben gekregen. Op basis van het Europees Energiehandvest wordt al snel een pan-Europese energiegemeenschap
opgericht, die belangrijke initiatieven neemt op energie- en milieugebied. Tegen 2015
omspant de EG geheel Europa, met uitzondering
van de Europese republieken van het Gemenebest
van Onafhankelijke Staten, terwijl nieuwe initiatieven op gang zijn gekomen om Afrika te helpen bij
de economische ontwikkeling.
Het protectionisme van de Verenigde Staten en de
tendens tot strategische handels- en industriepolitiek elders, dragen bij aan de vorming van aparte
handelsblokken.
Als gevolg worden de mondiale
marktstructuren minder competitief en de technische ontwikkeling minder dynamisch.
Als gevolg van de trage groei en de omvangrijke handels- en begrotingstekorten
gaat tegen het einde van
dit decennium, naar aanleiding van een crisis op de
effectenbeurs, het vertrouwen in de Amerikaanse
economie verloren. Buitenlands kapitaal wordt teruggetrokken, de dollar raakt in een vrije val die slechts
door sterke renteverhoging gestopt wordt. De Amerikaanse economie raakt in een scherpe recessie, waarbij werkloosheid en armoede sterk toenemen. Naast
Canada is vooral Latijns-Amerika het slachtoffer want
de rentestijging maakt de schulden problematiek tot
een nieuwe schuldencrisis.
In de voormalige Sovjetunie leidt het afschudden
van de erfenis uit het verleden door middel van een
schoktherapie aanvankelijk in een sterke terugval
van de levensstandaard
en hoge werkloosheid. Terwijl sommige republieken een lange periode van
stagnatie doormaken, vertonen andere, vooral die
nabij West-Europa, een verrassend snel herstel. Een
bijzondere rol speelt hierbij de samenwerking met
de EG op energiegebied.
Transfer van technologie
en directe investeringen leiden tot produktievergroting in de energiesector en energiebesparing
in de
andere sectoren, en maken een substantiële export
van aardgas naar West-Europa mogelijk.
Ook de Centraal Europese landen vertonen een
voorspoedig herstel, mede doordat associatieverdragen met de EG alle belemmeringen
voor handelsen kapitaalbewegingen
uit de weg ruimen en de
weg vrij maken voor buitenlandse investeringen. Bovendien verleent de EG, in het kader van de Europese Energie Gemeenschap,
aanzienlijke financiële en
technische steun op het gebied van infrastructuur,
energie en milieu.
Na 2000 komt, na een zeer moeilijke aanpassingsperiode, ook in de Verenigde Staten een sterk herstel
op gang, hetgeen nieuwe impulsen genereert voor
de wereldeconomie
als geheel. De openheid van
het wereldhandelssysteem
wordt gerevitaliseerd, en
de bereidheid tot internationale samenwerking
neemt weer toe, waardoor ook de mondiale milieuproblematiek waar tot 2005 nauwelijks voortgang is
geboekt, weer een serieus punt van onderhandeling
wordt op de internationale agenda.
Mondiale crisis
Ondanks de optimistische start van de jaren negentig lijken de Verenigde Staten zich niet los te kunnen maken van de trends van de jaren tachtig. Tegelijkertijd blijkt dat in West-Europa de hoge
verwachtingen van Europa ’92 niet uitkomen. Alhoewel niet direct een duidelijke terugslag plaats vindt,
wordt het proces van economische vertraging langzaam in gang gezet.
Ook in Japan zet de trend van de jaren tachtig door
maar die is daar veel gunstiger. De vergrijzing wordt
opgevangen door toenemende participatie van vrouwen, uitbesteding van minder hoogwaardige pro-
ESB 13-5-1992
Tabel3a. Het ‘mondiale crisis’-scenario
Dominant perspectief
Regionale ontwikkeling
onevenwichtige
• Verenigde Staten en
West Europa
• Japan en Dae’s
• Afrika en Latijns Amerika
• Oost-Europa
voortzetting achterhaald beleid
trage groei
voortgaande opkomst
opnieuw een verloren decennium
nationalistisme en populisme krijgen
de overhand
Trends
• Technologie
• Demografie
gemiste kansen
de demografische ‘val’ sluit zich
Aids-crisis in Afrika
sterke migratiedruk
antagonisme neemt toe
geen leiderschap
ecoschok ten gevolge van
voedselcrisis
wijdverbreide honger
geremd door protectionisme en
rigiditeiten
• Samenwerking
• Wereldvoedselvoorziening
en milieu
• Internationalisering
marktstructuren
mix
en
Tabel3b. Kerngegevens mondiale crisis
W.N.Eur.a Am.
Jap.
O.Eur.
Dae
Derde
wereld
Tot.
Mutatie in procenten per jaar, 1990-2015
Beroepsbevolking
Bbp
Export van goederenb
Energievraag
0,2
1,8
3,1
0,9
0,8 – 0,3
1,7
3,0
2,8
5,0
0,7
1,9
0,6
-0,4
0,4
-0,5
2,2
3,2
3,3
1,8
2,2
3,7
1,7
20
12
1,7
5,0
6,3
100
100
3,5
Percentage, 2015
Aandeel in tot. produktie
Aandeel in tot. export
Index 2015, 1990
Energie-intensiteit,
COz-emissies,2015
=
27
37
26
14
16
6
6
18
7
18
79
117
79
122
77
139
97
87
100
2015
a. Bij de beroepsbevolking alleen de EG-landen.
b. Inclusief energie, inclusief intra-handel.
duktie aan ontwikkelingslanden,
en versterkte toepassing van arbeidsbesparende
technologie. Voor
de buitenwereld blijft Japan echter een ‘gesloten’
economie, die ‘op een oneerlijke manier’ concurreert.
De voortgaande opkomst van het Verre Oosten, samen met het Europese en Amerikaanse onvermogen
tot concurreren leiden tot een verdieping van de
spanningen op handelsgebied.
De belangrijke regio’s verworden tot antagonistische protectionistische blokken, met als gevolg dat marktstructuren
minder competitief worden en de diffusie van nieuwe technologie wordt vertraagd. Beide factoren leiden tot het inzakken van de economische groei, en
ook tot het volledig verdwijnen van samenwerking
op het terrein van de mondiale milieuproblematiek.
In deze omstandigheden
is het onmogelijk voor Afrika, Latijns-Amerika en delen van Azië om een behoorlijk groeipad te bereiken. Hongersnood, ont-
97
199
90
151
Tabel 4a. Het ‘evenwichtige groei’-scenarlo
evenwicht
Dominant perspectief
Regionale ontwikkeling
• Wereld
transitie naar duurzame groei
multipolaire groei, inclusief Mrika
socio- culturele inhaalmanoeuvre
integratie o.b.v. marktkrachten
• Japan
• West Europa
Trends
• Technologie
• Demografie
• Samenwerking
sterke dynamiek
snelle daling fertiliteit
om marktwerking te versterken
als reactie op mondiale uitdagingen
leiderschapsrol Westen
mondiale samenwerking
introductie mondiale COz-heffing;
financiële compensatie voor
ontwikkelingslanden
500/Ó
reductie van energieintensiteit
doorbraak naar duurzame energie
doorbreken van paradox van
honger temidden van overvloed
ongeremd
doorbraak GATI-onderhandelingen
• Milieu en energie
• Wereldvoedselvoorziening
• Internationalisering en
marktstructuren
Tabel4b. Kerngegevens evenwichtige groei, 1991-2015
W.- N.Eur.a Am.
Jap.
Mutatie in procenten perjaar, 1990-2015
Beroepsbevolking
0,5 0,9 0,0
Bbp
3,2 3,0 3,1
Export van goederenb
6,4 6,1 6,0
Energievraag
0,3 -0,4 0,5
Percentage, 2015
Aandeel in tot. produktie
Aandeel in tot. export
26
38
25
15
11
Index 2015, 1990-100
Energie-intensiteit, 2015
COz-emissies,2015
49
84
43
77
53
93
7
0.Derde
Eur. Dae wereld
0,6
2,7
5,4
-1,0
1,5
7,0
9,8
9
8
7
20
40
66
Tot.
2,2
5,2
7,0
2,8
3,6
6,8
22
12
100
100
51
71
1,6
1,0
52
74
a. Bij de beroepsbevolking alleen de EG-landen.
b. Inclusief energie, inclusief intra-handel.
bossing, ziekten en overstromingen doen zich in toenemende mate voor.
Een zelfde ongunstig beeld geldt voor Oost-Europa
en de voormalige Sovjetunie. Benodigde buitenlandse investeringen blijven uit, afzetmogelijkheden zijn
beperkt, en handelsbelemmeringen blijven bestaan.
Populistische leiders bieden ‘prettige’ oplossingen
die de problemen alleen maar verergeren, nationalistische en religieuze twisten nemen toe.
Er lijkt sprake te zijn van een neerwaartse spiraal.
Overal lopen de spanningen op, de meeste regionale economieën en het hele wereldsysteem worden
zeer fragiel. Te eniger tijd vindt dan een verstoring
plaats die het wereldsysteem op z’n grondvesten
doet schudden. Hoewel zo’n schok op veel terreinen plaats kan vinden is in dit scenario aangenomen dat het een voedselcrisis betreft tussen 2000 en
2005. De voedselcrisis als gevolg van misoogsten en
gepaard gaand met meer dan een verdubbeling van
voedselprijzen, wordt ervaren als een ‘ecoshock’;
sommigen schrijven het toe aan het broeikaseffect,
anderen aan de permanente verslechtering van de
kwaliteit van de landbouwgronden. Hierdoor wordt
een diepe mondiale recessie in gang gezet .
Enkele jaren na de acute crisis komen er tekenen
van economisch herstel, die in combinatie met de
herinnering aan de dramatiek van de crisisperiode
tot nieuwe initiatieven leiden om tot internationale
samenwerking te komen op terreinen als milieu,
energie en landbouw. De late reactie op de vele uitdagingen brengt echter veel extra kosten met zich
mee die regionaal en mondiaal het economisch herstelproces vertragen.
Evenwichtige groei
De sterke behoefte om tot een duurzame economische ontwikkeling te komen in combinatie met een
sterke technologische dynamiek domineren in het
‘balanced groWth’-scenario. Er komt een nieuw politiek-economisch paradigma tot stand dat de sterke
elementen van het vrije markt- en het coördinatieperspectief met elkaar in evenwicht brengt. Dit paradigma kan worden geassocieerd met de rationele
wereld van het evenwichtsperspectief.
In de jaren negentig corrigeren de belangrijke industriële blokken hun voornaamste zwakten. De Amerikaanse overheid reduceert het begrotingstekort, verbetert de kwaliteit van het onderwijs en de infrastructuur terwijl het Amerikaanse bedrijfsleven de
bedrijfscultuur wijzigt. West-Europa slankt de welvaartsstaat af, legt meer nadruk op financiële prikkels, vermindert rigiditeiten en bevordert concurrentie. Japan stelt zich open voor de wereldeconomie
verhoogt de welvaart door de inefficiënte beschermde sectoren te liberaliseren. Tegelijkertijd komen
hervormingsprocessen tot stand of worden ze versterkt in regio’s als Latijns-Amerika, de voormalige
Sovjetunie, India en China. Als gevolg van dit alles
trekt de wereldwijde economische groei in de tweede helft van de jaren negentig sterk aan.
De positieve ontwikkelingen stimuleren een open en
coöperatieve houding op internationaal niveau. Een
doorbraak in GATT-onderhandelingen vormt een stimulans voor de economische groei doordat geprofiteerd kan worden van specialisatie en dynamische
schaalvoordelen, terwijl door concurrerende marktstructuren de innovatie bevorderd wordt. De opwaartse spiraal maakt het ook mogelijk dat Afrika en
het voormalig Oostblok uit het slop raken. De economische doorbraak in de ontwikkelingslanden leidt
tot een snelle daling van de fertiliteit, en daarmee tot
een vertraging van de bevolkingsgroei.
Het belang van het coördinatieperspectief bij evenwichtige groei komt niet alleen tot uitdrukking in de
bijstellingen van beleid en houding in de Verenigde
Staten, maar vooral ook op internationaal niveau.
Naast het succes in de GATTkomen ook verdergaande ontwapeningsakkoorden tot stand en een internationaal verdrag ter inperking van de COz-uitstoot.
Op voorstel van de OESO-landen wordt een COz-belasting doorgevoerd als een soort verzekering tegen
de mogelijke schadelijke gevolgen van het broeikaseffect. De medewerking van de ontwikkelingslanden
wordt verkregen door tegenover de economische na-
delen van het invoeren van de heffing een toename
van de ontwikkelingshulp te stellen die vooral gericht wordt op gebieden als energie, landbouw, infrastructuur, watervoorziening en onderwijs en, in een
aantal gevallen, op verlichting van schulden. Landen
die niet mee willen werken worden bedreigd met reductie van bestaande ontwikkelingshulp en verhoging van invoerrechten. Onderdeel van het verdrag
is ook een programma om de vernietiging van tropische oerwouden stop te zetten en tot herbebossing
over te gaan. De opbrengst van de C02-belasting
die, bij een heffing die geleidelijk oploopt tot een
equivalent van $ 20 per vat olie, oploopt tot zo’n
3,5% van het wereld-bnp, komt in de nationale schatkisten en wordt veelal gebruikt om andere belastingen te verlagen; de Verenigde Staten gebruiken de
opbrengst mede om het begrotingstekort om te zetten in een begrotingsoverschot.
Het samenspel van de C02-belasting, de concurrerende marktverhoudingen
en de dynamische technische ontwikkeling leiden tot sterke prikkels om tot
energiebesparing
over te gaan, te switchen naar
aardgas en om bronnen van vernieuwbare energie
te ontwikkelen en te introduceren. Bij gevolg
wordt de energie-intensiteit van de produktie gehalveerd met slechts geringe negatieve gevolgen voor
de groei van de wereldeconomie
(ca. 0,25 tot 0,5%
per jaar). Samen met programma’s ter bestrijding
van ontbossing en ter stimulering van herbebossing
leidt dit beleid ertoe dat de totale C02-uitstoot in
2015 met 25% is verminderd ten opzichte van 1990.
Hiermee is een aanzienlijke bijdrage geleverd aan
de bestrijding van talrijke mondiale milieuproblemen.
Doordat in het kader van het C02-verdrag ook op
de landbouw gerichte hulp beschikbaar komt, blijkt
bij evenwichtige groei een verdubbeling van de
voedselproduktie mogelijk met relatief bescheiden
prijsstijgingen. Door het multi-polaire karakter van
de economische groei in dit scenario, verliest de paradox van honger temidden van overvloed hier geleidelijk aan betekenis.
Het ‘global shift’- en ‘Europese renaissance’-scenario hebben een duidelijk regionale karakteristiek, en
verkennen mogelijk uiteenlopende ontwikkelingen
in de grootste twee economische blokken: West-Europa en Noord-Amerika. De boodschap is dat beide
blokken kwetsbaar zijn, zij het op tegengestelde
gronden, en dat de positieve en negatieve uitstralingseffecten van hun economische ontwikkeling op
de nabij gelegen zwakkere regio’s zeer groot kunnen zijn.
In de column in dit nummer van ESB is verwoord
hoe scenario’s gebruikt kunnen worden bij de voorbereiding van lange-termijnbeleid. In Scanning the
fut ure zijn enkele voorbeelden van het gebruik van
gebruik van scenario’s verder uitgewerkt.
Ben Geurts
André de Jong
Gerrit Zalm
Slot
In de scenario’s is de informatie van de welvaartscirkel, de sterkte/zwakte-analyse
en de lange-termijntrends gecombineerd. Op die manier zijn er vier impressies gegeven hoe dit in de toekomst zou
kunnen uitwerken.
Het ‘evenwichtige groei’-scenario is het meest optimistisch. Het laat zien dat een groei van de wereldeconomie met ruim 3,5% per jaar, die ecologisch verantwoord is en alle delen van de wereld omvat,
toch een realistische mogelijkheid is. Wegens de ingrijpende veranderingen die hiervoor nodig zijn,
zowel regionaal als mondiaal, zal dit scenario echter
niet gemakkelijk werkelijkheid worden.
Het ‘mondiale crisis’ scenario is de, evenzeer realistische, tegenhanger van ‘evenwichtige groei’. Het verkent de risico’s en gevaren van een onbedoelde verwaarlozing en een te late reactie op de regionale en
mondiale problemen, vooral door de ontwikkelde
wereld. Het scenario schetst hoe de wereld terecht
kan komen in een situatie van wijdverbreide ellende, een ecocrisis, die slechts tegen zeer grote economische en non-economische kosten gecorrigeerd
kan worden.
E5B 13-5-1992
4n