Economen aan het woord
W.J. de Ridder
Er is iets mis met het vak economic.
Het is ook mogelijk dat er iets mis is met
degenen die het vak beoefenen, terwijl
het niet ondenkbaar is dat er met de
economie zelf iets niet in orde is. In
ieder geval voelen maar weinigen zich
na hun studie economie nog lange tijd
‘economist’, velen zien hun opleiding
als een goede algemene ontwikkeling
en vertonen weinig bereidheid om de
prestaties van hun professionele vakgenoten te blijven volgen.
De gevolgen zijn niet uitgebleven.
Nederlandse wetenschappelijke tijdschriften op dit vakgebied zijn noodlijdend, beroepsverenigingen hebben relatief weinig leden, al mag met name de
Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde zich in een opmerkelijke groei van haar ledental verheugen.
In de politiek lijken gelegenheidseconomen meer invloed te hebben dan vakgenoten. Triest hoogtepunt zijn de jaarlijkse commentaren op de Miljoenennota en de Macro Economische Verkenning. In een poging zich van anderen te
onderscheiden worden doorgaans elkaar tegensprekende hooggeleerde
commentaren verstrekt, helgeen de politiek een vrijbrief geeft om de wetenschapsbeoefenaren te negeren en het
publiek met lege handen laat.
Een bevestiging van het bovenstaande Vind ik in het initiatief van de ‘Economen voor vrede’ om een Nederlandse
afdeling op te richten van de Amerikaanse ‘Economists against the arms
race’. Aan deze activiteit is niet alleen
de naam van prof. Tmbergen verbonden, ook andere Nobelprijswinnaars
geven er hun steun aan. Een actuele
vraag die de initiatiefnemers in dit verband stellen is of de economische wetenschap een zinvolle bijdrage kan leveren aan het vraagstuk van de herallocatie van militaire middelen naar meer
produktieve bestedingen. Naar mij
voorkomt, is de omvang van dit initiatief
beperkt. Terwijl rond het wereldklimaatvraagstuk netwerken zijn ontstaan
waarin vele miljoenen dollars worden
uitgegeven, er op vele medische terreinen grootschalig internationaal onderzoek plaatsvindt, genieten economen
blijkbaar zo weinig vertrouwen dat zij
van fondsen van enige omvang zijn uitgesloten.
Toch valt op dat veel afgestudeerden
in de economische wetenschappen
hoge maatschappelijke posities bereiken. Ook in het bedrijfsleven zijn het niet
zelden economen die de topfuncties bekleden. Zij beschikken over veel kennis
ESB 25-4-1990
om ordening aan te brengen in economische verschijnselen en zij zijn meesters in het afwegen van economische,
sociale en politieke argumenten. Zij dragen evenwel geen bouwstenen aan
voor theorievorming in de economie en
daarmee ontberen economisten de mogelijkheid om deze empirie zodanig te
behandelen dat het vak een betere aansluiting krijgt bij de praktijk.
Er gloort licht in de tunnel. Er dient
zich een aantrekkelijke wijze aan om
het “Economen, verenigt U” te proclameren. Het ligt voor de hand dat deze
kans ligt in de informatie- en communicatietechnologie die zich in hoog tempo
ontwikkelt. Als gevolg hiervan ontstaan
op vele werkplekken ‘intelligente omgevingen’. Door koppeling van computers
(pc’s) via de telefoonlijn komt er op eenvoudige wijze toegang tot databanken.
Met giro-tel en bank-o-maat wordt een
terrein betreden dat moeilijk geavanceerd kan worden genoemd. Voor postorders en boodschappendiensten geldt
hetzelfde. Maar de computer-hobbyisten hebben reeds het voortouw genomen bij de ontwikkeling van informatiesystemen die zijn gericht op deskundigheidsbevordering. Zij zijn thans de grote
gebruikers van zogenaamde bulletinboards, waarvan er in Nederland ruim
200 actief zijn1. Een aantal is gericht op
mensen met dezelfde hobby. Zo zijn er
bulletin-boards voor genealogie, koken
en science-fiction. De NCRV heeft een
board met teksten van radio- en tv-programma’s. Voor beroepstoepassingen
is het ‘Nurse-net Nederland’ een goed
voorbeeld. Dit is opgericht voor verpleegkundigen. Het bevat niet alleen de
aankondiging van medische conferen-
ties, maar ook ervaringen van verpleegkundigen met behandelmethoden,
complete standaard verpleegplannen,
verpleegkundige software, overzichten
van literatuur en voor de vrije uren een
op neurologie gebaseerd computerspel. In het welzijnswerk wordt momenteel gestudeerd op toepassingen die
onder meer in de Verenigde Staten succesvol zijn gebleken met het wereldwijd
opererende CUSS-net (Computer User
Social Services).
Er is niet veel inventiviteit nodig om
in te zien dat een bulletin-board voor
economen ook tot de mogelijkheden
behoort. Mijn voorkeur gaat uit naar toepassingen op het terrein waarop zij zo
slecht scoren, te weten de politiek. Economen zitten immers bij alle organisaties van enig belang en beschikken over
de relevante informatie over ons economische systeem. Een wereld vol gegevens ligt open. De relatie van loonvorming en inflatie, investeringsinspanning
en werkgelegenheid, export en winstgevendheid kan nu worden onderzocht
binnen de denkwereld van de besluitvormers in onze samenleving. Als gevolg hiervan kunnen politieke beslissingen op hun uitwerking worden getest,
alvorens zij worden genomen.
Dat deze inspanning tot de conclusie
zal leiden dat de economie niet aan de
veronderstelde wetmatigheden gehoorzaamt en dat er iets met de economie
zelf niet in orde is, zal bij weinig afgestudeerden opzien baren. Zij danken hieraan immers hun arbeidsplaats.
1. R. Mendel, Bulletin-boards in het welzijnswerk, brochure in de reeks Kijk op Techniek,
KM-SMO, 1990.
371