Conjunctuurbericht
augustus 1986
Centraal bureau voor de statistiek*
Met voorseizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de industriele produktie was injuninagenoeg even
groot als in mei. Vergeleken met de overeenkomstige maand van 1985 daalde de bedrijvigheid in juni
met 1%; het produktievolume van de nijverheid (excl. bouwnijverheid) nam met 2% af. Met volume van
de in- en uitvoer van goederen nam in het tweede kwartaal, vergeleken met het overeenkomstige tijdvak
van 1985, met respectievelijk 6,5% en 4,5% toe. Deze volumestijgingen zijn de resultante van afnemende waardecijfers en nog sterker dalende prijzen. De binnenlandse consumptie, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, steeg in juni met 2% en over het gehele tweede kwartaal met 3%, beide ten
opzichte van de overeenkomstige per/ode van het voorgaand jaar. Evenals in de drie voorgaande kwartalen werd de grootste toename gemeten bij de consumptie van duurzame goederen. Het prijsindexcijfer
van de gezinsconsumptie daalde tussen midden juli 1985 en midden juli 1986 met 0,7%. Dit was de
eerste keer in ruim 25 jaar dat zich, bij vergelijking met de overeenkomstige maand van het voorgaand
jaar, een dating voordeed. Vo/gens cijfers van hetMinisterie van SocialeZaken en Werkgelegenheid nam
tussen eind juni en eindjuli de geregistreerde werkloosheid met 3 000 personen toe. Zowel de rente op
de kapitaalmarkt als die op de geldmarkt daalde in juli verder. Het volume van het bruto binnenlands
produkt nam in het eerste kwartaal met 1% af ten opzichte van het overeenkomstige tijdvak van 1985.
Dit blijkt uit gegevens die medio augustus beschikbaar waren. De Focus geeft de ontwikkeling van enkele
belangrijke indicatoren in het eerste half jaar van 1986.
Het volume van de industriele produktie was in juni, voor
seizoeninvloeden gecorrigeerd, nagenoeg even groot als in
mei. Gemiddeld over het tweede kwartaal nam de produktie
met ruim 1% af ten opzichte van het gemiddelde over
de eerste 3 maanden van 1986.
Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeerd)
120-
[Al
110-
J_L
A
A
S
0
N
D
19B4
J
F
M
A
M
J
J
1985
A
S
O
N
D
J
I
F
M
A
M
J
J
1986
Vergeleken met juni 1985 nam in juni het volume van de
gemiddelde dagproduktie in de Industrie met ruim 1% af.
Het is voor het eerst dit jaar dat het maandcijfer van de
produktie onder het niveau van de overeenkomstige maand
van het jaar daarvoor komt. De daling werd met name veroorzaakt door een afnemend produktieniveau in de basismetaalindustrie, de chemische Industrie en de textiel-, kleding-en lederindustrie. Alleen indeaardolie-industriewerd
ESB 27-8-1986
opnieuw een forse toename van de bedrijvigheid gerealiseerd. Evenals de industriele produktie daalde in juni ook
de produktie in de bedrijfstakken delfstoffenwinning en
openbare nutsbedrijven. Doordeze ontwikkelingen nam de
gemiddelde dagproduktie in de nijverheid (exclusief de
bouwnijverheid) af, en wel met 2%. Desondanks was het
produktievolume in het tweede kwartaal van 1986 van
zowel de Industrie als de nijverheid 1% groter dan in het
overeenkomstige kwartaal van 1985, met name door de
groei in de maand april.
De conjunctuurtest over juni geeft een, ten opzichte van de
vorige maand, onveranderd indexcijfer van de orderpositie.
Vergeleken met juni 1985 nam de index met 3 punten toe.
De beoordeling van de orderontvangst en de grootte van
de voorraden eindprodukt door de ondernemers in de industrie bleef in juni ten opzichte van de voorafgaande
maand nagenoeg ongewijzigd.
Uit de kwartaalvragen bleek dat de bezettingsgraad in juni
een punt hoger lag dan bij de drie voorgaande peildata. Van
de ondernemers verklaarde in juni 78% geen produktiebelemmeringen te hebben ondervonden; 12% ondervond
produktiebelemmeringen als gevolg van onvoldoende
vraag, 2% als gevolg van een tekort aan arbeidskrachten en
eveneens 2% als gevolg van een te geringe technische
capaciteit, terwijl 6% andere oorzaken meldde. Op dit punt
deden zich geen noemenswaardige veranderingen voor ten
opzichte van de vorige twee kwartalen. De ondernemers
verwachtten dat het aantal werknemers het komend half
jaar enigszins zal toenemen.
Het volume van zowel de invoer als de uitvoer van goederen
was injuni 6% groter dan in de overeenkomstige maand van
1985. De forse waardedalingen (-15% resp. -11%) werden
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
‘ Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen van het CBS.
841
nog ruimschoots overtroffen door de prijsdalingen (invoer
-20%,
uitvoer -16%).
De cijfers van de in- en uitvoer per maand fluctueren sterk.
Kwartaalcijfers geven een beter beeld van de ontwikkeling.
Gemiddeld over het tweede kwartaal nam het volume van
de invoer van goederen ten opzichte van het overeenkomstige tijdvak van 1985 met 6,5% toe. In het eerste
werden meer dan gecompenseerd door de dalende gas- en
kwartaal daalde de invoer nog met 1%. De import van
goederen (-16,5%).
grondstoffen en halffabrikaten (de grootste invoercategorie) steeg in het tweede kwartaal met 9%, de sterkste
groei die in de laatste 6 kwartalen geregistreerd werd. De
invoer van consumptiegoederen nam eveneens met 9% toe.
Voor een accres op kwartaalbasis van deze grootte moet bij
deze categorie tot 1978
elektriciteitstarieven en de prijsdalingen bij kleding, schoeisel en benzine.
Ook bij de producentenprijzen van de Industrie deden zich
aanzienlijke prijsdalingen voor. Vergeleken met mei 1985
lagen in mei de prijzen 12,0% lager. Met name daalden hier
de prijzen van de naar het buitenland afgezette industriele
Prijsindex gezinsconsumptie
Indexcijlers 1980 * 100
worden teruggegaan. Het volume
van de import van investeringsgoederen groeide met 6%;
de invoer van algemene goederen (voornamelijk brandstoffen) daalde echter, en wel met 9%.
Het uitvoervolume van goederen nam, gemiddeld over het
tweede kwartaal, met 4,5%
toe. In het eerste kwartaal
daalde de uitvoer ten opzichte van de overeenkomstige
periode van 1985 nog met 1%. De uitvoer van fabrikaten,
die het grootste deel van de export uitmaken, steeg in het
tweede kwartaal met 6%. Binnen deze groep bleef de groei
van het uitvoervolume van metaalprodukten opnieuw ver
achter bij het gemiddelde. De hoeveelheid uitgevoerde
aardolieprodukten nam sterk toe (18%
t.o.v. het tweede
kwartaal van 1985); de prijs daalde met bijna 50%.
voervolume van de delfstoffen daalde met 13%,
nam in het tweede kwartaal met een kwart af.
Het uitde prijs
De consumptieve bestedingen van gezinnen, gecorrigeerd
voor prijsveranderingen, namen in juni ten opzichte van juni
1985 met 2% toe. In het tweede kwartaal van 1986 lag de
consumptie op een niveau dat 3% hoger was dan in het
overeenkomstige tijdvak van 1985. Hiermee overtreft het
niveau van de consumptie het peil van het tweede kwartaal
van 1980 en bereikt het hoogste niveau dat ooit in een
tweede kwartaal werd gemeten. Van de onderscheiden
categorieen was het groeipercentage van de consumptie
van duurzame goederen met 5% opnieuw het hoogst. Het is
voor het derde achtereenvolgende kwartaal dat een accres
van deze omvang wordt gemeten. Ondanks deze voortdurende stijgingen bleef het niveau van de consumptie van
duurzame goederen nog zo’n 15% onder het peil van het
tweede kwartaal van 1979, toen het topniveau voor dit
tijdvak werd gemeten (zie grafiek). De consumptie van
voedings- en genotmiddelen in het tweede kwartaal nam
met 1% toe; het volume van de bestedingen aan de overige
goederen en diensten steeg met 2%.
De daling van het aantal faillissementen zette zich ook in juli
voort. Ten opzichte van juli 1985 werden 78 faillissementen minder uitgesproken.
De geregistreerde werkloosheid nam, gecorrigeerd voor
seizoeninvloeden, tussen eind juni en eind juli met 3 000
personen toe en kwam daarmee op 713 300. Deze cijfers
worden op basis van de registraties van de arbeidsbureaus
samengesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid.
De rente op de kapitaalmarkt, gemeten aan het rendement
op staatsobligaties, daalde in juli (en in de eerste weken van
augustus). Na de forse stijging van de daggeldmarktrente in
mei daalde deze in juli voor de tweede achtereenvolgende
maand en bereikte een gemiddeld niveau van 6,1%.
In het eerste kwartaal was het volume van het bruto binnenlands produkt (BBP) 1% kleiner dan in de overeenkomstige
periode van het jaar daarvoor. Het BBP is de som van alle in
Nederland in het produktieproces gecreeerde waardetoevoegingen. Het volume van het bruto nationaal inkomen
(BNI) steeg met 2%, dankzij een naar verhouding forse ruilvoetwinst onder invloed van de depreciatie van de dollar en
de daling in de aardolieprijzen.
Consumptie duurzame goederen (volume)
Bruto Binnenlands Produkt (volume)
105
Indexcufers I960 – 100
’77
III
II
1982
I
II
III
19 B3
IV
I
II
III
1984
IV
I
11
III
19 B5
IV
I
II
1986
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen
midden juni en midden juli met 1,0% gedaald. Ten opzichte
van juli 1985 was er een daling van 0,7%.
Een dergelijke
daling heeft zich de afgelopen 25 jaar niet voorgedaan.
De huurverhoging per 1 juli en de gestegen portotarieven
842
’80
Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in feeder/and
Procentuefe mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1979/83
gemidd.
1984
1985
1985
1986
1986
2e kw. 3e kw. 4« kw. 1e kw. 2e kw. Jan.
febr.
mrt.
apr.
mei
juni
-2
-3
-2
-24
3
6
17
3
2
1
8
4
6
0
-1
-7
-8
6
5
1
0
66
8
-8
-3
43
37
-3
16
-7
16
3
1
15
-2
-1
0
6
11
13
16
7
4
8
10
8
16
10
-18
-2
-4
-14
juli
1. VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
DeKstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Aardolie-industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
Buitenlandse hande/ /goederen/
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer. totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
-1
-6
0
2
-4
-1
-9
2
5
-5
-1
2
-1
2
3
-1
-2
-1
-3
3
2
5
-8
2
5
-2
-1
3
3
1
Fabrikaten
Voedings- en genotmiddelen
Textiel en kleding
Aardolieprodukten
Chemische produkten
Metaalprodukten
Overige fabrikaten
5
2
6
3
0
4
8
3
2
2
4
9
4
-4
8
2
7
1
4
15
8
6
5
-6
7
12
2
14
-15
6
5
-2
7
6
11
1
9
9
8
2
-3
6
3
2
-10
3
2
3
3
2
4
-12
0
11
3
0
-8
2
1
4
17
1
1
4
2
4
2
0
0
-2
7
-2
3
2
5
-9
_2
13
3
0
-9
6
1
-4
0
-4
7
2
0
-5
8
4
6
4
6
28
3
4
-1
-11
3
3
2
4
4
-3
3
6
1
-2
4
2
23
3
1
7
-9
-4
24
18
-1
-4
6
1
9
9
6
-9
4
5
-13
0
4
-1
1
8
2
6
16
1
5
-10
-5
0
9
4
3
8
3
3
6
6
5
2
5
4
2
9
4
9
4
12
9
9
11
13
32
0
-2
6
-21
2
1
1
2
1
1
2
1
3
2
4
5
5
3
4
17
3
-1
7
-1
-1
0
-5
-20
7
5
-2
5
8
3
1
5
0
7
4
4
13
22
5
23
23
5
1
1
6
2
6
1
1
5
4
1
-2
5
9
20
-17
14
-5
5
1
6
5
2
3
6
0
2
14
-27
7
8
2
-7
-2
5
-5
4
0
7
-11
11
17
17
17
14
-6
-5
-33
-3
-7
-8
21
-5
-9
-6
3
1
2
1
4
2
0
3
3
3
3
4
6
18
6
1
3
3
5
3
1
5
3
6
9
2
2
0
10
3
1
2
-1
3
-1
-6
9
-4
5
6
3
3
8
8
4
6
3
1
14
17
6
11
8
10
6
-6
-46
15
-10
2
6
2
-4
-4
30
-1
-4
4
4
21
8
0
11
Consumptieve bestedingen van gezinnen
Voedings- en genotmiddelen
-1
0
Duurzame Consumptiegoederen
-4
-2
-2
2
0
0
2
5
0
3
0
-4
-1
0
-1
1
8
2
1
2
0
4
9
3
1
1
1
14
3
1
2
0
3
10
2
2
-4
-4
4
4
3
3
-6
-3
-4
-3
15
2
-2
6
2
3
13
-5
5
6
6
12
Binnenlandse consumptie. totaal
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten
0
0
2
2
4
4
2
-1
9
2
2
2
5
-20
-16
0.2
-0,7
0,9
1,6
-27
-26
13
30
-27
11
37
-7
32
-18
6
1
tnvesteringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Nijverheid
Exploitatie van woningen
Overige bedrijven
Overheid
-4
4
2
6
4
11
16
-2
-2
10
1
-2
0
10
5
8
7
-5
-8
-8
2. PRIJZEN
Producentenprijzen landbouw. tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Dollarkoers, contante notering
1
6
-1
1.0
1
1
8
3.3
0,3
2
2.3
1,1
3
5,6
0
8
8
5,6
2
0
0
2.5
-1
0,2
5
2
0
4
2
2,5
1,0
-0,1
2,3
1,3
-1,9
-3
-3
-2,5
3
-4
-2
1,7
1,4
-1,9
-15
-6
_5
-8,0
5
-13
-9
1.2
1,1
-6.5
0,9
-0,3
1,4
1.1
-0,4
-27
-23
-6
-8
-7
-9.6 -11,9 -12,1 -12,0
6
6
4
7
-17
-13
-18
-20
-8
-12
-14
-14
0,7
0,6
0.5
1,2
1,0
1,0
0,9
0,7
-0,4
-0.4
-1,2 -1,2
-29
-32
-27
-29
10
33
-15
12
36
-34
25
-31
25
-27
31
-11
109
-6
6
107
109
-14
6
108
-10
109
-10
6
85
109
-12
7
-13
-13
6
6
7
109
-9
7
-5
734
-5
717
-5
739
-5
-5
-6
733
730
723
-5
718
710
4
29
6
6
6
6,0
6,8
4
13
5
6
5
5,7
6,5
4
4
31
5
6
3
5,5
6,2
12
9
-1,4
12
-1,0
4
-22
27
-19
-4
29
-13
-10
0
10
22
32
-9
35
-16
83
100
-11
9
85
105
-9
4
85
104
84
107
-10
3
84
107
-9
-2
7
1
-2
0
-1
1
-4
822
761
768
1
-3
760
741
5
5
9
4
4
8
7
9
9
6
11
8
6
6.1
29
7
7
8
5,8
6,7
-15
0.4
4
18
14
-0,4
-28
5
-19
4
-9
-6
3. OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen ‘
ANP-CBS beursmdex
Uitgesproken faillissementen
(in %)
Conjunctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten ‘
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten
(in %)
Arbeidsmarkt
Werkzame personen in de Industrie
Aantal werkloosheidsuitkeringen
2
Geregistreerde werklozen
(x 1000)
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
8
-6
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
1
2
-3
33
508
(in %)
(in %)
7
6
10
8,7
9.7
3
0
8
6
11
5,8
8,0
10
8
7
10
6,3
7.3
-9
3
6,9
7,4
7,0
3
30
-12
5
7
12
5,8
7.0
12
29
-31
84
108
23
6,1
6,3
5
52
10
8
14
5,7
6,8
9
10
-4
713
27
6
9
2
6,6
6,4
6,2
6,4
6,1
6,2
Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Seizoengecorrigeerde cijfers (bran: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
ESB 27-8-1986
843
Tabel 2.
Recente ontwikkelingen in het buitenland
1984
1985
1985
e
2 kw.
Produktie nijverheid1
(volume)
1986
e
3 kw.
4″ kw.
e
1986
1 kw.
e
2 kw.
Jan.
apr.
febr.
juni
juli
% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
3
2
3
1
3
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
-1
-1
1
12
11
Verenigde Staten
Japan
Buitentand (gewogen)3
Nederland
3
-3
5
-2
Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
2,4
6,4
7,7
5,0
10,8
2,2
4,9
5,8
6,1
9,2
2,5
5,3
6,5
7,0
9,4
2,2
4,7
5,7
6,4
9,1
1,8
4,1
4,8
5,5
8,9
0,7
2.5
3,5
5,0
7,5
-0,2
1,3
2.4
2,8
6,2
1,3
3,5
4,2
5,6
8,2
0,7
2,5
3,4
5,1
7,3
0,1
1,5
3,0
4,3
7.0
-0,2
1,5
2,6
3,0
6,5
-0,2
1,1
2,3
4,8
6,1
-0,2
1,2
2,3
2,5
6.0
Verenigde Staten
Japan
4,2
2,3
3,6
2,0
3.7
2,0
3,4
2,1
3,5
2,0
3,1
1,4
1.6
3,9
1,4
3,2
1,8
2,2
1,1
1,6
0,9
1,5
1,1
1,8
0,5
Nederland
3,3
2,3
2.5
2,3
1,7
1,2
0,4
1,4
1,2
0,7
0,6
0,5
-0,5
0,6
0,2
5,8
Bran voor gegevens buitenland: Eurostat.
1
Excl. bouwnijverheid. 3 Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1984.
Focus:
De eerste zes maanden van 1986
Van een aantal indicatoren zijn de gegevens over het eerste
halfjaar van 1986 bekend.
Het volume van de industriele produktie was in het eerste
halfjaar ruim 2% groter dan in de overeenkomstige periode
van het vorige jaar. De gemiddelde groei in de eerste drie
maanden overtrof duidelijk de stijging in het tweede kwartaal. Aan de halfjaarlijkse groei leverden vooral de aardolieindustrie, de papier- en grafische industrie, de hout- en
bouwmaterialenindustrie en in mindere mate de elektrotechnische industrie een positieve bijdrage. In de chemische industrie nam de bedrijvigheid in beide kwartalen
af.
Het invoervolume van goederen steeg in het eerste halfjaar
met 2,5%. Deze stijging bleef achter bij de forse groeicijfers
over de voorgaande halfjaarlijkse perioden. In het eerste
kwartaal van 1986 bleef de invoer zelfs achter bij die van de
overeenkomstige periode van het voorgaand jaar. De
laatste keer dat bij deze wijze van vergelijken een daling
werd geregistreerd, was in het eerste kwartaal van 1982.
Aan de bestedingenkant lijkt de tendens van verschuiving
Volume-ontHikkelingen: halfjaarlijkse
van buitenlandse naar binnenlandse vraag, die in de loop
van 1985 zichtbaar werd, zich ook in de eerste helft van
1986 door te zetten. In het eerste halfjaar van 1986 overtrof het groeicijfer van de consumptie dat van de uitvoer.
Bezien over een periode van een halfjaar is dit de laatste vijf
jaar niet meer het geval geweest.
De halfjaarlijkse groeicijfers van de uitvoer bleven voor de
vijfde achtereenvolgende keer achter bij die van de invoer.
Van de investeringen zijn zojuist de gegevens over
het eerste kwartaal bekend geworden. Het volume
van de bruto investeringen in vaste activa was in het
eerste kwartaal van 1986 2% groter dan in de eerste
drie maanden van 1985. Voor de sector bedrijven
werd een stijging van 4% geregistreerd. Opnieuw
kenden binnen deze sector de investeringen in de
nijverheid de sterkste groei (11%). De sector overheid
investeerde in het eerste kwartaal 8% minder dan in
dezelfde periode van 1985.
groeicijfers
Procentuele mutaties t . o . v . de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar
Produktie
(industrie)
Consumptie
1984 le
2e
1985 le
2e
1986 le
(gezinnen)
1984 le
1985 le
2e
1986 le
Invoer
2e
(goederen)
Uitvoer
1984 le
2e
1985 le
2e
1985 le
1986 le
(goederen)
1984 le
2e
1986 le
2e
-2
844
-2