Ga direct naar de content

Voortgaand herstel

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 2 1985

Voortgaand herstel
Zoals elk jaar had 1984 zijn zonzijden en schaduwkanten. Met de internationale conjunctuur ging het goed, met
de nationale niet slecht. In sommige delen van de wereld
ging het economisch gezien uitstekend (de VS, Japan), in
andere wat minder (de Europese Gemeenschap), weer elders ging het bedroevend slecht (de meeste Afrikaanse
landen). Hetzelfde gold voor sectoren en bedrijven: er
waren er die groeiden als kool (vooral in de automatiseringsbranche), terwijl andere in de problemen raakten
(melkveehouderij). Ook waren er maatschappelijke groeperingen die er financieel op vooruit gingen (werkenden
in de marktsector), terwijl andere een stap terug moesten
doen (uitkeringsgerechtigden). Hoe men het jaar 1984 per
saldo beoordeelt, hangt af van de positie die men inneemt. Het maakt verschil uit of men producent is of consument, ambtenaar of industrie-arbeider, of men haring
vist of makreel en ofmen De Vries heet of Van Dijk. Maar
enkele hoofdlijnen zijn wel aan te geven.
Voor de internationale conjunctuur was 1984 een uitstekend jaar. De groei van het bruto nationale produkt in
de OECD bedroeg – reëel – 4%070. De wereldhandel
nam met 9% in volume toe. De werkgelegenheid breidde
zich met 5 miljoen nieuwe banen uit. De inflatie was zeer
laag. Gemeten naar deze maatstaven was 1984 in economisch opzicht het beste jaar sinds de omslag van 1973. En
volgens de OECD kan de expansie voorlopig nog doorzetten, zij het in een duidelijk lager tempo dan in het afgelopenjaar I). Wel zijn er verschillende zaken die zorgen baren. De Amerikaanse begrotings- en betalingsbalanstekorten, de nog steeds hoge reële rente, de overgewaardeerde dollar, het zwakke herstel in Europa, het internationale schuldenprobleem en de steeds hoger oplopende
handelsperikelen werpen schaduwen over al te groot optimisme. Maar over het geheel genomen staat de barometer
voor de wereldeconomie nog op goed weer. Na jaren van
bewolking en neerslag, waarin de lucht maar niet wilde
opklaren, is dat al heel wat.
1984 was ook een goed jaar voor het internationale
schuldenvraagstuk. De sterke groei van de wereldhandel
heeft de financiële dwangpositie van de belangrijkste
schuldenlanden wat verlicht. Mexico is er in geslaagd met
het internationale bankwezen een langlopende schuldherstructureringsovereenkomst af te sluiten. Andere landen
zijn zover nog niet en wringen zich nog in bochten om onder de aanpassingsprogramma’s van het IMF uit te komen, maar als het economische herstel doorzet moet een
geleidelijke oplossing van de schuldproblemen bereikbaar zijn. Daarmee zou een belangrijke bedreiging voor
internationale economische en financiële stabiliteit zijn
weggenomen.
Een nieuwe dreiging steekt echter de kop op op het gebied van de internationale handel. In dit opzicht was 1984
géén goed jaar. Weliswaar nam het wereldhandelsvolume
zeer sterk toe, maar dit gold eveneens voor de neiging tot
protectionisme. Vooral in de VS leidde de invasie van buitenlandse producenten op de binnenlandse markt tot een
roep om beschermende maatregelen”;vaartegen niet voldoende weerstand werd geboden. De recerite problemen
met de export van stalen buizen uit de EG naar de VS waren het jongste voorval in een groeiende reeks die de
steeds grimmiger wordende handelsbetrekkingen ken-

ESB 2-1-1985

merkt. Langzamerhand dreigt een klimaat te gaan ontstaan waarin de Verenigde Staten, de Europese Gemeenschap en Japan de vrije handel eendrachtig de nek omdraaien. Voortgaan op deze weg houdt een regelrechte
aanslag op de internationale welvaart in.
1984 was ook geen glorieus jaar voor de Europese Gemeenschap. De Europese verkiezingen, die de Europese
burger meer bij het Europese gebeuren hadden moeten
betrekken, werden een flop. Mooie woorden en goede bedoelingen liepen op muren van nationalisme stuk. Intussen bedroeg de economische groei in de Gemeenschap in
1983en 1984nog niet de helft van die in de Verenigde Staten en Japan. De ontwikkeling van de werkloosheid was
navenant: een daling in de VS en Japan, tegenover een
stijging in Europa. In het communautaire beleid waren
vrijwel de enige grenzen die werden overschreden, financiële grenzen. De nieuw aangetreden Europese Commissie staat voor de taak om Europa een nieuwe impuls te geven met een gebrek aan eigen middelen. Toch mag de
voortgang van het Europese integratieproces niet uitsluitend in negatieve bewoordingen worden beschreven.
Steeds meer begint het te dagen dat de kosten van een
“non-Europa” onaanvaardbaar hoog zijn. Dit besefleidde reeds tot enkele kleine stapjes voorwaarts (Esprit).
Voor de nationale economie was 1984 niet slecht. De
export ontwikkelde zich zeer voorspoedig, de winsten van
het bedrijfsleven namen sterk toe, aan de stijging van de
werkloosheid werd een halt toegeroepen en het financieringstekort daalde sneller dan verwacht. Het herstel dat in
1983 aarzelend en slechts in een beperkt aantal sectoren
op gang kwam, heeft zich in 1984 aanzienlijk verbreed.
En als de tekenen niet bedriegen, kan de verbetering in
1985 doorzetten. Volgens een recent steekproefonderzoek van het CBS zullen de investeringen in de industrie in
1985 verder toenemen 2). Het herstel kan daardoor een
duurzamer karakter krijgen.
De economische politiek stond in 1984 in het teken van
eerherstel voor de markt. Overal in de OECD was het beleid gericht op het verminderen van de overheidstekorten,
het verlagen van de belastingen en het verbeteren van de
werking van arbeids-, kapitaal- en goederenmarkten. De
meeste landen ondervonden daarbij hoe moeilijk het is
om op deze terreinen resultaat te boeken. Het doorbreken
van ingesleten gewoonten en gevestigde belangen gaat
niet zonder slag of stoot. Dit onderdeel van het beleid versterking van de economische structuur door de markt
beter te laten werken – zal in de komende jaren nog veel
aandacht en inspanning vergen. Anders ebt het herstel
weer weg en zal de opleving van 1984 kortstondig blijken.
L. van der Geest

I) OECD, Economie outlook, nr. 36, Parijs, december 1984.
2) Zie ook de recente ERBO-enquête 1984 van de Vereniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland: Het bedrüfsleven
in Nederland, Woerden, 1984. Hieruit blijkt dat de verwachtingen
van het bedrijfsleven voor 1985 in het algemeen zeer positief zijn en
dat er een aanzienlijke investeringsbereidheid
bestaat.

Auteur