De Nederlandse economen top-30
DR. J. J. VAN DUIJN*
Inleiding
Sinds in ESB van 18 november 1981 de eerste Citaten Top
Dertig van Nederlandse economen werd gepresenteerd is, door
externe omstandigheden, de belangstelling voor het verschijnsel
van de wetenschappelijke hitparade sterk toegenomen. ledere
zich zelf respecterende wetenschap beschikt nu over een eigen
ranglijst, veelal gebaseerd op aantallen malen waarop een Nederlandse publicist door vakbroeders in de literatuur wordt geciteerd. ledere top dertig levert weer de nodige meevallers en teleurstellingen op. Dit leidt dan weer tot stevige kritiek op de gehanteerde werkwijze van de opsteller(s) van de lijst. Er echter
van uitgaande dat de gebruiker van deze economenhitlijst voldoende relativeringsvermogen weet op te brengen, presenteer
ik met een gerust hart, en voor de derde maal, de Economen Top
Dertig.
De beperkingen
Welke methode van kwantificering ook gekozen wordt, aan
elke volgordebepaling kleven bezwaren. Bij mijn citatenmethode wordt gebruik gemaakt van de Social Sciences Citation
Index (SSCI). Dit is een publikatie van het Amerikaanse Institute for Scientific Information, waarin referenties worden genoteerd welke voorkomen in artikelen uit geselecteerde vaklijdschriften. Onder die tijdschriften bevinden zich een 150 economietijdschriften. Ook worden wel boeken meegenomen
welke bundelingen van artikelen zijn.
In het geval van gezamenlijk geschreven artikelen vermeldt
de SSCI alleen de eerste auteur. Op dit bezwaar, dat slechts met
veel extra werk te ondervangen is (namelijk door alle geciteerde
artikelen na te trekken), ben ik vorig jaar (in ESB van 15 december 1982) uitgebreid ingegaan. De conclusie was toen dat er onvoldoende aanleiding was om dit extra werk te verrichten 1).
Verder vermeldt de SSCI bij verwijzing naar geredigeerde bundels van artikelen de naam van de (eerste) redacteur, zelfs al zou
deze geen enkele bijdrage aan de betreffende bundel hebben geleverd.
Verder heb ik zelf de volgende beperkingen aangebracht:
1. verwijzingen van een auteur naar eigen werk tellen niet mee.
Ook boekbesprekingen worden niet als citaat gezien;
2. de ranglijst wordt samengesteld uit in Nederland werkende
Nederlandse economen. Ik ga er van uit dat dit de homogeenst denkbare groep is, waarvan voor ieder lid de zelfde
barrieres gelden als het gaat om het doordringen tot buitenlandse markten;
3. alleen het terrein van de algemene economic wordt bestreken. Bedrijfseconomen worden buiten beschouwing gelaten.
ieder rangnummer de plaats op de hitparade van vorig jaar vermeld. De laatste kolom geeft aan wat de hoogste notering van
een auteur in een van de afzonderlijke jaren 1976 t/m 1982 is
geweest. Een stipnotering is weer gegeven aan die economen die
over de laatste twee jaar (1981 en 1982) genomen een hogere
plaats op de ranglijst behalen dan over de vijfjaarsperiode 1978
t/m 1982.
Tabel 2 is een nieuwigheidje. De bedoeling ervan is om de internationale orientatie van Nederlandse economen aan te geven. De in label 2 gegeven getallen zijn namelijk aanhalingen
van Nederlandse auleurs door buitenlandse confralers. Ik vind
dil een (nog) belere maalslaf dan buitenlandse en binnenlandse
cilalen, gezien: a. hel inlernalionale karakler van de economische wetenschap, en b. hel niel meetellen van hel over en weer
elkaar cileren van Nederlandse collega’s, helgeen een vertekend
beeld van hel bereik van iemands werk kan geven.
Tabel 3 geeft de hoogsl scorende Nederlandse economen op.
basis van de SSCI van alleen 1982. Omdal de aantallen cilalen
wel erg gering worden naarmale men verder op de lijsl afzakl,
heb ik er van afgezien om hier een volledige lop dertig uit te
schrijven. Tabel 4 ten slotte bevat de tipparade. Deze geeft een
voorlopig beeld van de tellingen over 1983, namelijk een dat gebaseerd is op de SSCI over de maanden januari l/m augustus.
Wie nu al hel genoteerde aantal citaten heeft gehaald, blijft in
hel ongunslige geval gelijk staan; als hel meezil komen er nog
punlen bij. Met behulp van label 4 kan nu al een indicatie worden gegeven van waarschijnlijke verschuivingen in de lop dertig
van volgend jaar. Per label wil ik nu enkele van de verkregen resullaten loelichten.
Tabel 1. De Nederlandse Economen Top Dertig, 1978-1982
fastening
2.
3.
4.
• 5.
(
(
(
(
2) P. Nijkamp. . . . . . . . . . .
3) J. Pen . . . . . . . . . . . . . .
4) P. Korteweg . . . . . . . . . *
6) B. M. S. van Praag . . . . .
VU
Gron.
Min.v.Fin.
Leiden
UvA
Citaten
Hoogste notering
113
67
67
67
2(1976)
3(1978)
3(1977, 1981, 1982)
4(1981)
4(1976, 1977, 1982)
10(1980, 1981)
2 (1979 t/m 1982)
• 10. (11) J. J. van Duijn . . . . . . . .
Robeco
VU
« 12. (14) H. Neudecker. . . . . . . . .
UvA
46
41
38
• 14. (17) C. P. A. Bartels . . . . . . .
BuroBartels
32
9(1979)
UvA
30
3(1980)
RPD
UvA
22
21
11(1979)
13(1980)
NIB
17
14/15(1980)
EUR
Tilburg
CBS
14
12
11
24/26(1977)
22(1981)
20. (20) A. van Delft . . . . . . . . . .
• 21. (22) J. van den Doel. . . . . . . .
De resultaten
Dit jaar worden vier lijsten gepresenteerd. In de eerste plaats
de Economen Top Dertig 1978-1982 (Tabel l).Ditisdehoofdmoot van het geheel — de lijst waar het om draait. Tabel 1 bevat
de aantallen verkregen citaten, opgeteld over een periode van
vijf jaar. In vergelijking met de lijst van vorig jaar zijn de citaten
van 1982 toegevoegd en die van 1977 afgevallen. Dit vijfjaarskarakter geeft de economentoplijst een zekere stabiliteit. Het
nadeel is wel dat een beginnend pubh’cist enige jaren moet wachten voor hij of zij kan concurreren met iemand die al over vijf jaren zijn citaten heeft kunnen verzamelen. In label 1 staat achter
1158
29. (27) A. B. T. M. van Schaik . .
• 30. (— ) F. G. van Herwaarden . . .
* Directeur Beleggingsresearch bij de Robeco Groep te Rotterdam.
1) Om zich gedupeerd voelende auteurs te troosten: ik ondervind zelf
ook nadeel van de gekozen wijze van tellen doordat in gezamenlijke, en
ook geciteerde publikaties met dr. C. P. A. Bartels de letter D na de letter
B komt. It’s all in the game.
Bij de bovenste tien van de Top Dertig doen zich geen specla-
Tabel 3. De Top Tien in 1982
culaire veranderingen voor. Cramer en Van Praag zijn van
Instelling
plaats verwisseld, waarbij de laatste alleen vijfde staat omdat hij
Citaten
Waarvan
internationaal
Robeco
10
7
minder buitenlandse citaten heeft verzameld dan Pen en Korteweg. Het is echter zeer aannemelijk dat Van Praag volgend jaar
de derde plaats zal overnemen (zie ook label 4). Van Duijn is de
Top Tien binnengekomen ten koste van Linnemann.
De grootste sprang omhoog is die van Hordijk, die vorig jaar
de Top Dertig binnenkwam en nu van 29 naar 23 is geklommen.
De enige nieuweling is Van Herwaarden, die de plaats van Keller inneemt.
Kloek, Van Duijn, Neudecker en Bartels hebben nu drie jaar
6. ( 4) J. J. van Duijn . . . . . . . . . . . . .
achtereen een stipnotering behaald. Voor Van Praag, Van
Duijn, Neudecker, Bartels, Van den Doel, Kuipers en Hordijk
geldt dat ze zowel dit jaar als vorig jaar op de ranglijst zijn geste-
De Top Tien van 1982 laat alleen maar vertrouwde namen
gen.
zien. Het valt dus kennelijk niet mee om als nieuwkomer tot zo’n
Als alle citaten van de dertig hoogst scorende Nederlandse
economen bij elkaar worden geteld, dan blijkt de som der citaten
select gezelschap door te dringen. Tinbergen, Nijkamp en Pen
lager te liggen dan op de Top Dertig van vorig jaar. Er is dus wel
een ranglijst, maar het spelpeil is niet verbeterd. De netto teruggang met 10 citaten wordt onder meer veroorzaakt door minder
punten voor Tinbergen (—15), waartegenover positieve uitschieters staan voor Nijkamp (+8), Van Duijn, Den Hartog en
Hordijk (elk +6).
gestaan; dit is hun zevende. Cramer heeft zes noteringen, Van
Praag vijf. Zou ik de dertig meest geciteerde economen van
1982 in label 3 hebben opgenomen, dan zouden op die lijst ook
In de Top Dertig staan 13 gewone hoogleraren, 5 buitengewone, 2 niet meer als zodanig functionerende hoogleraren, 5
wetenschappelijke medewerkers, en 5 economen die niet
hebben tot dusver in elke door mij gepubliceerde jaar-Top-Tien
nieuwkomers als Lempers, Rietveld, Hartog (UvA), Mennes,
Den Butler en Douben hebben gefigureerd.
Tabel 4. De Tipparade 1983
(meer) aan een universitaire instelling verbonden zijn. Er zijn in
Nederland zo’n zeventig gewone hoogleraren in de economic,
Instelling
Citaten
Waarvan
internationaal
die voldoen aan de kwalificaties die voor deze lijst zijn opgesteld
(grofweg verdeeld over de faculteiten als volgt: 20 aan de EUR,
10 aan elk van de overige vier economische faculteiten en 10 aan
de niet-economische faculteiten — de Open Universiteit is buiten beschouwing gelaten). Ook al kunnen er maar dertig hoogleraren op een Top Dertig, dertien is duidelijk te weinig. De lezer
kan zelf nagaan welke school relatief het best vertegenwoordigd
4. B. M. S. van Praag . . . . . . . . . . . . . .
Leiden
16
3
7
10. J. S. Cramer. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
UvA
7
7
6
5
is, en welke het slechtst.
label 2. De Nederlandse Internationals, 1978-1982
Op grond van de voorlopige lellingen van de Tipparade kan
2. P. Nijkamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VU
81
44
Instelling
een voorspelling worden gedaan over de Top Dertig van volgend jaar. Hel ziet er naar uit dal er dan nogal wal verschuivingen zullen plaalsvinden. De lop van de ranglijst zou er volgend
jaar als volgl kunnen uilzien (met lussen haakjes de klassering
van nu): 1(1) Tinbergen; 2(2) Nijkamp; 3(5) Van Praag; 4(4)
Citaten
Korteweg; 5(3) Pen; 6(13) Kapleyn; 7(7) Klaassen; 8(10) Van
Duijn; 9(6) Cramer; 10(9) Kloek. Over een maand of vier kunnen we uilrekenen wal hel geworden is.
Er is wel eens badinerend opgemerkt dat het niet zo moeilijk
is om een plaats op de ranglijst te verwerven: al wal nodig is, is
een bevriende collega die bereid is om U te cileren. Zo’n vaart
zal dat niel lopen, maar hel samenstellen van de tipparade le-
verde loch een pikante uitkomst op : een van de economen
kreeg meer dan 60% van zijn cilalen van een binnenlandse col-
lega! Zo iets heb ik bij al mijn avondlijke telwerk nog niet eerder
meegemaakt.
22. E. J. Bomhoff . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
EUR
9
7
6
29. P. Rietveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VU
6
Tot besluit
Voor wie dil jaar prellig verrasl was door zijn plaats op de
ranglijsl, mijn gelukwensen. Voor wie hel (weer) wal tegenviel,
een Iroosl. De Top Dertig is maar een aardigheidje. Als U goed
benl, benl U hel zonder lijsl ook wel. Als U niel goed benl, kan
de lijsl daar ook niels aan veranderen.
Door alleen cilalen van builenlanders te lellen, verschijnt een
aanlal nieuwe gezichlen in de Top Dertig, Bomhoff, Emmerij,
Jaap van Duijn
Lempers, Rietveld en Halberstadl halen wel de inlernationale
Top Dertig, maar niet de overall lijst. Uit een vergelijking van de
tabellen 2 en 1 blijkl weer hoe inlemalionaal georienleerd economen als Cramer, Linnemann en Neudecker zijn.
ESB 14-12-1983
1159