Ga direct naar de content

Achteruitboeren

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 17 1980

=CONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
m

Achteruitboeren
,,Als een boer ophoudt met klagen, is ‘t in ‘t laatst der
dagen”, luidt een oude zegswijze over het zelfbeklag der
boeren. Maar wie zich verdiept in de ontwikkelingen die
de agrarische sector in de komende jaren te wachten staan,
vindt inderdaad weinig reden tot vreugde. Als er al vette
jaren zijn geweest. zullen nu de magere jaren wel zijn aangebroken. O p verschillende fronten tegelijk dienen de
problemen zich aan. En het ziet er niet naar uit dat de
EG-landbouwpolitiek in staat is veel bij te dragen tot de
oplossing daarvan.
Om te beginnen verkeert de agrarische sector in een
structureel moeilijke situatie. De vraag naar agrarische
produkten, die doorgaans toch al nauwelijks met het inkomen meegroeit, biedt nu de inkomensontwikkeling
stagneert, helemaal weinig perspectieven tot afzetvergroting. Het aanbod daarentegen blijft structureel toenemen, doordat de produktiviteitsstijging in de landbouw
– in agrarische kringen wel ..destille krachtWgenoemd
door blijft gaan en de agrarische beroepsbevolking, mede
vanwege de werkloosheid in andere sectoren, minder
snel dan in het verleden afneemt. Het is duidelijk dat dit
moet leiden tot toenemende onevenwichtigheden o p de
EG-markten voor landbouwprodukten.
Zoals bekend leiden deze overschotten o p de markt
niet tot prijsdalingen die de markt zouden kunnen ruimen. Hoewel de filosofie van het vrije-marktmechanisme
aan de basis ligt van de Europese Gemeenschap, zijn juist
in de landbouwsector. waar de Europese integratie het
verst is voortgeschreden, vergaande afwijkingen van dit
ordeningsbeginsel aanvaard. Mede onder druk van krachtige nationale groene lobbies is het zwaartepunt van het
EG-landbouwbeleid komen te liggen op het garanderen
van redelijke inkomens voor de boerenbevolking in de
verschillende lidstaten. Dit is nagestreefd door middel van
gegarandeerde prijzen voor de belangrijkste landbouwprodukten, minimaal op het niveau van de kostprijs in het
duurst producerende land. Aldus zijn in de EG landbouwprijzen ontstaan, welke die van de wereldmarkt aanzienlijk te bovengaan. Door middel van een protectionistische
tariefpolitiek moet de EG voor deze produkten dan ook
van de buitenwereld worden afgeschermd.
Tegelijkertijd echter is en wordt o p nationaal niveau
een structuurpolitiek gevoerd, die erop gericht is de produktiviteit in de agrarische sector op te voeren ten einde
concurrentievoordeel ten opzichte van de overige lidstaten te behalen. Deze politiek heeft veel ,.succesw gehad. Specialisering en intensivering hebben tot een voortdurende sterke stijging van het opbrengstniveau geleid.
De overschotten die als gevolg van de nationale politiek
ontstaan, komen ten laste van het Gemeenschappelijk
budget, dus slechts ten dele van de betreffende lidstaat.
De boterbergen en melkmeren worden vervolgens tegen
afbraakprijzen o p de wereldmarkt gedumpt of als veevoeder ,,gerecycled”.
Het ziet er echter naar uit dat de grenzen van deze politiek thans zijn bereikt. De Gemeenschap begint financieel
gezien aan het eind van haar latijn te raken. Voorstellen
tot uitbreiding van de financiële middelen door verhoging
van de BTW-afdracht, zoals door de boeren bepleit. ondervinden in de lidstaten, die o p nationaal niveau ook
allemaal krap bij kas zitten, weinig bijval. Van d e zijde

van het Europese Parlement wordt bovendien steeds
meer druk uitgeoefend om de eenzijdige nadruk in de
Europese begroting op landbouwuitgaven te verminderen
ten gunste van met name het regionale en werkgelegenheidsbeleid. Dit zal dan wel ten koste gaan van de inkomensdoelstelling van het landbouwbeleid.
Zoals gezegd wordt o p nationaal niveau geprobeerd
aan de toenemende neerwaartse druk o p het inkomen
van de boerenbevolking te ontsnappen door produktieverhoging, wat de problemen o p Gemeenschapsniveau
alleen maar groter maakt. Het einde van de mogelijkheden tot opvoering van d e produktiviteit van d e grond
en het vee door middel van schaalvergroting en intensivering is nog lang niet bereikt. Daarnaast zijn o p nationaal niveau reeds allerlei regelingen die de eigen boeren
bevoordelen, in het leven geroepen en dreigt een verdere
uitbreiding van deze regelingen.
Het is duidelijk dat de schaalvergrotirigen intensivering
op gespannen voet staan met doelstellingen o p het gebied
van milieu, en natuur- en landschapsbehoud. Tegen het
streven van d e boeren naar een redelijk inkomen of zelfs
maar instandhouding van hun bedrijven bij een minimaal
inkomen (eventueel te verdienen door zeer lange werktijden of met inschakeling van alle gezinsleden) leggen
dezedoelstellingen het af. Het enthousiasme in landbouwkringen voor functies als parkbeheerder in nationale landschapsparken is tot nog toe ook niet erg groot. Het kan
nog heel wat knotwilgen kosten voordat een redelijk
compromis tussen de uiteenlopende landbouwdoelstellingen is gevonden.
Intussen staat een uitbreiding te wachten van de EG
met eerst Griekenland en later Spanje en Portugal. Door
deze uitbreiding zullen de kosten van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid nog verder kunnen oplopen. De
nieuwe toetreders vragen compensatie voor de hogere
prijzen die zij voor ingevoerde landbouwprodukten moeten betalen. terwijl de bedreiging die zij met hun eigen
landbouwprodukten vormen voor andere EG-boeren ook
van die zijde reacties zal oproepen in de vorm van eisen
tot instelling of verhoging van garantieprijzen.
Het was merkwaardig dat o p het landbouw-economisch symposium ter
van het 40-jarig bestaan
van het Landbouw-Economisch Instituut onlangs in Den
Haag maar betrekkelijk weinig aandacht aan deze ontwikkelingen en de consequenties ervan voor het landbouwbeleid werd besteed. Alleen in het betoog van prof.
dr. J. de Hoogh uit Wageningen kwam een analyse als
hierboven aan de orde. Daarentegen werd nadruk gelegd
op de vakbekwaamheid van boeren en tuinders in Nederland. en hun flexibiliteit en vermogen alert o p veranderingen te reageren.
Hoe groot het innoverend vermogen ook moge zijn. het
ziet ernaar uit dat de agrarische sector in de komende
jaren onder zware druk zal komen te staan. Ook in het
landbouwbeleid kan de tijd van pijnlijke keuzen niet veraf
meer zijn. Voor Nederland. waar de agrarische sector met
zijn jaarlijkse betalingsbalansoverschotten van vele miljarden nog steeds van grote betekenis is voor de nationale
economie, is het van wezenlijk belang hoe die keuzen
zullen uitvallen.
L van der Geest
.

Auteur