19
AUGUSTUS 1031
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch
0″
Statistische
Berl”chten
ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
16E JAARGANG
WOENSDAG 19
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSiE VAN ADVIES:
Prof.. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbiu8; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redact eur- Secre taris: H.
M.
H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
instituut ontvangen het weekblad gratis. De verdere publicaties van hel Instituut uit gaav4e ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Po8tchèque- en giro-
rekening No. 145192.
18 AUGUSTUS 1931.
Langzamerhand begint het vertrouwen op de geld-
markt terug te keeren en worden geidgevers weder
wat meer geneigd op iets langeren termijn af te gèven.
De vraag naar wissels nam daardoor deze week sterk
toe en daar het aanbod door de bekende omstandig-
heden belangrijk is ingekrompen, liep de rente snel
terug. Geopend op 1% b. 1fi6 pOt. werd gisteren voor
pOt. afgedaan. Ook op prolongatie was meer geld
beschikbaar; meestal werd omstreeks 1% pOt, geno-
teerd. Gisteren kon echter geen noteering tot stand
komen, daar vraag vrijwel geheel ontbrak. Oallgeld
nog steeds % pOt.. Per den vijftienden bestond er
iets meer yraag, meestal was er echter niets te
plaatsen.
*
t
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
blijkt cle post binnenlandsche wissels met
f
6,4 mil-
lioen te zijn afgenomen, welke daling zich nagenoeg
geheel laat verklaren door het afloopen van
f
6 mii-
lioen schatkistpapier, dat vorige week rechtstreeks
bij de Bank was ondergebracht. De post beleeningen
daalde met
f
3,2 mill.ioen. De posten papier op het
buitenland en diverse rekeningen onder het actief
nameti elk met een klein bedrag toe. De goudvoorraad
klom met bijna
f 7
millioen en de voorraad zilveren
munt met ongeveer
f
31.000.
Het voorschot aan het Rijk geeft een vermindering
te zien van
f 5,1
millioen.
1JGUSTUS
1931
No.
816
De bankbiljettencirculatie is met
f
6,1. millioen
teruggegaan, terwijl de rekening-courant-saldi van
anderen verminderden met
f 1,5
millioen. Het be-
schikbare metaalsaldo bedroeg bijna
f 10
millioen
meer dan de vorige week; het dekkingspercentage
was nagenoeg 61 pOt.
* *
*
De stemming op de wisselmarkt blijft, bij geringe
omzetten, kalm. Groote fluctuaties kwamen niet voor.
Het Pond, dat de week op 12.05 begon, liep iets terug
en eindigde op 12.04%, terwijl Dollars van 2.48
1
/s op
2.4197
kwamen. In Londen liepen de Dollars van
4.85
5
/s op 4.8580 terug. In vrije Marken waren de om-
zetten iets grooter. Af en toe ontw.ikIelde zich wat
meer vraag; de koers kon dan ook van 58.55 tot 58.70
verbeteren. Fransche Francs iets lager 9.72, evenals
Belga’s 34.55. Zwitsersche Francs bleven cle geheele
week gezocht; de koers bewoog zich hij de 48.40. Op
den laatsten dag kwam er eenig aanbod en liep de
ucteering op 48.32% terug. Lires onveranderd ca.
12.97%. Ook voor de Skandinavische wissels viel wei-
nig verandering te bespeuren: Kopenhagen 66.27%,
Oslo 66.28%., Stockiolm 66.32%, Canada Dollars
2.473″4. Argentijnsche Pesos eerder gezocht op 71%.
Rio ca. 16. Uruguay Dollars 1.15, na 1.— genoteerd
te hebben.
Op de termijn-markt bestonden de omzetten hoof d-
zakelijk in Ponden en Dollars. De slotnoteeringen
voor 1- en 3-maands Ponden waren resp. 2% en
5% c.
disagio, terwijl 1-maands Dollars 7% c. onder den
kassa-koers noteerden; 3-maands Dollars zijn ca. pan.
Op de banknotenmarkt blijft de vraag naar Ponden-
en Dollarbiljetten aanhouden, zij het ook in niet zoo
sterke mate als voor enkele dagen, omdat het niet
meer mogelijk is vreemde biljetten in Hongarije, één
van de groote afnemers, te plaatsen. -.
LONDEN, 17 AUGUSTUS 1931.
De stemming op de verschillende markten was ver-
leden week over het algemeen beter en rustiger. Geld
was wel gevraagd, maar niet moeilijk te verkrijgen,
terwijl disconto iets verzwakte onder den invloed van
aankoopen van wissels voor buitenlandsche rekening.
De noteering sloot op 4% pOt.
Deviezen waren alle beter tegenover sterling.
Met groote belangstelling wordt het resultaat van
de besprekingen deze week afgewacht betreffende de
stappen, welke •de regeering hier zal voorstellen om
het geweldige budget-tekort te dekken.
734
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
Augustus 1931
DE ECONOMISCHE DEPRESSIE IN
ENGELAND.
In haar als steeds lezenswaardig maandberi.cht
bracht de Midiand Bank eenigen tijd geleden eene
bëschouwing onder den titel ,,The brighter side of
England’s Crisis” ‘). Dit artikel, geschreven naar
aanleiding van de scherpe kritiék van den Heer
Siegfried in zijn boek ,,England’s Crisis”, had ten doel
den lezer duidelijk te maken, dat Engeland er in
economisch opzicht niet zoo slecht aan toe is, als de
talrijke huitenlandsche en de minder talrijke, maar
toch in aantal gestadig toenemende binnenlandsche critici het wel willen doen voorkomen. Uiteengezet
werd, dat de ,,efficiency” in de Engelsche productie
stijgt, dat de leiders der industrie streven naar aan-
passing bij de gewijzigde toestanden en nieuwe wegen
voor de voortbrenging trachten te vinden en veelszins
reeds gevonden hebben, dat de chronische werkloos-heid geen demoralisatie van beteekenis met zich zou
brengen, dat de algemeene welstand bevredigend is
gestegen en dat aan de economische toekomst van het
land niet ‘behoeft te worden gewarihoopt. Wel is er in Engeland’s economisch leven een zekere ,,undue
rigidity at a number of points”. Wel wordt toege-
geven, ‘dat ,,’with greater elasticity more might be
accompli.shed”. Doch daartegenover wordt dan ge-
wezen op het feit, dat Engeland van de •huidige
depress:ie vermoedelijk minder heeft geleden dan de
Vereeni.gde Staten of Duitschlancl, terwijl de be-
schouwing eindigt met de volgende tirade: ,,Let us
take heart we are not yet in our dotage, our bones
have stili some resilience, our joints are not yet stif-
fened beyond gooci use, our nerves are still relatively
steady, and our brain possesses yet a fair degree of
clarity”.
are dit alles volkomen in overeenstemming met
cle feiten, men zou alle reden hebben zich van harte
te verheugen. Een welvarend land voor de Westpoort
van het Europeesche Continent kan aan dit laatste
slechts ten goede komen en een haard van •depressie
in het Ver. Koninkrijk beteekent een druk op de wel-
vaart in andere landen. Helaas schijnt ons echter het
hoopvol optimisme, waarvan het bericht van de Mid-
land. Bank doortrokken is, niet gegrond. Wel kan men
zeggen, dat het land er, wat het jaar 1,930 betreft, in
vergelijking met anderen niet altijd slecht afkomt
2),
doch zulk eene vergelijking heef t betrekking op lan-den, wier economisch leven in de achter ons liggende
haussejaren een zeer veel grooteren groei heeft ver-toond, dan in Engeland het geval was. Ware de toe-
stand nu deze, dat de met Engeland vergeleken lan-den een sprongsgewijze, en Engeland zelf een meer
gelijkmatigen groei had vertoo:nd, zoo zou het zooeven
bedoelde betoog hout snijden; dit is echter ni.et
het
gcval, want er vallen in het economisch leven van
Engeland talrijke zwakke punten aan te wijzen, die
zich ook met de best geformuleerde ,,toast” i.n een
bankbericht niet laten wegcijferen.
* *
*
Wegens het eminento belang, .dat ook ons land bij
den toestand -in Engeland heeft – in 1.929 leverde En-
geland 9,36 pOt. van onzen import en neemt het 2051
pCt. van •onzen uitvoer af, waardoor het onder de in-
voerlanden de vierde plaats inneemt en onder de uit-
voerlandQn het tweede is – willen wij onzen lezers
het een en ander mededeelen uit een onlangs versche-
nen werk van de hand van den Heer A. Loveday,
hoofd van liet ,,Economic Intelligence Service” van
den Volkenbond en getiteld ,,Britain and World
Trade”
3)
Meer dan anderen is de schrijver ‘bevoegd
Micliand
Bank.
Monthly Review May.Juue
1931.
Zie ook cle in Ec.-Stat. 13cr. van
25
Maart ji. opgeno-
men aanteekening betreffende een bericht van de West-
niinster ]3ank.
2)
De volledige titel luidt: ,,Britain and World Trade,
Qno Vadinius and Other Economie Essays”; tutg. Long.
mans, Greeu and Co., Lonclon, New-York, Toronto,
1931;
INHOUD.
Blz.
DE ECONOM ISOHE DEPRESSIE INENGELAND
door
Prof.
Mr.
Dr. G. M. Verriju Stuart……………………..
734
IJzer en Staal in
1930
en de eerste helft van
1931 1 door
T. Hagtingius………………………………
736
De economische beteekenis van Midden-Afrika door
Mr. Paul Cats ……………………………
738
De gemeentefondsbelasting door
B. van den Berg….
740
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Het arbeidsregime in de Sovjet.Russische Koichosen
door Paul Olberg …………………………
742
AANTEEKENINGEN:
Indexcijfers van scheepsvracbten …………….
743
Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in
Nederlandsch.Indj
……………………..
743
BOEKAANKONDTOINO
…………………………..
744
ONTVANGENBOEKEN …………………………
744
MAANDCIJFERS:
Conjunctuurgegevens betreffende Groot.Brittannië
745
Rijkspostspaarbank ……………………….
746
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam………..
746
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zoutmijnen
746
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
746-752
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.
om als heoordeelibar van de economie van sijn land op
te treden; zetelend op een plaats, waar hem van uit
de geheele wereld het materiaal betreffende den eco-
nomischen toestand toevloeit, heeft hij zich vrij we-
ten te houden van den vaak rijkelijk bekrompen ,,in-
sulairen” kijk, aan vele Engelschen eigen, die de oor-
zaken der depressie buiten Engeland zoeken (afge-
nomen koopkracht van Europa na den oorlog, opkomst
van nieuwe concurrenten in Azië, valuta-concurrentie
en hare nawerking ed.), en daaruit de volkomen fou-
tieve conclusie trekken, dat, nu Engeland vrij van
,,schuld” is, de verbetering van den huidigen toestand nu ook maar van ‘buiten af moet komen. Zulke lieden
vergeten, dat de lange duur van de depressie in En-
geland zelf wordt bevorderd door het gebrek aan aan-
passingsvermogen, waarvoor de sooeven gekenschetste opvatting sympt’omatisch is.
H-et is tegen deze opvattingen, dat Loveday ingaat.
Zijn ‘betoog komt hierop neer, dat de achteruitgang,
die in de economische positie van Engeland valt waar
te nemen, niet een verschijnsel van de beide laatste
hevige depressiejaren is, doch dat reeds in de periode
1925-1929, die zich elders door eene haussebeweging
kenmerkte, in Engeland teekenen van achteruitgang
hemerkhaar waren; dat voorts een beroep op de ver-
arming van Europa en valutaconcurrentie niet op-
gaat, aangezien Engeland juist in die gebieden liet
meest terrein heeft verloren, die relatief door den
oorlog het minst hebben geleden, en dat de ,,winners”
in het algemeen niet zijn de landen, di.e een irflatie-
proces hebben doorgemaakt, doch die landen, die in
beginsel dezelfde monetaire politiek als Engeland
hebben gevoerd. Daarmee wil de schrijver niet zeg-
gen, dat de in Engeland van industriëele zijde zon hef-
tig bestreden deflatiepolitiek als zoodanig geen scha-
de zou hebben aangericht, doch wèl wil hij betoogen,
dat de achteruitgang in Engelands positie niet alleen
en zelfs niet i.n de eerste plaats aan geldoorzaken valt
toe te schrijven, aangezien deze zelfde geldoorzakeri
ook gewerlct hebben in andere landen, wier ontwik-
keling bijzonder bevredigend is geweest.
De hoofd oorzaak wekt de ‘schrijver in de verstar-
ring van bepaalde onderdeelen van het economisch
leen.,,That ultimate cause probably most students
of the questions would agree is lack of suppleness in
the mechanism of production, and that ultimate cause
has put a check, not only on our export trade, hut
on our whole production of wealth. We are to-day
standing still or but slowly crawling forward in a
progressive world.”
Hoe staat het nu in feite met den achteruitgang,
XIX en
229
blz.; in dit artikel is inzonderheid aandacht
geschonken aan de Essay, getiteld :,,13r itain and World
Trade”, tap. blz.
147-181.
19 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
735
waarop de 1
–
leer Loveday doelt? In de eerste plaats
valt hier te wijzen op de vermindering van Engelands
aandeel in den invoer van andere landen. Wij laten
hieronder enkele cijfers volgen, en wel in percentages
voor de jaren 1913, 1925, 1927 en 1928:
l’ercentage van totaleii invoer, afkomstig uit
Ver. Koninkrijk.
1913
.
1925 1927
1928
Europa
……………..
8,4
9,2
8,1
7,7
Noord-Amerika
………
16,8
1
1,2
10,3
10,1
Zuid-Amerika
………..
27,1)
21,2
18,7
18,8
Afrika
……………..
36.7 34,6
32,9
31,3
Azi9
……………….
31.5
19,9
18
1
6
18,9
Australië
……………
53.4
49.—
43.2
44.4
Totaal……
14.5
13,3
12.1
11,7
Hieruit blijkt, dat Engeland inzonderheid terrein
heeft verloren in de overzeesche gebieden, (lie van den
oorlog relatief weinig te lijden hadden, en dat cle he-
wering, als zonde vooral de verarming van Europa
Engeland van zijn afzet hebben beroofd, niet houd-
baar is.
Wanneer men nu verder den gang van zaken iii
Engeland met die in enkele andere Europeesche lan-
den vergelijkt, zoo ziet men, dat weliswaar het oude
werelddeel in zijn geheel een minder groot aandeel heèft in den wereidhandel dan v66r den oorlog, dat
er naast Engeland enkele andere landen zijn, die even-
eens hun aandeel in den wereldhandel zagen terug-
gaan, en wel die landen, clie met monetaire moeilijk-
heden te ktmpen hadden (België vormt eene uitzon-
dering), doch dat daartegenover de neutralen met een
solide geldwezen, zooals Denemarken, Zweden en
Zwitserland, een aardigen vooruitgang vertoonen
1).
Een en ander moge weder door enkele
cijfers
wor-
den geïllustreerd. Wij laten hier in de eerste plaats
volgen een overzicht van het aandeel van verschillen-
de landen in den werelduitvoer. Deze
cijfers
spreken
voor zichzelf.
Aandeel in werelduitvoer (geldelijke waarde).
Ver. Duitsch- Frank-
.
Dene-
Kon.
lam,d
rijk Jta!il Zweden marken België Europa
1913 13.94 13.11
7.24
2.60
1.19
0.93
–
55.2
1924 13.01 5,73
7.98
2.30
1.23
1,22
2,37
45,2
1925 12.16 6.81
7.24
2.37
1.19
1,23
2
1
24
46,1
927 11.36 8.00
7.13
2.65
1
1
43
1.27
2,43
46
1
1.
1928 11,20 8.83
6,40
2.43
1,34
1.31
2.67
46
1
0
1 [erleidt men den uitvoer op goudbasis en stelt men
cl aarvan in dexcijfers op, zoo krijgt men het volgend
overzicht, dat al mede geen nadere toelichting behoeft
en waaruit. mcii bijzonder clii idelijk ziet, hoe gering de
vooruitga ng van Engeland is geweest in vergelijking
met de andere genoemde landen.
1
udex van mii tvoerwa ar(lc’.
Ver. Kom,. Dei,emnarken Noorw. Zweden Zwitserland Nederland
1913 100
100
100
100
100
–
924 138,4
1.94
142
153
146
100
1925 1.46.—
221
184
167
148
.114
1926124.—
216
174
174
.133
110
1927 135
1
—
226
173
198
146
120
1925 137.—
241
176
193
1.54
126
1929 136
2
6
251
194
221
151
126
l.ntussuhen betreft dit alles den buitenlandschen
lanciel, die weliswaar voor een land als Engeland van
eminent belang is, aangezien dit land zich door een
voordeeligen uitvoer de middelen moet verschaffen.
om
zich voor zijn toenemende bevolking i.n de wereld
het noodige te kunnen koopen
2);
maar daarmee is
toch nog niet bewezen, dat Engeland er in vergelij-
king met andere landen slecht aan toe zou moeten
zijn. Mogelijk toch ware het, dat de relatieve vermin-
dering van den buitenlandschen handel gepaard zou
Hetzelf(e geldt vermoedelijk ook Van Nederland, doch
immem,
tast te dien aanzien in het duister wegens de ver-
amidering van onze handelsstatistiek.
Zie over de verhouding van in- en uitioer ook de
cijfers in JSc.-S’tat. Ber.,
25
Maart ji. blz.
297.
gaan mdt eene zooveel te grootere stijging van den
nationalen handel en van de nationale voortbrenging.
Ook daarbij echter blijkt weder, dat Engeland, al
gaat het langzaam vooruit, relatief hij andere landen
ten achter blijft. Niet voor alle laicien worden alge-
meene productie-indices opgesteld. Voor enkele lan-
den, waarvoor dergelijke cijfers gemaakt worden, doen
wij ze hieronder volgen:
Produetie-iuclices.
Ver. Kon. lDuitschl. Fraukr. Zweden Ver. Stateim
1924
100
100
lOO
100
100 1927
107
146
101
110
112
1928
106
145
118
106
117
1929
112
1.47
129
130
124
*
Bij deze enkele grepen uit het overvloedige mate
riaal zullen wij liet laten. Duidelijk blijkt, dat er ook
in de jaren, voorafgaande aan de huidige depressie,
,,something rotten” was in Engeland. Eens een toon-
aarige’end land, pionier in den tijd der industriëele
revolutie, dreigt het thans op liet tweede plan te ge-
raken. Of liever, het bevindt zich daarop reeds in
velerlei opzicht, en het is nog een open vraag, of het
zich weder geheel tot het eerste plan zal weten op te
werken.
Loveday wijt, zooals gezegd, de moeilijkheden, die
Engeland ondervindt, aan het gebrek aan soepelheid
in liet economisch leven. In de eerste plaats wijst hij
daarbij op de bonen, onder de uitdrukkelijke toevoe-
gi lig, dat het inzonderheid de bonen in de beschutte
bedrijven zijn, die den toestanri bederven. Daarnaast
echter wijst hij oj een zekere laksheid, die zich hij
de in den deflatietijd noodzakelijke reorganisatie van
het Engelsche bedrijfsleven heeft voorgedaan, en d:ie
zich ook hierin heeft geuit, dat de banken met groote
credieten aan de niet tijdig gereorganiseerde indus-tri.e zijn blijven zitten: , — – – – the view sometimes
expressed on the Continent of Europe that the world
swept by while the British i ndustrialist sat in hope
and the banker in contemplation of the overdrafts he
had granted is perhaps not simply picturesque. In the
contest between hope and contemplation contempla-
tion won because, as prices feli, the value of the
overdrafts increased.”
Engeland is in den deflatietijd iii tegenstelling tot
mmmcIere landen, die een dergelijk proces hebben door-
gemaakt, te hoog met zijn kostprijzen gebleven. Het is
te duur geworden op de wereldmarkt, het heef t daar-
door terrein verloren, en het eenige, w’at uitkomst kan
brengen, is een verlaging van den kostprijs. Naast de
door den Heer Loveday genoemde factoren moet in
dit verband oolc ‘gewezen worden op den budgetairen
toestand, clie eene ontplooiing van het bedrijfsleven
tegengaat. Drastische ‘bezuiniging zaf in Engeland niet
slechts voor liet verkrijgen van evenwicht in de. Staats-
huishouding, maar ook voor cle opleving in zaken vol- strekt noodzakelijk zijn ‘).
Dit alles eischt offers, in de eerste plaats van dege-
nen, die thans met hun loon of salaris op een te hoog
peil zijn aangelanct. Protectie kan het vraagstuk niet
oplossen, want het zou. de Engelsche productiekosten
slechts veilioogen, in plaats van deze te verlagen. In-
flatie is een tweesnijdend zwaard en laat zich, wan-
neer men er eenmaal nice begint, niet voldoende be-
heerschen; in die richting is dus weinig heil te ver-
wachten.
Hoofdzaak is, dat zijn wij met den Heer Loveday
volkomen eens, dat de elasticiteit in het economisch
leven worde vergroot, en wel met liet doel om met
liet bestaande proclu cti e-apparaat en de beschikbare
arbeidskrachten het grootst mogelijke nut te stichten, iets, wat thans op geen stukken na gebeurt: ,,The real
problem is that of restoring elasticity to the whoie
organisrn.”
De middelen om deze elasticiteit te verwezenlijken
‘) Zie daaromtrent het belangwekkende artikel van W.
L. Hichens: ,,The British Re-adjustiemeut Problem”, in het
Maand.bericht van Lloyds Bank van Augustus
1931.
736
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1931
worden door den Heer Loveday overigens niet nader
aangegeven. Hij heeft zich bepaald tot de diagnose, de
therapie aan anderen overlatend. Het wil ons voorko-men, dat de Bezuiriigingscommissie, wier voorstellen
thans bij de Engelsche Regeering in studie zijn, een
van de voornaamste geneesmiddelen heeft aangewe-
zen, toen zij voorstelde de werkloozenuitkeeringen
drastisch te verlagen. Naast dit vraagstuk blijft echter
het probleem van de met het oog op dezen depressie-
tijd te hoog opgevoerde staatsuitgaven, een vraagstuk,
dat evenals dat der werkloosheid, in ons land momen-
teel al even actueel is als in Engeland. Moge daarom
het afschrikkend voorbeeld van onze Westelijke na-
buren een goede waarschuwing voor de leiders van de
economische politiek hier te lande vormen.
* *
*
Wij hadden het hierboven over de vele zwakke
plekken in Engeland’s economisch leven. Eenig denk-
beeld daarvan geven de conjunctuurgegeve:ns betref-
fende Groot-Brittannië, welke in dit nummer van
het weekblad worden gepubliceerd. Wij willen niet nalaten tot slot van deze beschouwingen nog in het
bijzonder de aandacht te vestigen
l
op enkele van deze
gegevens.
In cie eerste plaats wijzen wij op cie productie-in-
dices. Deze zijn, zoowel wat den totaal-index bctref t
als ook met betrekking tot mijnbouw- en zwaarindus-
tr.ie, buitengewoon slecht. De deels geringe (katoen-
iii clustr.ic), deels vrij belangrijke verbetering (andere
metali. industrieën, kunstzijde) is lang niet voldoende
om den achteruitgang van, mijnbouw en zwaarindus-
trie te compenseeren.
En in cle tweede plaats vestigen wij cle aandacht
013
den angstwekkenden omvang der werkloosheid.
Ruim 2,7 millioen verkloozen is voor dit seizoen een
cijfer, dat voldoende is om allen, clie een bevredigend
oordeel over Engelands economie zouden willen uit-
spreken, •tot nadenken te stemmen.
Meer dan ooit is het daarom zaak cie oorzaken, clie
tot de huidige wantoestanden hebben geleil, naarstig
to lestudeeren. Werken als dat van Lovectay, welke
een koele en onbevangen analyse van de feiten trach-
ten te geven, zijn daarbij van groote waarde.
G. MV. S.
IJZER EN STAAL IN 1930 EN DE EERSTE HELFT
VAN 1931.
T.
Reeds in de laatste maanden van 1929 waren er symptomen waar te nemen van een daling van de
wereldbehoefte vicn ijzer en staal, welke zich sinds
1921 in stijgende rich’ting had bewogen. Weinigen zul-
len echter vermoed hebben, dat die eerste teekenen
van een depressie een periode van ontwrichting van
de ‘wereldmarkt aankoind:igden, waarvan thans, na
ruim anderhalf jaar, het einde nog niet te zien is.
In 1.929 werd de ruwstaallroductie tot 121 millioen
ton opgevoerd, hetgeen een stijging van’niet minder
clan bijna ii. nrillioen ton tegenover 1928’beteekende.
Bij zulk een vooruitgang steekt de achteruitgang van de wereldproduotie van ru’wstaal in 1930 tot 95 mil-
lioen ton wel zeer sterk af. Een stijging van vier ach-tereenvolgende jaren werd daarmee in éSn jaar teniet
gedaan.
De wereldproduetie van ruwijzer van het afgeloopen
jaar geeft eveneens een geweldige daling te zien (20
millioen ‘ton). In pereenten uitgedrukt is zij iets min-
der scherp dan die van ruwstaad: de inkrimping be-
droeg voor ruwijzer 19.8 pOt. tegenover 21.7 pOt. “oor ruwstaal. Absoluut bedraagt de achteruitgang
voor ruwijzer zooals wij zagen 20 millioen ton, en voor
ru.wstaal 26 millioen ton,
d.w.z.
er is een wijziging
gekomen in de verhouding ruwstaalprod no tie-ruw-
ijzerproductie.
Zooals uit de hier ‘volgende produetiecijfers (X 1000
m. t.) blijlet, heeft de productie van ijzer en staal in
de Ver. Staten en Duitsehlan,d wel de grootste daling
ondergaan.
Runnjzer
1925
1926
1927
1.928
1929
1930
Ver.
Staten,.
36.986
39696
37.151
38.442
42.962 32.260
Duitschiand
.
10.177
9.644
13.103
1.1.804
13.40!
9.695
Frankrijk
. .
8.472
9.393
9.297
10.100
10.441 10.104
Engeland
. .
.
6.336
2.4811
7.409 6.709
7.701.
6.285
Blelgio
2.541
3.399 3.751 3.905
4.096
3.394 Luxeniburg
.
2.344
2.512
2.723
2.770
2.906
2.474
Werelcipro-
cluctie
. .
.
76.500 78.700 80.600
88.500
99.650 79.900
Ver. Staten
. 44.847 47.687 43.730 50.055 55.031 39.915
Dtiitschland
. 12.195 12.342 16.305 14.517 16.246 11.539
Frankrijk . .
7.415 8.430.
8.275
9.387
9.666 9.412
Engeland . . .
7.516 3.617k 9.244
8.662
9.809 7.415
België
2.411 3.374
3.708
3.934
4.132 3.390
Luxemburg .
2.084 2.244
2.471
2.567
2.702 2.270
Wereld pro-
(IliCtie . . .
90.500 93.000 102.000 110.200 120.950 94.690
:oienstkug.
De Ver. Staten hebben in ‘1930 een gedeelte van hun
overheerscheindo positie in de wereldpro’ductie van
ijzer en staal verloren. Terwijl het aandeel van de Ver.
Staten in 1929 voor ruwijzer 43 pOt. en “oor ruw-
staal 46 pOt. ‘an de wereldproduetie bedroeg, zijn
deze percentages voor 1930 tot 40 en 42 gedaald. Na
de scherpe daling in de laatste maanden van het vorige
jaar, is de productie in de Ver. Staten in ‘de eerste
maanden van 1931 weer wat gestimuleerd door cie
vraag van eenige staal’verbrui kende industrieën, waar-
onder de auto- en bu.izeniiijverheid een eerste plaats
innemen. De behoefte werd echter ‘door de producen-
ten overschat en in de afgeloope’n maanden is een
aanmerkelijke reactie ingetreden, W’eiide nog verergerd
wordt door hët slappe seizoen. De ruwijzerproducsie
bedroeg in Juni 1931 slechts 56 pOt., die van ruw-
staai 61 pOt. van de voortbrenging in dle overeenkom-
stige maand van 1.930.
Europa heeft zijn aandeel in de wereldproduc’tie,
wat ruwijzer betreft, in 1930 vrijwel kunnen hand-
haven; wat ruwstaal aangaat is zijn aandeel zelfs niet
3 pOt. gestegen.
in Europa is de Duitsche productie ‘wel het sterkst
geslonken. Voor ruwijzer bedroeg cle achteruitgang in
1930 28 pOt., voor ruws’taal 29 pOt. Het inicrimpings-
proces heeft zich in 1.931 oolc hier voortgezet: eerst in
Mei is cle daling ”al de ruwijzerprodu.ctie tot staan
gekomen. De ruwstaalproductie heeft zich sinds No-
vember 1930 op hetzelfde niveau weten te handhaven.
Na Dnitsdhland komt Engeland. De achteruitgang be-
droeg hier in 1930 resp. 18,4 en 24,4 pOt. voor ruw-
ijzer en ruwstaal. Ook hier is in de laatste maanden
van de eerste helft van 1931, evenals in Duitsehland,
België en Luxemburg – de beide laatste landen heb-
bon overigens hun productie lang niet in die mate be-
perkt als de vorengenoemde – een neiging tot stabi-
lisatie van de productie te bespeuren. Het minst van
alle blijkt tot dusver
Frankrijk
door de economische
crisis ‘getroffen te zijn. In de eerste helft van 1930
steeg cle productie zelfs in eenige maanden nog ‘boven
die in de overeenkomstige maanden. van 1929; voor het.
geheele jaar 1930 daalde de ruwijzerproductie met
slechts 3,2 pOt., die van ruwstaal met 2,6 pOt. Ook
thans ‘beweegt de Fansche voortbrenging zich op een
vrij hoog niveau, al vertoont de produetiecurve een
onmiskenhare neiging tot/daJen.
I:Iet
jaar 1930 was
voor de Fransche ijzer- en staalwerel’d een ‘historisch
jaar, in zooverre dat zij te beginnen met Mei 1.930 een leidende positie t.a.v. de Europeesche ruwijzerprodu c-
‘Lie inneemt.
In 1895 moest Engeland, dat tot dusver de hegeino-
nie van de internationale ruwijzerproductie bezat, deze
aan de Ver. Staten afstaan, en in 1903 moest Engeland
de eerste plaats in ‘de Europeesche ruwijzerproductie
voor Duitschland iriruimen. Zooals uit de hierboven
vermelde cijfers te zien is, is de ‘totale Fransche ruw-
ijzerproduetie over 1930 hooger ‘geweest dan de Duit-
19 Augustus
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
737
sche. Ook wat ruwstaal betreft is 1930 voor Frankrijk
een merkwaardig jaar. in December ni. daalde de
ZDuitscho voorthrenging van dit product onder de
Fransche, om er daarna weer iets bovenwt te stijgen.
in vergelijking met vorige jaren is cle marge echter
gering. Verder is •de Engelsche ruwstaalproductie,
welke de laatste jaren op ongeveer gelijk niveau met
de Frausche gebleven was, sinds Maart niet alleen niet
meer boven die van Frankrijk uitgekomen, doch er
zelfsv erre onder gebleven.
I-li.eronder volgt een vergelijking van de productie-
cijfers van 1929 en 1930 met clie van 1913:
[‘tuvijzer
Ruwstaal
1913 1929 1930
1913 1929 1930
Ver.
Staten
……
100
142
103
1.00
180 126
EurolyL
……….
100
114
94
100
138
116
waarvan
Continent
……..
1.00
127 101
100
140
116
Engelaiicl
……..
100 74
GO
100
128
95
Wcreldtotaal …..
100
126
101
100
159
124
Van de oerige ijzer- en staalproduceerende landen
is Japan het eenige geweest, dat zijn ruwijzerproduc-
tie in 1930 heeft uitgebreid (van 1.5.2 tot 16.1 mii-
lioeu ; dc ruwstaalproductie daalde .iets) en Rusland
het eenige, dat zoowel de voortbrengiug van ruwijzer
als van ru:wstaal vergroot heeft. In 1929 overtrof de
Russische productie ‘van ruwijzer voor het eerst ria
den oorlog die van vôôr den oorlog, in 1.928 was het-
zelfde reeds t.a.v. ruwstaal gebeurd. In 1930 steeg de ruwijzerprociuctie van 4.3 tot ruim 5 millioen ton, de
ruwstaatproductie van 4.9 tot
5.1
miHioen ton. Aan
de ii itbrei ding van het voortbrengingsapparaat wordt
onder Ameri.kaansche leiding hard gewerkt, zooclat
verwacht mag worden, dat de productie in de volgen-
cle jaren nog aanmerkelijk zal toenemen.
Tenslotte volgt hier een overzicht van cle productie
(X 1000 int.) van ruwijzer en ruwstaal in de Ver.
Staten en cle voornaamste Westeuropeesche landen in
cie eerste helft van 1.931, vergelelcen met die van de eerste helft van 1930.
Ruwijzer
Ruwstaal
le helft le helft
1931
1930
1931
1930
Ver. Staten
…………
11.235 18.553 15.503
23.956
Duitsehianci
………..
3.343 5.593
4.600
6.582 Frankrijk
.
………….
4.463
5.184
4.159
4.815
Bngela.nd
…………..
2.038
3.780 2.693
4.431
België
……………..
1.581
2.014
1.475
2.040
Luxemburg
…………
1.042 1.342
1.013
1.194
Reeds in de tweede helft van 1929 nam een scherpe
daling van de prijzen van stalen producten een aan-
vallg, welke echter in Februari 1930 gestuit werd door
de actie van het Inieriuv,tionccle .Ruwstaal1cartel.
De
maatregelen van dit kartel hadden ‘betrekking op de
vaststelling ‘van minimum prijzen voor halffa’brika-
ten en walsproduten en op de verdeeling van de
eportorders. Al dadelijic begon men met de staalpr.ij-
zen hoven het toenmalige niveau van ‘de markt te
stabiliseeren. Stafijzer bij’., dat begin 1930 tot 105 sh. fob. Antwerpen gedaald was, werd door het Kartel
0
1
)
1.073 s’h. gebracht. Intusschen nam de depressie een
steeds ernstiger karakter aan, het aantal orders ‘er-
minderde gestadig en het ontduiken van de kartelprij-
zon door de producenten en den handel was aan de
orde van den dag. Het gevolg was, dat in Juli de zege-
ling ‘der prijzen en exportquota voor stafijzer, band-
ijzer en zware platen moest worden opgeheven. Toen
cle contrôle van ‘cie markt voor deze producten-groep
werd losgelaten, duilceiden ‘de prijzen, tot het peil ‘van
cle kartel-n’oteering voor de haiffabrikaten, waaruit
zij gemaakt worden. Een dergelijke toestand kon niet
lang blijven voortbestaan en einde Augustus verviel
ook de regeling voor halffabrikaten en balkijzer. Ook
dit werd gevölgd door een scherpe daling van den
prijs van de ‘betrokken producten, welke zich, toen
ook de ‘gewoné herfstopieving uitbieef, evenals die der
afgewerkte producten voortzetto tot November, toen
het laagste niveau in 1930 bereikt werd. Stafijzer zak-
te toen tot 18 sh. f oh. Antwerpen. Gedurende de
maand November stegen de prijzen als gevolg van een
plotselinge uitzetting ‘van de vraag, welke als een
compensatie ‘voor het u’tblijven ‘van cle gewone.sei’zoen-
1
VE.:T.r1.AMeRU4J
_____________
I
bUITSCF1LArIb
‘_’
–
IT
U5CF1LAÎ1
-‘
90C
8
70C
____________________
—
rENGELANCi
J
.
.
‘..
—
…..
7’Er1aAr1
acc
LUXEMBURr4
.
_L_LUXEM6URG_
s…
1929
1930
1931
1929
1930
1931
–
738
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1931
oplevii:ig in den herfst moet wGrden beschouwd, om
daarna, onderbroken door een kleine stijging van half
Maart tot Iial:f April, geleidèlijk tot meer dan 10 sh.
o:nder het in November bereikte laagste peil van 1930
te zakken! Een prijsvergelijking wordt door het vol-
gencie gebruikelijke m’erzichtje mogelijk gemaakt:
kS’t afijzer fob. Antwerpen
p’ Eugelsehe ton
1931
1930 1929 1928
1013
le helft
hoogste prijs ……..
84
10734 12434. 125
12214
laagste prijs ………
67
78
1.01%
97
8934
yomicWelde prijs …..75
J
/2,
9634 115
11334 1041/
Zooals gezegd trad een scherpe daling van de staal-
prijzen reeds aan het begin van de tweede helft van
1.929 in; eerst in October 1929 begon de prijs van gie-
terij-ijzer – vooreerst nog langzaam – te zakken.
Zooals gewoonlijk bij een daling van ‘de staalmarkt,
had een verschuiving van de productie van ruwijzer
voor de staalbereiding naar die van gieterij-ijzer plaats.
Tw’eeërlei factoren werkten dus samen om het markt-
peil voor gieterij-ijzer naar beneden te brengen, ten
eerste de steeds krimpende vraag als gevolg van de
algemeene malaise, en ten tweede het grooter worden-
de aanbod als gevolg van de uitbreiding van de pro-
clucti e in het Westeuropeesche i ndu s’tri egeb i ed, welke
in Februari 1930 het hoogste niveau sinds Maart 1928
bereikte. Weliswaar ging de productie sindsdien –
onderbroken door een stijging in December 1930 –
achteruit, doch de vraag verminderde evenêens en de
intussohen gevormde voorraden drukten mede de
markt tot een ongekend laag peil. Lux. 3 met bestem-
ming naar Engeland deed 67 sh. fo’b. Antwerpen aan het begin van 1930 en bereikte het laagste niveau i.n
November van dat jaar met 49/-. Na een vrij onbetee-
kenende stijging aan het einde van November en nog
een vleugje van opleving in April 1931 daalde de prijs
tot het laagste tot ‘dusver bereikte peil van 46 sh. in
Juni. De opgewekter stemming op de effecten- en
goederenmarkt, teweeg gebracht ‘door het moratorium-
voorstel van President Hoover m.b.t. de Duitsche her-
stelbetalingen, veroorzaakte tenslotte ook een kleine
reactie op de exportmarkt voor Lux. 3, doch deze is
van ‘zeer geringe beteekenis.
l[et volgende overzi.chtje geeft een prijsvergelijking
met vorige jaren en met 1913:
(‘ieicrj-ijzer No. 3 fob. Antwerpen
sli.
ier
Eugelsche ton
1931
1930
1929
1928
1913
le helft
hoogste ………
51
67
7234
64
80
laagste prijs
46
49
64
60
57
gemiddelde prijs
49
5834
,
6934
6234
64
Zooals hierna onder de Fransche markt nog nader
zal worden besproken, werd in November 1930 beslo-
ten de afdeeling van het O.S.P.M., ‘die den verkoop
van Lux. 3 op de Fransche markt regelde, per einde 1930 te ontbinden. De pr.ijsregeling werd reeds per
1 November opgeheven. Als gevolg hiervan verviel
ook het
Westeuropeesche Gieterij-ijzer7cortel,
dat, zeer
nauw met het O.S.P.M. samenwerkte en voor Fransch,
Belgisch en Luxembu rgsch gi eterij-ijzer exportriotee-
ringen vaststelde. De opheffing van dit Kartel oefende
niet den mins’ten invloed uit op de exportmarkt, daar
‘dc door haar vastgestelde prijzen reeds lang een nomi-
taal karakter droegen.
(Slot volgt.)
DE ECONOMISCHE’ BETEEKENIS VAN
MIDDEN-AFRIKA.
Onder Midden-Afrika dient men te verstaan de
breede tropische strook ‘gelegen tusschen ongeveer
20 gr. Noorder- en 20 gr. Zuiderbreedte, dus in het
Noorden begrensd door de Sahara, in het Zuiden door
den Zambesi. Zij neemt in het werelddeel Afrika een
bijzondere positie in, waardoor men haar als één econo-
misch complex kan beschouwen. Immers Noord-Afrika
met zijn oeroud cultuurleven en door de Sahara van
de rest van Afrika afgeknepen, kan men zonder veel
bezwaren tot de Europeesche economische sfeer reke-
nen, terwijl Zuid-Afrika met zijn intensieve mijnbouw
en ‘iridustrialisatie en zijn doelbewust schrijden naar
het ideaal van ,,witmansland” eveneens een volkomen
afgezonderd geheel vormt. Midden-Afrika, hoewel in
politieken zin hoofdzakelijk verdeeld tusschen vier
koloniale mogendhedeo, vormt bovendien daarom één
economisch geheel, omdat het als zuiver tropisch
ge-
–
bied één groot gemeenschappelijk belang heeft, omdat
cle economische ontwikkeling in alle deden zonder
uitzondering nog in de kinderschoenen staat, eigenlijk
‘hoogstens een kwart eeuw oud is, en tenslotte omdat
die ontwikkeling zich ‘baseert op, afhankelijk is van de
zwarte bevolking, diè ondanks het vaak groote ver-
schil van ras en stam, economisch overal op vrijwel
deuzelfden standaard staat.
Dit enorme gebied verkeert in een overgangs-
periode, waarin het de grondslagen legt, om zich tot
een der belangrijkste grondstof-produceerende gebie-
dien der wereld te ontwikkelen. Men heeft van ver-
schillende zijden twijf ei geopperd aan de economische
beteekenis van Midden-Afrika, door te wijzen op het
feit, dat, terwijl andere rerelddeelen reeds sinds
eeuwen hun bodemrjkdommen in intensieve exploi-
tati.e hebben genomen, M’idden-Afrika eerst sedert den
aanvang van onze eeuw is begonnen een plaats onder
‘s werelds leveranciers in te nemen. immers eerst na
Stanley’s tocht dwars door Afrika begon Europa zich
voor het zwarte werelddeel te interesseeren en pas
toen omstreeks de negentiger jaren de wilde politieke
,,scramhle for Africa” geconsolideerd was, kon de rus-
tige economische exploratie en exploitatie een aan-
vang nemen, liet is van belang, de oorzaken van deze
vertraagde ontwikkeling na te gaan, omdat zij ten
dccle ook thans nog eenigszins •haar invloed doen
gelden.
In de eerste plaats de climatologische factoren. Aan
de moerassige lcuststreken, waar de ontvangst-, vei–
pakkings- en verschepin’gscentra der uit het binnen-
land aangevoerde producten natuurlijkerwijze geves-tigd ‘zijn, speciaal aan de Westkust, is het klimaat van
dien aard, dat tot voor kort een eenigszins langer op-
onthoud voor den ‘blanke tot de onmogelijkheden be-
hoorde. Het ‘gevolg was een onbestend.igheid in het
bedrijf, een afhankelijk zijn van den wisselvalligen
nlander, waardoor van een eenigszins intensieve ex-
ploitatie en ‘handel geen sprake ‘kon zijn. Eerst de mo-
derne hygiönisdhe wetenschap heeft kunnen bereiken,
dat het klimaat, hoe onverdraaglijk veelal ook, toch
niet langer een hinderpaal vormt ‘op den weg der
economische ontwikkeling, in de tweede plaats was
er het gebrek aan behoorlijke havens. Tot voor enkele
jaren moesten in geheel West-Afrika en grootendeels
ook in Oost-Afrika alle zeeschepen op de reede ‘blijven
liggen, vaak kilometers van cie kust verwijderd. Eerst
ie moderne techniek heeft hierin verbetering gebracht
en thans beschikken tenminste de belangrijkste pro-
ciuctiege’bieden over modern-geoutilleerde havens en
kaden.
De grootste hinderpaal voor Midden-Afrika’s ont-
vikkeling was echter tot dusver de geologische for-
matie. Afrika is opgebouwd uit een terrasvormige op-
eenstapeling van plateaux, die tot zeer dicht de kust
nadleren. Deze bijzonderheid
verklaart het groote ge-brek aan bevaarbare rivieren en aan een behoorlijk
spoorwegsysteem; Immers de kosten in verband met
19 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
739
het bevaarbaarmaken der rivieren en het aanleggen
van spoorwegen naar ‘het binnenland zijn zoo hoog,
dat slechts kapitaalkrachtige landen hiertoe konden overgaan en ook dan slechts, wanneer er voldoende
uitzicht was op rentabiliteit. Zoolang dit niet het
geval was, bleef Midden-Afrika sukkelen onder de
gevolgen van primitieve transportmethoden. Slechts
producten met een betrekkelijk ‘hooge marktwaarde en
lage productiekosten kwamen voor uitvoer in aanmer-
king: ivoor, goud, gommen, vellen van wilde die-
ren…..slaven. Het is ‘hier niet de plaats, om op de
gevolgen, d’ie de slavenhandel voor Midden-Afrika
heeft gehad, in te gaan. Het zij voldoende, erop te
wijzen, -dat de door dezen handel teweeg.gebrachte ont-
volking van Afrika de gewichti’gste remmende factor
is geweest ten aanzien van de ontginning van dit
tropisch gebied. De slaven’handel behoort (officiëel
althans) tot het verleden en het transportvraagstuk
nadert met groote schreden zijn oplossing. Reeds
]S
een product’ief spoorwegsysteem aanwezig met een to-
taallengte van ca. 50.000 K.M. Van alle zijden boren
de spoorwegen zich door de oerwouden in het land:
de Kairo-Karthoum-, -de Kenya-Uganda- en de Tan-
ganyika-spoorwegen, het belangrijke spoorwegnet van
Belgisch Congo, de zoo juist voltooide Benguella-spoorweg dwars dbor Angola, aansluitend aan den
Kaap-Congo-spoorweg en eindelijk de kleinere, doch
niet minder belangrijke spoorwegen in Nigeria, de
Goudkust en Sierra Leone. Van het grootste gewicht
zijn ook de deze spoorwegen voedende autowegen, die
vooral in de mijn- en planta’gegebieden een onmisbaar
element zijn geworden. Want voor Afrika zal de
auto op den duur het aangewezen transportmiddel
blijken te zijn. Het valt echter te ‘betreuren, ‘dat de
politieke verdeeling tot dusver een samengaan op het
terrein van wegenbouw heeft verhinderd. Het ware
zeer te wenschen, dat ‘de koloniale mogendheden zich
te dien aanzien nader zouden aaneenslaiten.
Dat ‘ondanks ‘de aanzienlijke verbetering in hygiëne,
haven werken en transportfaciliteiten Midden-Af ri’ka
na een eersten ‘geweldigen economischen opbloei sinds
een zestal jaren een soort stilstand heeft bereikt, is
een merkwaardig verschijnsel, dat naar onze meening
echter -geenerlei gronden oplevert voor de scepsis,
waarmede velen de toekomst van Midden-Afrika ‘be-
schouwen en dat niets af doet aan ‘de groote potentiëele capaciteit van den Midden-Afrikaanschen ‘bodem. Deze
stagnatie is o.i. toe te schrijven aan omstandigheden, ciie men tezamen het IV[idden-Afrikaansch land- en
bevolkingsvraagstuk kan noemen. Men dient niet te vergeten, dat door Europa’s plotseling in-grijpen de
Afrikaansche bevolking in slec’hts enkele jaren uit
nagenoeg praehis’torische cultuurvormen in ‘den mo-
,Iernen tijd is verplaatst. Waar andere volken eeuwen
tijd voor noodig hadden, daaraan- moesten de Af ri-
kaansche inlanders in
nauwelijks
een kwart eeuw zich
leeren aanpassen. Hun op primitief-communistischen
leest ‘geschoeide samenleving zag zich geplaatst tegen-
over ‘het individualistisch kapitalisme van -onzen tijd.
Hun intensief stamleven werd gedesintegreerd, de
heiligheid van den bodem, onvervreemdbaar in het oog van den neger, werd aangetast, hun primitieve
productie- en ‘bewerkingsmethoden ‘bleken niet slechts
den prijs van het Afrikaansch product op de wereld-
markt te ‘drukken, doch ‘bovendien de mededinging
van moderner geoutilleerde productiegebieden aan te
wakkeren. Deze volkomen omwenteling, die begrjpe-
lijkerwijze een sta.gneerenden invloed moet hebben, is
nog lang niet uitgewerkt. Op grond hiervan en tevens
op grond van het feit, dat de levensstandaard van -den
neger in het algemeen slechts een zeer langzame stij-
ging aantoont, kan men aannemen, dat Midden-
Afrika’s verdere economische ontwikkeling nog ge-
ruimen tijd zal worden tegengehouden.
* *
*
Duidelijk komt de economische beteekenis ‘van Mid-
den-Afrika naar voren uit de volgende
cijfers
voor
1928 (het laatste geheel bui-ten de wereldcrisis vallen-
de jaar):
Britsche
gebied-en:
–
invoer
Uitvoer
Oppervlakte ilevolking
(f1000) (f
1000)
(1000 vierk. mijl)
(1000)
Nigeri% …..
15.430 17.040 340
18.800
Cloucikust
. . .
12.200
13.825
203
2.500
Br. O.-Afrika&
Tangacyika
12.846
12.015
747
13.500
S’oedan
6.200
4.986
1.008
6.470
Sierra Leone
.
1.626 1.609
31
1.541
N.
Rhodesia
.
1.957
745
279
,
900
G’ambit …..1.011.
1.156
4
210
Nyassaland
. .
869 938
40
1.230 13r. Kameroen
en Togo
– .
330 485
47
888
Totaal
. .
52.469
52.799
2.699
46.039
Fre’nrche gebieden:
Fr. W.-Afrika
11.700
10.200
1.444
13.523 Kameroen
en Togo
.
2.400
1.800
187
2.620 Aeq. Afrika
1.400
900
975
3.124
Totaal
. –
15.500
12.900
2.606
19.267
–
13 ei gisch gebied:
l3elg. Congo
.
9.900
6.100
918
8.500
Portugee.sch gebied:
btozambique
–
2.800
1.700
428 3.483
Angola
2.000
1.600
484
2.482
Totaal
– –
4.800
3.300
912
5.965 Totaal
82.669 75.099
7.135
79.771
Ten dccle geschat.
Deze cijfers zeggen ons nog meer, wanneer wij be-
denken, dat het totaalcijfer van -den buitenlandschen
handel sinds een ‘kwart eeuw zich meer dan vertien-
voudigd heeft, inderdaad -is dan ook de capaciteit van
den Midden-Afri.kaanschen bodem ‘haast onuitputte-
lijk, al moet men natuurlijk groote woestijn- en steppe-gebieden uitsdhakeleu. Zonder ‘in overdrijvin-g te ver-
vallen, kan men vaststellen, dat, theoretisch gespro-
ken, nog geen honderdste gedeelte van Midden-Afri-
ka’s ‘bodemrij-kdornmen ontgonnen is. De uitvoer der
–
belangrijkste producten vertoonde in 1930 het vol-
.gende beeld:
Agrerische prodncten:
Cacao
……
340.000
ton
Copra
……..
30.000
ton
Palmpitten
Suiker
…….
8.000
en
.olje
– –
650.000
.,
Mars
………
1.000.000 ctr.
Ardnoteu
–
670.000
Katoen
…..
330.000
balen
J1J-ijnprodL ot en:
–
Koffie
450.000
ctr. Koper
……..
140.000
ton
Tabak
…..
14.000.000
lbs.
Tin
………
15.000
Sisal
55.000
ton
Diamanten
. . .
2.760.000 kar.
Muscaat-
Goud
……..
400.000
ons
noten
180.000
ctr. Maugaan
417.000
ton
Nog steeds Ineemt
cacao
de eerste plaats in onder de
M-idden-Afrikaansche producten. Dit is merkwaardig,
in- zooverre cacao geen inheemsche Afrikaansche plant
is, doch op het eind -der vorige eeuw uit Fernando
Poo werd ingevoerd. De ontwikkeling der West-Afri-
kaansche cacaocultuur behoort tot de fenomenen der
economische wereidgeschiedenis. Geen andere cultuur
haast ‘heeft in zulk een korte periode een soortgelijken voo±uitgang weten te boeken. In minder dan geen tijd
had de cacao ziih een vooraanstaande plaats in Afrika
veroverd. Weliswaar ging de belangstelling voor -deze
cultuur voorloopig uitsluitend uit van de Goudkurt,
doch de bevolkin-gscacaocultuur nam -daar zulk een
vlucht, ‘dat zij.niet alleen alle andere producten dezer
kolonie in de schaduw stelde en de Goudkust in ver-
houding tot haar oppervlakte tot het rijkste gebied
van Afrika maakte, doch daarbij tevens het zwaarte-.
punt -der wereldcacaocultuur van Amerika naar Af ri-
ka wist te verplaatsen. Langzamerhand begonnen ook
andere ‘gebiedsdéelen, Ni-geria, de Ivoorkust, Kame-
roen, Togo, zich voor -de cacao te interesseeren, met
dien verstande, dat op het oogenblik ca. 63 pOt. der
wereldproductie ter waarde van ongeveer 114 millioen
740
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1931
uit Afrika afkomstig is. Toch is deze zeldzame ont-
wikkeling niet onverdeeld gunstig geweest. Zij heeft
in de eerste plaats het primitieve der in’heemsche
productie- en bewerkingsmethoden in het daglicht ge-
steld en de moeilijkheid tevens, om hierin spoedige
wijziging te brengen. In de tweede plaats heeft zij
het verkeerde eener monocultuur-politiek ‘bewezen.
Aan de Goudkust moest alles voor den cacaoboom wij-
ken. De inheemsche palmboom (Elaeis) werd bij tien-
duizenden exemplaren gekapt, om ruim baan te maken
voor de caca•oplantages, met liet gevolg, dat de jongste
ongeëvenaarde prijsdaling ‘van cacao een toestand van
aan ‘hongersnood grenzende armoede in het leven heeft
geroepen en, gelijk bekend, eind 1930 heeft geleid
tot een georganiseerde boycottbeweging van de zijde
der kleine negerplanrters.
Van meer algemeen economisch belang is Midden-
Afrika’s productie van oliehoudende vruchten, waar-
van de gezamenlijke ui.tvoerwaarde ongeveer sE 23 mil-
lioen bedraagt. Onder deze staat de
oliepalm
verre
bovenaan. Haar verbrei di ngsgebi cd strekt zich uit
langs de geheele Golf van Guinea tot diep in Bel-
gisch Congo. Zij is als het ware de Afri’kaansche cul-
tuur ‘bij uitnemend’heid, behoeft nauwelijks eenige
verzorging en ‘beheerscht cle voor zeep-, vet- eu mar-
garine-industrie zoo belangrijke wereldmarkt van
palm- en paimpittenolie. Doch ook hier doet zich een
soortgelijke ‘hindernis voor als ‘bij de cacaocultuur. De
uiterst primitieve wijze van productie en ‘bereiding in
cle voornaamste productiegebieden Niger i a, Sierra
Leone, Ivoorkust, waardoor 40-50 pOt. van de
palmolie verloren gaat, is oorzaak, dat voor de over-
heerschende positie van West-Afrika gevaren dreigen,
die niet onderschat mogen worden. Belgisch Congo, Sumatra en voor een geringer deel ook Malacca zijn
bezig een palmolie-industrie te ontwikkelen, zoo mo-
dern uitgerust en, vooral wat Sumatra betreft, met zulk geselecteerd plantenmateriaal, dat zij een ge-
cluchte concurrent voor West-Afrika dreigen te w’or-
den. De regeeringen van Nigeria en Sierra Leone
doen haar uiterste best, zich tegen het dreigend ge-
vaar te verweren, doch cle door Groot-Brittannië in
clie gebieden aangehangen zeer ethische politiek, di
om. niet toelaat, dat op den in principe den iiilaiiders
behooreaclen bodem Europeesche verwerkingsfabrie-
ken worden opgeri.cht, is een groote hinderpaal in
deren fellen strijd ‘tussc’hen een groote primitieve be-
volkingscultuur en cle kleine intensief werkende plan-
tages. Ook de andere cultures, zooals aardnoot, cocos en sesam, lijden, hoewel in aanzienlijk mindere mate,
onder dezelfde moeilijkheden.
Hier zij eindelijk nog gewezen op een cultuur, die
wellicht voor Afrika’s toekomst doorslaggevend is:
katoen.
De katoenboom gedijt over een enorme streek,
die zich van Noord-Afrika met uitloopers naar West-
Afrika tot in Rhodesi.a uitstrekt. Speciaal de groote
overstroomingsgebieden van Nijl, Shari en Niger met hun •grootscheepsche irrigatiewerken ‘beloven uiterst
belangrijke katoen-produceerende gebieden te zullen worden. Volgens een kort geleden herziene schatting
bedraagt het voor katoen’bouw geschikte Midden-
Afrikaansch terrein meer dan 20 millioen H.A. met
een potentiëele productie van ca. 16 millioen balen.
In hoev
er
re deze potentiëele productie een reëele zal
worden, zal hoofdzakelijk afhangen van de oplossing
van het ‘bevolkings- en arbeidsvraagstuk.
Wanneer wij tenslotte nog een vluc’htigen blik slaan op den Midden-Afrikaanschen rijkdom aan
mineralen,
dan ‘blijkt het, dat de onedele metalen in
belangrijkheid verreweg bovenaan staan. De fenome-
nale ontwikkeling ‘der kopermijnen van Katanga en
de groote toekomst’beloften van de Noord-Rhodesische
kopermijnen ‘hebben veel bijgedragen tot de crisis op de kopermarkt. Het hoog gehalte van het Afrikaansch
kopererts verzekert evenwel aan de Midden-Afrikaan-
sche koperproductie een onbetwiste en waarschijnlijk
leidende plaats onder ‘s werelds producenten, mits
ook hier het nijpende arbeidsvraagstuk, waaronder vooral het bevolkingsarme Katanga te lijden heeft,
tot een behoorlijke oplossing kan worden gebracht. De
goudinclustri.e aan de Goucikust toont ‘teekenen van
opleving, terwijl de diamantdelverijen van Belgisch
Congo en de Goudkust, de Nigeriaansche tinmijnen en
de ‘belangrijke mangaan- en hauxietdepositos der
G’oudkust activa van beteekenis zijn. Oo]c ten aanzien
van de mijnindustrie staat Midden-Afrika nog eerst
in den aanvang zijner ontwikkeling.
Een pauze is in de economische ontwikkeling van
Midclen-Airika i.ngetreden, een pauze die samenhangt
met ‘het achterblijven van den cu.ltureelen vooruit-
gang. liet oog moet thans gericht zijn op de verhoo-
ging van ‘s negers levensstandaard. Zoolang zijn be-hoeften zoo uiterst gering ‘blijven, vervalt elke prik-
kel tot grootere en intensievere productie en zoolang zal Midden-Afrika zich ook niet uit de huidige over-
gangsperiode van stagnatie kunnen uitwerken. Bij de
omwenteling, die bezig is zich in ‘het economisch we-
reldbestel te voltrekken en waarbij ccii algemeene
sterke verlaging van den kostprijs blijkbaar vooraan staat, heeft Midden-Afrika echter cel grooten voor-
sprong, doordien zijn uitgebreide ‘bevolki.ngscultuur
een minimum levensstandaard nauwelijks kent. Bij de
jongste prijsdaling van cacao, palmolie, enz. is het ge-
bleken, dat de negerplanter zelfs hij prijzen, die, ge-
lijk men tot voor kort meende, zuiver verl:ies moesten
laten, nog een, zij ‘het ook karig, ‘bestaan wist te maken.
Op het oogenblik ligt o.i. in dit feit Midden-Afrika’s groote kracht, waardoor liet wellicht andere produc-
tiegebieden tot verdere rationalisatie zal kunnen
dwingen en waardoor het in zekeren zin, ondanks de
verschillende andere tegenwerkende factoren, niet-
temin zijn belangrijke positie op de ‘wereldmarkt zal
eten
te handhaven.
Mr. PAUL CATz.
DE GEMEENTEFONDSBELASTING.
–
Ook op ‘belastinggebied een nieuwe lente, een nieuw
geluid. Sedert 1 Mei 1931 wordt een directe belasting
naar het ‘inkomen onder den naam van gemeente-
fondsbelasting door het Rijk geheven. Toen zijn nl.
de gemeentelijke inkomstenbelasting en haar pen-
dant, de gemeente-opcenten op ‘de rjksinkomsten’be-lasting, vervallen. Thans put ‘het Rijk uit de gemeen-
tefondsbelasting de middelen, waaruit de gemeenten
ten deele ‘door uitkeeriiig uit ‘het ‘gemeentefonds wor-
den schadeloosgesteld. De gerneeutefoncisbelasting is
dus een r’ijlcsbelastin’g. Daarop kunnen enkel ‘de ge-
meenten krachtens de artikelen 277 en 283 (nieuw)
Gemeentewet (resp: 240 en 243 ou’d) ‘opcenten hef-
f en van ‘hen, die tevens in de gemeente wonen.
Het voordeel van een gemeentefonds’belasting is,
dat ze geünificeerd wordt geheven m.a,w. ‘de druk
tussc’hen de gemeenten althans wat de hoofdsom be-
treft, wordt genivel1eeid, zoodat van laag en hoog-
belaste ‘gemeenten uit ‘dien hoofde ‘geen sprake kan
zijn.
Aan de gemeentefondsbelasting zijn onderworpen:
ci.. de ‘belastingplichtigen (natuurlijke personen),
bedoeld in artikel 1, letter ci. der wet op de inkomsten-belasting 1914, dus
niet de ‘binnen het Rijk ‘gevestig-
de stichtingen van art. 1 letter
c
dier wet, maar bijv.
wel de aan boord wonende binnenschippers.
b.
de ‘belastingplichtigen (natuurlijke personen en
lichamen) bedoeld in ‘artikel 2 dier wet, tenzij in
Ned.-Indië, Suriname of Curaçao wonende of geves-
tigd. Dit is aldus ‘toegelicht, dat nu er een gemeente-
–
fonds is
er
nog meer reden ‘bijna is om ‘bijdragen te vorderen van niet-ingezetenen in de gemeentefonds-
belasting dan in de algemeene inkomstenbelasting.
Voor de belastingplichtigen, die tevens in de Rijks-
inkomstenbelasting
zijn
aangeslagen, wordt de aan-
slag in de gemeentefondsbelasting tegelijk met den
aanslag in de Rijksinkomsterubelasting vastgesteld.
19 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
741
Een bezwaar-, ‘heroe-, verzoekschrift betreffend
cle Rijksinkomstenbelasting wordt geacht tevens den aanslag in de gemeentefoudsbelasting te betreffen.
Tot grondslag van de heffing der gemeentefonds-
belasting strekt het zuiver inicomen, vastgesteld vol-
gens do regelen, die gelden voor de heffing van de
Rijksinkomstenhelasting, maar reductie ter voorko-
ming van dubbele belasting op den voet van art. 99
wet inkomstenbelasting wordt op de gemeentefonds-
belasting niet verleend, gold trouwens ook niet voor
de plaatselijke inkomstenbelasting.
Voor cie binnen het Rijk wonenden zijn cle gemeen
ten in
drie
klassen verdeeld, welke klasse voor iedere
gemeente bij gemeentoverordening wordt ‘bepaald,
zelfs verschillend kan zijn voor verschillende gedeel-
tea eener zelfde gemeente. Bij gebreke van zoodanige
verordening wordt de gemeente geacht in cle eerste
Iclasse te zijn ingedeeld. Voor personen zonder vaste
woonplaats binnen het Rijk wordt de gemeente van
aanslag geacht te zijn ingedeeld in de tweede Iclasse.
Aan cle gemeenten is dus overgelaten te bepalen in
welke klassen zij worden ‘gerangschi]ct.
De kinderaftrek overeenkomstig art. 38 wet in-
1comstenbelasting is voor linnen het Rijk wonenden
op de gerneentefondsbeiast.i ng toepasselijk. Geen kin-
cleraf trek wordt toegepast voor gemeentefonds’be-
lasting, indien het kind niet is aangeslagen in de
Rijksinkomsten’he]asting maar wel wordt aangeslagen
in •de gemeentefoni cl sbel asti ng.
Ter verkrijging der belastbare som, waarop toe te passen ‘het progressieve tari.ef (zie slot) van art. 15
wet 15 3uli 1929, S. 388, ‘tot herziening van de finan-
cëelo verhouding tussc’hen het Rijic en cle gemeenten, wordt afhankelij]c van de iclasse een
on.gehuwden bji-
slag
toegevoegd aan het inkomen.
De ongehuwden ‘bijslag bedraagt:
in gemeenten ie klasse
f 100.
2e
,200.
3e
,300.
Hierniecle is aan den wensch tot ‘hooger belasting
van vnijgezeilen voldaan, liet vrschil in levensstan-
d aard tc ssche ii de ond erscliei dene gemeenten wordt
in
classif’icat’iebijslag
tot uitdrukkink gebracht. De ciassificati e’bijslag bedraagt: voor gehu wden
(waarmede gelijkgesteid worden zij die gehuwd ge-
weest zijn, weduwmaars, vecluwen, gescheidenen die
kinderaffrek genieten):
in gemeenten le klasse
f
-.
11
2e
,,
111.00.
11
3e
,200.
(De wetgever ‘heeft gemeend (zie hierna), geen
lager aanvangsinicornen te moeten aannemen dan ‘van
f
800—f 200 =
f
600 voor gehuwden zonder kin-
deren).
Verder wordt wegens ‘het wonen van twee of. meer
belasti ngsc’hulcl i gen in gezinsverban cl een
gezinsver-
bandbi,jsla.g
toegepast van
f
50 per samenwonenden
belastingschuld ige. Deze regeling icomt in strekicing
overeen met de samenwoningelausules, die vaak ver-
d en aangetroffen in gemeente-i nkomstenbelasti ngver-
ordeningen, nl. om de belasting to ‘verhoogen voor
in gezinsverhand samenwonende •belastingschuldigen.
Wie niet belastingschuidig is, kan niet tot den ‘ge-
zinsverbandhijsiag bijdragen ter beoordeeling moet
c.q. eerst kinderaftrek worden toegepast. Inwonende
dieustboden en kostgangers moeten niet tot gezins-
verband’bijslag aanleiding geven. Indien van een aan-tal samenwonenden één ‘hiërarchisch ‘boven de ande-ren geplaatst is (pas’toor en kapelaan; kloosterlingen;
vuurtorenwachter met vreemden kuecht) is van ge-
zinsverband geen sprake, tenzij tevens familieverhou-
ding aanwezig is. Leven vier meerderjarige verpleeg-
sters, elk met
f
1000 inkomen, in ‘gezinsverband sanien, dan wordt voor ieder de ‘belastbare som der
gemeentefonds’belasting
f
1300, zijnde
f
1000 +
f
100
(ongehuwdenbijsiag) +
4 X f
50 (gezinsveibandbij-
slag), een en ander in eene ‘gemeente le klasse.
Het tarief der gerneentefondsbelasting voor ‘binnen
het Rijk wonende natuurlijke personen begint in alle
gemeenten met
f
800, behalve Amsterdam, Rotter-
dam en ‘s-Graveuhage (zie slot). De gemeente van
aanslag is die, welke wordt ‘bepaald op den voet van
art. 53 wet inkomstenbelasting. Ddor de bijslagen kan
aanslag in de gemeentefondsbelasting moeten plaats
hebben zonder gepaard] te gaan met ‘aanslag in de
Rijksi nkomsten’belasting (minimum •belastbare som
f
800), waardoor de ‘belastbare som voor Rijksinkom-
stenbelasting en gemeeutefondsbelasting niet dezelf-
dle is. In Amsterdam, Rotterdam en s-Gravenhage,
drie gemeenten ‘van ‘hoogen levensstandaard, geldt
f 900
in plaats van f800 belastbaar minimum. i)târ
kan mitadien aanslag in de Rijksinkomsteu’belasting
plaats hebben zonder gepaard te gaan met aanslag
in cle gemeeiitefondsbelasting. Voor de hoogere inko-mens (inkomens van minstens j’ 1500) is het verschul-di.gde in alle gemeenten gelijk.
Voor alle natuurlijke personen, binnen het Rijk
woo’ende of niet, geldt het progressief tarief van art.
15, maar bij niet binnen het Rijk wonenden worden
geen kinderaftrek, geen classificatie, geen ‘bijsiagen,
geen gemee.nte-opcenten toegepast.
De gerneente-opcenten op de gemeentefondsbeias-
ting zijn alleen van toepassing op de aanslagen ‘van hen, die in de gemeente wonen, dus niet op de aan-
slagen van aan boord wonende binnenschippers, niet
op de aanslagen van de niet binnen. ‘het Rijk wonende
of gevestigde personen en lichamen. Die opcenteu kunnen zijn geleidelijk stijgen’d met de belast’bare
som (progressief) en dan met een maximum van 80
of voor alle aanslagen gelijk (proporti,oneel) en dan
tot ten allerhoogste 100. 1-let normale maximum van
gemeente-opcenten op de gemeeutefondsbelasting
is 80.
In tegenstelling met de gemeentefondbelasting zelf
vormen de daarop geheven gemeente-opeenteti geen
inkomen ‘van het ‘bij art. 1 der ‘wet van 15 Juli 1929,
S. 388; ingestelde gemeentefonds.
Ook hetgeen de gemeeutefondabelasting in een ge-
meente tengevolge van ‘hare r.angsch:ikking in de 2e
of 3e klasse meer in hoofdsom opbrengt ‘dan zij zou hebben opgebracht bij rangschikking in de le klasse,
wordt niet in liet gemeentefonds gestort, doch recht-
streeks aan de ‘gemeente van aanslag uitgekeerd.
:De gemeentefondsbelas’ting wordt als Rijks directe
belasting ingevorderd op den voet ‘van de wet op de
i.nvordering van 22 Mei 1845, S. No. 22. Daarvoor bestaat dus voorrang overeenkomstig art. 12 B dier
wet, ook wat de daarop geheven gemeente-opcenteu
betrof t.
Tot slot enkele tarieven.
1.. Tarief (‘hoofdsom) art. 15. (Denk ‘hierbij aan de
bijsl agen).
Bel, soin
f
800 tot benedenf
850..
f
1
850
900..,,
2
900
950.
.
,,
3
950
,,
,,
1.000..,,
4
1.000
,.
1.050..,,
5
1.050
,,
,,
..
1.100..,,
6
1.100
.,
1.150..,,
7
1.150
,,
,,
.,
1.200..
8
1.200
,,
,,
1.250..,,
9
1.250
1.300..
10
1.300
,,
1.350..
11
1.350
,,
,,
1.400..
12
1.400
,,
.,
1.450..,,
13
1.450
1.500..,,
14
1.500
,,
,,
.,
1.550..,,
15
1.550
,,
,,
1.600..
16.50 1.600
,,
,,
4.000..,,
18+f 3 p.
f
100
boven ,,
1600
4.000
,,
,,
7.000..,,
90+f 4
p.
100
boven
,4000
7.000
,,
,,
10.000..
210+!
5 p. ,,
100
boven ,,
7000
10.000 of meer …………..
360+f 6 p. ,, 100
boven,, 10000
742
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1931
H. Tarief (‘hoofdsom) art. 1.5 voor Amsterdam,
Rotterdam en ‘s-Gravenhage (le klasse). Opeeuten be-
lastingjaar 193112 Amsterdam 38, Rotterdam 60,
‘s-Gravenhage 6.
Bel, som f
900
tot
beneden
f
950. . f t
950
,,
,, 1.000..
2
1.000 .,
,, 1.050. . ,. 3
.
1.050 ,,
,,
1.100..
4
1.100 ..
..
.,
1.150..,, 5
1.150 ..
..
,.
1.200..,,
S
1.200 ..
.,
.,
1.250…..
7
1.250 ..
.,
1.300..,, S
1.300 .,
…
.,
1.350
…..
9
1.350 ..
.,
..
1.400..,, 10.50
1.400 ..
,.
,. 1.450..
12.-
1.450 ..
..
1.500
….
1.3.50
1.500 ,,
.,
.. 1.550
enz.
als
hoven.
N.B. Voor ongehuwden worden de bedragen reeds
geheven bij
j’
100 minder inkomen. lii tvoerige tarieven voor te Rotterdam versehuldig-
de bedragen aan belastingen enz.
zijn
uitgegeven door
het Gemeentelijk Bureau voor de Statistiek
en
ten
Ra adh iii ze tegen betaling verkrijgbaar.
B. VAN DEN BERG.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
HET ARBEIDSREGIME IN DE SOVJET-RUSSTSCHE
KOLCHOSEN.
De Heer Paul Olberg te Berlijn schrijft ons
,,iDe socialiseering van den Ru.ssischen landbouw
marcheert ” ,,De collectieve lan dbou.w’hed rij ven, resp.
de Kolcho.sen, geven de wereld een navolgenswaardig
voorbeeld van de organisati.e van den landbouw op
soci alistischen grondslag.” Aldus de holsjewistische
pers, die hierop bijna dagelijks den nadruk legt. Het
is derhalve van belang om de aheidstoesta’nden in
deze gesocialiseerde bedrijven eens na te gaan, te meer
waar in de pers aan dit onderdeel van den nieuwen
koers in de Russisdhe landbouwpolitiek weinig aan-
dacht wordt besteed.
Is de boer, die door meedoogenlooze dwangmetho-
de.n in Kolchosen werd opgesloten, gelijkgerehtigd
lid van een sociale gemeenschap, dat Vrij over de op-brengst van zijn arbeid kan beschikken, of is hij meer
een rechteloos loonabeider in dienst van het staats-
grondbezit? Uit het antwoord op deze vraag zal blij-
ken, of het collectieve bedrijf den boeren eenige ver-
lichting verschaft vergeleken met hun vroegere rechts-
cn maatschappelijke positie in het individueele be-drijf. Volgens den opzet behoort de Kolchose geen
(10e] op zichzelf te zijn, doch den werkenden menscli
te dienen. Volgens de officiëele Sovjetgegevens be-staan er thans 200.000 collectieve bedrijven in Rus-
land, welke 13 millioen van de vroegere individueele
bedrijven vereenigen. Voor de regeling van de arbeids-
voorwaarden in de Kolehosen werden officiëele wet-
ten uitgevaardigd.
Wat hebben deze wettelijke ‘bepalingen ‘ten doel?
Zij schakelen in de eerste plaats de groiid’beginselen
van zeifbestuur uit en leggen een militair regime
vast. Volgens de verordening van het Oentraal Bu-
reau voor cle Ooliect.ieve Landbouwbedrijven in de
Sovjet-Unie, gepubliceerd in de Prawda van 9 Ee-
bruari 1031, worden voor de drukke werkzaamheden,
(lat zijn gewoonlijk de seiwenswerkzaamheden, de
leden van de Kolchosen in brigades ingedeeld, die On-
geveer 40-60 arbeidskrachten omvatten. Aan het
hoofd van elke brigade staat een ‘brigadechef, die
door het bestuur van de Kolchose wordt benoemd,
zelfstandig het werk van de brigade regelt en hier-
‘oor aansprakelijk is. Elke boerenhofstede, welke tot
de Kolciose behoort, is verplicht aan de werkzaam-
heden in den drukken tijd mede te doen. Met werk-
zaamheden van langeren duur moeten, volgens de ver-
ordening, de vooruitstrevende leden van de Kolchose
worden belast, die
–
zich bij de toepassing van de socia-
listische arbeidsvormen hebben onderscheiden. Deze
bevoorrechte werkzaamheden zijn van speciale ‘betee-
kenis, omdat de verdeeling van den oogst en de overi-
ge inkomsten van cie Kolehose uitsluitend volgens het
inn tal verrichte ,,A rbei tstagei.nn ahm en” mag plaats
hebben.
Tolgens de verordening mag met het aantal hoof-
(leo, waaruit de familie van de leden der Kolehose
bestaat, geen rekening worden gehouden, zooals in de
eerste 2 jaren van de coliectiveering het geval was.
t ierdoor is thans hij de vergoeding van den arbeid
geen sprake meer van loon naar behoefte. Alleen de
prestatie is voor de grootte van het loon beslissend.
Dientengevolge voerde de verordening het accoord-
systeem in. Deze zegt woordelijk: ,,Bij de vaststelling
van den norm der prestatie is dc Koichose verplicht
zich te richten naar de kwaliteit en de lcwantiteit van
het weric van de beste Kolchoseieden en -brigades,
welke door socialistische concurrentie en het stelsel van ,,stoothri gade’n” worden verkregen.” Naast het
aecoordstelsel moet het premiestelsel voor de beste
arbeidsprestatie worden gbezigd. Bovendien worden in de verordening strafbepalingen voor onvoldoende
arbeidsprestatie en in de eerste plaats voor schen-
ding van de arbidsdiscipiine vastgelegd. Straffen
zijn: openbare berisping, ,,materiëeie straffen” (ten
gunste van het premiefonds), toewijzing van minder
loonenden arbeid, werkverhod en uitsluiting uit het
collectieve bedrijf.
Door besluit van het voltallige centrale comité van
de communistische partij van de Sovjet-Unie van
15 Juni 1931, gepubliceerd in de Sovjetpers van
17 Juni, worden de bepalingen van 9 Fdbruari aan-
zienlijk verscherpt. Daarbij wordt bepaald, dat ,,alle
w’erkzaamhedei
–
i in de Koichosen zonder uitzondering
op het principe van het accoordsysteem moeten be-
rusten”, waarbij ,,niet alleen met de kwantiteit, doch
ook met de kwaliteit van het werk rekening moet wor-
den gehouden.”
Volgens officiëele Sovjetgegevens waren op 20 Mei
reeds 64,4 pOt. van alle collectieve ‘bedrijven tot het
:tccoordsysteem overgegaan. Hierbij houden de bolsje-
wistische iandbouwpotici geen rekening met het be-
langrijice feit, dat in den landbouw het accoord-
systeem heel moeilijk kan worden doorgevoerd. Thans
reeds deelt de Sovjetpers mede, dat het aôcoordwerk
in vele districten practisch in dag- resp. uurpres-
tatie wordt verai’idercl. l3ovend’ien mag niet worden
vergeten, dat de leiders van de Kolchoseu tegen de
gecompliceerde taak van organisatie van den arbeid,
speciaal van de regeling van cle arbeidsvoorwaarden,
iiiet opgewassen zijn. De arbeiders van de K’olchosen,
die, zooals gezegd, in brigades moeten worden georga-
niseerd, zijn aan de bedrijven en de bedrijfsinventaris
gebonden en mogen deze in geen geval verlaten.
Zooals uit deze arbeidsvoorwaarden reeds blijkt,
kan de Koichoseboer over de opbrengst van zijn werk
niet zelfstandig naar eigen goeddunken en eigen be-
hoefte beschikken. Volgens de verordening van het
Centraal Bureau voor de Collectieve Bedrijven en het
olkscommissariaat voor den Landbouw van 13 April
1030 zijn de Kolchose’n verplicht, een zeker gedeelte
van den oogst aan den Staat af te staan, en wel tot
lage, door den Staat vastgestelde,
prijzen.
Dit ge-
cleelte bedraagt voor de districten met graanover-
schotten een derde tot een vierde, voor de districten, die graan invoeren een achtste van den bruto-graan-oogst, terwijl de rest van cle opbrengst aan verschil-
lende fondsen ten ‘goede komt.
Opmerkelijk is, dat de Sovjetregeering zich boven-
dien niet tot het groote wettelijke percentage van de
opbrengst beperkt, doch tevens eischt, dat de leden
van de Koichosen de overschotten van alle “oort-
brengselen ‘tot vastgestelde lage prijzen aan de staats-
ocganisaties verkoopen. ,,Geen kilogram graan uit de
Kolchosen op de vrije marlct”, is het principe der
Sovjét-Russisehe landbouwpolitiek.
Wij behoeven nauwelijks naar voren .te brengen, dat
de Kolchosen op de benaming vrije sociale lichamen,
19
Augustus
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
743
waar
oor de communisten haar laten doorgaan, geen
aanspraak kunnen maken. Zij zijn veeleer besloten
(Iwangbedrij ven van den Staat. Want zoowel toetre-
ding tot, als uiltreding uit de Kolchose kan de facto
niet vrijwillig geschieden. Typeerend voor het Kol-
choselid is de onpersoonlijkheid van den mensch, die
een object van den ondernemer-staat wordt. In den
vorm van gedwongen leveranties van de opbrengst en
door de prijsregeliug eigent de Sovjetstaat zich de
geheele meerwaarde van het Koichose-bedrijf toe,
zonder aan de deelnemers een menschwaardig bestaan
te verzekeren. De collectiveering van den Russischen
landbouw maakt den boer economisch geheel afhanke-
lijk van de staatsdictatuur en in politiek
opzicht
rechteloos. liet behoeft dan ook niet te verwonderen,
dat de Russische boer de Koichose uit den grond van
zijn hart haat en tegenover de socialisatie van het
Kremli n een vijan dige houding aanneemt.
AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van scheepsvrachten.
,,The Economist” schrijft: Gedurende Juli hield de
depressie op de vrachtenmarkt aan; ons in•dexcijfer
van scheepsvrachten, 87,3, vertoont een verdere daling
van 4,0 pOt., na een daling van 4,5 pOt. in Juni. De
cijfers voor de overeenkomstige maand i.n 1930 en
1.929 bedroegen resp. 90,8 en 11.0,3. Uit cle volgende
tabel
blijken
de jongste schommelingen van cte ver-
schillen de groepen:
Datum
.
0)
.
N
0_
o
Basis
(Gernlddeldev.
1898-1913)
100
100
100
100
100
100
100
(Qemidd.v.1913)
110,0 113,1 123,4
106,3
117,4 127,9
116,3
Febr.
1920
814,3
529,9
757,5
744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.
,,
268,9 277,2
244,1
256,8
286,7
347,2 280,1
Dec.
1921
160,1
164,1
163,7
144,4
141,3 166,5 156,7 Dec.
1922
137,1
135,2 129,2 122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.
1923
134,0
132,7
120,1
124,4
125,1
144,2
130,1
Dec.
1924
117,4
129,2
119,5
119,8
129,3
161,1
129,4
Dec.
1925
117,0 121,6
117,0
110,1
110,1
154,9
121,8 Dec.
1926
139,7
156,1
145,9
132,9 129,2
179,8
147,3 Dec.
1927 105,6
116,2
113,6
114,2 124,9 139,8
119,0
Dec.
1928
122
9
1
131,3 125,6
126,8
127,4
156,7
131,7
Dec.
1929
117,3
95,5 94,6
109,0
93,4 91,7
100,3
Juli
1930
86,3 89,6 94,6
102,8
78,3
93,5
90,8
Aug.
,,
86,7 94,2 99,7
104,5
84,7
106,8 96,1
Sept.
,,
87,3
91,2 95,7 103,0
89,2
117,5
97,3
Oct.
,,
91,1
85,6
93,3
101,3
85,2
113,9
95,1
Nov.
,,
89,5 85,0
90,4
99,8 81,0
107,7
92,2
Dec.
,,
89,7
86,9 93,8
103,8
85,2
109,5
94,8
Januari 1931
88,0
90,1 90,1
101,3
88,8
108,6
94,5
Februari
87,1
93,4
94,6
96,9
90,9
108,6
95,2
Maart
,,
86,5 94,0
90,5
99,2
91,9
105,0
94,5
April
86,0
95,0
9,4
94,0
91,4
1C3,3
94,0
Mei
85,0
96,6 94,7 94,8 96,0
104,1
95,2
Juni
82,4
89,6
89,8 91,8 93,0
08,8
90,9
Juli
81,2
85,5
$11,3
87,6
87,8
95,2
87,3
De uitgaande kolenvrachten naar de Middelland-
sche Zee vertoonden een aanzienlijke daling en de
invloed van de financi.ëele moeilijkheden van Oen-
Index-
cijfer
-1
01
—
Golf van Biscaye; uitgaande vracht
95,4
thuisvracht ……..
82,3
Middeil. Zee; uitgaande vracht
S3,5
–
thuisvracht …………80,9
–
0,2
Noord-Amerika
………………..
85,5
–
4,1
Zuid-Amerika; uitgaande vracht
,
69,4
–
2,1
thuisvracht ……….
103,2
–
4,9
Indië; uitgaande vracht ……….
–
86,3
..
–
4,6
88,9
.
–
3,8
11
thuisvracht
……………..
Uet verre Oosten, enz ……………
87,8
–
5,2
Australi
……………………….
.95,2
–
3,6
traal Europa openbaarde zich in een verminderde
graanbevrach ti ng. De Noord-A men kaansche graan-
markt was zeer gedrukt. Over liet algemeen waren de
zaken voor de verschillende laci i ngen met ii itzondening
van graan en kolen zeer beperkt. De bovenstaande tabel toont cle veranderingen van de verschillende
groepen, waaruit ons indexcijfer is samengesteld.
Uit de volgende tabel blijkt ons .indexcijfr, herleid
tot een gèmiddelde voor 1913:
(1913 = 100)
Maand
1928
1
1929
1930
1931
Januari
……
98,47
109,6
81,2
81,2
Februari ……..
106,7
76,5 81,9
Maart …….
.
93,17
102,6
75;5
81,3
April …..
..
.
94,59
99,1
77,1
80,8
Mei
……..,
. .
93,79
97,3
76,1
81,8
.
03,93
92,1 75,7
78,1
Juli
……..
93,73
94,8
78,1
75,0
Juni
………..91,29
Augustus …..
.94,33
98,17
96,1
82,6
September …..
99,54
95,3 83,6
October ………
93,3 81,7
November
…….110,94
88,3 79,3
December …….113,17
86,2 81,5
Jaari, gemiddelde
98,8
96,8 79,1
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Nederlandsch-hidië.
De maandstatistiek
1931 No. 4
van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek bevat o.m. het volgende:
Invoer.
Door gebrek aan cle noodige gegevens konden
sinds begin van dit jaar geen iudexcijfers meer samenge-stelcl worden van invoerartikelen. Kwamen over Jautiari
en Februari van een groot aantal artikelen geen prijzen
binnen, over Maart werden wederom eenige ontbrekende
gegevens ontvangen, terwijl over April de serie weder bijna
compleet was. Enkele prijzen hadden echter betrekking
01)
andere kwaliteiten dan die vÔSr Januari 1931 opgenomen.
Was het kwaliteitsversehil gering, dan werd het index-
cijfer berekend op grond van den basisprijs van cle kwali-
teit, welke v66r Januari 1931 in deze publicatie werd op-genomen. Bij groote kwaliteitsverschillen werd de coi.iti.
nuïteit van Iet indexcijfer verkregen door een nieuwen
basisprijs te berekenen : nl. door aan te nemen, dat het
indexcijfer in December 1930 van de oude kwaliteit ook
liet inclexcijfer is van cle nieuwe kwaliteit.
Teneinde ook indexcijfers over Januari, Februari en
Slaart 1931 te verkrijgen, zijn bij die artikelen, waarvan
prijzen over Januari en Februari ontbraken, fictieve prij-
zen ingevuld, waarbij het prijsverschil tussohen December
en Maart in drie gelijke cleelen verdeeld werd en bij die
artikelen, waarvan prijzen van Jauuari tot en met Macrt
ontbraken, in vier gelijke deelen. De op deze wijze bere-
ken-te
Prijzen
zijn in deze publicatie cursief gedrukt.
De serie van de invoerartikelen omvat 72 artikelen,
welke in vijf groepen zijn verdeeld.
Bij de groep
tertielc goederen
ontbreken nog de prijzen
van madapolams, priuts (blauw en zwart garen) en naai-
garen. Voor deze artikelen zijn indexcijfers geïnterpoleerd.
Bijna alle textiele artikelen zijn in de periode Deeemn.
ber-April in prijs gedaald, waardoor het groepsindexcijfer
van 155 in December tot 123 in April terugliep.
Met uitzondering van bier zijn ook de prijzen van alle
artikelen van de groep levensmiddelen teruggeloopen. Het groepsindexcijfer daalde van 126 in ])ecemher 1930
tot 107 in April 1931.
liet indexcijfer van de groep
metalen
daalde van 124 in
December tot 102 in April, welke daling veroorzaakt werd
door vermindering der prijzen bij bijna alle producten.
Van de groep
chemicaliën en
verfstoffen
geven de prij-
zen van ammouia, azijnzuur, lijuolie, was, zwavel en zwa-
velzuur een scherpen prijsval te zien, terwijl clie van hout-
teer, koolteer, kopersulfaat, zi nkw it en zwavelzure a ni-
nionia slechts een kleinen teruggang vertoonen, die van
chromaatgeel gelijk bleef en die van aluin en bars iets kon-
den oploopen.
1-let groepsindexcijfer daalde van 133 in December 1930
tot 110 in April 1931.
liet indexeijfer vân de groep
diversen
steeg met 66fl punt
tot 148; wel waren de prijzen van goeniezakken en port-
land cement lager, maar de noteeringen van vensterglas
en glazen dakpannen ivaren hooger, terwijl de prijzen van de andere artikelen van deze groep niet veranderden.
744
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
Augustus
1931
Het indexcijfer van den geheelen invoer (72 artikelen)
daalde van 139 in December tot 118 in April.
Uitvoer.
De serie uitvoerproducten omvat de prijzen van
20 producten.
In April gaven de prijzen wederom een dalende ten-
dens te zien. De rubberprijs belandde op een nieuw laagte-
record van 15 3’Ç cent per % KG. tegen 19 cent in Maart.
De theeprijzen, welke gedurende het jaar 1930 gehandhaafd
konden worden op een, in verhouding tot de tijdsomstan-
digheden, redelijk niveau van gemiddeld
f
0.46, vervolgde
ook in April cle dalende tendens, welke inzette in Januari
1931. Bedroeg de theeprjs in December 1930 nog
f
0.46
per KG. en iii Maar.t 1931 nog
f
034%,, in April daal-
de cle prijs tot gemiddeld
f
0.32%.
De tiiiprijs van gern.
f
144.42 per 100 KG. in Maart kon,
ondanks de per t Maart ingevoerde restrictie, in April niet
gehandhaafd worden, de prijs daalde tot het nieuwe laagte-
record van
f
132.98.
Ook cle prijzen van damar zijn in April sterk terugge-loopen, nl. van gem.
f
46.19 per 100 1(0-. in Maart :tot
f
41.31 in April.
Wat de overige producten betreft, de prijzen van cacao,
copra, katjang idjoe, koffie, mais; peper en suiker varen
lager, daarentegen clie van katjang-olie, a.rachides, citro-
nella-olie, kapok, kapokpitten en koehuiclen wat hooger.
Het inclexcijfcr van den geliceleif uitvoer daalde met 2
punten tot 70.
Het algemeen indexcijfer van in- en uitvoer tezamen liep
terug van 126 in December 1930 tot 108 in April jI.
Dit algemeen inclexcijféf heeft geen andere beteekenis dan
dat het het gemiddelde prijsverloop voorstelt van cle 92 met
name genoemde producten.
Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in dec
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.
Invoerartikelen.
,E
–
n
—
EE
Cd
cd
i
1
1913.
100
100
100
100
100 100
100
100
1924.
213
164
167
160
168 178 155
173
1925.
208
161
160
150
165 172
146
166
1926.
185
157
151
153
169
165
137 159
1927.
174
148
149 149
173 160
130
154
1928.
172 149
141
144
162 155
125
149
1929.
172
149 142
142
163 155
123
148
1930.
162
138
133
137
152 146
88
134
April
1930.
187
144
137
138
152 149 95
138
Mei
.
162 142
136
138
156
148
94
136
Juni
.
161
140
136 137
155
147
88
134
Juli
.
161
139
133
136
155 146 82
132
Augustus
.
159
138
131
136
152
145
81
131
September ,,
.
158 135
129 136
149 143
79
129
October
.
158
130
126
134
148
141
79
127
November
.
155 127
121
133 148
140
78
126
December
.
155 126
124
133
147
139
79
126
Januari
1931.
143
121
117
124
148
132
73 119
Februari
.
137
113 110
117
149
126
72
115
Maart
.
130
112
103
110 150 122
72
111
April
.
123 107
1
102
110
148
118
70
108
1)
20 art.
2)
12 art.
3)
12 art.
15 art.
0)
13 art.
Kleinhandelsprijsen.
De tabel kleinhandeisprijzen omvat
cle prijzen van 40 verbruiksartikelen, verdeeld in een serie
inheemsche en een serie uithecmsche artikelen.
In hoofdzaak door cle lagere prijzen voor rijst, kippen-
eieren en karbouwenvleescli daalde het indexeijfer van de serie inheemsche artikelen iii Mei met 2 punten tot 136.
Het indexcijfer van de serie uitheemsche artikelen liep door eenige zeer kleine prijsdalingen met dén punt terug
tot 137.
Het indexcijfer van den geheelen kleinliandel daalde
met édn punt tot 137.
Pasarprjsen.
Hierbij valt een prijsdaling te constateeren.
De prijzen van padi boeloe daalde van
f
3.33 per picol
in Maart tot
f
3.02 in April, clie van beras No. 1 van
f
9.14 tot
f
8.66, cassave No. 1 van
f
0.95% tot
f
0.82%,
hatateu No. 2 van
f
0.82% tot
f
0.74, en witte katjang
kedelee van
f
7.42 tot
f
7.15.
Ook de prijzen van vleesch, geciroogde visch, eieren en
Javaansche suiker varen lager.
Daarentegen waren de prijzen van gepelde maïs iets
vaster.
De bovengenoemde prijzen zijn in hoofdzaak gemiddelde
prijzen op pasars van districts-hoofdplaatsen. Op cle pasars
in kleinere plaatsen worden in het algemeen lagere prij-
zen genoteerd.
Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikelen
van in-
en
uitheemschen oorsprong te Batavia.
In-
heemech
1)
Uit- heemsch
1)
Totaal
Voeding
2
)
1913/14
100
100
100
100
1924 .
.
182
158
170
170
1925 .
.
169
152
160
159
1926 ..
169 148
159
156
1927 .
.
166
147
157
155
1928 ..
160 148
154
153
1929 ..
162
145
153
151
1930 ..
158 143
150
148
Mei
1930 .
.
162 144
153
151
Juni
. .
157
144
151
149
Juli
..
156
144
150
148
Augustus
..
152 142
147
144
September
. .
153
140
146
144
October
. .
151
140
145
143
November
..
149
139
144
142
December
.,
. .
147
139
143
141
Januari
1931 ..
148 139
144 141
Februari
. .
143
139
141
138
Maart
..
140
139
139
136
April
..
138
138
138
135
Mei
..
136
1
137
137 133
1)
20 artikelen.
2)
35 artikelen.
BOEKAANKONDIGING.
An’nuaire statisiique de in Société des Nntions
19301
31.
(Service d’Etudes économiques. Genève 1931).
Série de Publications cle la Société des Nations.
Questions économiques et financières.
Het Secretariaat van den Vol)cenbond heeft op-
nieuw een statistisch jaarboek gepubliceerd. Dit boek
is een vervolg op het internationale jaarboek van
1929 en bevat de jongste statistieken, betrekking heb-
bende op de bevolking (tegenwoordige bevolking, toe-
neming van de bevolking, emigratie, immigratie,
enz.), de productie (landbouw, mijnen, industrie),
den handel, het verkeer, de openbare Ii nariciën, de
wisselicoersen, de prijzen, de bonen, de werkloosheid,
de arbeidsconflicten, enz. Het nieuwe deel, dat veel
lijviger is dan dat van het vorige jaar, bevat 121 ver-
schillende tabellen. Van de nieuwe tabellen zijn de
‘olgeude thans van speciaal belang: de werkloosheid
per industriëele groep; de stakingen en de uitslui-
tingen; het rendement van obligaties; aandeelonkoer-
sen en -indices; disconto’s van de centrale bankinstel-
lingen; particuliere disconto’s. De tabellen betreffen-
de de productie zijn niet alleen in aantal ui’bgebreid,
doch werden in vele gevallen aangevuld door toevoe-
ging van de prijzen uitgedrukt in goudfranken per
metrieke eenheid.
Wie zich op een of ander gebied van het economi-
sche leven van de wereld wil oriënteeren, vindt in
dit boek waardevolle gegevens. Deze uitgave van den Vo]kenbond is daarom voor velen onmisbaar •gewor-
clan, temeer waar hierin reeds de cijfers over 1930,
zij het weliswaar voorloopige, zijn gepubliceerd.
ONTVANGEN BOEKEN
Principiëeie Staaflcunde.
Deel T: Katholicisme,
So-
cialisme, Liberalisme. Samengesteld door Prof.
Mi’. C. W. de Vries. Tweede verbeterde druk.
(Rotterdam z. j.; W. L. J. Brusse’s Uitgevers-
maatschappij N.V.).
Deze studie, uitgegeven door de Vereeniging voor Staat-
knude van cle Studenten der Nederlancische Haudelshooge-
school, bevat een voordracht van Mr. Dr. Arn. Borret S. J.
over dc Katholieke Maatschappij- en Staatsleer, een van
Dr. Ir. Th. van der Waerden over Beginsel en Praktijk
der Sociaal-Democratie in verband met Staat en Maat-schappij en een van Prof. Dr. C. A. Verriju Stuart over
de Liberale opvatting
110C]iS
de verhouding tusschen Staat
en Maatschappij. Een lijst van data en gegevens op econo-
misch en sociaal-economisch gebied, die voor de studie der
staatsknndige geschiedenis in Nederland van belang zijn,
is eveneens iii dit boek opgenomen.
19
Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
745
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE GROOT-BRITTANNIË.
1
-.-
Productie, Handel en Verkeer.
.
)
Productie-index’) van
Buitenlandsche handel
2)
Scheepvaartverkeer
1
1
Invoer
Uitvoer
,
.
.
*
0
N
,
n.
.
-.-
.
:
•-
O
,,,
Indexcijf._v..
,
.O:c)E
&)
•.S
,
-.-
(
c
•
1-
C
.
:
Gemiddeldevan 1924
100
192314
i000
Mili.
£
_
0000 tons
1924
100
MiIL
1925..
97,5
91,7
85,4
90,2 69,7
106,0
123,6
–
121
1.338
110,3 35,5
26,7
64,4
51,4
45,9 463 519
95
86
8,65
1926..
75,3
46,1
33,4
43,4 52,0
113,8 106,7
–
119
1.506
103,6
32,7
26,3
54,3
44,9 49,3
535
391 108
98
7,12
1927.. 108,1
94,6 99,8 111,0
103,6
122,0
120,5
159 146
1.179 101,7
29,3
26,9
59,1
47,0 42,3
505
529
107 95
9,15
1928.. 102,5
89,6
90,5 104,0
90,6
114,9
107,8
214
156
1.290
99,8 27,9
26,5
60,3
48,2 39,5
503 537
97 87
8,63
1929.. 110,6
96,8
103,7
118,4 105,9
116,1
108,4
225
171
1.263
101,9
28,3
27,9
60,8
47,8
41,1
522 573
107
84
8,91
1930..
98,5
91,81 84,81
90,51
91,7
115,7
84,1
193 167
1.991p
87,2
20,9
25,6
47,5
36,6 39,6
531
549
77
65
Jan.’30
232
192
1.521
101,8
30,1
28,0
58,3
44,7
43,5
479 579
83
66
9,13
Febr.
109,6 104,2
105,1
118,4
117,6
111,8
107,3
193′
198
1.583
88,2 24,0
25,8
51,9
41,2 36,3
427 495
84 64
8,41
Mrt.
183
184
1.694
93,4
24,1
28,1
53,9 42,5
39,5
484
534
84
61
8,92
April
152
160
1.761
83,9
20,7
25,6 46,9
36,7 37,0
498
526
86
66
8,19 Mei
100,9
87,8
98,4 97,0
101,4
117,2
86,4
195
157
1.856
91,0
23,1
27,7
51,0
39,8 40,0
579
598
86
58
8,65
Juni
192
140
1.912
83,4
20,4
24,5
42,8
33,8
40,6
581
534
66
62
7,27
Juli
238
143
2.070
85,2
19,1
26,0 50.7
39,7
34,5
605
571
71
61
8,20
Aug.
90,7 83,7 72,7
82,5
81,4
114,3
61,3
165
133
2.119
79,9
17,5
24,2
42,8
33,1
37,1
564
589
71
70
7,54
Sept.
200
156
2.189
78,7
16,5
24,6
42
1
7
32,0 35,9
588 579
79
68
8,17 Oct.
.
216
Itli
2.319
90,9
18,1
27,7
46,9
35,9
.
44,0
557
581
–
62
8,76
Nov.
92,7 91,6
62,9 64,0
66,2
119,4
81,3
194
188
2.364
79,4
16,5
21,6
44,1
32,7
35,3
496
511
–
68
8,18 Dec.
154
194
2.500 89,6
20,6
2-3,8
38,5
27,6
51,1
512 489
64
71
8,11
Jan.’31
183
197
2.663
75,6
17,9
20,4
37,6
28,7 38,0
451
469
64
70
7,99
Febr.
85,1
88,3 55,4
67,7
50,6
92,4
71,7 170
193
2.697
63,6
13,3 19,5
31,8
24,0
31,8
401
423
–
65
7
9
37
Mrt.
191
184
2.666
70,7
15,1
22,3
34,0
25,6
36,7
478 466
59
66
8,01
April
181
158
2.593
70,0
15,5
20,9
32,5 24,3 37,5
459 465
54
67
7,49
Mei
80,5
81,4 54,4
62,9
40,5 121,9
78,1 186
158
2.578
69,6
14,6
21,0
33,9
26,0
35,7
511
504
56
70
Juni
220
153
2.707
68,6
14,1
20,2 29,4
21,7 39,2
558
507
56
64
1)
Productie-index
van de
London
en
Cambridge
Economic
Service,
met uitzondering
van
dien
van kunstzijde,
welke
aan
de Board
of
Trade
en dien van electriciteit,
welke
aan
de British
Electrical
and
Allied
Manufacturers’
Assoclation
is
ontleend.
2)
De cijfers
over
de jaren
1925-
1929
zijn maandgemiddelden.
Kapitaalmarkt
Prijzen
.
Geidmarkt
‘a
Effectenbeurs’)
Emissies2)
Indexcijfers v.
Koersen van
–
– – –
—
grooth.prjzen’)
>
E
‘o
”
Datum
V ate rente-
dag.fonds.
–
,
.
‘
,
=
«
•
.O
.
bD
es0
–
.-
,
0
.Oe,
,
0
a
3.0
E
‘-
0
>
E
.
_____
Londensche Banken4
Co
1924
=
100
–
Mili.
–
Miii.
£
o/a
0/
1924
100
O/
O/
109
98,3
101,8
18,3
11,0
4,8
2,5
2.983
1.662 856
226
3,47
4,15
95,9
100,4
93,5
100
100,6
413
1925 ………
115
96,4
103,8
21,1
11,7
4,4 5,0
2.946
1.665 892 216
4,01
4,49
89,1
93,1
87,0
98
100,4 370
124
96,9
103,2
26,2
14,7 7,3
4,2
3.068
1.713 928
218
3,71
4,24
85,1
91,4
81,8
95
100,7
381 142
99,2 100,8
30,2
18,3
7,1
4,8
3.276
1.766
948
237
3,56
4,16
84,4
91,6 80,7
95
99,8
365
139
96,3
104,0
21,1 13,3
4,5 3,3
3.328
1.800
991
229
4,58
-5,31 82,2
87,4
79,4
94
100,2
345
112
99,4
100,7
19,6
10,6 5,8 3,2
3.232
1.801 963
264
2,36
2,82
72,0
75,4
69,7
90 98*
369
Januari 1930
124
95,5
104,7
16,9 11,3
2,9 2,7
3.476
1.805 985 245
4,04 4,11 78,8
83,4
76,3
94
99
407
1926………
Februari
119
96,1 104,2
26,2
8,0
10,6 7,6
3.063
1.751
988
220
3,85
3,96 76,9
81,0
74,7 92
98,5
397
1930………
Maart
116
98,1
102,0
26,4
16,9 5,7 3,7
3.753
1.719
991 184
3,35 3,03
74,9
77,7
73,4 90
98,5
406
1927 ……… 1928 ………
1929………
April
120
100,3
99,7
21,3
11,9
0,1
9,3
3.213
1.750 984
210
2,23 2,49 74,4
77,6 72,6
89
98,5
367
Mei
119
98,4
101,7
37,9
17,8
15,7
4,4
3.475 1.780
972
248
1,94
2,14
73,3
76,5 71,5
88
98*
367
Juni
112
97,7
102,4
13,2
7,7 4,6
0,9
3.094
1.826 973
275
2,13 2,33
72,6
76,6
70,4
89
98*
295
Juli
112
99,7
100,4
16,4
13,1
0,3
3,0
3.586
1.831
967
286
1,88
2,37
71,7
76,4
69,2
90
98*
406
Augustus
106
99,2
100,9
6,6
3,5
2,7
0,5
2.927
1.804
951
281
1,96
2,29
70,9
75,9
68,2
90
98*
317
September
110
99,7
100,4
5,0 2,4
2,1
0,5
3.016
1 801
942
286
1,69
2,09 69,5 74,4
67,0
89 98*
304
October
103
101,3
98,7 30,5
12,8 13,4
4,3
3.404
1.828 939
298
1,65 2,11
68,0
72,9
65,4
90
98*
375
November
105
103,9
96,3
19,9 11,5
7,6
0,8
2.983
1.838
935
311
2,04 2,23 67,4
72,5
64,7
89
98*
411
December
99
103,3
96,9
15,9 10,4
4,3 1,2
2.793
1.876 929
322
1,52
2,30
65,5 69,8
63,3
88
98*
374
Januari 1931
96
103,5
96
9
8
12,3 7,8
1,1
3,4
3.389
1.873
924
330
1,87
2,17
64,3
68,1
62,4
87
98*
426
Februari
94
98,5
101,8
19,6
6,0
13,6
2.841 1.820
925 301
2,50
2,52
63,9 67,2
62,1
86
97f.
398
Maart
95,5 99,6
100,6
13,4 7,4
3,6
9,4
2.849
1.764
936 240
2,23 2,82
63,7
86,8
62,1
84
97J
441
April
94
100,2
99,9
1,7
1,4
–
0,3
2.893
1.736
940
211
2,31
2,61
63,6
67,7
61,5
84
97
315
Mei
80
103,0
97,6
11,0
0,9
10.1
–
3.045
1.738
935 224
1,98
2,26
62,8
68,1
60,1
83 97
395
Juni
82
104,6
96,0
12,8
4,4
5,3
3,1
2.808
1.782
923 266
1,56
2,12
82,1
68,1
59,1
84
97
Juli
86
101,5
98,7
5,2 2,3 2,9
–
1,75
2,14
1)
London and
Cambridge Economic
Service.
2)
Volgens
Midland
Bank
Ltd.
3)
London
Banker’s
Clearing-Hou8e
Returns.
4)
Wekelijksche gemiddelden.
5)
Board
of Trade.
6)
Ministry
of
Labour.
7)
London
and Cambrldge Economic
Service.
6)
Société
des Nations.
Mr. H. A. van Nierop. Schets
van,
het Banlcwezen.
wezen, waarbij ook nog volledigheidsha1ve aandacht
is
ge-
(Haarlem, De Erven
F.
Bohn
1930.
Prijs geb.
schonken aan het geld en de wisselkoersen.
1.90).
Economisch- en Sociaal-Historische Onderzoekingen
Dit boekje, dat
in
de serie van de Volksuniversiteits-
door Dr.
A.
de Vries. (‘s-Gravenhage
1931.
Mar-
Bibliotheek
is
verschenen, geeft een schets van het bank-
tinus
Nijhoff. Prijs
f
4.80;
geb.
f6.-).
746
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1931
RIJKSPOSPSPAARBANK.
APRIL
1929
1
1930
1
1931
f
9.620.407f 9.828.567f
11.381.707
Terugbetalingen
.
..
,,
12.403.473
,,
12.431.713
,,
12.482.140
Tegoed der inleggers
,, 339.788.949
,, 353.673.853
386.080.957
Nom. bedr. der uitst.
staatsachuidboekjes
42.244.300,,
43.006.250
42.644.600
Inlagen …………
Spaarbankboekjes:
op ultimo … … …
op ultimo ………..
gegeven
9.162 9.182
10.391
Aantal nieuw uit-
betaald
8.283
7.876 7.224
Aantal
geheel
af-
Aantal in omloop
op ultimo
2.083.098
2.120.6501
2.169.423
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BÂNKDISCONTO’S.
(Disc. Wissels. 2 16 Mei ’31
Ned.BlBiEff
216
’31
Mei
Lissabon
….
7
8Aug.’31
’31
Londen ……
4*30 Juli Vrsch. inR.C.
2*16 Mei ’31
Madrid ……
623 Juh ’31
Athene ……….
9
2Dec.’28
N.-YorkF.R.B.
4
7Mei ’31
Batavia ………..
4*10 Mrt.’30
Oslo
……..
4
8Nov.’30
Belgrado
……..
7*20
Juli’31
Parijs
……
2
2Jan.’31
Berlijn ………..
1012Aug.’31
Praag
……
4
24Juni’30
Boekarest……..
8
1 Apr.’31
Pretoria
….
5
12Mrt.’31
Brussel ……….
2*31 Juli’30
Rome ……..
5*19 Mei ’30
Budapest ……..
9
23Juli ’31
Stockholm
..
4
31 Juli’31
Calcutta
……..
7
6Aug.’31
Tokio
……
5.1
6Oct.’30
Dantzig
……..
7
10Aug.
1
31
Weenen ……
10.22Juli’31
Helsingfors ……
6
26Aug.’30 Warschau
. .4
3 Oct. ’30
Kopenhagen
….
312 Nov.’30
Zwits. Nat. Bk.
2
23Jan.’31
OPEN MARKT.
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM..
Mei 1931 Mei 1930
Giro’s
(eenzijdige ver-
Ifl miilioenenl
1
Aantal
1
In
Aantal
melding)
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f 163.1
44.760
f
25._
35.603
Girobetalingen aan
particulieren
. .
23.6
134.273
,,
23.2
120.413
Geldomzet.
,,
5.6
8.287
5.5
7.461
,,
8.9
34.499
7.9
35.778
Part.rekeninghouders
30.4
1
44.373′
,,
23.6′
37.966′
Ontvangsten
……..
Waarvan
rekeningh.
Betalingen
………..
welke gelden voor 1
jaar
vast
hebben
gedeponeerd … ….
,,
9.8
4.369′
9.9
4.136e
1) Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.
PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN- KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
Mei
Jan./Mei
Jan./Mei
1931
1931
1930
Prod. Steenkolen in tonnen.
996.953
1
5.130.706 5.035.438
Aantal normale werkdagen
.
24
124
127
II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.
Mei
Jan/Mei
1
Jan./Mei
1931 1931
1930
Netto-productie in tonnen..
21.587
1
)
111.716 106.096
Aantal normale werkdagen
24
124
118
III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Mei
1931
Jan./Mei
1
1931
Jan./Mei
1930
Afgeleverd:
Geraff.
zout
….
.. …
.(ton)
3.609 18.431 16.128
Industriezout
… _. …(
,,
)
53
270
277
Afvalzout
..
.
…
…
(
,,
)
291
1.020
1.071
Aantal normale werkdagen
24
126 125
Arbeiders.
Gezamen-
Bruin-
lijke
A- kolenmijn
Zoutmijnen
antal.
Steenkolen
Carisborg”
mijnen
1
Juni
1931 ……..
f11.2432)8
119
196
1 27.2964)
1
Juni
1930 …………….fl1.1002)
171
215
k 26.3984)
16.075 ton ruwe bruinkool en 5.512 ton bruinkool.
briketten,
bovengronds.
5)
mcl.
1.836 arbeiders der nevenbedrijven.
4)
ondergronds.
15
0115
3
1
8
27juli/11
11(16
12/17
20124
Aug.ug.
Aug.
Aug.
1 Aug.
Aug.
Aug.
JulI
1931
1929
1914
Amsterdam
Partic.dlsc.
1
3
116.
1
(4
1
3
/16.
13116
1
1
3/36_2
1
7
/-2
13/4.
1
3116
•4185
3
1
18.
3
/16
Prolong.
–
1-
1
/2
11/4.2
2_113
1
1
14.2
4_3/
4
2114_I1,
Londen
Dageld. . –
211-1/
211
2
.4
3.41
1
‘
3
211
4
_331
4
l l/2_2
1
/3
312412
1
Partic.dlsc.
41/43/g
4
1418
45/11.6/8
1
311164518
2
1
14-
5
116
57116_112
2114.31.
Berlijn
Daggeld…
S-91/2
8-10
–
–
I
1
13_4
1
12
6-8
3
14
–
Partic.dlsc.
30-55 d…
8
1
/
8-9
–
–
31/4
7
1
18
–
56-90 d…
8-
1
12
89
–
–
311
4
7
11
2
1
1g
1
1,
Waren-
wechsel.
–
–
–
–
331
4
731
4
–
Wem York
Daggeld
1)
1
1
12.
3
/4
1
1
12.
3
/4
11
12.
3
/4
1113.3/4
2
1
113/4
6_8
1
14
1
8
/4.2
1
1,
Partic.disc.
1
1
I
l
1
1
2
1
5
1
14
–
1) Koers van 14 Aug. en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berl
(i
n
Par
(I
s
Brussel Batavla
York’)
‘)
1
0)
)
‘)
t
)
11
Aug. 1931
.
2.481/
11
12.05t,
58.85
9.72*
34.54 993/,
12
»
931 2.481/,
12.044.
58.85
9.72
34.55
997/
8
13
1931 2.481/,
6
12.05
58.85
9.72*
34.66
997/,
14
1931 2.48
12.048/
8
58.85
9.72
34.56
99/a
15
1931 2.488/
16
12.04%
58.85
9.72*
34.56
997/,
17
1931 2.48
12.042/
8
58.85
9.72
34.56
9971,
Laagated.w.l) 2.477/
8
12.04
58.509.74
3
4.52* 99
21
t
Hoogste d.wl) 2.482/
26
12.05%
58.85
9
.
72
*
100
10 Aug. 1931 2.482/
16
12.05
58.85
9.72*
34.54 99%
3
,,
1931 2.477/
1
12.04+
58.86
. 9.721 34.61
1
9934
Muntpariteit 2.48%
12.10%
59.26
9.75
34.69
100
Zwit-
Weenen
Praag Boeka- MIlaan Madrid
Data
serlan
13
rest 1)
OS
)
SS
)
11 Aug. 1931
48.424
34.90
7.351
1.47*
12.98
21.65
12
1931
48.42%
34.87%
7.34J
1
.47* 1
2
.97* 21.50
13
1931
48.42%
34.87%
7.341
1
.
4
7*
12
.97* 21.45
14
1931
48.3734
34.87%
7.34J
1.
4
7*
12
.97* 21.30
15
,,
1931
48.37%
34.8714
7.34J
1
.
4
7*
–
–
17
,,
1931
48.34
34.90
7.36
1.47*
12
.97* 21.30
Laagsted.w.’)
48.30
34.80
7.33
1.45
12
.9
2
* 21.20 Hoogsted.wl)
48.42%
34.92%
7.371.49
13.-
21.75
10 Aug. 1931
48.42
34.90
7.36
1.47*
12.98
21.15
3
,,
1931
48.34
34.90
7.35
1.47
12
.97* 22.40
Muntpariteit
48.-
1
35.10
1
7.371
1.488 13.09
48.62
D
Stock-
Kopen-
i
Hel
Buenos-
Mon-
a
holm’) hagen)
Aires 1)
ireal 2)
11 Aug. 1931 66.40
6
6.3
2
* 66.
3
7*
6.24*
71%
2.47%
12
1931 66.35
66.30
68
.
32
*
6.24*
71%
2.47%
13
1931 66.37* 66.32* 66.35
6
.
2
4*
71%
2.47%
14
,,
1931
66.37*
66.30
66.32*
6.24*
7134
2.471/
8
15
,,
1931 66.37* 66.32* 66.35
6.24*
72
2.47
1
,
17
1931
66.37*
66.30
68.32*
8.25
75
2.47%
Laagsted.w.
1
)
66.27*
66.24
66.25
6.22*
70%
2.47
Hoogste d.w’) 66.40
66.35
66.37*
6
.
2
7*
75%
2.47%
10 Aug. 1931
66.37*
66.30
66.35
6
.
2
4*
70
2.47%
3
p,
1931 66.40
66.35
66
.37*
6.23*
734
2.47%
Muntpariteit 66.67
66.55
66.67
6.26*
95%
2.48%
‘) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
v’or van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
19 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
747
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data
Londen
($
per)
Parijs
($ p. IOOfr)
Berlijn
(5
p. 100 Mk) Amst&ddm
(5
p. 100 gid.)
11 Aug.
1931
4,8528/
s
,
3,91
1
3/,
23,65
1
40,30%
12
1931
4,85
25
,’
3,91
7
/
8
23,60
40,31%
13
1931
4,8528/
3,91
7
/
8
23,65
40,31%
14
1931
4,85
25
/
82
3,9116/
16
23,65
40,31j
15
1931
4,85%
3,92
23,75
40,32y
4
17
1931
4,857/
8
3,92
23,75
40,32%
18 Aug.
1930
4,87
1
j
3,93j,
23,88%
40,29
Mtintpariteit
4,8667
3,906/
8
23,81%
4081
1
KOERSEN
TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
1
Aug.
1931
8Aug.
1931
1
10115 Aug.’31
LaagsteIHoogsf
15Aug.
1931
Alexandriö..
Piast. p.g
97%
9
7
X
977/
/16
973.4
p.
z
e
375
375
374%
375%
375
Bangkok ….
Sh. p.tical
1/98/
s
1/911/16
1/9si,
19’i/,
s
1/9”/
Budapest …
Pen.
p £
27.85
27.85
27.70
28.00 27.85
Buenos Aires
d. p.$
33
9
/
313.4
33
32%
Calcutta
.. ..
Sh. p. rup.
1
/
5
45
/
54
115
85
1
1115%
1/
5
‘/
1/5
45
/
64
Constantin..
Piast.p.,C
1.025
1.025
1.025
1.025
1.025
Hongkong ..
Sh. p.
$
1/01/
15
11 I6/
118/
8
1/0
111
1
/16
Sh. p. yen
2,0
13
/
32
2/0
27
1
64
2/0
11
1
82
2/01i
210
27
1
64
Athene ……Dr.
Lissabon … . Escu.p.,C
110
110
109%
10%
110
Mexico
. .
..
$
per
£
9.871
9.87%
15 16
154
Montevideo
.
d.per,f
22
2231
23%
2514
24
Kobe
…….
Montreal
…
$
per
£ 4.87′
4.88*
4.8614
4.87%
4.87%
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
37/,
315/54
3
3y
d
3′
Shanghai
..
.
Sh. p. tael
1/361
33
1/3
1/2%
1/27/
8
1/29/
1
Singapore ..
id. p.
$
2133/
4
2/3%
9j311
1
2/3*2/
16
2/3%
Valparaiso
2).
$
per
£
40.00
40.00
40.05
40.05 40.05
Warschau ..
ZI. p.
£
435/,
43i
43%
4334
438/
5
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
.
GOUDPRIJS’)
Londen’) N.York’)
Londen
10 Aug. 1931..
12
9
/
27
1
/
5
10 Aug. 1931….
84/11%
11
,,
1931-.
12s/
27ij
il
1931…..
841105/
s
12
,,
1931..
122/
8
27%
12
1931….
84/11%
13
1931.
125/
27!),
13
1931….
84/11%
14
,,
1931
125/
6
27
1
/
8
14
1931….
84111%
15
1931.
128/
t
27 /8
15
,,
1931
.. ..
84/11%
16 Aug. 1930..
16%
35/8
16
Aug. 1930….
8510
27
Juli
1914..
2416,,,
59
27
Juli
1914….
84/11
1)
In pence
p.oz.
stand.
6)
Foreign silver In
$c. p. oz.
line.
5)
In 8h. p.oz.ftne
STAND VAN
‘e
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
7 Aug. 1931
1
15Aug. 1931
Saldo van’s Rijks Schatkist
bij
De Ne-
deriandsche
Bank ………………
–
/
2.674.300,93
Saldo b. d Bank voor Ned. Gemeenten
/
168.035,72
362.103,57
Voorsch.
op
uit. Juli resp. Juni
’31
a/d.
…
gem. verstrekt
op
aan haar uit te
keeren hoofdsom der pers. bel., aan-
deel in de hoofdsom der grondbel.,
5.437.159,79
–
Voorschotten aan Ned.-lndi8 ………
,,
89.834.236,38
,,
90.892.162,64
alsmede
op
hun opcenten ………….
Id. aan
Suriname …………………
11.906.177,08
,
11.907.839,65
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buitenl
6.892.367,48
….
122.856 658,77
.
6.920.375,56
•
123.161.143,39
Id. aan
Curaçao …….
……………….
Saldoderpostrek.v.Rijkscomptabelen
21.474.162,44
•
21.776.141,10
Id.
op
andere Staatsbedrijven’) …….
..16.474.419.71
16.711.870,93
Verplichtingen.
Voorschot van De Nederl. Bank ing.
art.
16 van
haar octrooi …………
/
10.276.858,90
–
,,
17.000.000,-
/
7.000.000,-
Daggeldleeningen
…………………
.
,,
185.186.000,-
185.186.000,-
Schatkistbiljetten in omloop
…….
..
Schatkistpromessen in omloop …….
74.150.000,-
..
,,
92.150.000,-
Waarvan rechtstreeks bij De Neder-
landsche Bank geplaatst
………..
–
2.452.212,-
,,
2.420.140,-
Schuld
op
ult.Juli resp.Juni’31 a!d.gem.
verstrekt wegens voor haar door de
Rijksadm. geheven gem. ink. belast.
en opcenten
op
de Rijksink.belasting
472.997,53
,,
6.569.422,08
Schuld
op
uIt. Juli’31 a/d. gem. wegens
…6.000.000,-
aan haar uit te keeren hooidsoni der
Zilverbons in omloop ………..
…..
person. bel., aand. in de hoofds. der
grondbel. en der gem.fondsbel., als-
mede
opc.
opdiebelastingen en
op
de
–
307.249,11
vermogensbelasting
…………………
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. h. Staatsbedrijf d.
P., T. T.’)..,
a.
en
,,
298.669,32
15.286.746,62
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
……..
30.210.169,06
1.229.735,96
34.013.726,25
1.123.036,36
Id. aan diverse instellingen’)
………
,,
4.857.925,15
,
4.862.372,56
8)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
Vorderingen:
–
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
–
/
40.733.000,-
–
1.609.000,-
Verplichtingen:
Voorschot
‘5
Rijks kas e. a. Rijksinstell
t
89.858.000,-
,,
90.892.000,-
,,
24.500.000,-
24.500.000,-
w.o.
muntblljetten……………..
Schatkistbiljetten
..
………
……
9.995.000,-
Muntbiljetten In omloop ………….
7.685.000,-
Schatkistpromessen
……………….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
..7.060.000.-
,,
222.000,-
.
•
144.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
..8.327.000,-
,
836.000,-
,,
1.229.000
1
–
Voorschot van de Javasche Bank….
,,
5.285.000,-.
10.991.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 17 Augustus 1931.
4otiva.
Binneni. Wis
–
IHfdbk.
f
45.263.481,23
se1s,Prorn., Bijbnk. ,,
1.005.796,74
enz.ln u1sc.(.&g.scn.
,,
.07.60,71
54.476.883,68
Papier
o.
h. Buiteni, in disconto
……
Idem eigen portef.
.
f
229.985.66
1,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.
–
,,
229.985.661,
Beleeningen
mcl.
vrsch.
Hfdbk.
f
29.084.419,63
sn rek.-crt
Bijbnk.
,
4.300.634,59
.
op
onderp.
Ag.sch.
,
54.599.674,15
t
87.984.728,37
Op
Effecten
……
86.564.074,67
Op Goederen en Spec.
1.420.653,70
87.984.728,37
Voorschotten a.
Ii.
Rijk
…………….
..
6.593.820,24
Munt en Muntxnateriaal
Munt, Goud
……f
88.688.625,-
Muntmat., Goud
..
551.991.362,18
f
640.679.987,18
Muut,
Zilver, enz.
•
,,
35.364.394,31
Muntmat. Zilver..
,
–
,,
676.044.381,49
1
j
Belegging
1
1,
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
,,
26.863.061,31
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
,,
5.000.000,_
Diverse
rekeningen
………………
,,
65.161.683,53
Passiva
f
1.152.110.219,62
_______________________
Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
..
7.563.205,59
Bijzondere
reserve
………………
,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
7.441.868,73
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
935.023.985,-
Bankassignatiën in omloop
……….
..
245.799,34
Rek.-Cour.j Het Rijk
(
–
saldo’s:
‘,
Anderen,, 170.496.650,47
,,
170.496.650,47
Diverse
rekeningeti
………………
,,
3.338.710,49
f
1.152.110.219,62
Beschikbaar
metaalsaldo
………….
f
233.293.389,57
Minder bedrag aan bankbiljetten in om
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
583.233.470,-
1
)
Waarvan In het buitenland
/
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschikb. Dek-
Dato Munt
1
Muntmat.
CIrulczue
opelschb.
schulden Metaal- saldo
1)
kings
perc
17 Aug. ’31 88.689 551.991 935.024 170.742 233.293 61
10
’31 88.688 545.034 941.161 172.054 223.319 60
3
’31 88.688 514.429 970.899 127.179 198.455 57
27 Juli ’31 88.688 497.339 932.034 127.386 197.249 59
20
’31 88.688 440.231 920.670 83.487 162.143 56
13
’31 88.688 408.729 885.564 61.734 153.968
56
18 Aug. 30 64.815 325.820 804 067 24.754 83.526 50
25 Juli ‘14165.7031 116.410 310.437
6 198
43.521
54
Totaal I S,holktsl-
8 t
Papter
Diverse
Data
bedrag promessen
J,
ee-
op het
reke-
disconto’s rechtstreeks
‘
g
bultenl. ntngen
2)
17 Aug. 1931 54.477
–
87.985 229.986 65.162
10
1931 60.915
6.000
91.226 229.929 64.640
3
1931 58.435
–
107.658 229.821 63.149
27 Juli 1931 60.461
–
92.989 228.719 65.136
20
1931 53.014
–
107.602 228.684 64.179
13
1931 49.830
–
92.709 228.612 53.607
18 Aug. 1930 48.260
–
84.740 234.269 46.625
25 Juli
1914
.67.1147
–
(11.1)86
20.188
509
‘t Sedert den bankstaal van 4 Jan. ’29 weder op de basta van
21
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal Circu-
latle
Ds-
contos
Voor-s motten
aan de
kolonie
Diverse
1
reke-
1
ningen ‘I
Diverse
reke-
ningen’
1
Juli
1931
4.674
5.145
132
11
1.293
372
1
Juni
1931
4.641
5.188
133
123
2
1.403
521
1Mei
1931
4.834
5.398
134
1113
1.421
508
1
April
1931
4.836
5.546
135
167
1.329
327
1
Maart
1931
4.840
5.439
139
55
1.365
366
1
Februari 1931
4.842
t 5.551
132
168
1.428 304
1 Juli
1930
4.538
6.082
148
442
2.475
955
‘)Sluitp. der activa.
2)
Sluitp. der passiva.
3)
Schuld aan de Kolonie. –
748
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
Augustus
1931
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijntelegrafisch ontvangen.
Andere
Beschlkb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
151’00
schulden
saldo
15Aug.1931
247.100
22.200
44.080
8
,,
1931
154.300
248.600
22.400 45.900
1
1931
154.600
242.400 22.500
48.640
18Juli 1931
115.117
43.555
243.770 24.544
51.346
11
,,
1931
115.110
44.851
248.270
29.040
49.037
4
1931
115.105
45.777
243.829
32.238 50.456
27Juni1931
115.054
45.549
240.293
37.495
49.47
16Aug.1930
138.442
26.648
269.342
40.951 40.973
17Aug.1929
147.648
23.686
308.061
68.490
20.713
25Juli1914
22.057
31.907
110.172 12.634 4.842
Data
_____________
Dis-
conto’s
1
buiten
N.-Ind.
betaaib.
1
Belee-
1
ningen
1
1
Diverse
1
reke-
1
ningen’)
kings-
1
percen-
1
lage
15Aug.1931
99T700
**
56
8
1931
102.700
*8*
57
1
,,
1931
97.000
*8*
58
18Juli1931
9.555
1
16.410
1
37.593 32.784
59
11
1931
9.877
1
19.411
40.521 31.063
58
4
1931
9.764
1
19.099
1
42.738
30.441
58
27Juni1931
9.427
20.817
J
38.101
27.057
58
16Aug.1930
10.135 31.366
46.494
51.077
53
17Aug.1929
11.334
40.453 1130.321
25.435
46
25Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
t)
Sluilpost activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden
sterling.
Data
Metaal
Bankbilf.
in
circulatie
Bankbilf.
in Ban king
Departn,.
Disc, and
Advances
u,ner .ecurirtes,
i
s
ecur lies
12 Aug. 1931
133.304
360.051
46.947
7.051
22.097
5
,,
1931
134.828 365.252 43.265
9.019
23.283
29 Juli
1931
133.310
359.362
32.673
9.696
26.604
22
1931
150.045
356.098
52.676
7.099
31.977
15
,,
1931
165.200
358.913
65.078
7.407
30.164
8
,,
1931
165.811
359.258
65.362
7.102
27.837
13 Aug. 1930
154.105
367.379
45.712
6.885
22.744
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
Data
1
00v.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
1
1
Reserve1
1 Dek-
kings-
Bankers
I
Other
IAccounisl
1
perc.
1)
12Aug.’31
53.226
19.434
58.163
34.879 48.253
42
29
/
32
5
,,
’31
49.311
11.438
63.437 33.175 44.576
418/,
29 Juli ’31
52.561 15.219
55.798
33.687
33.948
3218/
32
22
’31
34.376
16.373
60.179
32.764
53.946
4951
15
,,
’31 30.021
15.676
66.429 33.705
66.287
8
’31
31.826 15.734
64.543
34.986
66.553
57
29
/
32
13Aug.’30
54.346
12.256
66.253 34.020 46.736
41
22 Juli
1
14
11.005 13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Te goed
wi
–
Wuarv.
B
i
ee-
Renteloos
Data
Goud
Zilver
in het
se
op het
1
e
n ngen
voorschot
buiteal.
buiten!.
a.d. Staat
7Aug.’31
58.557
880 12.210
19.674
14480
2.827 3.200
31Juli’31
58.407
873
11.218
19.588 15.024
2.860
3.200
24
’31
57.893
869
9.476
21.515
16.068
2.757
3.200
17
’31 56.647
856
8.659
21.553
16.990
2.839 3.200
8Aug.’30
46.656
396
7.064
24.245
18.794
2.89
3.200
23 Juli’14
4.104
640
–
1.541
,
8
769
–
Bons v. d. Di
Rekg. Courant
Data
zelfst.
Se
‘
f)
Circulatie
Staat
Zelfst.
Parti-
amorf. k.
amorf.k. culieren
7Aug.’31
5.065
2.140
79.007
1.765
7.919
15.306
31Juli’31
5.065
3.462
79.862
1.333
7.970
14.736
24
,,
’31 5.082
2.092
77.766
1.826
8.012
14.621
17
’31
5.082 2.457 77.954
1.665
8.022
12.935
8Aug.’30
5.304
1.789 72.971
4.916 5.343
7.032
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
1)
Sluitpost activa.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
18 Augustus 1931.
Eindelijk is in de afgeloopen veek dc stemming eens wat
ieter geweestdau tevoren en over het algemeen hebben de
1) r ijzen eenigd verhooging ondergaan. Tot de oorzaken dier
verhooging behoort liet weinig gunstige weder iii een groot
deel van West-Europa. i[et binnenhalen van (luit iiiet,weil
oogst onclervint daardoor hier en daar vertraging en in
verband daarmede zijn voor sommige graansoorten, zoonis
speciaal Voor dadelijk leverbare rogge de prijzen zelfs aan-inerkelijk gestegen bij toegenomen vraag. Ten opzichte van
tarwe wordt van het oiigunstige weder tot nog toe vooral in Frankrijk schade verwacht en tot zekere hoogte ook in
Engeland. In de noordelijker landen van het vasteland
heeft tie tarwe, (lie daar nog niet gesneden is, nog niet
ernstig te lijden. ])e Fransche klachten hebben reeds eenigs-zins bijgedragen tot de kleine prijsstijging, welke deze week heeft J)Ittats gevonden, doch van meer gewicht was cle toe-
nemende vraag van het Verre Oosten naar tarwe van de
ioord-diiierikaaiische Westkust, alsmede de zeer lage
tairting voor de opbrengst van cle zomertarwe der Vereenig-
de Stateit cii de w’aarschijrtlijkheid, dat de opbrengst in
Canada niet zal meevallen. ])at de markt toch veife1end
bleef, mag vooral worden toegeschi,evën aan den enormen
oogst der wititertarwe ii, de
7
ereenigtle State,,, dc pogingen
van den Farru Roard out tien verkoop van zijn grooten
ouden voorraad te iiespoecligeu, groote Russiselic versche-
piiIgen, die deze week 573.000 qtiarters hebben bedragen en
liet groote aantal schepen, clie voor deze en de volgende
,mia
id
bevrucht zijn voo, belading met graan in de Rus-
sische liavetis der Zwarte Zee. Op verdere uitbreiding der
Russische verschepingen client dus te worden gerekend en
het aanbod van Russisehe tarwe voor spoedige versche-
pitig bleef clan ook ruim. Ook de oogstberiehten, clie uit
Rusland bui nenkomen, wijzen op deze waarschijnlijkheid
en reeds wordt aangenomen, dat Rusland dit seizoen zeker
20 millioen quarters zal exporteeren, terwijl in het afgeloo. pen oogstjaar de verschepingen ongeveer 15 piillioen quar-
ters hebben bedragen. i’rijsdrnkkende factoren valt minder
gew’icht waren nog het goedkoope aanbod uit Roemenië, dat
trouwens in de tweede helft der week is afgenomen w’egctls
kleinere aauvoeren in de Boemceusclie havens, er, liet aan-
bod tot telkens lagere prijzen van Duitsche en Poolsche
tarwe. J3ij dit alles koitit dart nog cle geringe vraag van
cle zijde der meeste vastelandsehe invoerlanclen, waarvan
vooral Frankrijk, italië en Duitschland den invoer immers
door middel van inaalgeboden en invoerrechten sterk belem-
meren. in juli is cle tarwe-invoer in Duitschland en Frank-
rijk nog vrij groot geweest, maar uit de nieuwe oogsten in
die landen ter beschikking koiiieri, zullen deze cijfers zeker
afnemen in overeenstemming niet cle recente verscherping
der maalgeboden. Ook in Engeland was in het begin der
w’eek de kooplust voor tarwe nog zeer teleurstellend, doch
later heeft de vraag zieli geleidelijk uitgebreid en er zijn
tenslotte in de afgeloopen week naar Engeland flinke zaken
gedaan in Russisclie tarwe, terwijl ook voor Canadeesche
soorten nu en dan meer vraag bestond. Tevens kocht Enge-
land naast cle gewoonlijk verhandelde soorten ook Duitsche,
Roemeensche en ]iongaarsche tarwe wegens de lage prij-
zen, waarvoor deze soorten te kodp waj-eti. Ook naar de
verschillende vastelandsche markten, waarbij Nederland,
worden in deze soorten geregeld zaken gedaan, al wordt
een groot gedeelte daarvan niet gekocht als grondstof voor
brood doch als voeder voor vee en pluimgechierte. Toen
maïs wat vaster liep waren de goedkoopste soorten Donau-
tarwe zelfs lager in prijs dan iedere andere soort voecler-graan. Ondanks dc groote hoeveelheid, die uit Rusland is
afgeladen, zijn deze week de werelclverschepii gen van tarwe
iets kleiner geweest dan de vorige week, omdat zoowel
Noord-Amerika, als Argentinië en Australië aanmerkelijk
minder •hebben afgeladeni. Waarschijnlijk zijn in Argentinië
de voorraden niet zeer groot nider en van Australië is dat met zekerheid bekend, als gevolg van de groote versche-
pingeu der afgeloopen maanden uit Australië naar het
Verre Oosten. Dat in Argentinië eit Australië dit jaar
minder tarwe is uitgezaaid dan in het vorige, heeft op de
markt tot nog toe zeer w’einig invloed. Overigens is •het
zeer goed mogelijk, dat tenslotte de Argentijnsche opbrengst
van de kleinere bezaaide oppervlakte niet bij clie van het
vorige jaar tea achter zal blijven, want na de klachten van
eeuigen tij cl geleden over ‘het droge weder, heeft het in Ar-
gentinië volop geregend en de jonge tarwe staat er nu zeer
goed voor. Uit de Vereenigde Staten wordt bericht, dat er
int dit
•
jaar aanmerkelijk minder vintertarwe zal worden
uitgezaaid dan in vorige jaren, •doch ook in 1930 was aan-vankelijk van een vermindering sprake, waarvan toen niets
19
Augustus
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
11
Amsterdam
Artikelen
1
91
15
Aug.
1
Sedert
Overeenk.
9/15
Aug.
Sedert
Overeenk.
1931
1 1
Jan.
1931
tijdvak
1930
1931
1Jan.
1931
1
tijdvak
1930
–
749
Totaal
1931
1
1930
33.139
807.124.
838.759
–
10.015
35.782
817.139
874.541
4.974
193.757
276.785
–
324
25.200
194.081
301.985
1.641
16.975 11.216
–
145
1.588
17.120
12.804
Rogge
………………
MaIs
………………
13.863
715.212 637.048
–
160.082
109.427
875.294
746.475
Boekweit ……………..
Gerst
…………….4.839
381.665
290.449
–
21.915
22.163
403.580 312.612
Tarwe
……………..
Haver
…………….1.100
176.278 123.534
–
1.410 2.812
177.688 126.346
Lijnzaad
…………..1.561
130.737
57.618
10.728
309.997 175.509
440.734 233.127
Lijnkoek …………..4.378
67.607
99.615
–
204
–
67.811 99.615 Tarwemeel
…………287
65.157 79.318
187
18.908
25.634
84.065
104.952
Andere meelsoorten
377
1
25.627
1
12.110
134
8.165
612
33.792 12.722
gekomen is eti het is zeer de vraag, of het ditmaal anders
a1 gaan. Op 17 Augustus is iii Noord-Anierika taiwe wat
flaitwer geloopeït wegens dc beperkte Europeesche vraag en
OI}I(lnt
UCtI III
CalLada nu toch weer toL cle conclusie kwam, elat de opbreugst van den lIiCUVe1l oogst wei eens kon mee-
vallen. iii vergelijking met een week tevoren sloten Chicago
en Wienipeg%lci dollarcent per 60 lbs. lager. Argentinië
was niet flauwer en blijkens
cc
Liverpoolsche noteeringen
Europa evenmin. Het slot aan de Argentijnsche termijn-
markten was circa 5 centavos hooger dan een week tevoren,
terwijl ook de pesokoers en vrachteic wat vester zijn. Over het algemeen ziet liet er echter naar uit, dat cle tarwemarkt
bezig is, haar w’at betere houding weer te verliezen.
Van r o g ge hebben uit Rusland nog geen groote vel’-
sellepiugel.L plaats gehad. In liet begin der week werd Rus-
sische rogge in Noderlaad nog tot zeer lage prijzen ver-
hn ndeld cmi ook op aflading in cle herfstniaanden werd deze
goedkoop aangeboden en naar Rotterdam verkocht. Later
echter is in verband met het slechte weder de vraag naar
loeo rogge toegenomen, hetgeen mede wegens de afnemende
voorraden tot een aanmerkelijke prijsverhoogi ng heeft ge-
leid. Ook voor Russische rogge op aflading zijn de prijzen
verhoogd. lii Noord-Amerika zijn de roggeprijzen niet ge-
stegen.
EL’
wordt uit Canada cii cle Vereenigde Staten ccli-
ter zeer weinig rogge verscheept en zaken komen er slechts
bij in tzonder ing tot stand.
Voor iii a 1 s hebben cle prij11 zich deze week weder
verder hersteld ondanks cle record-versehepingen uit Ar-
gc-‘ntinië. J)eze hebben niet nnnder dan 302.000 tomi bedra-
gen en cle naar Europa onderweg zij ccle hoeveelheid mIs,
die bijna geheel uit iPlataniaïs bestaat, is nog steeds van
ongekend grooten ommivang. Uit cle ervaring der laatste
w’eken is gebleken, dat Europa tegenwoordig iii staat is,
uitermate groote lioeveelhedemi maïs
01)
te nemen en de
vrees voor cle enorme Argentijnsehe verscliepiugen is daar-
om minder groot clan eenigen tijd geleden. Daarbij zijn dc
aanvoeren van voergerst reeds langen tijd zeer klein, het-
geen cle vraag naar mais iii de hand werkt. Voor :plata-
mais op aflacling iii cle herfstmnaanden bestond bij stijgen-
de prijs eveneens nieej’ belangstelling zoowel op liet vaste-
land als in Engeland, omdat verwacht wordt, (lat binnen
enkele weken de Argentijasche verschepingen aullen af-
iernem.i. Naar Engeland werden in de tweede helft der week
tot stijgende prijzen zelfs zeer groote zaken iii inal
s
ge-
laan, hetgeen een der ‘hoofdoorzaken is geweest voor de
betere houding der markt. Reeds meer dan 15 millioen
dluirtel’s maïs zijn sedert 1 Mei uit Argentinië verscheept
tegen 5 > millioen in cle overcenkomstige periode van 1930
en het schijnt, dat Argentinië zich alle moeite geeft om
zooveel mogelijk maïs te verschepen vOör de Russische
graanversebepingen
1
1aar vollen omvang bereiken en vOSr
de Roemneensehe maïs ter verscheping komt. Tot de vrij
aanmerkelijke premie, clie voor Plataniaïs in latere posities
gevraagd wordt boven stoomemide partijen, bestaat ook in
Nederland steeds belangstelling, met name voor levering
in de voorjaarsinaanden. Het is overigens nog lang niet
zeker, of de Roeineeusche nmaïsverschepingen, zelfs indien
de oogst daar zulk een groote opbreugst zal opleveren als
men nu verwacht, wel een daarmee overeenkomenclen om-
vang zullen bereiken. Reeds in het afgeloopen seizoen is
gebleken, dat bij de tegenwoorclige lage prijzen Roemenië
in staat is een grooter gedeelte dan vroege-•van zijn oogst
zelf te gebruiken en als geen prijsverbetering intreedt, zou
dat ook ditmaal wel eens kunnen geschieden. De prijs voor
aangekomen maïs verbeterde in Nederland en ook elders
in Europa niet slechts wegens de algemeen betere markt-
stemnnng en het herstel vals den pesokoers, doch ook we-
gens het feit, dat die aanvoeren in de afgeloopen week veel
kleiner waren dan in het begin van Augustus. Op 16 Augus-
tus zijn echter weder eenige booten in Nederland gearrh
veerd, hetgeen in den loop van den 17den Augustus de
prijzen weer deed dalen. l3lïjlcbaar was het vertrouwen in
het prijsherstel nog gering en de beperkte vraag had eenige
prijsverlaging tengevolge. Dit gold ook voor iPlatamaïs op
aflading, welke weer iets goedkooper aan de markt kwam.
Ook in Engeland namelijk was de kooplust bekoeld, Argen-
tinië was iets gemakkelijker en op dcii 18den was Plata-
mais algemeen lager te koop. Aan de Argentijmisehe ter-
mijumarkten zijn de maïsprijzen tenslotte ongeveer gelijk
aan die van 10 Augustus.
in Noord-Amerika was mais van den ouden oogst weder
flauw en de Septembertermijn onderging te Chicago een
i’erclere prijsdaling van
51%
dollarcent per 56 lbs. Voor de latere termijnen (nieuwe oogst) handhaafde de prijs zich
echter vrij goed, hetgeen echter niet wegneemt, dat velen,
ook in Amerika, voor den aanstaanden winter export van
Amerikaansche mais verwachten. Daartoe zal de prijs in
Amerika echter nog aanmerkelijk moeten dalen.
G e r s t is vaster geloopen wegens het nog steeds uit-
blijven van verschepiugemi van beteekeuis uit Roemenië en
Ruslandl. In het begin der week werden tot toen reeds
eenigsains gestegen prijzen nog veel zaken gedaan naar
West-Europa in Russische en iii mindere mate ook in
Donaugerst op herfstaflading, doch toen de prijzen sterk
werden verhoogd, werd dc kooplust veel kleiner. Dit gold
echter niet voor spoedige gerst (ladem.i.d tot Angustus-af-
lading), omdat uit Roemenië zoowel als uit Rusland het
aanbod in die posities gestaakt w’erd en er uitermate weinig
gerst naar West-Europa onderweg is. Dagelijks werden voor
spoedige gerst hoogere prijzen betaald en hoe gering daar-
van liet aanbod is, ‘bleek smit de hevige prijsstijging, welke
er tot staud kwam voor laclende Canacleesche gerst. Nadat
daarin op 10 Augustus nog zaken naar Nederland werden
gedaan voor
f
95, betaalde men voor dezelfde booten die
intusschen gestoomd waren op demi 1.7den
f
108, terwijl
DonaufRussische gerst op September en October-aflading
dienzelfclen dag voor
f
87.50 werd verhandeld .in den loop
van den dag is voor die posities de markt zelfs speciaal in
IDuitschlaud nog wat gemakkelijker geloopen in de ver-
wachting van groote Russische verschepingen.
Ei a v e r is in dien loop der week vaster geloopen in ver-
band niet het slechte weder iii West-Europa, ofschoon dit
nog geemi shade van beteekenis aan de te velde staande
haver berokkent. Aanvankelijk werden tot lage prijzen
zaken gedaan iii Poolsche en Russischie haver op aflading in
Augustus en latere maanden, doch later verdween het Pool-
sche aanbod en de Russische prijzen w’erden verhoogd., In
A.rgemitinië steeg dehaverprijs met meer zaken naar Enge.
lamai. In Nederland bestond iets betere vraag naar lôco
haver, doch levendig isras dit niet, daar uit Rusland binnen
eenigen tij(l nieuwe aanvoer kan w’orden vewacht.
SUIKER.
De verschillende sui.lcermarkteti verkeerden gedurende de
afgeloopen week in flauwe stemming.
In A m e r 1 k a konden slechts eenige niet noemenswaar-
dige partijen ruwsuiker geplaatst worden tot ca. 1.50 de.
c. & fr. voor Gubasuiker.
Op de INc iv-? o r k se h e termijnmarkt maakte zich een
nerveuze stemming meester, tengevolge van de geringe
vraag naar ruwsuiker, alsmede van de zeer zwakkê stem-
ming op de Europeesche markten. De noteeringen brokkel-den dagelijks iets af en bèlandden aam.l het slot op het vol-
gende peil: Sept. 1.39; Oct. 1.39; Dec. 1.38; Jan. 1.39 èn
Mrt. 1.43, terw’ijl de laatste noteering voor Spot. Centr.
3.50 was.
De omitvangstemi in de Atlantitehe havens der Ver. Sta-ten bçdroegemi deze seek .65.006 tons. de .versmeltingemi
55.000 tons tegen 49.400 tomis en de-voorraden 250.000 tons
tegen 300.600 tons. –
750
ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN
19 Augustus 1931
De laatste C u b a-statjstiek is als iiolti
1931
1930
1929
ton
ton
ton
Cubaproductie ………..3.122.000 4.671.260 5.156.315
Voorr. overgebracht per
1fl
1.390.000
321.000
193.000
Consumptie
………….87.000
76.000
91.315
Weekontv. afscheepha.vens
44.347
53.277
53.270
Totaal sedert 111 ………1.645.842 3.040.617 4.293.491
Weekexport ………….110.970 114.863 85.713
Totaal sedert 1/1. ……… 1.477.999 1.684.572 3.351.042
Voorraad afscheephavens 1.336.310 1.356.045 942.449
binnenland …..1.601.691 1.554.643
771.509
Ïn- E n ge! a
11(1
werden eenige seheepslacliagen ruwsui-
ker gekocht, hoofdzakelijk Cubasuiker tt 614 34 cif.
Eenge druk van Europeesche bietsuiker, welke gedeelte-
lijk qp de termijnmarkten aangeboden werd, en waarvoor,
met het oog 01) dcii nog allesbehalve rooskleurigen toestand
in Europa, zoo goed als ‘geen koopers te vinden zijn, werkte
cleprinieerenci op cle Londensche termijnmarkt. ])e notee-
ringen kwamen dagelijks iets lager af en luidden aan het
slot: Aug. 6/-; Dec. 6/234; Mrt. 6/534; Mei 617%! en ,Aug.
OfO%
rietsuiker basis 96
0
cif.
De Board of Trade Statistiek over Juli wordt met de
volgende cijfers bekend gemaakt:
Juli
Jan/Juli
ton
ton
ton
ton
1931
1930
1931
1930
Import Riwsuiker . 152.171 231.989 1.004.103 1.039.574
Geraffineerd
6.604
6.020
34.032
33.555
Totaal. . 158.775 238.009 1.038.195 1.073.129
Voorr. binnen], suiker 11.000
4.800
–
–
in entrepôt . 192.750 237.300
–
–
Totaal ,,J)uty Paid” 193.819 232.260 1.120.622 1.184.549
Totale export
7.069
39.698
59.399
144.602
Consumptie …….186.750 192.562 1.071.223 1.039.947
De V.I.S.P. verkedht
01)
J a v a ca. 17.000 tons Superieur
130 en ca. 4.000 tons No. 16 &/hooger oogst 1931.
De afschepingen bedroegen. volgens offieiëele gegevens ge-
durende de maand juli 134.000 Metr. tons.
Het rendement van 153 fabrieken per 1 Augustus be-
draagt ruim 6 pCt. minder clan verleden jaar.
Ook h i e r t e 1 a md e stond dc markt onder den invloed
van aanbod uit Duitschiand. Verkoopen op de termijnmarkt
ten Dttitsche •bietsuiker, welke vroeger in I-[aiiiburg plaats
vojiclen, drukten thans
01)
cle Amsterdamsche termijnmarkt.
De noteeringen midden hier aan het einde der week als
volgt: Aug.
f
7%; Dec.
f
8%; k[rt.
f
S3. en i’sÏei f834.
De onizet bedroeg 4000 tons.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Bebrens & Sons.
Manchester, d.d. 12 Aug. 1931.
fi.et eerste rapport betreffende den dit-jarigen Amerikaan-
schen katoenoogst, ji. Zaterdag gepubliceerd, ‘heeft de i:riarkt
geheel gedemora.liseerd. Dc geschatte opbrengst van
15.584.000 balen voor dit seizoen kwam als een groote ver-
rassing en overtrof alle privé-schattingen.
°p
jl. Maandag
opende de Liverpoolmarkt flauw met eell daling van 91/99
pctnten en sloot later op den dag 69/73 punten lager. De
New-York futuresmarkt opende Maandag 126/132 punten
lager, doch herstelde zich later weer eenigszins cii sloot
109/114 punten lager. Gisteren was cle niarkt iets vaster
en futures verloren slechts 5/9 punten, terwijl Liverpool
eveneens vast 1/5 punten hooger sloot. Er zijn slechts be-
trekkelijk kleine loco-verkoopen tot stand gekonien en het
zal wel eenigen tijd duren, voordat de markt zich geheel
aangepast heeft aan cle plotselinge daling in waarden. Ook
Egyptische katoen is aan deze prijsdaling onderhevig en
op Maandag sloten Sakel futures Vrij vast met ccii daling
van 93/87 punten en Uppers 92/88 punten lager. Notçerin-gen voor •Sakeis waren gisteren onveranderd, doch ljppers
sloten 92/88 pc nten lagei. Sakcl noteeringen waren giste-
ren onveranderd, doch IJppers herstelden zich weer 9/10
punten. Als een gevolg van dezeu toestand is de markt gedesorgauiseerd en de handel vrijwel tot stilstand ge-
komen.
Ook de Amerikaansehe garenniarkt verkeert onder den
invloed van de daling en de omzet beperkt zich voorna-
melijk tot kleine hoeveelheden. Op jl. Maandag weigerden
verschillende spirduer.s van heide soorten katoenioteeringen
te geven, doch gisteren was er wel iets
meer
vraag, hoe-
wel verkoopeu veel geringer waren dan op een gewoneit
uiarkkla.g. Het zal wel eenigea tijd duren, voordat de markt
‘cer in haar gewone. doeji ei liet vertrouwen weer her-
steld is, doch intusschen heeft de plotselinge daling alle
berekeningen in de war gestuurd. Amerikaansche garen.
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
HdTWt
R000E
–
MAIS
OERST
LIJNZAAD
BOTER
KA AS
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
ar
in er
0.2 loco
AmericanNo.2m)
La Plata
A mer.
0.
La Plata
perK.G.
Ed ammer
Alkmaar
Gem. not. Hollandsche Mid. Conhin.
Rotterdam loco
.
Rotterdam
loco
R’dam(A’dam
OCG
t
o ter am
loco
R’damlA’dam
Leeuwar-
der Comm.
ake
S”
Eiermijn
Roerinond
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
Crude
33 t/m 33.90
per lOO K.Q.
per 2000 K.O.
2e0
per 1960 K.G.
Noteering
ki. merk
100 st.
a’ai
P
é
b
S
rI
0
10
f2.
0
/0
6.
0/
II.
Ojo
f1.
0
10
f1.
0
10
f1.
0/5
f1.
o/
6.
o/o
$
0
10
1925
17,20
100,0
13,070
100,0
231,50
100,0
236,00
200,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
10,80
100,0
1.68 100,0 1926
15.90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7 43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,470
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,37 77,3
7,96
86,7
11,25 104,2
1.30
77,4
1928
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228.50
96,8
363,00 78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929 12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9
34,45
68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
Jan.I 929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
2,25
97,4
45,95
82,1
9,03
98,4
10,10
93,5
1.16
69,0
12,72
5
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90 119,4
1.11
66,1
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
84,4
44,60
79,6
8,56
93,2
12,00
111,1
III
66,1
April
12,12
5
70,5
11,62
5
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
1,81
78,4
40,25
71,9 5,90 64,3
11,05
102,3
1.11 66,1
Mei
11,125
64,1
10,57
5
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
1,86
80,5 39,90
71,3
6,16
67,1
11,15 103,3
1.16
69,0
Juni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
172,25
72,6
355,25 76,8
2,87
82,0
78,6
6,41
69,8
11,25 104,2
1.30
.77,4
Juli
,
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50
89,8
1,88
81,4
80,4
6,88
74,9
11,25
104,2
1.30
77,4
Aug.
,
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
.
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
1,93
83,5
46,15
82,4
7,13
77,7
11,25 104,2
1.30
77,4
Sept.
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
2,22
96
1
1
45,25
80,8
8,01
87,3
11,40
105,6
1.30
77,4
Oct.
22,10
70.4
9,875
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
2,28
98,7
50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2
1.30
77,4
Nov.
,,
21,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
264,75
69,8
483,25
104,5
2,20 95,2
50,70 90,5
10,60
115,5
11,35
1051
1.30
77,4
Dec.
,,
12,62
5
73,4
9,35
.
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06
89,2
47,50
84,8
9,97
208,6
11,75
108,8
1.30
77,4
la.
1930
12,675
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64.1
433,75 93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55 82,2
11,75 208,8
122
72,0
}’ebr.
11,725
68,2 8,17
5
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50
86,2
2.03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75 208,8
1.11
66,1
Maart
,
10,90
63,4
7,25
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00
84,3
1,71
74,0 41,25
73,7
5,18
56,4
11,55 106,9
1.11
66,1
April
,,
21,17
5
65,0
7,62
5
514,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00 93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16 56,2
11,35
105,1
1.16
5
69,3
Mei
20,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,97
87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
juni
•
10,05
58,4
5,17
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.18
70,5
)uli
9,55
55,5
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5
39.90
71,3 5,99
65,3
11,35
1051
1.18
5
70,5
Aug.
,,
9,45
54,9
6,30
48,2
246,00
63,2
116.25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,2
1.185
70.5
Sept.
,
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
2,64
71,0
37,55
67.1
7,23
78,8
11,35
105,2
1.18
5
70.5
Oct.
•
7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5 86,00
36,4 281,25
60,8
2,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
Nov.
,,
7,25
42,2 4,25
32,5,
94,50
40,8 82,25
34.9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9 10,90
100,9 0.85
T0,6
Dec.
,,
7,07
5
41,1
4,30
32,9 96,00 41,5 91,00
38,6
247,75 53,6
1,55 67,1
33.50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85
501
Jan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6 84,50 36,5 86,25
36,5 207,50
44,9
1,61
69.7
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87.50
37,8 85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71.9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
20,30
95,4
056
39,3
April
5,
0
0
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4 4,20 45,8
10,15
94,0 0.53 31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
42,4
124,00
52,5
189,00
40,
2,26
54,5
30,85
55,1
4,07e
44,4
10,00
92,6
0.53
31,”
Juni
5,75
33,4′
5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
414
1,29
55,8
33,50
59,8 4,30 46,8
10,00
,2,6
0.34
5
20,5
Juli
5,42
5
31,5
4,70
35,9
84,25 36,4
115,75
49,0
211,00 45.6
1,32 57,1
37,75
67,4
4,40.
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
3 Aug.
,,
5,-
29,1
4,-
30,6
75,00
32,4
115,00
48,7
189,00
40,9
1,23
8
53,2
37.50
8
67,0
4,50
49,0
10,00
92,6
0.35 20.8
10
5,10
29,7
3,80
29,7
74,00 32,0
125,00
48,7
190,00
41,1
1,33
9
57,6
36,50
9
65,2 4,40 47,9
10,00
9
1
,6
0.35 20,8
17
»
5,-
29,1
4,25
32,5 77,00 33,3
122,00
51,7 187,00
40,4
.
4,90 53,4
10,00
92.6
0.35
20,8
1)
Men
zie voor
de toelichting op dezen staat de nun,m’ro
von
8 en 15 Aucustus 1928 (No.
658 en 659) pag. 689190 en
709.
)
79 Kg. La Plata.
) =
Weuihern vô
ringvan de huidige offic. not.wljze (Jan. 1928); Barley vanaf 212131;
vanaf
912
6415
.-Russ.
.
.
.
19
Augustus
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
751
prijzen worden ongeveer Y4 d. per ib. lager genoteerd dan
een week geleden en Egyptische katoen
1%
cl. tot % d.
per ib.
Wat boven gezegd is van de katoen- en gareurnarkten
geldt eveneens voor de cloekmarkt. De markt is absoluut
gedesorganiseerd en het zal nog wel eefligen tijd duren,
voordat de normale gang
van
zaken weer hersteld is; de da-
ling is evenwel zoo plotseling geweest, dat momenteel koo-
pers en verkoopers contact verloren hebben. Hoewel tenslot-
te het feit, dat katoen beneden prod u ctiekosten genoteerd
wordt, de vraag zal stimnleeren en cle overzeesche markten
vertrouwen zal geven, is een feit, dat thans nog niet voor-
speld kan worden. De markt is min of meer overveldigcl
door deze buitengewoon groote daling en het zal wel eenigen
tijd duren, voordat deze zich weer geheel hersteld heeft.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 4Aug. 1) Aug.
5Aug. l2Aug.T.T.opBr.-Indië 1/5
1/584
F.G.F.Sakellaridis 6,65 5,75 T.T.op.ffongkong 11s,
1134
G.F. No. 1 Oomra. 2,91 2,46 T.T.op Shanghai 1/27/
8
1/2
7
/8
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).
1
Aug.
31
Overeen
komstige
periode
tot
7 Aug.’31
1930
1929
Ontvangsten Gulf-Havens.
14
63
53
Atlant.Havens
)
UitvoernaarGr.Brittannië 1
1
5
4
‘t Vasteland ete.
6
25
24
het Orieut .
. . .
18
–
4
Canada, Mexico
2
2
2
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
–
Overeenkomstig
tijdstip
7 Aug.’31
7Aug.’31
1
1
1930
–
1929
.
–
Arnerik. havens ……….
2763
1571
518 772
.
.
549
196
Binnenland
………….
New-York
……………
228
238
134
316
38
New Orleans ………….567
Liverpool
……………
239 239
365
KOFFIE.
De uiterst kalme stemming, waarover nu reeds sedert
verscheidene weken nioest worden bericht, hield ook in de
afgeloopen week onafgebroken aali. De wisselkoers in Bra-
zilië daalde aanvankelijk nog 3/32 cl., doch daarna steeg hij
wederom 3464 d. De kost- en vrachtaaubiedingen van San-tos liepen, in overecnsteitiming met de aanvankelijke daling van den wisselkoers, in cle eerste helft van de week nog een
fractie verder terug oni daarna, toen cle wisselkoers iets
steeg, wat hooger af te komen. Ten slotte waren zij daar
–
door weder ongeveer gelijk aan (lie van een week geleden en in sommige gevallen zelfs -/6 per cwt. hooger. De aanbiedin-
gen van Rio echter bleven zich grootendeels in langzaam dalende richting bewegen en zijn bij het opmaken van dit
Overzicht dooreen ongeveer 1/- lager dan verleden week.
De import-handel blijft nog altijd volharden in de gere-
serveerde houding, welke hij nu reeds sedert geruimen tijd
heeft ingenomen en zaken kwamen dientengevolge ook deze
week slechts in zeer beperkten omvang voor.
De bes-ichten uit Brazilië zijn nog altijd verre van opge-
wekt. In den algemeeneri toestand valt nog in geen enkel
opzicht eenige verbetering te bespeuren en erustige pogin-
gen om het budget sluitend te maken, worden verijdeld door
cle daling van den koers. Van tijd tot tijd bevattan particu-
liere telegraninien berichten betreffende onrust en moeilijk-
hedeis op politiek gebied, doeh het was steeds onmogelijk de
mindere of meerdere juistheid daarvan te beoordeelen, aan-
gezien officieel van een en ander geen melding werd ge-
maakt en cle berichten, welke doorkwamen, gecensureerd
bleken te zijn. Ook ten aanzien van cle vooruitzichten voor
het koffieartikcl, dat voor den uitvoer van Brazilië van zoo
overwegend groot belang is, vallen tot nu toe nog geen
nieuwe factoren, welke als lichtpunten kunnen worden be-
schouwd, te ontdekken. Zooals uit het Overzicht van de vorige week is gebleken, is de zichtbare vereldvoorraad
(buiten de enorme in het binnenland vati Brazilië terugge-
houden voorraden) sedert verleden jaar met ruim 1.600.000
balen toegenomen. Deze vermeerdering komt voor circa
630.000 balen op rekening van Europa, voor circa 670.000
balen op rekening van Amerika, terwijl de voorraad in cle
uitvoerhavens van Brazilië met ongeveer 300.000 baleii is
toegenomen. Over vorstschade, of liever: over schade door
lage temperaturen, werd van officieele zijde niets ‘erllo-
‘AN
CR0 OTHANDELSPRIJZEN’)
METALEN
1
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
–
TIN
LOOD
1
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per Foundry No.3
Standaard
Locoprijzen
Iocoprijzen Locoprijzen Middling
locoprijzen
Australische, Australische, CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf,open
SALPETER
Old. per
Staird
Lo.b. Middlesbrough
Londen
Londen per
E.
ton Londen
per Eng. ton
1
1
New-York
Merino,64’s Av.
loCo Bradford
nial Carded,
kop
100 KO.
Cunce
per Eng, ton
per Eng. ton
per 1h. per 1h.
Av. loco
57-61 pnd.
netto
1
Bradford per Ib.
pence
1
0j
Sh.
ole
A 0j
It
ole
£
eis
$
cts.
0
1e
pence
°(o
pence
°lo
f1.
0j
32
1
18
1100,0
731- 100,0
62.116 100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0 28fl’36
(
89,3
8616
118,5
58.11- 93,5 290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5 47,25
85,9
24,75
83,9 28,46 82,0
11,61
96,8 26
314
83,3
731- 100,0
55.141-
89,7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50 89,8 40,43′
116,5
11,48
95,7
26118
81,1
661-
90,4
63.16/-
102,8
227.51-
86,8
21.11-
57,8 20,00 86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15
1
6
77,8
23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70.9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
13
1,
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
26
1
4
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.21-
60,7 20,20 86,9 46,75
85,0
28,75
97,3 37,50
108,1
11,70
97,5
2571g
80,7 66/6
91,1
78-16
125,7
222.111-
85,0
23.26
63,5
20,10
86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
11,70 97,5
26
81,0
671-
91,8
89.81-
144,0
221.016
84,4
25.816
69,7
21,25
91,4 44,00
80,0
27,50
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5
25,4
80,2
681-
93,2
82.1716
133,5
207.516
79,2
24.16!-
68,0
20,45
88,0 43,25
78,6
27,25
92,4
33,50
96,5
11,70
97,5
26
1
/1
6
78,1
6916
95,2
75.416
121,2
197.516
75,3
23.19/-
65,8
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
89,0
30,50
87,9
11,70
97,5
24j4
75,6
711-
97,3
74.11/-
120,1
200.51-
76,5
23.14/-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
34,50
99,4
11,70
97,5
26
5
h,
75,7
7216
99,3
72.1216 117,0
209.516
79,9
22.16!-
62,6
18,65
80,2 38,75
70,5
24,75
83,9
32,25
92,9
9,18 76,5
24
5
‘,
75,7
7216
99,3
73.171-
119,0
210.111-
80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00
81,4
29,75
85,7
9,28
77,3
23″I16
73,9
7216
99,3
74.19/-
120,7
205.5(6
78,4
23.11/-
64,7
18,90
81,3 34,25
62,3
23,75
80,5
31,25
90,1
9,39 78,3
23′;i
71,8
7216
99,3
72.161-
117,3 188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4
32,50,
591
22,50
76,3
–
–
9,49
79,1
221h1,e
70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182.-(6
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25
6
2
:3
23,00
78,0
27,25 78,5
9,70 80,8 22
1
14
69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.1816
68,3
21.9/6
59,9
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25
72,0
27,75 80,0
9,90 82,6
20’b/,6 65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
201/8
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4 28,50
51,8
17,75
60,2
2450
70,6
10,21
85,1
19
1
!
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.18/-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
19
9
/16
61,0
6716
92,5
61.3!-
98,5
161.1716
61,8 18.6/6
503
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18151
59,0
6716
92,5 53.91-
86,1
145.-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25 75,6
10,21
85,1
16
1
11
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.4/6 52,0
17.19/-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21- 77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8
24,25
69,9 9,18 76,5
16
3
/8
51,0
651-
89,0
47.151-
76,9
135.516
51.7 18.6!-
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77.3
16″116
52,0
6316
87,1
46.6!-
74,6
132.61-
50.5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
44.5
15,75
53,4
28,50
76,4
9,39
949
78,3
16
1
1
1C
5
/8
51,5 51,9
6316
9
63166
87,1 87,1
43.-1-
46.816
69,3 74,8
117.13/-
113.161-
44,9
43,5
15.15/-
15.1816
43,2
43,7
10,55 10,85
45,4 46,7
24,50 24,00
43,6
14,50 13,00
49,2
44,1
26,25
25,25 75,6 72,8
9,70
79,1
80,8
16
5
1
51,9
6316
6
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8 22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90 82,6
13
7
18
43,2
6
016
81,9
45.716
73,1
116.8!-
44,4
I
14.-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
81,3
12
1
la
38,9
5816
80,3
45.116
72,6
117.-/6
44,7
t
13.516
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
66,8
10,21
85,1
13
7
/1
41,8
5816
80,3
45.1(6 72,6
122.11-
46,6
t
13.316
35,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21.
85,1
13
1
(8
40,9
5816
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
t
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14.50
49,2
22.25
64,1
10,21
85.1
1
2
15
116
40,3
5816
80,3
39.6/6
63,4 104.17!-
40,0
t
11.1016
31,6
9,40
40,4 23,50 42,7
13,00 44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
127/
40,1 5816
80,3
36.6/6
58,5
106.216
40,5
1
11.1116
31,8 9,10
39,1
22,00
40,0
12,80
42,4
19,13
5,I
1
10,21
85,1
131/
4
41,2
5816
80.3
34.141- 55.9
112.516
42,9
t
12.156
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12.50
42,4
20.25
58,4
t
8.26
68,8
13
1
116
7
40,7
5816
$0,3
32.12167
52,6
IIL-J-
7
42,4
t
12.51-7
33,6
7,958
34,2
22,75
10
41.4
12,25
10
41,5
19,507
56,2
1
t
8,26
68,8
12
9
1io
39,1
58j6
80,3
32.10/-
52,4
112.101- 43,0
t
12.216
332
6,95
9
29,9
22,25″
40,5
12,00
11
40,7
t
8,26 68,8
125(8
39.3
5816
80,3
33.-1-
53,2 115.12,6
44,2
t
11.1216
31,9
8,26 68,8
invoering van de huidige officieele noteeringswijze
Un.
i928; vanaf 16 Dec.1929
7415
K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.
4)= Malting vôôr de Invoe-
‘)Noteering Schotland 5916. 6)581-.
7)
4 Augustus.
0)
7 Augustus.
9
)14 Augustus.
10)
6 Augustus.
U)
13 Augustus.
752
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Augustus 1931
men. Allezn persberichtea en in enkele gevallen ook par-
tictiliere telegramnien, hebben kort geleden medegedeeld, dat
zeer koude wind gedurende enkele dagen belangrijke schade
aan den bloei van den volgenden oogst in bepaalde koffie-
districten zou hebben aangericht, doch de bekende groote
koffie-exporteurs aldaar tc lande hebben deze berichten niet
bevestigd. Aangezien deze huizen vroeger regelmatig ramin-
gen zonden en ook telegrafisehe mededeelingen deden be-
treffende voorvallen, welke van invloed varen op ‘het vera
loop van den oogst, kan worden aangenomen, dat zij thans
niet zouden zwijgen, indien met reden kon worden ver-
wacht, dat de koude temperatuur werkelijk schade van be-
teekenis had veroorzaakt. i3ovendien heeft die lage tempe-
ratuur slechts zeer kort geduurd en de stijging, welke on-
middellijk daarna begonnen is, heeft ook in cle afgeloopen
week aangehouden. De minimum-temperatuur, die in de
koffie-districten een week geleden 5 t
90
Celsius was, wordt
thans 11 tot 15
0
gemeld bij een maximum van 28 tot 32
0
tegen 21 tot 24
0
verleden week.
Volgens mededeeling van den Koffie-Raad zijn in cle vori-
ge week vernietigd 62.000 balen Santos en 19.000 balen Rio.
Deze cijfers, gevoegd bij de reeds vroeger opgegeven hoeveel-
heden, brengen het tot nu toe onder leiding van den Koffie-
Raad vernietigde op circa 483.000 balen Santos, 82.000
balen Rio en 7.000 balen Vietoria, tezamen circa 572.000
balen, waarbij nog gevoegd owet worden een hoeveelheid
van 479.000 balen, welke tot het einde van Juni door het
Koffie-Instituut was vernietigd. Alles tezamen zijn dus in
den loop van dit jaar tot nu toe ruim 1.000.000 balen op
deze wijze opgeruimd.
Een bericht uit Rio meldt, dat cle voorraad, in cle bin-
nenlandsehe pakhuizen van den Staat Rio teruggehouden, 01) 31 Juli bedroeg 776.000 balen tegen 572.000 balen op
30 Juni, hetgeen een vermeerdering beteekent van 204.000
balen in de maand Juli.
l)e prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans 37/6 t 39/- per cwt. en
van dito Prime 39/- t 40/6, terwijl zij van Rio type New-
York 7 met beschrijving, prompte verscheping, bedragen
28/9 t 29/3.
Nederlandsch-Indië bleef voor de ongewasachen Sumatra
Robusta-soorten grootencieels onveranderd, doch gew’asschen
Robusta liep nog ongeveer 134 ct. per 34 K.G. terug. De
noteeringen in de eerste hand zijn op het oogenblik:
Palembang Robusta, Augustus-verscheping, 14% et.; ]3en-
koelen Robusta, Augustus-verscheping, 15% ct.; MandheUng
Robusta, Augnstus-vcrscheping, 16% ct.; W.I.B. faq. Eo-
busta, Augustus-verschepiug, 21 ct., alles per
34,
K.G., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de noteeriti-
gen aacvankelijk
Y
s
t
34
et. per
34,
K.G. terug om daarna
‘Y8 t % ct. te stijgen.
I)e offieieele loco-noteeringen werden alhier verlaagd voor
Superior Santos van 28 ct. op 27 ct. en voor Robusta van
26 et. op 25 et., alles per
34
K.G.
De slot-noteeringen te ‘New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
17
Augustus
………
$
5.03
$
5.28
$
5.48
$
5.60
10
Augustus
………
..4,92
,, 5.16 ,, 5.30
,,5.41
3
Augustus
………
..5,22
,,5.48
5.67
5.80
27
Juli
………….
..5,58
,,5.85
,, 6.02
1
16.16
Rotterdam, 18
Augustus 193.1.
THEE.
17e thecisiurkt te Londen opende na de vacautie in een
kalme en eenigozins onregelmatige stemming. De prijzen
liepen van 2-3 ets. lager en er werd vrij veel opgehouden.
Ccylou-theeën toonden wederom verbetering in kwaliteit, met als gevolg hoogerc prijzen.
Volgens telegrafisch bericht uit Calcutta bedroeg de
Noordelijk Britsch-Inclische oogst ‘per eind Juli 126 millioen
lbs. tegen 130 millioen in 1930 en 145 millioese in 1929.
De thee-uitvoer van Zuidelijk Britseh-Indië bedroeg in
Juni 5.719.000 lbs. (v.j. 4.359.000 lbs.). Gedurende de ‘pe-
riode J’anuarifJuni werd in totaal uitgevoerd 24.1 millioen
lbs., tegenover 21.7 juillioen lbs. in dezelfde periode van
1930.
Java exporteerde in Juli 1931 5.304.000 KG. (v.j.
4.568.000 KG.). Voor Januari/Juli zijn deze cijfers
39.690.000 KG., tegenover 37.164.000 KG. in 1930.
1)e voorraden te Londen bedroegen per tiltimo Juli 1931: 198.1 m,illioen lbs., tegenover 201.2 niillioen lbs. per dien-
zelfclen datum iie 1930.
Amsterdam, 17 Augustus 1931.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJ FERS
RUBBER1)
Bruto-
VURENHOUT
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta
THEE Alt. N.-I. theev.
COPRA
gewichtv. d.
buit, handel
‘
liii
0
–
basis 7′ fob.
Zweden)
Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr
.
Ned.-Ind. f.m.s.
per
ioo
K.G.
Nederland
! II
..5
Finland
loco Londen
R’damlA’dam.
per 100 K.O. Rotterdam
per
‘I
K.G.
Java- en Suma-
tratheepljiK0.
Amsterdam
1925=100 ____________
per ib.
In-
1
Uit-
voer
0
f
0
/0
Sh.
01
0
ff
Oh
cts.
01
cts.
01
f
01
1925
159,75
100
2)11,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5
100,0
‘100
100 100,0
100,0
1926
153,50
96,1
21-
67,4
17,50
93,3 55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112 128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
1)6,375
51,6
19,12
5
102,0
46,875 76,4
82,75
97,9
32,62
5
90,9
113
116
95,4 89,5
1928
151,50
94,8 -110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,87′
88,9
118
128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,37
5
76,3
122
132
91,6 82,6
1980
141,50
88,6 -15,875
16,5
9,60
51,2 32
52,1
60,75
71,8
22,62′
63,1
124
135
75,5
69,4
lan.
1929 152,50
95,5
-19,875
27,9
13,77′
73,5 53,125
86,6
77,25
91,4
29,-
80,8
III
119
94,2 84,6
lebr.
150,00
93,9
11-
33,7
13,3’N
71,3
54
88,0
74,25,
87,9
28,62′
79,8
75
83
94,2
85,4
Maart
147,50
92,3
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
21,62
5
77,0 82
III
94,8
85,8
April
,,
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,37
5
71,3
54
88,0
74,25 87,9 26,75 74,6
110
142
92,9
83,9
Mei
,,
145,00
90,8
-)10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50 87,0
25,87
5
72,1 135
144
91,6
81,7
luni
147,50
92,3
-1
1
0,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
24,87′
69,3
137
134
91,0
81,9
juli
145,00
90,8
-lii
30,9
13,425
71,6 54
88,0
68,50
81,1
27,50
76,7
144 147
91,0 83,7
Aug.
145,00
90,8
-110,5
29,5
13.00
69,3
53,50
87,2
64 75,6
27,25
76,0
151
149
91,6 83,6
Sept.
,,
‘
145,00
908
-)10,125
28,4
13,47
5
71,9 51,75
84,3
64 75,6
28,25
78,7
135
144
91,0
82,0
Oct.
,,
,
142,50
892
-19,625
27,0
13,30
70,9 48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137
146
90,3 80,5
Nov.
,,
142,50
89,2
-18,125
22,8
12.50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128
143
88,4
78,8
Dec.
»
142,50
89,2
-18
22,5
12,07
5
64,4
36,75
59,9
60,75 71,8
27,125
75,6
123
125
87,1
78,8
lan.
1930
147,50
923
-17,375
20,7
11,67
5
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,87
5
74,9
128 136
84,5
76,9
l”ebr.
,,
147,50
923
-18
22,5
11,40
60,8
35 57,0
58,25
68,9
26,375
73,5
112
126
81,3 75,2
Maart
147,0
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
,,
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
26,12
5
72,8
115
127
78,7
72,8
Mei
,,
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75 56,6
58 68,6
25,50
71,1
132 132
76,1
72,0
Juni
,,
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
22,87
5
63,8
131
133 76,1
70,4
Juli
,
14250
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
14250
89,2
-14,875
13,8
8,50 45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
,,
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,97′
42,5 28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3
65,4
Oct.
»
132,50
82,9
-14
11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
68,25
80,8
19,37
5
54,0
121
139
71,0 63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3 66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0 61,3
Jan.
1931
125,00
78,2
-)4,25
11,9
8,20
43,7
28
45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7 59,2
Febr.
,,
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43.7
26,25
42,8
53
62,7
18,12
5
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78,2
-13,75
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5
45
53,3
18,62
5
51,9
107
140
66,5
59,1
April
,,
125,00
78,2 -13,125
8,8
8,575
45,7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
110 138
65,8
58,4
Mei
,,
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50 45,3
25
40,7
40,25
47,6
15,37
5
42,9
114
141
65,8 56,8
JunI
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
5
45,7
25,75
42,0
39,50
46,7
14,12
39,4
127 133
64,5 56,8
Juli
»
110,00
68,9
-13
8.4
8.77
5
46,8
27
41,0
38,25
45,3
’15,-
41,8
62,6
55,8
3 Aug.
,,
110,00
68,9
12,6875
2
7,5
8,50 45,3
26
42,4
‘
14.37
5
40,1
10
,
110,00
68,9
-12,35
6,7
8,25 44,0
26
42,4
14,12
39,4
17
110,00
68,9
-)2,375
6,7
7,75 41,3 25
40,7
14,62
5
40,8
5)
Jaar- en maandgem. af eer. op
1)
pence.
2)
4 Augustus.