Volgens de recentste raming van het Centraal Planbureau neemt de werkloze beroepsbevolking toe tussen 2024 en 2028. De WW-uitkeringen lijken die opwaartse trend met enige vertraging te volgen, maar het verband tussen de werkloze beroepsbevolking en de bijstandsuitkeringen is zwakker. De figuur toont dat de samenhang van de werkloosheid met de bijstandsuitkeringen ook historisch gezien (sinds 1970) beperkter is dan die met de WW-uitkeringen.
De zwakkere relatie tussen het aantal bijstandsuitkeringen en de werkloosheid komt onder andere omdat het langer duurt voordat fluctuaties in de werkloosheid doorwerken in de bijstandsuitkeringen. Personen die werkloos worden, krijgen, als zij daar recht op hebben, eerst een WW-uitkering en pas daarna een bijstandsuitkering. Daarnaast is een WW-uitkering voor een eindige periode, terwijl de bijstand van onbeperkte duur kan zijn. Een verandering in de werkloosheid in een bepaald jaar heeft dus op een gegeven moment geen effect meer op de WW-uitkeringen, maar kan nog wel doorwerken in de bijstandsaantallen.
Ook de voorwaarden voor een bijstandsuitkering leiden tot een minder direct verband. De bijstandsuitkering is namelijk niet voorwaardelijk aan een arbeidsverleden, in tegenstelling tot de WW-uitkering.
Bovendien geldt voor een bijstandsuitkering een maximum voor het vermogen en inkomen van zowel het individu als andere leden van het huishouden. Lang niet alle personen die recht hebben op een WW-uitkering, zullen daarom in aanmerking komen voor de bijstand.
Ten slotte droegen ook beleidsmaatregelen, zoals de aanscherping van de voorwaarden voor de bijstand of verkorting van de WW-duur, de afgelopen decennia bij aan het zwakkere directe verband tussen werkloosheid en uitkeringen. Beleidsmaatregelen bij andere regelingen – zoals voor arbeidsongeschiktheid – werken vaker door in het bijstandsvolume dan in de WW-aantallen. Dat komt doordat de bijstand de laatste uitkering is waarop mensen een beroep kunnen doen.
De uitgaven aan de bijstand lijken zo minder te gaan stijgen dan je in eerste instantie op grond van de werkloosheidsontwikkeling zou verwachten, wat gunstig is voor de overheidsfinanciën.
Auteur
Categorieën