In 2013 nam Annemiek Wilpshaar deel aan het EPSO-concours AD7 senior-economen. Dat leidde tot een vaste baan bij de Europese Commissie (EC). Daar werkt ze inmiddels als plaatsvervangend hoofd van een afdeling. Ze vindt haar werk boeiend vanwege de grote impact die het heeft, de vele contacten en de toegang tot unieke economische data.
Annemiek Wilpshaar is adjunct-hoofd van Unit C5 – Fusies: informatie, communicatie en media bij het Directoraat-generaal (DG) Concurrentie. Deze afdeling van de EC houdt zich bezig met ICT-bedrijven en het voorkomen van nadelige gevolgen van fusies voor consumenten. “Het gaat dan vaak om grote transacties zoals de overname van LinkedIn door Microsoft of de overname van WhatsApp door Facebook. Een gemiddelde unit omvat 20 mensen. De onze bestaat uit 25 mensen. Een groot deel daarvan is casebehandelaar. Je werkt samen met mensen met verschillende achtergronden, nationaliteiten en niveaus. Daarbij krijg je veel verantwoordelijkheid met ruimte voor eigen initiatief.
Wat ik echt speciaal vind aan mijn werk is de grote impact op het functioneren van markten. Onze onderzoeken zorgen regelmatig voor voorpaginanieuws. Het geeft voldoening dat het belangrijk is wat je doet. Het is boeiend om te begrijpen hoe een sector werkt en wat de gevolgen zijn van een fusie. Daarnaast is het interessant dat je documenten en data kunt inzien van bedrijven waaraan je anders niet zou kunnen komen. Het gaat om data van fuserende partijen en de concurrentie. Het is uniek voor een econoom om dergelijke informatie te kunnen analyseren.”
Afwisseling
Het werk bij de EC ervaart Wilpshaar als erg afwisselend. “De ene dag lees en analyseer je documenten. Een andere dag ren je van een conference call naar een vergadering.” Daarnaast motiveert de ambitieuze cultuur haar. “Ik werk samen met intelligente mensen en vele nationaliteiten. Leuk zijn ook de contacten en vergaderingen met bedrijven uit alle landen.”
Economen hebben bij de EC veel ruimte voor analyse. Ook kunnen ze meewerken aan publicaties en evenementen. “Denk bij publicaties aan beschikkingen op de website en beleidsbrieven. Bij evenementen gaat het bijvoorbeeld om het spreken op congressen.”
Pittige selectie
Wilpshaar nam in 2013 deel aan het EPSO-concours AD7 senior-economen. “Ik werkte toen bij het team van de hoofdeconoom van DG Concurrentie in een tijdelijke functie en mijn contract liep af. Omdat ik daar graag wilde blijven in een vaste functie besloot ik mee te doen aan het concours.”
Het EPSO-concours AD7 senioreconomen is een pittige selectie van ervaren financials en macro-economen. Zij moeten voor deelname aan dit concours zes jaar relevante werkervaring hebben. Degenen die geselecteerd worden, maken kans op een vaste baan in een seniorfunctie bij de EC. “Het begon met een uitgebreid inschrijvingsformulier”, herinnert Wilpshaar zich. “Op basis daarvan en mijn cv werd ik uitgekozen voor deelname aan de assesmentdag. Deze dag bestond uit een groepsopdracht, casestudie, intelligentietesten en twee sollicitatiegesprekken. Bij de groepsopdracht werd ik geobserveerd om te kijken hoe ik onder druk reageerde. Voor de intelligentietest moest ik onder tijdsdruk stellingen kiezen op basis van teksten en abstracte problemen en wiskundige vragen oplossen.”
De twee sollicitatiegesprekken tijdens het assesment gingen respectievelijk over de kennis en competenties van Wilpshaar. “Dat waren competenties zoals samenwerking, leiderschap en probleemanalyserend vermogen. Ik moest daarvoor praktijkvoorbeelden uit het verleden geven. Alles in de EC gebeurt in teams en het is daarom essentieel dat je goed kunt samenwerken en oplossingsgericht bent.”
Reservelijst
Een concours leidt tot een ranking van de deelnemers. “Na het assesment ontvang je een rapport met cijfers per onderdeel. De deelnemers met de hoogste punten over alle onderdelen komen op een reservelijst. Vanuit die lijst kan een afdeling van de EC je uitnodigen om te solliciteren op een functie. Je positie op de lijst maakt in principe niet uit en de afdeling kijkt ook naar je scores op de verschillende onderdelen”, legt Wilpshaar uit. “Nodigt de EC je uit voor een sollicitatie dan is een goede motivatie voor de specifieke functie heel belangrijk. Daarnaast moet je natuurlijk een klik hebben met de afdeling en het afdelingshoofd.”
Krijgt de kandidaat de functie dan geldt eerst nog een proefperiode van negen maanden voordat het vaste dienstverband definitief ingaat. “Het gaat dus niet alleen om de momentopname van het assesment, maar je doorloopt een heel proces.”
Carrière bij de EC
Tussen het versturen van haar aanmelding voor het concours en de uitkomst van het concours werkte Wilpshaar nog als tijdelijk kabinetslid bij commissaris Almunia voor Concurrentie. “Vanuit die functie heb ik na het concours en een sollicitatieprocedure een vaste baan gekregen bij het DG Concurrentie.”
Alle vaste functies bij de EC worden vervuld door mensen die een concours hebben doorlopen en op reservelijsten stonden. “Verreweg de meeste functies hier zijn vast”, legt Wilpshaar uit. “Uitgangspunt is dat je een carrière bij de EC gaat doorlopen, bijvoorbeeld in een managementfunctie zoals ik. Na anderhalf jaar in vaste dienst heb ik gesolliciteerd naar de positie als adjunct-hoofd. Naast een functie als manager kan je je bij de EC ook specialiseren in een vakgebied en doorstromen als specialist.”
Kennis en ervaring
Wilpshaar kan haar opleidingen goed kwijt in haar werk. “Ik kan mijn econometrie-achtergrond dagelijks toepassen bij de data-analyse. Daarnaast voel ik door mijn kennis over micro-economische modellen goed aan wat de impact van een fusie op de marktprijs of innovaties is.”
Ze heeft ook veel aan haar eerdere werkervaring. “In mijn eerste baan bij de Deutsche Bank had ik korte deadlines en was het steeds belangrijk prioriteiten te stellen. Dat is nuttig geweest voor mijn huidige werk in een fusie-omgeving. Verder heb ik door mijn werk bij de bank en bij de EC geleerd hoe je complexe zaken helder moet uitleggen.”
Meer Nederlanders
Op het DG Concurrentie werken relatief veel Nederlanders. “Neelie Kroes was hier een tijd commissaris. Dat gaf de nodige bekendheid aan de afdeling. Op andere directoraten-generaal zijn de Nederlanders minder vertegenwoordigd. Het zou daarom mooi zijn als meer Nederlanders zouden meedoen aan de concoursen en er doorheen zouden komen.”
Auteur
Categorieën