Ga direct naar de content

‘Tesla kampt niet met boycot, maar met afgenomen aantrekkelijkheid’

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 21 2025

Uit onvrede met de Amerikaanse politiek lijken sommige consumenten terughoudender te worden met het kopen van Amerikaanse producten; zo is de verkoop van Tesla’s flink gedaald (Alderman, 2025). Maar is hier sprake van een boycot, zoals diverse media berichten? We vroegen het aan Marco Haan, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, die hier onderzoek naar doet.

Wat is een consumentenboycot?

“Bij een consumentenboycot spreken consu­menten af om een bepaald product niet te kopen, terwijl ze dit eigenlijk wel zouden willen. Dit doen ze in de hoop dat het bedrijf zich anders gaat gedragen.

Een bekend voorbeeld uit de literatuur betreft hüttenkäse in Israël in 2011 (Hendel et al., 2017). Consumenten vonden prijsstijgingen te gortig worden en organiseerden zich via Facebook. Dat leidde tot een flinke prijsdaling die zelfs zes jaar na dato nog effect had.”

Marco Haan is hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen

Is een boycot schadelijk voor een bedrijf?

“Dat hangt ervan af. Het kan ook een berekend risico zijn, zo laat ik in een model in Haan (2023) zien. Daarin kiezen bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid; hoe onverantwoorder ze zich gedragen, hoe meer winst ze vaak maken, maar hoe groter de kans op een boycot.

In een duopolie kan onverantwoord gedrag voor bedrijven lucratief zijn: soms wordt jouw bedrijf geboycot, soms de concurrent. Als jouw concurrent geboycot wordt, profiteer je vaak meer dan dat je verliest bij een boycot van je eigen bedrijf, omdat je dan meer marktmacht krijgt.”

Is een boycot dan kansloos?

“Nee, het kan wel degelijk effect hebben, toon ik in een recent experiment, samen met Sanne Wolf en Adriaan ­Soetevent. In onze opzet waren er twee ‘bedrijven’ die met elkaar konden communiceren over de prijs van hun product op de markt. In eerste instantie was de vraagfunctie van consumenten gegeven. Daarbij zagen we dat bedrijven een hogere prijs hanteerden dan zonder communicatie.

Wanneer we ‘echte’ consumenten gebruiken in plaats van een vraagfunctie gingen de communicerende bedrijven een lagere prijs hanteren. Waarschijnlijk uit angst dat consumenten de hoge winst oneerlijk zouden vinden.

In de laatste variant lieten we consumenten met elkaar chatten en daalde de prijs nog verder, maar bleef deze boven de marginale kosten. Blijkbaar vonden de consumenten het redelijk als bedrijven wat winst maakten.

Het verschil tussen de laatste twee varianten interpreteren we als het prijsdrukkend effect van een mogelijke boycot. De consumenten konden met elkaar afspreken: ‘We kopen nu gewoon niets, in de hoop dat we in de volgende periode een lagere prijs krijgen.’ En dat kregen ze ook.”

Diverse media spraken over een boycot van ­Tesla, maar er lijkt hier geen sprake van afgesproken werk tussen consumenten.

“Inderdaad. Dat consumenten geen Tesla kopen, zou ik daarom geen boycot noemen, omdat daar niet het idee achter zit om het bedrijfsbeleid te veranderen door gecoördineerde actie. Voor elke individuele consument is er gewoon een negatieve schok in de vraagfunctie voor een Tesla.

Ik zou het een boycot noemen als mensen denken: ‘Ik zou eigenlijk wel een Tesla willen kopen, maar ik doe het niet, in de hoop dat Elon Musk zich beter gaat gedragen. En als hij dat inderdaad doet, koop ik later wel weer een Tesla’.”

Heb je zelf weleens meegedaan aan een boycot?

“Nee, eigenlijk niet. En gelukkig heb ik ook geen Tesla: dus die hoef ik nu tenminste ook niet weg te doen.”

Literatuur

Alderman, L. (2025) Buy American? No thanks, Europe says, as tariff backlash grows. The New York Times, 5 mei.

Haan, M.A, (2023) The competitive effects of consumer boycotts. Journal of Institutional and Theoretical Economics, 179(2), 251–270.

Hendel, I., S. Lach en Y. Spiegel (2017) Consumers’ activism: The cottage cheese boycott. Rand Journal of Economics, 48 (4), 972–1003.

Auteur

Categorieën

Plaats een reactie