Ga direct naar de content

Telewerk in Nederland; Een onzekere toekomst

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 7 1987

Telewerk in Nederland
Een onzekere toekomst

Uw brood verdienen zonder dat u daarvoor de deur uit hoeft is vooral een aantrekkelijk
perspectief als net de wekker is gegaan. Het z.g. tele-thuiswerk dat tot nu toe is ontstaan, is
in hoofdzaak echter laagwaardig en routinematig. Als dat niet verandert, zal het deelnemen
aan de ochtendspits nog eens als een voorrecht gelden. In dit artikel worden de
voorspellingen over het werken op afstand aan een kritisch oordeel onderworpen. Tevens
gaat de auteur in op de technische, sociale en organisatorische aspecten van telewerk.

DRS. RJJ. VLEK*

Met de opmars van de huiscomputer en de koppeling
van woningen in netwerken voor datacommunicatie komt
steeds meer het perspectief naderbij van werken thuis met
behulp van computers en telecommunicatie. Telewerk of
tele-thuiswerk wordt deze nieuwe arbeidsvorm ook wel genoemd. Zonder dat er al sprake is van uitgebreide toepassing heeft dit perspectief aanleiding gegeven tot vele beschouwingen en onderzoeken naar de voors en tegens
ervan.
In de jaren zeventig overheerste een optimistische visie.
Amerikaanse futurologen als Alvin Toffler e.a. stelden dat
het thuis werken met behulp van een personal computer
een enorme vlucht zou nemen, en veel van onze moderne
problemen zou kunnen oplossen. Vooral van de ruimtelijke en sociale voordelen – minder kantoorwerkers in de
file, minder parkeerproblemen, tijdwinst door het uitsparen van woon-werkverkeer, een grotere betrokkenheid bij
het familieleven – werd hoogopgegeven. In de jaren tachtig heeft sociologisch onderzoek deze optimistische visie
sterk gerelativeerd, door bij de sociale en economische
aspecten van het nieuwe thuiswerk vraagtekens te zetten.
Over de ontwikkeling van het telewerk in Nederland was
tot nog toe weinig bekend. Daarom zijn er vorig jaar in opdracht van de Ministeries van VROM en SoZaWe verkennende onderzoeken uitgevoerd naar de mogelijke betekenis en gevolgen van telewerk in Nederland 1). Daarnaast
zijn er door studenten in Groningen en Amsterdam doctoraal-scripties geschreven over onder meer de opvattingen van managers en personeelswerkers over toepassingsmogelijkheden voor telewerk en de ervaringen van
thuiswerkers met het nieuwe fenomeen. In het onderstaande wil ik de resultaten van mijn eigen onderzoek naar
telewerk vergelijken met de uitkomsten van deze andere
studies 2).

Begripsbepaling
Omdat er vele vormen van telewerk bestaan, die zowel
technologisch, economisch, ruimtelijkenarbeidsrechtelijk
verschillen, is het nodig een overkoepelend begrip te definieren, waaronder de verschillende categorieen telewerk
gerangschikt kunnen worden. In essentie gaat het bij tele-

956

werk om informatieverwerking die op afstand uitgevoerd
wordt met een of andere vorm van computer- en/of telecommunicatietechnologie. Technisch vertoont het meeste
huidige telewerk nog allerlei gradaties en tussenvormen,
waarbij een van beide informatietechnologieen nog niet of
slechts in een primitieve vorm aanwezig is.
Vanuit ruimtelijk gezichtspunt is er een brede en een ingeperkte definitie van telewerk mogelijk. In de brede definitie is telewerk alle informatieverwerking op afstand,
waarvan tele-thuiswerk slechts een van de vormen is. Door
de verbinding van computer- met telecommunicatietechnologie (telematica) is informatieverwerking in principe
vanaf elke denkbare lokatie uit te voeren. Daardoor ontstaat de mogelijkheid kantoorwerk op afstand en in communicatie met andere werklokaties uit te voeren. Dit werken op afstand met behulp van computers en telecommunicatie kan plaatsvinden:
– tussen bedrijven of instellingen onderling;
– tussen centrale en decentrale kantoorvestigingen;
– vanaf zogenaamde mobiele arbeidsplaatsen; alsook
– vanuit de woning en woonomgeving.

* Tot voor kort verbonden aan het Sociologisch Instituut en het Onderzoekscentrum Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting van
de Rijksuniversiteit Leiden .
1) R. Vlek, Een verkenning van modern thuiswerk in: D. Lapple e.a.,
De woning als werkplek, Uitg. J. van Arkel, Utrecht 1986, biz. 135-195.
R. Vlek, De toekomstige betekenis en gevolgen van tele-arbeid en
tele-thuiswerk in Nederland, Onderzoekscentrum R.O.V., Leiden,
September 1986. Th. Weijers en S. Weijers, Telework – een overzichtsstudie naarrecente trends en toekomstperspectieven, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, december 1986.
2) K. Henselmans en L. Wijmans, De verdwenen kopij; automatisering in de grafische Industrie en de arbeidspositie van vrouwen, Grafische Bond Druk en Papier FNV, Amsterdam, 1985. W. Pijffers e.a.
(red.), Telewerk, een structureel fenomeen, Stichting Fokus, Ten
Boer, december 1986. Verslag van de Workshop Telework, gehouden
September 1986. L. Heuperman en H. de Vries, Thuiswerk: een flexibel verschijnsel; de rechtspositie van thuiswerkers, Wetenschapswinkel V.U., Amsterdam, maart 1987, R. Everts e.a., Een empirisch onderzoek naar het nieuwe thuiswerk in de stad Groningen, Wetenschapswinkel Groningen, juni 1987. R. Stor, Doctoraal-scriptie
sociale geografie over telewerk (in voorbereiding).

In deze brede betekenis is dus telewerk de kenmerkende arbeidscategorie van de toekomstige informatie- of netwerkeconomie. De ingeperkte definitie echter stelt telewerk gelijk aan tele-thuiswerk. Om daarin zowel de verschillende economisch-juridische vormen als de mogelijke
communicatie-verbindingen van telewerk te ondervangen, verstaan we onder tele-thuiswerk het werken thuis
met moderne informatieverwerkende apparatuur, waarbij
door een of andere wijze van informatietransport (post,
telefoon, breedbandkabelnet) een verbinding bestaat met
een (eind- of tussen)gebruiker van informatie. Van dit telewerk in engere zin zijn de drie voornaamste varianten:
a. partiele thuiswerkmogelijkheden voor kantoorwerkers
(vakspecialisten, managers, wetenschappers, journalisten); hiertoe rekenen we ook het informele overwerk
door dergelijke beroepscategorieen;
b. volledige en part-time thuisbanen van loonafhankelijke
thuiswerkers (tekst- en gegevensverwerkers, programmeurs);
c. thuiskantoren van zelfstandigen (makelaars, advocaten e.d.) en semi-zelfstandigen (verzekeringsagenten,
tekstverwerkingsbureaus, free-lance informatieverwerkers in het algemeen).
Tot telewerk wordt ook informatieverwerking door telewerkers vanuit een collectief buurtkantoor gerekend, maar
dit is meer een theoretische mogelijkheid dan een reele
variant.

Motieven
Tele-thuiswerk is dus de meest ver gaande vorm van decentralisatie en ruimtelijke afzondering van informatieverwerking, die door de revolutie in de technologie mogelijk
wordt. Het is de vraag of deze mogelijkheid ook aangegrepen wordt. Een dwingende economische noodzaak voor
een dergelijke ver gaande decentralisering van informatieverwerking uit kantoren naar woningen lijkt (nog) niet voorhanden. Wel is telewerk een mogelijk onderdeel van een
heel complex aan nieuwe ontwikkelingen in het arbeidsbestel.
Onder druk van stijgende kosten, toenemende concurrentie en een teruglopend werkaanbod wordt door middel
van nieuwe managementsstrategieen getracht de kosten
van de arbeidsorganisatie te drukken. Een strategic is b.v.
het inperken van de organisatie tot een aantal kerntaken,
en niet-essentiele deeltaken uitbesteden aan derden (door
middel van free-lance-werk). Tevens wordt gepoogd de arbeidskosten te verminderen bij een gelijktijdige verhoging
van de flexibiliteit van de werkorganisatie. Deeltijdwerk,
afroepcontracten, min-maxcontracten en ook thuiswerk
zijn de vormen waarin deze flexibiliteit wordt nagestreefd.
Door de toepassing van computer- en telecommunicatietechnologie is het mogelijk deze flexibele werkvormen
metelkaarteverbinden. Ineentelethuiswerksysteem kunnen bijna automatisch het aantal werknemers en de verdeling van hun werktijd over de dag aangepast worden aan
het wisselende werkaanbod 3). Door flexibel telewerk
wordt naar behoefte van de werkgever een verkorting of
een verlenging van de arbeidsdag bereikt. Zowel door de
flexibele inzet (alleen de effectief gewerkte uren worden
betaald) als door de ruimtelijke afzondering van de telewerker kan zijn of haar arbeidsproduktiviteit aanzienlijk
opgevoerd worden.
Door de overheveJing van kantoor- naar thuiswerkplaatsen wordt ook bespaarcfop ruimte- en andere overheadkosten van de organisatie. Daarnaast kunnen arbeidsmarktmotieven de reden zijn tot invoering van vormen van
telewerk. Door het toestaan van thuiswerken zou men ervaren medewerkers voor het bedrijf kunnen behouden, en
het verloop in het personeelsbestand kunnen verminderen. Op lange termijn zou telewerk kunnen worden aangewend om nationale of zelfs Internationale loonverschillen
uit te buiten. Ten slotte kan telewerk worden toegepast in
organisaties, die aan het herstructureren en automatise-

ren zijn. Thuiswerkplaatsen hebben dan een funktie in een
tijdelijke overgangssituatie 4).
Het gaat dus om een hele reeks verschillende motieven,
die in verschillende bedrijfstakken tot vormen van telethuiswerk zouden kunnen leiden. De eerste voor telewerk
in aanmerking komende bedrijfstakken zijn:
a. de computer-industrie en -dienstverlening;
b. het verzekeringswezen;
c. degrafische Industrie (uitgeverijen.journalistiek, vertalers, reclamebureaus)
d. dienstverlenende bedrijven (adviesbureaus, administratiekantoren, openbare nutsbedrijven, architectenbureaus en postorderbedrijven);
e. vrije beroepen.
Het flexibiliseringsmotief speelt vooral in de grafische
Industrie en het postorderbedrijf. Het arbeidsmarktmotief
daarentegen vooral in de computer- en andere particuliere
dienstverlening. Ruimtemotieven kunnen in alle takken
van het kantoorwezen een rol spelen, maar vooral bij snel
expanderende jonge ondernemingen en bij zelfstandige
beroepsu itoef enaren.
Op grond van de technologische mogelijkheden wordt
wel gesteld dat een goed deel (tot 50%) van al het kantoorwerk in de toekomst vanuit huis zou kunnen worden verricht. Toch lijkt ook op lange termijn een centraal opererende werkorganisatie in de meeste bedrijfstakken de efficientste organisatievorm. B.v. de noodzaak van bescherming van financiele gegevens maakt het bankwezen ongeschikt voor toepassing van telewerk. Meer in het algemeen
komen slechts die arbeidsplaatsen in aanmerking voor
overheveling naar de woning, die een of meer van de volgende kenmerken hebben:
– het werkaanbod varieert, vertoont pieken en dalen in
de tijd (zowel binnen de de dag, als binnen en tussen
werkweken, seizoenen, economische conjunctuurschommelingen);
– de arbeidsinhoud vertoont een grote mate van lokatieonafhankelijkheid (b.v. het werk van vertegenwoordigers, verzekeringsagenten, wetenschappers);
– de werksoort wordt gekenmerkt door een hoog telecommunicatiegehalte (b.v. telefonisch enqueteren, telemarketing);
– het werk is specialistisch en veronderstelt weinig cooperatie, vereist veeleer sterke individuele afzondering
(consultancy, programmering);
– het werk is routinematig, vereist geen of weinig visueel
werkoverleg, en/of kan via de output gecontroleerd en
betaald worden (tekst- en gegevensverwerking).
Dergelijke criteria perken het aantal kantoor-arbeidsplaatsen dat geschikt is voor een gedeeltelijke of volledige
omzetting in telewerk behoorlijk in. In alle genoemde bedrijfstakken zijn slechts onderdelen van het arbeidsproces
variabel, telecommunicatief substitueerbaar of zodanig individualiseerbaar dat zij ruimtelijk in de vorm van telethuiswerk kunnen worden afgescheiden van de overige arbeidsorganisatie. B.v. bij de computerdienstverlening zijn
het slechts onderdelen van het programmeerwerk, bij het
postorderbedrijf is het alleen de telefonische verkoopafdeling. En in administratieve sectoren en de grafische Industrie kan voor de opvang van werkpieken worden volstaan met kleine aanvullende thuisarbeidspools.

Toekomstkansen

__

____

Op grond van deze argumenten kunnen we ook vraagtekens zetten bij al te overspannen toekomstverwachtingen
met betrekking tot telewerk. Vanuit een nogal technischdeterministische argumentatie is er vooral door Amerikaanse toekomstonderzoekers voorspeld dat tele-thuiswerk in de jaren negentig een grootschalig fenomeen zou
3) Vgl. De woning als werkplek, op.cit., biz. 177.

4) Vgl. Weijers en Weijers, op.cit., biz. 16.

worden. De schattingen varieerden van 15-20% van alle
kantoorwerkers in 1990 tot zelfs 40% van de gehele Amerikaanse bevolking rond de eeuwwisseling. Anno 1987
wordt echter het aantal telewerkers in Amerika op niet
meer dan 10.000 personen geschat. Groot-Brittannie telt
nu ongeveer 3.000 telewerkers, terwijl in West-Duitsland,
Frankrijk en Italic slechts ± 1.000 mensen als zodanig
werkzaam zijn.
Analoog aan de Amerikaanse voorspellingen zijn er ook
voor Nederland indrukwekkende schattingen gemaakt
van het aantal tele-thuiswerkers in de toekomst:
– 1990: 120.000 (Economised Dagblad, 5-3-1985);
– 1995: 600.000-1,8 miljoen (PIT Directoraat-generaal
Commerciele Zaken/Telecommunicatie, 1986);
– nabije toekomst: 40.000-80.000, echter nooit meer dan
2 miljoen mensen (SoZa-studie, 1986);
– 2010: 50% van alle kantoorwerkers zullen partieel
thuiswerken (TNO-studie, 1984).
Het is duidelijk dat de meeste van deze voorspellingen
niet zullen uitkomen, zeker als ze voornamelijk doelen op
vormen van volledige of parttime thuisbanen. Momenteel
bedraagt de omvang van modern thuiswerk in Nederland
zeker niet meer dan ‘enkele duizenden’ (volgens exkamerlid Van der Doeff, oktober 1984); het aantal volledig
op computer- plus telecommunicatie-technologie steunende thuisbanen bedraagt ,,hooguit enige honderden”
5). Men zou hierbij kunnen aantekenen dat vanwege het
deels verborgen karakter van modern thuiswerk, met name in de grafische Industrie, het niet zo eenvoudig is het
juiste aantal tele-arbeidsplaatsen vast te stellen. Toch lijkt
er geen sprake te zijn van een belangrijke onderschatting.
Voorjaar 1986 konden wij in ons eigen onderzoek niet
meer dan 50 echte on-line telewerkers traceren. In de grafische Industrie kwamen we met moeite een kleine 200
‘stand-alone’ werkers op het spoor 6). Met verbazing las ik
dan ook onlangs in de krant, dat er ,,in de laatste 3 jaar…
een enorme toename” van eenvoudig administratief telewerk zou hebben plaatsgevonden 7). Enige bewijsvoering
voor deze stelling werd echter niet gegeven.
Bovengenoemde voorspellingen zijn mogelijk niet zozeer onrealistisch wat betreft de potentiele omvang van telewerk in de toekomst, wel wat betreft de jaartallen die genoemd worden. Voor het uitkomen van de meest bescheiden voorspelling, 40.000-80.000 telewerkers in de nabije
toekomst, is een groeitempo nodig van 4.000 a 8.000 per
jaar. Daarvan is thans zeker geen sprake. Ook andere gegevens wijzen op een trage penetratie van informatietechnologie in de sfeer van kantoren en woningen. Zo bleek uit
een Westduits telewerk-onderzoek dat daar in 1987
slechts 9% van alle kantoororganisaties uitgerust is met
meer dan eenvoudige typemachines, telefoons en kopieermachines. Van alle in 1985 in Nederland aangekochte PC’s kreeg slechts 5% (ongeveer 670 ex.) een plaats in
een netwerk. Eind jaren tachtig zou dat kunnen toenemen
tot 15%. Volgens een FAST-studie beschikten slechts 5%
van de Nederlandse huishoudens in 1985 over een huiscomputer. Ondanks een verwachte snelle toename in de
tweede helft van de jaren tachtig, zal in 1995 de huiscomputer nog in minder dan 30% van de huishoudens aanwezig zijn 8). Nu al constateert een onderneming als Philips
een stagnatie in de groei van het aantal verkochte PC’s.
Op grond van het bovenstaande concluderen we dat telewerk mogelijk in de jaren negentig een gestage toename
zou kunnen gaan vertonen (onder meer ten gevolge van invoering van ISDN), maar kwantitatief zal het waarschijnlijk
voorlopig nog een vrij marginaal verschijnsel blijven. Voor
de periode na het jaar 2000 wordt eerder een af name verwacht van eenvoudig telewerk, ten gevolge van een verdergaande kantoorautomatisering en toepassing van
kunstmatige intelligence.

koploper-bedrijven die op succesvolle wijze van telewerk
gebruik maken. Naast de overbekende voorbeelden van
het postorderbedrijf Otto en de computerservice-onderneming F-lnternational, zijn er de relatief verborgen vormen van ‘stand-alone’ telewerk in de grafische Industrie
9). Voor het overige betreft het deels partiele thuiswerkmogelijkheden bij bedrijven als Aegpn, Dupharen DSM, waar
voor specialististhe kaderfunctie’s huiscomputers en dataverbindingen met de mainframe-computer ter beschikking
gesteld worden. Anderzijds zijn er netwerken in ontwikkeling tussen thuiskantoren en centrale kantoorvestigingen
in de journalistiek en het verzekeringswezen. Daarnaast
zijn er heel diverse dienstverlenende bedrijven als b.v. een
Internationale bloemenhandel te Aalsmeer, en een uitzendbureau dat volledig van thuisvestigingen gebruik
maakt. Ten slotte zijn er de particuliere tekst- en gegevensverwerkingsbureaus, onder meer als aanhangsel van
de uitgevers- en apothekersbranche; als dergelijke bureaus feitelijk voor een en dezelfde werkgever werken gaat
het om vormen van semi-zelfstandigheid en oneigenlijke
uitbesteding van werk (b.v. in de vorm van een door de
werkgever opgerichte thuiswerkcentrale).
In het bankwezen is daarentegen nauwelijks sprake van
thuiswerk 10), evenmin bij de overheid (ook al gaan er geruchten over modern thuiswerk bij de PIT, het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en een gemeente in Overijssel).
Vanwege zijn prille ontwikkelingsstadium in Nederland
is het nog niet mogelijk geweest in detail de diverse vooren nadelen en knelpunten van telewerk te onderzoeken.
Ook in de buitenlandse literatuur slaagt men er maar ten
dele in van werkgevers opening van zaken te krijgen over
de bedrijfseconomische aspecten van telewerk. Elke beschouwing over voor- en nadelen voor de werkgever en
werknemer blijft dus onvermijdelijk enigszins speculatief.
De doenlijkheid van telewerk zou pas goed beoordeeld
kunnen worden als er van verscheidene bedrijven vergelijkingsmateriaal beschikbaar zou komen. Tot nu toe zijn
we alleen in hoofdlijnen bekend met de bedrijfsvoering van
de meest genoemde Nederlandse telewerkvoorbeelden,
het Brabantse postorderbedrijf en de Amstelveense software-firma.
Over het algemeen kunnen een viertal probleemgebieden onderscheiden worden:
– de technische voorwaarden;
– het economisch rendement;
– management op af stand; en
– sociale en arbeidsrechtelijke problemen van telethuiswerk.
Op al deze terreinen bestaan nog een aantal barrieres
en problemen, die overwonnen moeten worden, wil telewerk voor werkgevers en werknemers een aantrekkelijke
optie worden.

Technische knelpunten
In de meeste literatuur wordt de verspreiding van telewerk vooral gebaseerd op het alzijdig beschikbaar komen
van de technische voorwaarden voor telewerk. Daarbij
wordt nogal eens gesteld dat de technologie in principe
geen barriere meer vormt voor telewerk. Met de nog
steeds verdergaande verbetering van de prijs/prestatieverhouding van huiscomputers, het digitaliseren van het
telefoonnet, de verbetering van nationale en internationa-

5) Weijers en Weijers, op.cit., biz. 52.
6) Vgl. Vlek, De toekomstige betekenis, op.cit., biz. 51.
7) NRC-Handelsblad, 14juli 1987.

8) C. Presvelou, Households, the home-computer and related servi-

Praktische toepassingen en knelpunten
Op dit moment is er in Nederland een klein aantal
958

ces in the Netherlands: attitudes, trends and prospects, FAST, Brussel, maart 1986, biz. 93.
9) Vgl. Henselmans en Wijmans, op. cit.
10) Vgl. M. Pennink en P. Boterman, Kantoor, ruimte en automatisering, Onderzoeksbureau STRABO, Amsterdam, 1986, biz. 53-54.

7

le datacommunicatie-mogelijkheden via glasvezelnetten
en communicatiesatellieten, alsmede het beschikbaar komen van allerlei tele-diensten als documentuitwisseling en
raadpleging van databanken, zullen er aan het begin van
de volgende eeuw nauwelijks nog barrieres bestaan voor
een grootschalige toepassing van telewerk in al zijn verschillende vormen. Zoiang menige van deze voorwaarden
echter nog niet algemeen beschikbaar zijn, zullen hoogwaardige vormen van telewerk voorlopig nog beperkt blijven tot steden en regie’s die voorrang krijgen bij invoering
van ISDN.
Uilde Internationale literatuurblijkt echter dat een meerderheid van het telewerk het nog zonder (hoogwaardige)
telecommunicatieverbinding kan stellen. Waar daarvan
wel sprake is, blijkt het eenvoudige routinematige telewerk
ook via het gewone telefoonnet afgehandeld te kunnen
worden. Wel zijn daarbij nog de transportsnelheid en de
storingsgevoeligheid van datacommunicatie via de telefoon een probleem. Gespecialiseerde en ISDN-netwerken
zijn dus geen noodzakelijke voorwaarden voor telewerk,
maar wel zijn ze van betekenis voor snellere datatransmissie, en daarmee voor de arbeidsproduktiviteit van telewerk. Ook zullen ze meer complexe en interactieve vormen van telewerk mogelijk maken.
Uit mijn voorbeeldstudie bij een Nederlands telewerkbedrijf bleek dat er nog een aantal wezenlijke beperkingen
waren aan het on-line werken, zowel wat betreft het beschikbare netwerk, dat een aantal communicatietekorten
vertoonde, als wat betreft de randapparatuur en software.
Bij de software-firma is het telecommunicatieve element
van het telewerk beperkt tot spraak-communicatie tussen
een project-manager en thuiswerkers via de telefoon (2 tot
3 keer per week). De ervaringen met een on-line systeem
tussen thuiswerkers en hun clienten, om software te testen
op de mainframe van de client, waren niet eenduidig positief 11). De problemen van on-line telewerk verdienen dan
ook nadere studie.

Bedrijfseconomische voor- en nadelen
Er blijft in de literatuur een zekere ambivalentie over de
bedrijfseconomische voor- en nadelen van telewerk. Bij invoering van tele-thuiswerk kan ten eerste bespaard worden op huisvestingskosten. Het Engelse F-lnternational
kan omdat het met een bestand van 700 thuiswerkende
programmeurs werkt, er b.v. een vrij kleine centrale vestiging op nahouden. Bij een Amerikaanse telefoonmaatschappij werd een halvering van de ruimtebehoefte bereikt door invoering van telewerk. Volgens sommigen is
het niet hoeven voorzien in kantoorruimte het primaire motief voor tele-thuiswerk.
Voorstanders van tele-thuiswerk roemen ook veelvuldig
de enorme produktiviteitsstijging die door het geconcentreerd, in afzondering en flexibel thuiswerken mogelijk
wordt. Pessimisten wijzen daarentegen op de stagnatie in
de produktiviteitsontwikkeling van kantoorarbeid, die ondanks de moderne kantoorapparatuur bij die van fabrieksarbeid ten achter blijft. Telewerk zou mogelijk eenmalig tot
een produktiviteitsverhoging kunnen leiden, maar dp den
duur zou de ruimtelijke afzondering niet tot verdere produktiviteitsverbetering stimuleren.
Anderen menen daarentegen dat het bij flexibel telewerk vooral gaat om besparing op loonkosten. Men beschikt hierbij over een thuis klaar staande arbeidsreserve,
die precies overeenkomstig het volume van het werkaanbod ingezet en betaald wordt. Vanwege minimale arbeidsvoorwaarden en de precieze afstemming van werkaanbod
en tewerkstelling, beschikt men tegen de laagste loonkosten toch steeds over het juiste aantal werknemers. Bovendien wordt door telewerk de betaling van onproduktieve en pauze-uren, alsook van overwerktoeslagen vermeden. Ten slotte kan de werkgever het minimumloon
ontduiken en besparen op werkgeverspremies voor de sociale zekerheid, door zijn werknemers in te zetten beneden de ondergrensbepalingen van de Wet op het mini-

mumloon en de sociale zekerheidswetten (resp. het z.g.
1/3- en 2/5-criterium 12).
Tegenover deze kostenbesparingen staan de kosten
verbonden aan het opzetten en werken met een tele-thuiswerksysteem:
– aanvangsinvesteringen wat betreft infrastructuur en
randapparatuur;
– telecommunicatiekosten in geval van on-line telewerk;
en bij afwezigheid van mogelijkheden tot half-automatisch management van personeel door middel van telecommunicatie;
– de kosten van intensief management van werknemers
op afstand.
De aanschaf van een computergestuurde bedrijfstelefooncentrale, plus de aanleg van een netwerk waardoor
deze verbonden wordt met evenzovele thuisterminals, zal
al gauw een miljoeneninvestering zijn. Bij een volledige
uitrusting van de gehele thuisarbeidspool met terminals of
pc’s, geeft men meer uit aan computers dan bij centrale tewerkstelling van deze werkers nodig zou zijn; in het laatste
geval kunnen immers verscheidene deeltijdwerkers dezelfde apparatuur delen.
Bij een telewerksysteem dat intensief gebruik maakt van
telecommunicatie, zullen lokaal en interlokaal telefoon- en
dataverkeer een aanzienlijke kostenpost vormen. Vele
tele-ondernemingen vermijden daarom continue on-line
communicatie. Bij tekstverwerking kan dat, door het werkresultaat in een keer te versturen. De kosten van een dergelijke particle vorm van on-line telewerk berekent de PTT
op ruim f. 180 per maand per werker. Complexere vormen
van telewerk, door middel van electronic mail, videotex of
een gespecialiseerd datanet, liggen tussen de f. 250 en
350 per maand 13). De kosten van fulltime on-line telewerk
zullen echter een veelvoud zijn van het eerstgenoemde
bedrag.
Vanwege al deze bijkomende kosten lijkt het besparen
op loonkosten door middel van geflexibiliseerd telewerk
een onvoldoende reden om tot invoering ervan over te
gaan. Veeleer zullen er vanuit de eigenschappen van de
arbeid of arbeidsorganisatie doorslaggevende redenen
voor invoering moeten zijn. Flexibilisering van de arbeid is
ten slotte ook op kantoor in te voeren, zonder de kosten en
moeite van overheveling van kantoorarbeidsplaatsen naar
thuiswerkplekken.

Management op afstand
Willen (delen van) arbeidsorganisaties in de vorm van
tele-thuiswerk opereren, dan moet het probleem van de
sturing van decentrale werkers op de een of andere manier
worden opgelost. Voor managers en personeelswerkers is
de principiele moeilijkheid van telewerk dat men van een
afstand aanwijzingen moet geven over de uitvoering van
het werk, doch geen direct zicht heeft op de arbeidsproduktiviteit en de kwaliteit van de werkprestatie van telewerkers. Het is daarom interessant na te gaan hoe diverse ondernemingen die met telewerkers werken, deze problematiek van management op afstand oplossen.
Het bovengenoemde postorderbedrijf laat een zeer vergaande decentralisatie zien van haar verkoopafdeling,
niet slechts ruimtelijk, maar ook qua management 14). Het
telemanagement werkt voor het overgrote deel via halfautomatische telecommunicatie en daarnaast door briefing van personeel met wekelijkse bulletins. De kwaliteit
van het werk wordt gecontroleerd door telewerkers telefonisch af te luisteren, alsook uit te testen met nepklanten.

11) Vgl. Distance working projects in the Federal Republic of Germany, France and the U.K., FAST occasional paper nr. 79, Brussel,
maart 1986, biz. 4.

12) Vgl. Heuperman en De Vries, op.cit., biz. 40 en 45.
13) Vgl. Pijtfers, op.cit., biz. 17.
14) Vgl. De woningals werkplek, biz. 181-182, biz. 184-185.

Slechts bij overmatige belasting van de ingeplande medewerksters hoeft er per telefoon ingegrepen te worden om
extra telewerkers aan het werk te zetten.
Van een volautomatische in- en uitschakeling van de arbeidsreserve is dus nog geen sprake. Voor het informeren
van telewerkers over wijziging van codes, software en veranderingen in de catalogus vindt een intensieve briefing
plaats via zeer detaillistische informatiebulletins. Het
systeem dat volgens het bedrijf naar ieders tevredenheid
werkt, veronderstelt dus zowel aan de kant van het management als bij de telewerkers een aantal extra inspanningen. Een deel daarvan is gedelegeerd naar de thuiswerkers zelf, via een roulerende centrale contactpersoon in de
woonomgeving van de telewerkers.
Daartegenover laat het voorbeeld van het Amstelveense
software-bedrijf zien, dat zonder zo’n halve automatisering en delegering van managementstaken, het managen
van telewerk juist intensiever is. De automatiseringsprojecten worden in onderdelen uiteengesplitst, op hun arbeidsintensiteit geschat en vervolgens over leden van een
projectteam verdeeld. De part-time thuisprogrammeurs
zijn semi-zelfstandige free-lancers, die in principe op uurbasis beloond worden. De te besteden arbeidstijd wordt
vooraf vastgesteld door het projectmanagement, en vervolgens bewaakt door het stellen van scherpe deadlines
en tussentijdse telefonische controles. De controle op de
feitelijk bestede arbeidstijd wordt ten dele overgelaten aan
de thuiswerkster, die zelf haar overwerkbetaling aan de orde dient te stellen, ten dele aan de client-opdrachtgever.
Arbeidsproduktiviteitscontrole wordt dus vervangen door
outputcontrole. Of dit systeem niet veelvuldig leidt tot fricties over de arbeidsvergoeding en overwerk weten we niet,
want tot nu toe beschikken we alleen over informatie van
de zijde van het management. In de SoZa-studie is geen
enkele thuiswerker naar ervaringen met het telewerk gevraagd! Bij gebrek daaraan wordt gemakshalve aangenomen dat op grand van een sterkere arbeidsmarktpositie alles goed geregeld is in dit soort telewerk voor hogere beroepscategorieen.
Deze managementproblematiek geldt dus met name
voor complex tele-thuiswerk. Bij routinematig telewerk als
tekst- of gegevensverwerking thuis (vormen die in Nederland nog zeer weinig verbreid zijn) is de toezichtsproblematiek echter eenvoudig op te lessen door stukloon. Betaling op uurbasis is mogelijk wanneer computers het werktempo kunnen controleren.

Sociale en arbeidsrechtelijke problemen
Voor de acceptatie van tele-thuiswerk door werknemers
en vakbonden moet er een oplossing gevonden worden
voor de sociale en arbeidsrechtelijke problemen die met
telewerk verbonden zijn. Inherente sociale nadelen voor
de telewerker vormen de ruimtelijke afzondering in de
eigen woning en het daaruit voortkomende sociaal isolement. Ruimtelijk is er ook geen scheiding meer tussen
werk- en prive-leven, hetgeen tot een conflict tussen werken prive-verplichtingen kan leiden. Flexibel tele-thuiswerk
leidt daarnaast tot een zeer onregelmatige en onzekere
werkinzet, wat een grote onzekerheid en onregelmatigheid wat betrefl de verdiensten met zich meebrengt. Principieel impliceert flexibel telewerk een graduele ondermijning van de minimumloonwetgeving en het daarmee
gelieerde sociale-zekerheidsstelsel. Laaggekwalificeerde
telewerkers komen bij een part-time inzet, ondanks voltijdse aanwezigheid, in vergelijking met voltijdse kantoorwerkers op een veel lager inkomen uit, nl. ver beneden het
maand-minimumloon of een RWW-uitkering 15).
Arbeidsrechtelijk hebben free-lance telewerkers en lager gekwalificeerde telewerkers in loondienst, die veelal
op tijdelijke arbeidscontracten werken, vaak geen enkele
ontslagbescherming. Door hun tijdelijke deeltijdwerk kunnen ze ook geen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering. Zoals gezegd is uit het SoZa-rapport niet op te
maken of dergelijke arbeidsrechtelijke problemen ook
960

spelen bij gekwalificeerde telewerkers 16).
Op grand van hun arbeidsmarktpositie en hun sociaal
isolement zullen telewerkers waarschijnlijk niet zelf in
staat zijn een verbetering van hun sociale en juridische
status af te dwingen. Ook voor hen heeft daarom de overheld een taak om een aantal basisrechten rond werk en inkomen overeind te houden. Van overheidswege zouden
onaanvaardbare flexibele contractor) en vormen van telewerk teruggedrongen kunnen worden, door middel van de
volgende maatregelen:
– afschaffing van de ondergrensbepalingen in de arbeids- en sociale-zekerheidswetten;
– speciale rechtsbeschermende maatregelen voor thuiswerk in de arbeids-omstandighedenwet (thans in voorbereiding);
– vastlegging in cao’s of wetgeving van een gegarandeerde werkhoeveelheid, waarmee men ten minste de
bijstandsnorm zou kunnen halen; derhalve een verbod
op nul-urencontracten en een bodem in min-maxcontracten;
– betaling van een zekere compensatie voor de tijd waarin de flexibele werknemer stand-by is;
– compensatie via de cao van op de thuiswerker afgewentelde overheadkosten.
Dergelijke maatregelen zouden onderdeel kunnen zijn
van een actieve terugdringingspolitiek, in het geval de
voorspellingen uit zouden komen, en er zich een massale
omzetting van vaste kantoorbanen in slecht betaalde flexibele thuisbanen zou voordoen.

Tot besluit___________________
Zo blijkt de toekomst van het telewerk nogal onzeker, zowel wat betreft de te verwachten omvang als wat betreft de
kwaliteit van deze toekomstige arbeidsvorm. Flexibilisering door middel van tele-thuiswerk leidt tot een opsplitsing
van het personeel van ondernemingen in enerzijds een
kern van vaste werknemers en een perifere groep van afroepmedewerkers, met ook daarbinnen weer een hierarchie van eerste en tweede arbeidsreserve. Waar het vooral
gaat om arbeidsplaatsen van vrouwen, wordt door telethuiswerk de toekomstige plaats van vrouwenarbeid in onze samenleving aan de orde gesteld. Aan de ene kant
toont het voorbeeld van het software-bedrijf de moderne,
flexibel werkende vrouw als de onmisbare programmeuse
van een steeds complexere informatie-economie. Aan de
andere kant licht het voorbeeld van het postorderbedrijf
een tipje op van een nogal vrouw-onvriendelijke toekomst,
waarin de moderne huisvrouw volledig aan huis en de
huiscomputer gebonden is, als ‘piekdame’ op de reservebank van diezelfde informatie-economie.

Ruud Vlek

15) Vgl. De woning als werkplek, biz. 189-190.

16) Vgl. voor de verhoudingsgewijs geringe arbeidsvergoeding van
hoger gekwalificeerde telewerkers in Amerika: B. Riirup, Chancen
und Risiken der electronischen Revolution, Wirtschaftsdienst, jg. 64,
1984, biz. 167-270.

Auteur